dinsdag 30 maart 2010

Have a break, have a black kite!

Rond het vroege middaguur staat voor de deur van Natuurplaza een groepje waaronder ik, wachtend op 'nog wandelaars?', om een keuvelrondje door Park Brakkenstein te maken. Nou ja, keuvelrondje, een stevige tred wordt ingezet richting de botanische tuin in het park. Op een kunstmatig rotspartijtje met watervalletje -die Waterspreeuw komt wel een keer- schurkt een pad met z'n kont zich achteruit de blubberige bodem van een poeltje in. Een Groene specht roept in de verte, Grote bonte roffelen zich het schompes tegen een boom. Een kleine poging wordt ingezet om een zingende Glanskop in beeld te krijgen voor een fotootje. Na een tijd vind ik 'm, onbereikbaar hoog in de boom. Bijna aan het eind, of zo je wil lezen, het begin van het park schiet een Eekhoorn op een hek en vlot daarna gaat de tocht kwiek de boom in. De rits van de fototas was nog niet eens half open...Onder een groep taxussen zie ik in het donker meer bruine pluimstaarten dartelen. Nog drie Eekhoorns spelen tikkertje in het halfduister. Dan weer rustig, dan als een dolle rondsperend. Gehurkt maak ik foto's, afgewisseld met een genietende blik op zoveel speelsheid. En net als ik dé plaat wil maken, eentje zit fraai dichtbij onder op een stam, schiet een gewassen en met krulspelden behandelde hond het bos in. 'Kijk, dat bedoel ik nou. Dat die poedels tóch nog iets van een jachtinstinct in zich hebben, dat verliezen ze nooit echt helemaal hoor', kwekt er een tegen de ander achter me. Even krijg ik de neiging om te vragen of ze die oversized ruwe schuurspons bij zich willen houden. Maar bedenk dan dat het een openbaar park is en loop door. En dat blijkt voorbestemd.

Net op het moment dat ik door de schuifdeur naar binnen wandel, een passerende Slechtvalk zojuist in de pocket, komt collega Joost van Bruggen zowat horizontaal naar buiten gevlogen: 'Bruine kiek, moet zo overkomen'. Dat zou een nieuwe jaarsoort en Natuurplaza-soort zijn, vanzelfsprekend speur ik dus mee. Nog een aantal gearriveerde wandelaars kijken mee. Niets. Dan ineens roept Joost 'DAAR!'. De recht afgesneden staart lijkt inderdaad op een Bruine kiekendief te wijzen. Alleen het profiel is wat typisch. Niet echt helemaal kiekendief. Als de staart gesloten wordt, is een kleine inkeping, ofwel vorkje in de staart zichtbaar. Zwarte wouw? Zwarte WOUW! Eerst met de kijker en daarna probeer ik snel een foto te maken, hoewel de wouw iets te hoog zit voor m'n camerabereik. Als een golf gaat het nieuws door Natuurplaza, collega's komen naar buiten gehold. Half achter een boom, in de verte, is de vogel bezig richting zuidwesten uit beeld te verdwijnen. Om dan te gaan cirkelen en een koerswijziging naar noordoost in te zetten, waardoor mensen gelukkig alsnog een betere blik wordt gegund. De duimen gaan omhoog. Nadat iedereen, zwaar tevreden, naar binnen is gedrenteld blijf ik met Joost nog even kijken. Ik ontdek hoog een nieuwe roofvogel. Een blik met de kijker leert dat dit wél een Bruine kiekendief is! Een paar andere mensen kunnen we 'm nog net aanwijzen als tie rap in de grauwe lucht doorzwiept naar noord. Een Zwarte roodstaart krast z'n liedje omhoog.

Het kon wel eens leuk worden wat vogeltrek over Natuurplaza betreft, ben benieuwd wat ons nog te wachten staat!

woensdag 24 maart 2010

Roodhalsganzen in de Ambtswaard

Op het Traianusplein schiet heel even de twijfel te binnen: rechts het paadje naar beneden en de Ooijpolder in, of links aanhouden, de brug over en naar de Roodhalsganzen in de Ambtswaard welke hier al een tijdje rondhupsen. M'n lichaamstaal bepaald het, licht hel ik over naar links en stuur zo mijn fiets de Waalbrug over. Bij de Waalstrang van Lent is het rustig, groepen Smienten foerageren op de oever. Net voor ik rechts de Defensiedijk in sla, hoor ik links m'n eerste Fitis voor dit jaar zingen. Op de weilanden in de Ambtswaard is het één blaffende en gakkende bende aan Brand-, Kol- en Grauwe ganzen. Verspreid over een aantal groepen foerageren honderden ganzen. Bij de eerste stop op de Defensiedijk vind ik geen Roodhalzen. Wel spelen drie Roodborsttapuiten, een man en twee vrouwtjes, tikkertje met elkaar en schieten van links naar rechts over de dijk. Dan maar door naar het fietspad tussen de weilanden door. Hier zie ik al snel vlak langs het pad de twee prachtige ganzen lopen, helaas zit er een ruige strook hoog gras tussen mij en de ganzen. Langzaam beweeg ik me naar een iets vrijere uitkijk. Vanaf de andere kant komt een wandelaar met hond, wat er in resulteert dat alles de lucht in gaat. Spoorloos zijn ze.

Na een kwartier vind ik het paartje Roodhalsganzen terug, nu aan de westzijde van het pad in de wei en helaas erg ver. Als ik zie dat er weinig reactie is op een wandelaar, welke over een landweg vrij dicht langs de ganzen komt, loop ik ook rustig die kant op. Vanaf een kleine zeventig meter kan ik ze, zittend op m'n hurken, fraai bekijken. Met telefoon en telescoop is het mogelijk enkele foto's te maken. Ik moet telkens snel zijn, ze zitten vaak half of helemaal verscholen achter de Brandganzen en de glooiing van het terrein werkt ook niet echt bevordelijk voor een langere vrij blik op deze schoonheden. Het valt me op dat bij de een de witte flankstreep eindigt in gelijkmatige franjes aan het eind en bij de ander het wit van de franjes breder is dan het zwart. Wat zou dit betekenen? Zomaar een individueel verschil, of een verschil tussen man en vrouw? Dat zoeken we op. Een blik op de klok leert dat ik richting het werk moet. Langzaam loop ik weer terug naar de fiets en peddel op m'n volgende avontuur aan. Op de pijp bij Natuurplaza blijken namelijk twee Slechtvalken te zitten. Druk kekkerend hangen ze bij de top van de pijp rond, soms er boven op schietend en uit beeld verdwijnend. Wat doen ze daar? Een drietal voorbijvliegende Buizerds worden met een hoop bombarie hun terrein af gejaagd. Ik schiet een plaatje van een Slechtvalk in vlucht, waarna ze de stad in verdwijnen. Een paar dagen later wordt waargenomen hoe er boven op de pijp gepaard wordt. Zouden ze daar gaan broeden? Dat zou heel straf zijn! Én een leuke pauzeinvulling voor de mensen op Natuurplaza!

vrijdag 19 maart 2010

Wederom naar het Wijchens Ven

Onder de wolken zingt de zon glimlach ik, ondertussen al kijkend naar de grauwe bewolking m'n schuifraam gewoontegetrouw voor ontbijt een stukje omhoog duwend. In de tegemoetkomende ochtendkakafonie van zingende Zanglijsters, Merels, mezen, Heggenmus en Roodborst hoor ik vaag iets herkenbaars. Het raam gaat nog een stukje omhoog en ik schuif m'n oor naar buiten. Jaja, daar is tie weer: de Tjiftjaf! Welkom terug jongen! Op weg naar m'n werk let ik op zingende Zwarte roodstaarten, die het nog laten afweten. Dacht ik. Als collega Joost van Bruggen met een kijker door het raam staat te staren vraag ik wat er valt te zien. 'Zwarte Roodstaarten'. '-TEN', vraag ik. 'Ja, drie, daar op de dakrand'. Op de dakrand ontwaar ik drie stipjes. 'Nee, dat is een Witte kwikstaart' meldt Joost als ik op een stipje duid. Even later zie ik het nerveuze trekje van de roodstaart. Vlak erna volgen de andere twee. Zo, die vrolijke jongens zijn dus ook weer terug, het geluid van te laat uit de kroeg rollen zal weer klinken!

In een korte pauze buiten heb ik het met een collega over de Slechtvalk, die regelmatig op de hoge pijp in de buurt zit. Nog maar net uitgesproken vliegt een schim richting de top van de pijp. En passert 'm niet. Toch maar even checken. Met de kijker laat zich een fijne Slechtvalk zien, plukkend aan iets. Als je 't over 't duveltje heb, want wat is tie klein op zo'n afstand! Het is waarschijnlijk dan ook een mannetje. Met een 'onder het linker witte pijpje' licht ik andere collega's in, die ook meedoen aan de 'Natuurplazalijst'.

Om iets over een krijg ik een dankbare sms van Chris Rosmalen: hij heeft het vrouwtje Krooneend weer langs De Vendam op het Wijchens Ven! Laat ik net op dat moment met zware kasten aan het slepen zijn, de energie die vrij komt door de sms laat ik meteen los op de kasten. Alles komt mooi op z'n plek zoals bedacht. Fijn zo'n adrenalinekick. Ook de rest gaat vandaag soepeltjes en iets na vijf ga ik wederom op het Wijchens Ven aan, ditmaal linea recta. Voor de zekerheid had ik al eerder de snelste route naar het ven toch maar in m'n hoofd opgeslagen. Na de snelle fietstocht kom ik aan de noordkant van het ven, in de buurt van de plek, aan. Gelijk de eerste eend die ik zonder kijker in beeld krijg vanaf deze plek, duikt direct onder. De andere stipjes zijn Meerkoeten. Een paar seconden later ploept de eend weer aan het oppervlak. Appeltje eendje dit keer: het vrouwtje Krooneend kijkt alert om zich heen en duikt soms met een licht sprongetje weer naar diepere gronden.

Ik fiets door naar de Vendam zelf en ga lekker op de oever zitten. Na eerst vrij op het water te hebben gezwommen trekt de Krooneend steeds meer richting oever en verdwijnt soms net in een bocht onder over het water hangende takken. Misschien de reden waarom ik 'm op de 17e heb gemist? Schuin links voor me steken de spitse staarten van twee onder water hangende Knobbelzwanen recht omhoog, in een boom langs de oever een stuk verderop steken de silhouetten van een paar Aalscholvers als kaarsjes in een boom af tegen de achtergrond. Ze zullen hier waarschijnlijk wel ter ore gaan. Na een heerlijk mijmermoment is het tijd dat ik ook richting slaapboom rij en over een fietspad langs de Hatertse Vennen, waarbij geluidjes van Kuifmees en Goudhaan m'n oor kriebelen, sluit ik een voortreffelijke voorjaarsdag af.

woensdag 17 maart 2010

Kauw op de grond, voorjaarswarmte in de lucht

Het is dat ik ze vanochtend niet zo snel kon vinden (nog in de doos in de berging) en de enige die ik al had gedragen in de was zat. Anders had ik vandaag zéker een korte broek aangedaan. Nou ja, zo'n knielengtegeval dan. Ietwat fris in de start, daarna op vol lenteniveau. Dat beloofd een heerlijke dag te worden! Dat bleek ook wel uit de regen aan meldingen van terugkerende zomervogels als Tjiftjaf en Boompieper in Nederland. Op de mailcirkel van de trektellers wordt melding gemaakt van ongekende, maar zeer hoge (oost)noordoostwaartse vogelbewegingen, wat te zien is op radarschermen. Trektellen.nl wordt door Nederlandse vogelaars nauwlettend in de gaten gehouden wat er in de zuidelijke landen allemaal gebeurd. Er komt wat op ons af!

De laatste tijd hou ik me steeds meer bezig met de gedachte hoe je 'gewone' mensen bewust kunt laten worden van en kunt betrekken bij al het natuurschoon wat in hun omgeving te zien is. En de aandacht van die mensen is vaak alleen te triggeren met iets 'bijzonders'. Zogenaamde 'verjaardagspraatjes'. Aangezien mijn interesse steeds meer groeit in een niet vaak bedocumenteerd gemengd broedgeval Noordse kauw met een gewone in de Nijmeegse wijk Brakkenstein, dacht ik, kom laat ik het eens proberen met een stukje voor de regiokrant. Samen met een foto stuur ik dan ook een mail naar de Gelderlander. Tot m'n verbazing wordt het opgepikt en krijg ik een mail met de vraag om nadere details. Ook vragen ze of ik misschien foto's van de Noordse kauw bij de schoorsteen heb, ter illustratie van het broedgeval en de plek. Maar die heb ik helaas (nog) niet. Ik beloof dan ook dat ik in m'n pauze ga kijken of het paar bij het nest zit. In plaats van over de Heijendaalseweg er naar toe te fietsen neem ik de Driehuizerweg. Het was zo bedoeld. In een groep Kauwtjes in de berm zie ik al snel het witte halve maantje van de noorderling. Ik parkeer m'n fiets aan de rand van de weg in de buurt van het groepje, leg m'n fototoestel op het zadel en begin de groep te bestuderen.
Er foerageren acht Kauwtjes, de paartjes zijn duidelijk te herkennen. Als de een links gaat, gaat de ander er als op een onzichtbaar commando rustig achter aan. Snorre, zoals ik de Noordse kauw heb genoemd, en partner wijken hierin niet af en blijven trouw dicht bij elkaar. Leuk detail is dat kauwtjes hun hele leven, voor zover mogelijk, bij elkaar blijven! Rustig wandelen ze rond, om af en toe druk de bladeren los te peuteren. Soms pikken ze wat woester door het bladerdek heen, waarbij de bladeren in het rond vliegen. Wat ze nu precies eten krijg ik helaas niet te zien. Met een oog kijk ik door de zoeker van de camera, met het ander volg ik ze 'live'. Als ik de Noordse niet meer kan vinden gebruik ik beide ogen en zie zo dat Snorre mét partner, op drie meter voor me op de stoeprand recht op me afloopt. Rustgevend en een intrigerend schouwspel om te zien hoe ze van alles inspecteren, omdraaien en dan met een zijwaarts schuin naar de grond gericht koppie het resultaat van de woeling bekijken. Zouden ze kijken, of misschien juist luisteren? Snorre komt, alsof er niets aan de hand is, steeds verder naar me toe gelopen. Dat doet me toch wel wat, dat 'niets-aan-de-hand-gedrag'. En tegelijkertijd ben ik nieuwsgierig wat er allemaal in hun koppie rondgaat. Opeens kijk ik doodstil in zijn/haar(?) ogen, waarna ze, de partner loopt er natuurlijk gewoon vlakbij, rustig de grasberm op- en van me aflopen. Achter me langs komt de een na de andere fietser voorbij, voor de kauwtjes niets ongewoons. Door scholieren met een iets te hoog geluidsniveau vliegen ze op, maar strijken verderop weer neer. Een passerende vrachtwagen is echter wel too much. de hele groep vliegt op en in tweetallen vertrekken ze de woonwijk in.

Snel fiets ik naar de schoorsteen aan de Heijendaalseweg, om te kijken of ze hier heen zijn gevlogen. Vanaf de Driehuizerweg komen wel tweetallen aangevlogen, die of in een boom of bij een schoorsteen gaan zitten. 'Het' paar blijft helaas weg. Weer sta ik te kijken van het aantal Putters die in de wijk rondvliegen. Tijd om weer aan het werk te gaan.

Zo gaat het vaak: ik denk 'goh, daar zou ik eigenlijk wel weer eens heen willen', maar dan komt het er maar niet van. Zo ook met recreatieplas de Berendonck ten zuidwesten van Nijmegen. Eigenlijk een best interessante plas. Ooit zag ik er een Noordse Stern en er verzamelen zich meeuwen voor ze naar een slaapplaats elders vliegen. De plas is aan een zijde omzoomd met rietkragen en struiken en bomen. De melding van een vrouwtje Krooneend op de plas is genoeg om me te doen besluiten na het werk die kant weer eens op de te gaan. Het is inmiddels na vijven en het weer is heerlijk aangenaam zwoel. De zon gaat al met één oor richting de horizon, als ik vanaf m'n werk in zuidwestelijke richting begin te fietsen. Dat betekent een route door de zuidelijke wijken van Nijmegen en als je er niet zo bekend bent, is het altijd een crime om je er een weg doorheen te banen. Op de een of andere manier heb ik een soort onzichtbaar pendelloodje voor m'n hoofd hangen die me leid. Alleen zit ik neuriënd en wiegend met m'n hoofd zwaar te genieten van het heerlijke weer. Waardoor ik kriskras links/rechts door de wijken heen pendel. En op de een of andere manier precies helemaal goed!

Ik kom in de wijk Dukenburg uiteindelijk ook over de weg 'Staddijk' waar ik, behoorlijk verbaasd, langs een paar Scholeksters op de rand van een vijver rij. Hoewel ze net een tijd terug in de regio zijn, had ik ze niet al op een plek als deze aan de rand van een woonwijk verwacht. Wat hebben ze hier te zoeken? Nog wat poetsend, half slapend staan ze aan de rand te wachten op de nacht. Iets verder schiet een Waterhoen de hoek van de vijver in. Na een paar honderd meter duik ik door de fietstunnel onder de A73 en kom op de Berendonck. De waarneming van de Krooneend staat me niet helemaal helder voor ogen, iets met bruggetje tussen twee waters. En verderop is er zo een weet ik. Onder begeleiding van zingende Zanglijsters, Heggenmussen, Merels en Roodborsten en een groepje Koperwieken kom ik aan op het bruggetje.

Vanaf hier heb ik een vrije blik op een rustige Berendonck, badend in het avondlicht. Een groepje Kuifeenden voor me kent geen Krooneend en ook de baltsende Futen schudden 'nee', alsof ze niet weten waar de Krooneend uithangt. Na enkele foto's bedenk ik dat het Wijchens Ven, iets verderop, ook zo'n tussen-twee-water-situatie kent. Bij het passeren van een hek lees ik een bord met een tekst in de trant van 'Pas op. Golfterrein. Laagvliegende ballen'. De enige golfer die ik zie trekt de andere kant op, ik meen dan ook redelijk veilig te kunnen passeren. In de verte dobbert iets lichters, iets bruingrijzigs tussen de Kuifeenden. Zou het 'm zijn?! Vanaf een bruggetje stel ik de telescoop op, die vervolgens een vrouwtje Tafeleend op m'n netvlies drukt. Ik blijf wat vertwijfeld, de wens van de gedachte. Ze weigert hardnekkig haar kop uit de veren te halen. Toch is het duidelijk een vrouwtje Tafeleend. Vlak voor me laten Kuifeenden een bedrukt, knorrig 'mfrr' horen, een Meerkoet zit verscholen onder een overhangende tak op het nest.

Veilig bereik ik de andere kant van het golfterrein, waarna een eerste blik over het Wijchens Ven Wilde eenden, een paar Knobbelzwaan, een overvliegende Witte kwikstaart en zingende Heggenmussen oplevert. Niet veel later sta ik op 'De Vendam', de weg die het Wijchens Ven in tweeën deelt. Werkelijk vlak voor me dobberen twee slapende paartjes Kuifeenden op het water, die ik met een zonnetje in de rug geruime tijd bekijk. Door mijn camera zie ik hoe de mannetjes met een konstant waakzaam geel oogje in de gaten houden. Als ze door de beweging van het water dreigen met de rug naar me toe te komen, geven ze net even een extra slag, om weer een oogje op me te hebben. Een Roodborsttapuit roept ergens rechts van me, waarbij ik weet dat daar een ruig terreintje is. Helaas ook hier geen Krooneend, thuis zie ik dat dit wel de goede plek was. Het begon echter al zo te schemeren dat ik niet de plas in de verte heb bekeken. Een Groene specht vlak naast me weet waarschijnlijk meer en lacht me uit.

Langs de noordkant van de Berendonck fiets ik weer richting het bruggetje op de Berendonck. Snel check ik toch nog even het, toch écht wel, vrouwtje Tafeleend. Hierdoor beland ik op een paadje wat uiteindelijk niet echt meer op een wandelpaadje lijkt. Diep door het blubber blijk ik een mountainbikeroute te volgen. Stoppen en omdraaien betekent onherroepelijk modderpoten. Ik stap over op de 'modus' mountainbiken en maak af waar ik aan begonnen ben. Met droge schoenen én vetvrije ketting kom ik na honderd meter weer op een fietspad. Het onzichtbare pendelloodje voor m'n ogen leidt me feilloos naar huis. Waarom heb ik toch het idee dat ik me net een postduif voel?

vrijdag 12 maart 2010

Wat in de pijp broedt verzuurt niet

Ik schrijf er niet zo vaak over, een 'love-story'. Ik geloof dat eigenlijk m'n enige echte die over m'n grote vriendin, met beide banden op de grond en ijzeren karakter, op 1 januari 2009 was. Het kan en mag dus wel weer. Dit verhaal kan misschien zelfs ontaarden in een heuse driehoeksverhouding. En dat zijn altijd smeuïge verhalen. Schijnt. De 'relatiemakelaar' in deze is Bram Aarts, die op 10 maart langs de Heijendaalseweg in Nijmegen een Noordse Kauw ontdekt tijdens zijn fietstocht naar het werk. De kauw is bladmateriaal aan het verzamelen en vliegt hiermee naar de schoorsteenpijp op Heijendaalseweg 273. Dit lijkt dus sterk op een broedgeval te wijzen en is daarom bijzonder te noemen. Om tot een persoonlijkere relatie te komen geef ik de kauwtjes hun eigen adres: Heijendaalseweg 273-3hoog. De wederhelft is een gewone Kauw. Wie nu van welk geslacht is, is een leuke taak om uit te vogelen. Maar hé, daar komt het woord vogelaar ook vandaan.

Anyway, als Sjak Gielen ook de Noordse weer meld besluit ik vandaag in mijn pauze maar eens vijf minuten te fietsen en de locatie te bekijken. Nummer 273 is snel gevonden en op de rand van de schoorsteen komt al snel een kauw aangevlogen welke aan z'n witte kraag te zien de Noordse is. De vogel hipt wat rond en staat af en toe voorover gebukt in de pijp. 'KAW! kaw kaw kaw' hoor ik in gedachten echoën, me inbeeldend of zo'n kauw er nu ook niet genoeg van kan krijgen te roepen in zo'n echoput. Even later is de Noordse weg en zit de 'gewone' er. Met een 'wat doet die knakker daar?' zit een buurtbewoonster tegen haar raam gekleefd. Ik overweeg maar eens kennis te maken als ik hier vaker zal rondhangen. Inschattend rondfietsend zoek ik een hoek van waaruit ik een goede blik op de schoorsteen heb en misschien foto's van de vogels er op kan maken en bekijk de omgeving. Niet lang daarna zit het gemengde paar samen in een boom langs de straat.

In de wijk krioelt het van de Kauwtjes, her en der zitten ze bij een schoorsteenpijp of schommelen ze met z'n tweeën langs de stoep op zoek naar voer. Ook het gemengde paar vliegt naar de grond, waarna ik er achteraan schommel, in de hoop dat ze me op die manier zullen accepteren. Ik voel een leuk project opkomen. Zo dicht bij m'n werk kan ik in de pauze mooi de verrichtingen gaan volgen. En is het niet om een Noordse kauw eens nauwkeurig te bekijken, en een bijzonder broedgeval te volgen, dan ben ik wel gevallen voor hun doordringende koude azuurblauwe ogen. Als ik daar te diep in ga kijken moet ik oppassen mezelf niet te verliezen bedenk ik. Iets verder zijn ze neergestreken op een gazonnetje, waar ik m'n eerste foto's maak. We kennen elkaar nog niet zo goed, en blijkbaar kom ik te ver in hun persoonlijke cirkel. De Noordse kauw vliegt naar het dak, waar ik een foto van 'm maak. Thuis zie ik dat er iets van een wit 'snorretje' te zien is. Ik geef de Noordse dan ook de naam Snorre, wat zelfs een echte Noor(d)se naam schijnt te zijn.

Daarna duikt het echtpaar een volgende tuin in, om vervolgens naar de overkant van de straat een dak op te vliegen. Na een tijd vertrekken ze gezamenlijk de Pastoor Wichersstraat in en verdwijnen uit beeld, waarop ik weer aan het werk ga. Thuis zoek ik het artikel van Rudy Offereins over herkenning en het voorkomen van Russische en Noordse kauwen in Nederland weer eens op. De Nijmeegse Europese kanaries lijken te zijn vertrokken, mijn volgende interesse is al weer aangewakkerd. Er zullen dus zeker follow-ups komen. Hier links nog een foto van de 'gewone' van het stel. Hopelijk kom ik er dus achter wie van welk geslacht is. En ben nu al nieuwsgierig naar hoe eventuele jonkies er uit zullen zien.

Na het werk is collega John van Betteray bereidwillig mij te helpen wat kasten te verhuizen van het oude SOVON-kantoor naar mijn huis. Samen met collega Jeroen van Zuylen komen we aan op de parkeerplaats bij Natuurplaza, waar John de bus heeft staan. Als ik in de verte een rover zie vliegen pak ik de kijker erbij. Al snel ontdekken we dichterbij nog een bel Buizerds. Loom, alsof het warm lijkt daarboven, cirkelen ze op hoogte naar het oosten. En telkens komen er Buizerds bij, een machtig mooi gezicht! De temperatuur lijkt ook iets te zijn gestegen. Zouden ze hier van profiteren? Uiteindelijk tellen we er dertig en vertrekken dan. Het is in ieder geval een heerlijk begin van m'n weekend: eindelijk de boekenkasten verkregen die ik zocht, verwend met een mooi aantal Buizerds op trek én een nieuw project.

zondag 7 maart 2010

Top(per)dagje!

Bij het bekijken van de Vogelwerkgroepwaarnemingensite blijkt dat er vanochtend in de Oosterhoutse Waard bij Nijmegen een vijftal Toppers zijn gevonden door Maurice Rikkert. Een alleraardigste vondst om meerdere redenen. Groepjes worden niet zo vaak waargenomen, de vogels zitten in Gelderland (voor de provinciale jaarlijst), en bij het bekijken van mijn eerdere Topperwaarnemingen in Gelderland werd ik teruggeworpen naar het jaar 1987. Op 12 december dat jaar zag ik een vrouwtje in de uiterwaard bij Ochten. Drie-en-twintig jaar geleden! Dat is wel een update waard dacht ik zo bij mezelf.

Echt haast heb ik vanochtend niet, een toertocht van gisteren zit nog enigzins in m'n lijf. Als de Toppers weer worden gemeld, dit keer liefst acht, hijs ik me in het zadel om onder een stralend koublauwe hemel richting het station te fietsen, waar in de buurt de fietsbrug over de Waal ligt. Op de brug kijk ik rechts naar de Waalbrug en de stad, juist het leukere uitzicht links wordt belemmerd door een wand tegen de wind. Aan de overzijde ga ik met een fiets die, door de volle tassen, sneller dan ik wil de fietstrap omlaag en over het stuur hangend peddel ik over de dijk rustig naar het westen.

Links in de uiterwaard hoor ik Brandganzen 'blaffen', witte stipjes schuifelen tussen de grauwere Kolganssilhouetten door. De uiterwaard ligt er schitterend bij, stukken waard met hier en daar plassen. Na de Waaiensteinkolk is het een en al plas. Peter Hoppenbrouwers en Jaap Brinkman, laatste met telescoop en statief uitgedraaid op de schouder zoals het hoort, fietsen me tegekomt en melden dat 'ze' er nog zitten. We maken even een praatje waarna ik op z'n 'zondags' verder ga. Tussen de Waaiensteinkolk en de Verburgtskolk is het een groot festival met Smienten, Pijlstaarten, Wintertalingen, Brilduikers, Wilde eenden en vele andere soorten. Gelijk na de Verburgtskolk valt m'n oog al op een compact groepje duikeenden. Plakje cake! Voor me liggen drie mannetjes Topper te soezen, de vijf anderen zijn druk aan het duiken. Het licht is helaas niet zo denderend, de zon staat recht voor me, het wordt dan ook een overzichtplaatje. Ik installeer me op de dijk en neem lange tijd in me op wat er allemaal te zien is en wat er gebeurd. Een vrouwtje Nonnetje zwemt in de verte. De aanblik van rustig wandelende mensen in de uiterwaard ziet er uitnodigend uit, waarna ik over een pad ook de uiterwaard insteek.

Op een ondergelopen weiland rechts van me zitten zo'n hondervijftig Grutto's, met enkele erg bontrode: IJslandse grutto's. Scholeksters roepen het voorjaar aan, Kok-Storm- en Kleine mantelmeeuwen onttrekken zowat de aanblik op een Grote mantelmeeuw. Nog een vrouwtje Nonnetje zwemt heimelijk rond. Tussen de Waal en de plassen doorlopend bekijk ik alles wat er voorbij komt. Een groep kwikstaarten verderop trekt m'n aandacht, met de telscoop bekijk ik ze een voor een. Een exemplaar met grijze flanken, opvallende witte vleugelstrepen, een donker grijze mantel mag ik door de eveneens aanwezig zwarte stuit noteren als een vrouwte Rouwkwikstaart, erg leuk! Een onvolwassen Pontische meeuw staat aan iets onbestemds te trekken. Aan de westzijde sjouw ik de dijk weer op en fiets terug naar het oosten. Een aantal zeer fraaie Roeken zitten vlak langs de weg, de krop uitpuilend van verzameld voedsel.

Een frisse wind waait uit het noordoosten, nu de terugweg hier recht tegenin gaat valt de temperatuur lager uit dan gehoopt, zeker met zo'n mooie lucht. Snel werp ik nog een blik op de Toppers, waarna de tocht langzaam naar de fietsbrug terug gaat. Een adult Pontische meeuw staat bij de Waaiensteinkolk te peuren, vier Brilduikers zwemmen van me af. Na eerst met de voorbijkomende Marian Crombach te hebben gekletst, kan ik daarna ook aan Erik van Dijk melden dat 'ze er nog zitten'. Tijdens ons praatje zweeft een Ooievaar richting de Ooijpolder, een Holenduif surft met een boog voorbij. Grutto's, Wulpen en diverse soorten eenden hangen rond in de ondergelopen uiterwaard. Via de fietsbrug kom ik later weer thuis, waar een mok warme koffie er goed in gaat.

De koffie heeft z'n effect, ik ben weer wat warmer. kan ook door de kachel komen waar ik naast zit. Hoedanook: eigenlijk ben ik nog niet klaar met buiten spelen. Als ik lees dat de eerste Zomertalingen weer bij de Oude Waal zitten is een rondje maken in dit gebied dan ook snel bedacht. De laatste dagen maak ik gewoontetrouw een omweggetje langs de Europese kanaries van de Archipelstraat. Op het bouwterrein zelf tref ik niets aan, waarna ik over de Heijendaalseweg richting kruispunt fiets. Voor het stoplicht wachtend zie ik al een puntje in een berk aan de andere kant van de Groesbeekseweg hangen. Is het een Sijs? Is het een barmsijs? Nee, het is een Eurokanarie! Wederom met verbazing kijk ik naar de kanarie die, net als gisteren, rustig in een berk precies op de hoek van een druk kruispunt de berkenzaadjes zit te ontleden. Machtig mooi! Ik probeer wat foto's te maken, het licht is echter vrij fel. en juist een mooie hoek zou vanaf het wegdek op het kruispunt zijn. Dat doen we dus maar niet. Door de zoeker van de camera zie ik losgepeuterde stukjes naar beneden dwarrelen, het geluid van het verkeer om me heen verstomd. Fietsers ontwijken me als ik toch telkens een stapje verder naar achter zet. Passerende wandelaars lijken zich geen houding te kunnen geven bij zo'n omhoogstarende malloot half op straat: wie fotografeert er híer nu een boom? Wat een ontmoeting zeg!

Met een grote glimlach (hard juichen leek me wat té) fiets ik de Heijendaalseweg af en langs tussendoorweggetjes kom ik weer bij het HD-gemaal in de Ooijpolder aan, waarna ik verderop de Vlietberg in sla. Dit keer geen Roodborsttapuiten, wel weer twee Grote gele kwikstaarten op het aanspoelsel langs de dijk. Zingende Graspiepers hangen boven de uiterwaard en de Ooievaar zit nog steeds in het verdomhoekje. Bij de Vlietberg pak ik de telescoop uit op een van m'n favoriete plekjes, een dijkje vanaf waar je een mooi overzicht hebt over het gebied langs de Zwarteweg en waar de zon ook in de rug staat. Een groep Kol-, Grauwe en Brandganzen foerageert vlak voor m'n neus, Wulpen en Kieviten staan verderop en al snel heb ik mijn eerste Tureluur voor dit jaar gevonden. Het zijn er zelfs vijf. Een aantal Bergeenden, Witte kwikstaarten, Graspiepers, Wintertalingen, Pijlstaarten, Zanglijsters en Krakeenden later scheren de blauwe vleugelvelden van het mannetje Zomertaling door de kijker. Vier schitterende mannetjes en een vrouwtje geven mijn toch al goede humeur de volgende duw. Een tweetal Watersnippen imiteren een bruin bolletje gras, maar kunnen de adem niet inhouden. Na het gekunsteld passeren van een stuk onder water staand Zwarteweg rij ik over de Waalbandijk terug naar huis. Wat een feest vandaag!

donderdag 4 maart 2010

Mijn eerste ervaringen in een nieuw woon-werkverkeer

Poe, tis wel even wat anders hoor, de nieuwe werkplek! Het voelt nog wat 'unheimlich', wat voornamelijk wordt veroorzaakt doordat ik nu weer alles mag uitpakken in een vierkant 'aquarium' met een systeemplafond als afdekplaat. Het is behoorlijk wennen aan een omgeving welke eerst 'cosy' oud is, naar een omgeving waar alles vierkant is. Nog steeds ben ik verbaasd als ineens de luxaflex dicht zijn. Wie heeft er aan de knoppen gezeten? Blijkt dat ie reageert op de zon zelf. Dus ik knikker dat ding elke keer weer omhoog. Ruimere werkplek, heerlijk. Maar dan wel met enig blik op de buitenwereld graag. Het kontakt met de collega's is ook aardig veranderd. Wist ik op de Wylerberg vrij goed wie er allemaal aanwezig waren, nu sta ik er soms versteld van dat er blijkbaar collega's aanwezig zijn, die ik pas in de voormiddag voor het eerst tegenkom. De lijntjes naar medeorganisaties waarmee we in Natuurplaza zitten zijn duidelijk korter, die naar de collega's zelf beduidend langer. We zijn een 'treffen-bij-het-koffieautomaat'-kantoor geworden. En anders 'bellen we wel'.

Al met al zijn er zeker ook voordelen: iedereen heeft nu een vaste én ruime werkplek. En dat was ook echt nodig. Als alle verbouw- en verhuismeuk straks is opgeruimd zal er zeker iets leuks tevoorschijn komen. Een goed nest wordt immers ook niet in een dag gebouwd! Ook de préwerkdag en pauzes zijn voor mij veranderd. Begon m'n dag eerst met een uitgebreide fietstocht naar de Wylerberg, nu fiets ik eerst door de Ooijpolder of ga ik naar de trektelpost op het Maldens Vlak. Of weet ik veel waar nog meer heen binnen een anderhalve uur rondgang. Lang leve het vroeger licht worden! Semi-voordeel van de nieuwe lokatie is ook dat ik, voordat ik op snelheid op de fiets ben al weer moet afremmen: het ligt om de hoek van waar ik woon.

De wijziging van lokatie brengt, zoals geschreven, ook in m'n opstart van de dag veranderingen mee. Waren eerst mijn plannen vooral georiënteerd tussen huis en Wylerberg, nu is de mogelijkhedencirkel ruimer. Op 2 maart besloot ik na lange tijd weer eens op de trektelpost op het zweefvliegveld te gaan zitten. En dat veroorzaakte toch weer jeuk. De aankomst op de post is toch altijd apart. De laatste honderd meter leg ik toch vaak af met een schuine blik omhoog, om te zien of er 'gevlogen' wordt. Hoewel een schitterende ochtend vloog er nu eigenlijk geen bal. Losse flodders in de zin van twee Kruisbekken, al semi-zingend overvliegend, de inmiddels vaste klanten, een lokaal paartje Nijlganzen, laag overvliegend en natuurlijk in deze tijd de overheerlijke zang van de Boomleeuwerik boven me.

Gedurende de stille, fijne ochtend noteerde ik verder nog mijn eerste Kneu voor Gelderland dit jaar, een rondhangende Witte kwikstaart, groepen Kolganzen, zingende Zwarte Mezen, de lokale Grote Lijsters, één Keep en Graspieper en een Groene specht en Veldleeuwerik ter plaatse. Als ik tussendoor richting Mulderskop sneak om te kijken of daar misschien de Klapekster zit die gisteren op Maldens Vlak zat, pik ik nog net vijftien Kleine zwanen over de trektelpost op. Mulderskop is leeg, waarna ik weer naar het vliegveld terugkeer. Om half tien begint het werk te roepen en taai ik af. In tien minuten ben ik er. Dit ga ik dus vaker doen! In de werkpauze brengen Joost van Bruggen en ik een bezoek aan de Europese kanaries aan de Archipelstraat. Als er door Jeroen Veeken in de middag een Klapekster en Raaf op het Maldens Vlak worden gemeld fiets ik na het werk weer die kant op. Na een tijd posten op Mulderskop zie ik een Raaf aan de zuidkant van Mulderskop laag richting westen vliegen. Op het Maldens Vlak zit de Klapekster bij de windvaan, verstopt achter enkele hoge bomen in een overhoekje van hei. Prachtig in de avondzon, af en toe passeren dreigende donkere regenwolken. Een zeer rustgevend tafereel na een werkdag.

3 maart wordt gekenmerkt door een dichte mist in de vroege ochtend. In plaats van Maldens Vlak gaat de route naar m'n werk dan ook via de Ooijpolder. Bij het HD-gemaal sla ik de weg langs het Meertje in, kijken of de Roerdomp misschien ergens langs de kant staat. Al wat er staat is collega Harvey van Diek, ook helemaal uitzinnig door de prachtige mist en het licht. Hij maakt een foto van me, waar ik later bij het zien er van wel heel blij wordt, wat een sfeerfoto! Harvey moet door naar het werk, ik ga door richting Zwanenbroekje. Hier zie ik in de mist drie Knobbelzwanen, twee Bergeenden, een Grote zilverreiger en een langssperend vrouw Nonnetje. De linker- en rechterrand van het asfalt in de gatend houdend baan ik me een weg over de bemiste Kouwedijk. De rietvelden aan de Hezelstraat passeer ik langzaam, luisterend naar alle geluidjes. Bij het meest westelijke rietveld sta ik een tijd stil, luisterend naar geluiden van misschien Baardman of Waterral. Genietend van zingende Rietgorzen, Heggenmussen en Spreeuwen hoor ik geen geluiden waar ik op hoopte. Over de dijk fiets ik langs de Oude Waal, waar die ook mag liggen. Ergens rechts.

In de middagpauze fiets ik met Joost weer naar de Europese kanaries, waar ik eindelijk, ondanks mijn tremor (is oa. last van trillende handjes) waar ik soms last van heb, een redelijke foto vanuit de hand weet te maken. Met de SOVONcollega's houden we vanaf 1 maart bij wat we rond Natuurplaza zien. Die twee Haviken, weliswaar boven Mariënboom, staan genoteerd voor vandaag.