dinsdag 27 april 2010

Wederom de Grote grijze. En nu ín het werkgebied!

Ik open net een mailtje waarin een huisgenoot meldt dat door omstandigheden er een gratis kaartje voor een concert in Doornroosje aan de voordeur hangt. Mmm, zou best leuk kunnen zijn. Onderweg naar de internetsite om te zien wat voor een soort band het is, gaat de telefoon: Frank Wagenaar: Herrald Damen heeft zojuist de Grote grijze snip weer gevonden op de Lingeplasjes bij de Karbrug! Dat is in jullie werkgebied!' Ketoink! Nu wordt het serieus werk en een race tegen de zakkende zon. Snel bel ik Menno, maar die kan helaas niet. Dan Erik van Dijk. Hij kan, na snel een babysit geregeld te hebben, wel en na een sprint naar Erik waar Alexandre Vinoekoerov jaloers op mag zijn karren we per auto naar de brug.

Ondertussen bel ik Harvey van Diek, die de grote grijze gisteren liet schieten en gooi de melding op de Mouriksms-cirkel. Misschien een wat te kort bericht, maar ik veronderstel dat de aangesloten mensen de plek wel kennen. Daarnaast heeft Frank de waarneming met z'n mobiele telefoon ook al op Waarneming.nl geplaatst.

In Nijmegen een telefoontje van Frank, de snip is opgevlogen. Later gelukkig weer het bericht dat ie een stuk oostelijker terug is gevonden. Onderweg heb ik regelmatig contact met Frank voor de laatste updates en het laatste stukje leidt hij ons zelfs telefonisch langs een wegomleiding naar de plek. Bij aankomst staat een handjevol vogelaars,de telescoop staat op de snip gericht klaar. Een blik er doorheen levert de vogel op waar we gisteren kollektief van hoopten dat ie de Lingewal over zou steken (lees:vliegen), en zodoende dan al voor ons werkgebied zou tellen. De vogel foerageert rustig met een tweetal Grutto's in de avondschemer en is van vrij dichtbij mooi te bekijken. Ondertussen leid ik Harvey weer naar ons toe en ook wij zetten de telescoop voor 'm klaar. Hij is nog geen minuut te laat: de snip vliegt binnen een minuut met een tweetal Grutto's op en gaat tegen de andere zijde van een dijkje voor ons uit beeld zitten. Nagenietend van zoveel geluk blikken we nog een tijdje naar de opkomende maan en gaan dan voldaan weer op huis aan.

vrijdag 23 april 2010

Wat heb ik met de B vandaag

Getipt door ontdekker Bram Aarts tipte Menno Hornman mij gisteren weer over de aanwezigheid van twee Beflijsters bij Driehuizen in Nijmegen. Dit is om de hoek bij het werk en Menno wilde daarom snel tussen alle bedrijvigheid door gaan kijken. Ik zeg geen nee, altijd leuk zo'n Beflijster binnen de gemeentegrens, en een paar minuten later staan we aan de Halvemaanstraat te kijken naar zwarte lijsters met witte halve maantjes. What's in a name.

Vandaag kreeg ik van Bram te horen dat er in ieder geval nog één Beflijster aanwezig is. In m'n pauze fiets ik wederom dan ook die kant op, in de hoop een betere foto dan gisteren te kunnen maken. Ze zaten gisteren in een paardewei en m'n camera bleek op óf de omheining, óf het schrikdraad of een paaltje te hebben gefocust. En zodoende staan er alleen scherpe omheiningen, draadjes of paaltjes op m'n foto. Met erachter of er naast een ietwat blurry zwarte lijster met witte bef. Vanaf de Halvemaanweg geen Beflijster te vinden. Dan maar een tochtje door Heumensoord voor de Bonte vliegenvanger. Die ook niet te vinden is. Wél veel heerlijke zingende vogels, de pauze levert dan ook weer de nodige energie op deze ietwat lomige dag op!

Op de terugweg ga ik langs de noordkant van de weilanden waar de Beflijsters zaten en vind nu wel een Beflijster, heimelijk in een hoekje van een kleinere wei foeragerend. Snel maak ik een bewijsplaat en loop rustig z'n kant op. Ik sta er nog ruim honderd meter vanaf, of de vogel schiet al de struiken in en laat zich niet weer zien. Gelukkig blijkt ie aan het eind van de middag gewoon nog aanwezig. Tussen Driehuizen en het werk ligt nog park Brakkenstein, de keuze om óf over de Driehuizerweg of door het park te gaan is dan ook snel geen keuze meer. Effe kijken wat de Bosuiljongen vandaag doen. D'r zit al behoorlijk veel blad aan de bomen, het zal wel moeilijker worden ze te vinden. Bij aankomst staan twee vrouwen in een boom te turen. De enige boom zonder blad. En daar zitten ze: Frank en Frei en Blijheid! Fenomenaal! het lijkt wel of we drie-aan-drie aan het spiegelen zijn: de twee vrouwen ik draaien met onze hoofden in allerlei bochten om een goede blik op de uilen te krijgen, de jonge Bosuilen draaien met hun koppies om zich te kunnen fixeren op wat wij doen

Door de afwezigheid van m'n teamcollega's verloopt m'n middag in betrekkelijk rust. Alles wat ik wil doen heb ik er dan ook al snel netjes doorheen gejast en ben me aan het inlezen op toekomstige zaken. 'Ga je mee naar de Baardgrasmus? Ik ben nu bij Venlo en rij jou kant op'. Geert Lamers aan de andere kant van de telefoon die ik opneem. Baardgrasmus? Op internet zie ik al snel dat er een zingende Baardgrasmus is gevonden bij een golfterrein bij Bussum. Snel loop ik naar m'n collega aan de balie en vraag of ze het erg vind dat ik vrij neem. Ik heb alles af wat ik wilde doen. 'ja, dat moet je niet aan mij vragen, ik ben je baas niet'. Fijn is dat, die is er niet. 'Is het erg als ik ga?' Een minuut later heb ik Geert weer aan de lijn: 'ben over tien minuten thuis'. 'Doe maar rustig aan, ik doe er nog een half uur over'. Een half uur later zit ik naast Geert, op weg naar een of andere 'natuurbrug' tussen Hilversum en Bussum waar de grasmus, naar later blijkt, op een rijkelijk met brem en Gaspeldoorn beplante helling zit.

Bij aankomst is de toegang naar de plek toch onduidelijk. Om het terrein staan hekken en we moeten er ergens in bij een restaurant. We rijden wat rond en parkeren dan ergens de auto. Twee vogelaars weten het ook niet en de op ons toegelopen Luuk Punt en Frank van Duivenvoorde wilden juist weer aan ons vragen hoe de plek te bereiken. Uiteindelijk komen we erachter waar de auto te parkeren en lopen we een route zoals ongeveer op Google Earth was te zien. Op de Bussummerheide zingt een Boompieper en de aanwezigheid van twee vogelaars doet vermoeden dat we goed zitten. De juiste locatie blijkt een stukje verder te zijn en samen met een oude bekende lopen we door. Vlak bij de plek kom ik weer een oude bekende tegen, Embert Messelink, een van de drie vrienden uit m'n Twentse pubervogelaarstijd. We stonden bekend als de 'vier jonge honden' van de Twentse Vogelwerkgroep en waren praktisch (bijna) altijd op pad. En het liefst leverden we zoveel mogelijk A4viertjes aan waarnemingen in. De grasmus blijkt al sinds de middag niet meer gezongen te hebben of überhaupt gezien te zijn. We sluiten ons aan bij het kleine groepje nog aanwezige vogelaars.

Vogelaars komen en gaan, de grasmus houdt echter stijf z'n snavel op elkaar. In een bosrand 'scoor' ik m'n eerste Paapje voor dit jaar, evenals mijn eerste Koekoek, Gekraagde roodstaarten zingen vanuit verschillende hoeken en een paar Gierzwaluwen scheren laag naar noord. Bepaald niet schuwe reeën lopen op open terrein rond. Op de golfbaan slaan mensen hun afgezwaaide balletje ergens vanuit het bos. Gekscherend wordt gegrapt dat ze hun bal de helling waar we op staan, wel op mogen slaan. Dan zoeken wij wel, in de hoop natuurlijk tegen die grasmus aan te blunderen. Maar zo werkt 't natuurlijk niet. Een roofvogel die ik vanuit het zuiden oppik blijkt een Rode wouw te zijn, een welkome passant in de drie uur die we er nu staan! Traag verdwijnt ie naar het noordwesten. Vanaf een plas op de golfbaan hinnikt een Dodaars, twee Nijlganzen bleren er vanaf de rand en een Scholekster prikt extra putjes in de strakke grasmat.

Dan horen we met een klein groepje mensen ineens een zanggeluid, wat we geen van allen kunnen plaatsen, laat staan een soortnaam aan kunnen hangen. Een aantal brabbelende tonen, wat wat lijkt op het brabbelende van een Braamsluiper, maar er zitten ook enkele heldere tonen tussen. Verbaasd kijken we elkaar aan. Is dat? Daarna is het stil. En klinkt het weer, maar nu een stukje verderop. is dat toch? We lopen langs het hek richting geluid, het is echter weer stil. Dan lijkt het van veel verder te komen. We denken aan een sterk afwijkend zingende Gekraagde roodstaart. Het is echter niet te plaatsen door ons. Daarna horen we het geluid niet meer en zingt het koor aan Zwartkoppen, Heggenmussen en Fitissen weer op de voorgrond.

Rond zes uur vinden Geert en ik het wel mooi geweest. Het waait redelijk, de kans dat de grasmus nog gaat zingen schatten we hierdoor laag in. Samen met Jasper Hooijmans, die met het openbaar is gekomen, rijden we naar huis. Nu weet ik het. Het was geen casual vrijdag maar een Breidag. Zo'n dag waarin weer allerlei onverwachte situaties aan elkaar worden gebreid. En ik nu nog zit te breien op welke zangvogel we kort hebben gehoord.

dinsdag 20 april 2010

Ouderwetse spurt het kantoor uit: Rode wouw, nu boven het pand!

Zal het zijn, rond tien over elf, als ik zo de tijden bij de foto's bekijk. Ik sta net met een collega in onze bieb te bespreken en -kijken hoe we een binnenkort over te nemen deel van de NOU-bibliotheek zullen wegzetten, als collega Menno Hornman in de gang voorbij komt spurten:'Rode wouw! Over het pand'. Stik! Met een 'sorry Jeroen, we gaan zo verder' zet ik een spurt naar m'n tafel, grijp de kijker en ren achter Menno aan.
Buiten vliegt de roofvogel volgens Menno 'achter dat gebouw'. Er komt niets tevoorschijn. Hij zal toch niet naar het zuiden zijn afgezakt? Dan wordt de wouw ineens opgepikt door Menno ten oosten van de flat, al flappend richting noord. Meer collega's staan ondertussen bij ons buiten. Al cirkelend vliegt de vogel richting noordoost, om dan te kantelen en z'n weg richting ons vervolgt. Ik spurt weer naar binnen: waarom om m'n camera te vatten (waarom heb ik die ook niet gelijk meegenomen) en vlieg weer naar buiten. Rustig vliegt de Rode wouw over Natuurplaza. menno, die verderop in de straat is gaan staan komt aangewandeld en deelt doodleuk mee dat bóven de wouw óók nog een Visdief strak naar noord vloog. Hij kreeg 'm toevallig in beeld bij de wouw. Dat zal voorlopig een van de beste werkpleksoorten blijven, mooi gemist! We lopen weer naar binnen, waar een aantal Natuurplazacollega's nog een glimp van de vogel door het raam bij mijn werkplek (nu daadwerkelijk dus een nieuwe werkpleksoort) kunnen opvangen als deze fraaie jongen langzaam laag boven de stad uit beeld verdwijnt.

'Sorry Jeroen. Waar waren we..'

zondag 11 april 2010

Van bos naar zee

Bij vlagen worden ze wel eens gezien, Grote Zeeeenden in ons werkgebied. Zolang de windvlaag maar goed staat. Vaak betreffen het dan de wat minder fraai getekende en bruine vrouwtjestypes. Dit keer werd door Louis Geraets gisteren een adult mannetje op Kraaijenbergse plas 5 bij Gassel ontdekt. Justin Jansen, die snel handelde, kon 's avonds in de schemering nog een bewijsfoto produceren. Vandaag ga ik ook maar eens een kijkje nemen. Op de heenweg fiets ik langs de Bosuiltakkelingen van Brakkenstein. Menno Hornman loopt er ook rond en samen staren we naar de propjes veren en dons op de takken. Ze zitten er weer lekker relaxed bij! Pa of ma houdt verderop twee oogjes in het zeil. Een Roek vliegt roepend over, een Vuurgoudhaan zingt vanuit het bosje.

In Heumensoord zingen Boompiepers en verschillende soorten mezen en na stevig doorfietsen sta ik later bij plas 5. Vanaf de zuidkant lijkt de plas leeg, ik ben er echter nog maar net als m'n telefoon gaat, Justin Jansen: 'Meino Koning heeft de zee-eend weergevonden, aan de noordkant, op de plek van de Kuifduiker'. Dat is goed nieuws en fluks fiets ik naar de parkeerplaats aan de noordkant. Op het open water is niets te zien, rechts naast me, dicht tegen de kant zit een groepje Kuifeenden met een Brilduiker. En ertussen zwemt een fraai adult mannetje Grote zee-eend! Net dat ik foto's wil maken komt Justin er aan. We kletsen wat, waarbij ik, zo blijkt later, kostbare tijd weggeef: het mannetje vliegt op en gaat aan de andere kant in de hoek zitten. Dát is dan weer te ver voor leuke plaatjes. Gelukkig staat er een fraai plaatje op m'n netvlies. eens kijken hoe ik díe kan downloaden...Een IJsvogel speert langs en ik speer weer op huis

vrijdag 9 april 2010

Een flashback naar Lonneker

Door opengeschoven serredeuren staar ik naar buiten. Aan de andere zijde van het zwarte gat ligt een naar m'n jeugdige beleving grote achtertuin. En het ís ook geen gewoon tuintje. Verspreid staan boompjes en struiken, bloemen en planten bedekken de bodem. Er tussendoor lopen kriskras paadjes. Ideaal voor kinderen om met het fietsje doorheen te crossen. Vooruit gezien erachter liggen weilanden en daarachter weer een boerderij, rechts een loofbomenbosje met eiken en beuken.. Aan de andere zijde van het verhoogde huisje ligt een onverhard pad naar het erf van de boerderij een stukje verder. Op de prachtige oude houten woonkamervloer lig ik in m'n slaapzakje warm ingenesteld. Het is fris zo in maart. Aan de rand van Lonneker nabij Enschede mag ik logeren in een voormalig theehuisje. Mijn -nog steeds- droomhuisje wordt gehuurd door mijn basisschoolleraren Huub en Sylvia Tigcheler. Wat zal het zijn, een jaar of dertien, veertien tel ik. En druk met 'natuur'. En laat in die fraaie achtertuin nu een 'gigantische' nestkast aan een Beuk hangen. Soms ga ik, onder toeziend oog van Huub en natuurlijk voor het voetje tegen de ladder, in de winter wel eens de houten trap op. En dat is hoog joh! Liefst drie keer moesten we de ladder uitschuiven! 'Eerst kloppen' was het advies. Vlak voor m'n neus stoof dan een grote bruine vogel naar buiten. Sorry jongen, maar we moeten je bedje schoon maken. Anders wordt het niets in het voorjaar.

In de donkere kamer voel ik me nietig op die ruime bruine vloer in m'n slaapzakje. Door de open deuren klinkt klaaglijk dé uil. De Bosuil! Een onuitwisbare indruk, dat spookachtige trillende geluid. En wat knijp ik 'm! Hij zal het toch niet zien dat ik daar lig als een mogelijk smakelijk hapje en naar binnen vliegen? Vanuit een ander deel van de tuin wordt het mannetje beantwoord met een scherp 'kuwiek', het vrouwtje. Na de angst overwonnen te hebben ga ik op het trapje voor de schuifdeuren zitten, nachtlucht opsnuivend en luisterend naar de vele geheimzinnige geluiden. Ik heb lang gezegd dat ik het huisje ooit zou willen overnemen van Huub en Sylvia. Niet alleen vanwege z'n schattigheid en z'n prachtige vrije ligging. Nee, die Bosuil, díe wil ik in m'n achtertuin. Overdag loop ik rond in de tuin, er is zoveel te zien voor een pubernatuurfreak! In een Hulst zit een klein pluizebolletje, iets verder een tweede. Sissende geluiden worden uitgestoten als een Eekhoorn of een vogel te dichtbij komt. Of ik. Hoog vanuit een boom houdt een van de ouders me nauwlettend in de gaten. Mijn eerste ervaring met uilskuikens.

Bovenstaande flashback werd vandaag weer helemaal afgedraaid als ik lees dat Bram Aarts in park Brakkenstein een volwassen Bosuil met drie donsjongen, zogenaamde takkelingen, heeft gezien. Vanuit m'n werk neem ik een kijkje. Bij een eerste speurtocht vind ik ze niet. Wel zingt er een Vuurgoudhaan. Na Bram gevraagd te hebben waar hij ze precies had ga ik weer terug. En nu zie ik al snel een volwassen Bosuil op slechts een drietal meters boven de grond in een boompje zitten. Natuurlijk gevonden op een klassieke wijze: gewoon de omgeving van alarmerende vogels bekijken. Achterna gezeten door de Merels duikt de oudervogel een den in. En als ik omhoog naar de uil kijk word ik vanuit de boom er naast aangestaard door drie paar bruine ogen. Ogen in kleine pluizige lijfjes die ogenschijnlijk volkomen in rust lijken te zijn. Maar ondertussen priemen ze mijn kant op. Wow! Een rilling trekt over m'n rug bij deze 'flashback'. Eerst houden de uilskuikens me nauwlettend in de gaten, daarna is de situatie ingeschat en gaan ze over tot de orde van de dag en kijken weer om zich heen en waggelen wat over de tak. Een fenomenaal gezicht om te zien hoe alles wordt ingeschat door hun kop alle kanten op te draaien. De Eekhoorns die eerder op de ochtend Bram op de uilen wezen zitten er ook nog. Driftig schieten ze over de takken door de bomen. Gedekt door de vele dennentakken voelt ook de oude uil zich, dicht tegen de stam aan schurkend, weer wat op z'n gemak. Vogels en eekhoorns laten 'm met rust, de jongen hebben blijkbaar helemaal niets te duchten van scheldpartijen door vogels.

In de pauze loop ik met de collega's er weer langs. Ze zitten nog steeds op hun stek. Voor iedereen een erg leuke ontmoeting zo in de pauze! En ik kan met deze fantastische indrukken er weer een flink aantal jaar tegenaan.

woensdag 7 april 2010

Héé, interessante foto...euh, grijze wouw?

Geleund over een bord chili con carne tik ik aan het begin van de avond een net binnengekomen mail van Peter Hoppenbrouwers open. 'Hee, interessante foto, grijze wouw?', lees ik. Het nog kleine fotootje showt een grijze roofvogel, grootte niet direct te bepalen, met driehoekige zwarte vleugelpunten. De chili wordt ineens érg heet, een boon zet zich schrap in m'n keel. Slik! Een psychisch proces barst los. De ene cel zegt 'tsja, kan niet anders', de ander denkt aan Blauwe kiekendief, een soort waar ik natuurlijk veel harder op hoop. Wie wil er nu weten dat er zojuist een berezeldzame soort over z'n stad is gevlogen waar ie zelf niet bij was? Ik mail Peter terug dat ik 'denk' aan Blauwe kiek, maar tijdens de reply is de mallemolen al in gang gezet. Gelijk een reactie terug van Peter: 'lijkt me toch Grijze wouw, juveniel heeft geen wybertje'. 'Waar vloog ie langs?' gaat het weer naar Peter. 'Voorstenkamp, 16:54 richting z', is het antwoord. Nondeknetter! Net aan de chat met Tim de Boer, die het hele gebeuren 'live' meemaakt', bel ik Erik van Winden of hij achter een computer zit. De foto gaat zijn kant op, en ondertussen plaats ik gelijk de foto op het adminforum van Waarneming.nl voor commentaar. Het denken wordt té helder en daardoor weer lichtelijk chaotisch: waarom zou ik tegen mensen zeggen dat een 'mogelijke man Blakie', zoals de ontdekster Esther Jansen omschreef, een glasharde Grijze wouw blijkt te zijn?! Het zullen de zenuwen zijn. Het wordt nog spannender als ze tevens meldt dat ze de vogel mogelijk eerder al heeft gezien.

Ondertussen komen de reacties al weer terug, terwijl ik het nieuws via diverse mailcirkels de wereld in stuur én nog eens een zoektocht aan het regelen ben. Bij verschillende mensen geen gehoor, anderen kunnen niet. Erik van Winden weer aan de lijn: die rijdt net met collega Gerard Troost in Hatert. Ik wil mee! We spreken af bij Menno Hornman, die tóch meegaat en een kleine tien minuten later zitten we op de banken bij chauffeur Gerard. Mogelijke overnachtingslocaties worden bedacht en de Hatertse vennen en het Wijchens Ven komen als potentiële bovendrijven. We spreken af dat Menno en ik de Hatertse vennen doen en Gerard en Erik het Wijchens ven. Later pikken ze ons dan wel weer op. De adrenaline giert bij mij door de keel als we uitstappen bij het Hatertse ven. Wat zullen we aantreffen? Ook Menno, langere tijd niet meer 'getwicht', voelt het stromen. Als we langs het ven lopen worden alle boomtopjes bekeken: een Houtduif en Zwarte kraai bepalen het beeld. Bij een eerste ven met meerdere dode bomen houden we halt voor een scan. Grote canadese ganzen honken in de verte en een Roodborsttapuit zingt aan de andere zijde z'n lied. Een voortreffelijke zwoele avond. Nu die wouw nog! Vier Boompiepers vliegen roepend op

Vanaf de uitkijkbult in het ven ontdekt Menno een adult zomerkleed Geoorde fuut, erg fraai zo in de ondergaande zon. Naast elkaar liggen we op de buik om foto's te maken, af en toe kijk ik snel om, om passerende stipjes te checken. De Geoorde fuut is een vaste gast in het ven, de laatste jaren echter wel zeer onregelmatig. Jos belt, hij had nog niets van het nieuws gehoord en zit helaas te ver om acuut bijstand te verlenen. Misschien dat hij nog gaat zoeken. Menno krijgt de vogel erg fraai op de plaat, getuige de onderstaande foto, mijn toestel heeft behoorlijk last van het donker. Of ik ben nog niet helemaal thuis in alle camerainstellingen. Kuierend in een verder stil gebied lopen we het ven weer uit richting St Walrick, waar Gerard en Erik ons weer oppikken. We kunnen elkaar geen positief nieuws brengen, hoewel de Geoorde fuut toch nog even wordt bezocht, zodat Gerard en Erik kunnen delen in deze leuke waarneming. De schemer zet nu snel in, voor vanavond kunnen we weinig meer uitzoeken. Op het open forum van Waarneming.nl kan Esther, die het bericht daar ook had geplaatst, de eerste felicitaties in ontvangst nemen. Het wachten is op morgen. Helaas kunnen wij niet, via de vogelwerkgroepmailcirkel wordt een en ander geopperd en de volgende dag zijn inderdaad mensen gaan zoeken. Gezien het niet bepaald uitnodigende trekweer, grauw en bewolkt, hoopt vogelend Nijmegen én omstreken dat de wouw nog ergens rondhangt en weer gevonden wordt. Het bleef lang stil die dag. Helaas te lang.

zondag 4 april 2010

Twee nieuwe Gelderse soorten: Hop en Kuifduiker

Gisteravond al een beetje zitten bekokstoven wat een plan voor vandaag zou kunnen zijn. Bij Lunteren zit al enige tijd een Hop, een soort die hoog op m'n verlanglijstje voor Gelderland staat. Vorig jaar miste ik in augustus er een in Zevenaar, die verbazingwekkend genoeg was neergestreken in een woonwijk en z'n voedsel bij elkaar sprokkelde op gazonnetjes in achtertuinen en het plaatselijke trapveldje. Tim de Boer vroeg via een chat wat m'n plannen waren en de Hop begon meer en meer te kriebelen. Tim had juist plannen de andere kant op en wil de Kortsnavelboomkruiper bij Berg en Dal proberen. Een sms naar Frank Wagenaar resulteerde in een deal om naar de Hop te gaan zodra hij wordt gemeld.

Er zijn nog geen meldingen als Frank 's morgens aan de lijn hangt:'zullen we maar gewoon gaan?'. Eigenlijk wel een verstandige zet, je moet er immers zelf ook wel wat voor doen. In een uur rijden we naar de doodlopende Loenhorsterweg pal langs de A30 bij Lunteren. Een drietal vogelaars staat al te zoeken, waaronder Remco Jousma. Tevens krijgen we te horen dat de Hop al is gezien. Na een kwartier meldt een van de aanwezigen droog 'daar zit ie, op dat blok onder de silo'. Onder een silo, zo'n honderdvijftig meter verderop bij een boerderij zag ze de vogel kort zitten. Daarna geen spoor meer. Er ontstaat enig reuring als er 'iets' beweegt achter een pallet. Een Turkse tortel komt tevoorschijn. Ik besluit vanuit een andere hoek te gaan zoeken en loop een eind langs de rand van een akker. Een stuk verder is het zicht op de silo's, en een doorgang tussen twee schuren in, stukken beter. Rustig scan ik van rechts naar links, als ik de Hop ineens poetsend op de hoek van een grote witte puinzak zie zitten. WOW! Snel bel ik Remco Jousma op om de rest van de groep in te kunnen lichten. Geen verbinding. Dan maar rennen. Snel erna heeft de inmiddels gegroeide groep vogelaars dit pareltje in beeld, heerlijk! De Hop vliegt van de zak af en laat zich, met z'n schokkerige tred, leuk op de grond bekijken, als het plots mooi is geweest en de vogel opvliegt om tussen de schuren te verdwijnen. Einde voorstelling.

Remco heeft ook de Kuifduiker op het Veluwemeer bij Nijkerk nog in de planning. Deze naar zomerkleed ruiende fuut werd 1 april ontdekt langs de Zeedijk door Tim de Boer. Dit is een klein half uurtje rijden. En hoewel Frank enigzins in gedachte had om snel weer thuis te willen zijn, is hij al snel om. Een mogelijk (tweede) nieuwe soort voor je op een dag laat je natuurlijk niet altijd schieten. We rijden achter Remco aan en met een bui in de rug komen we op de dijk aan. Smienten, Kuifeenden, Tureluurs en donderjagende Grutto's vliegen door de kijker. M'n derde en vierde Boerenzwaluw voor Gelderland (de eersten zag ik boven de snelweg bij Ede) scheren over het wateroppervlak. Stevige druppels zorgen er voor dat Remco en Frank de auto opzoeken. En hoewel m'n telescoop al spoedig vol water zit besluit ik door te zoeken. Een kleine honderd meter verder zie ik de Kuifduiker ineens bij twee Kuifeenden dobberen, niet eens zo ver van de kant. M'n tweede nieuwe Gelderland-soort! Frank en Remco stappen net weer uit de auto, uitbundig zwaai ik dat ze moeten komen. Ze lijken het niet te zien, waarop ik voor de tweede keer vandaag, nu echter volkomen overbodig, een sprintje trek. Overbodig was het overigens niet helemaal: tijdens het bekijken van de Kuifduiker trekt een bui los waar je U tegen zegt. Een lach kan er gelukkig nog af. We rijden nog even naar de Flevozijde van de brug, waar mogelijk Krooneenden zitten. We blijken een verkeerde plaats in gedachten te hebben. Verder dan een paar Krakeenden, Futen en Meerkoeten komen we niet. Tevreden verregend zoeken we ons warme en vooral droge huis op.

vrijdag 2 april 2010

Nog geen hoogte van het 'Plazapaar' Slechtvalk

Lichtelijk verworden tot 'weet je nog'-verhalen komt ie nog wel eens voorbij. Uit het oog uit het hart? Alsof de Middelste bonte specht van de Wylerberg niet meer bestaat. Waarschijnlijk heeft het alles te maken met een harde ontkenningsfase, wie weet. In ieder geval heeft de werkende mens op Natuurplaza weer iets om zich dagelijks mee bezig te houden. Naast het werk dan. Sinds de verhuizing naar Toernooiveld gaat het zowat dagelijks over een paar Slechtvalken die domicilie lijken te hebben gekozen op de pijp bij het ITS.

Het begon met enkele voorzichtige waarnemingen van solitaire valken, zowel van man als vrouw, hoewel al vrij snel toch ook een waarneming werd verricht van twee luidruchtig achter elkaar aan jagende vogels. Daarna werden de waarnemingen regelmatiger en zelfs dagelijks. Zelfs een klassieke zin werd weer van stal gehaald: 'zit 'ie er nog?' is een vaak gestelde vraag in de pauze. Wat er precies gaande is, daar krijgen we geen hoogte van. Door de hoogte. Op woensdag 24 maart zag ik hoe het paartje vaak bovenop de pijp ging zitten en vervolgens naar het midden verdween. Om er soms aan de andere kant weer vanaf te vliegen. Bovenop zitten drie/vier(?) kleinere pijpuitgangen, waar blijkbaar ruimte tussen zit. Bram Aarts zag een dag later zelfs copulerende Slechtvalken bovenop en wederom verdwenen ze naar het midden. 'Woensdags zag ik ook hoe ze onder luid geschreeuw te dicht passerende Buizerds door het luchtruim begeleiden.

Op kantoor wordt van alles gesuggereerd en bedacht. Ik heb zelfs een blik op Google Earth geworpen, in de hoop dat die iets onthuld over de situatie daarboven. Helaas blijft het nog een geheim. Lang de pijp zit een (oude) trap. De gedachte is om een keer een afspraak met de Universiteit te maken om bovenop te kijken. Gelukkig kun je er niet direct op, omdat het eerste deel van de trap er niet is. We kunnen natuurlijk ook gewoon afwachten en onze pauze al speculerend lekker invullen. Regelmatig zitten de vogels ook op de leuning van het vijfde of zesde trapomloopje aan de pijp, een enkele keer zo dicht tegen de pijp dat ze niet eens opvallen.

Vandaag heb ik onder de pijp gezocht naar prooiresten, braakballen of andere aanwijzingen, zoals takjes en zo, maar hier was niets van te vinden. Misschien maar eens een berekening met pijphoogte, windsnelheid en -richting en prooigewicht of iets dergelijks maken. Waarschijnlijk ligt alles in een straal van 50 meter van de pijp of verder. Vanmiddag zat het mannetje langere tijd op het hekje van een trapomloop. Tijdens het opvliegen maakte ik een foto, waarbij in een crop het lijkt of de man geringd is. Volgende keren maar eens beter op letten.