zondag 29 november 2009

Toch nog een Kroon op de dag

De pijp is helemaal leeg vandaag. Afgelopen dagen na het werk vooral veel zitten schrijven. Het is weer eens zo ver. Voor ons regionale VWG-blad, de Mourik, had ik weer een aantal downloads aan waarnemingen in ons werkgebied gemaakt: 152 pagina's. Ik moet naar een prettig leesbaar waarnemingenoverzicht van ongeveer twaalf pagina's zien te komen. Soms gaat het soepel, nu waren het wel érg veel waarnemingen. Tel daarnaast nog eens een huisfeest gisteravond op met een kleine honderd mensen in onze 'huiskamer', waar ik natuurlijk ook bij moest zijn.

In een werkgroep 'alertsms' lees ik dat er vanochtend negen Krooneenden, vijf mannen en vier vrouwen, op de Bisonbaai zijn ontdekt door Minne Feenstra. Een erg mooi aantal voor ons werkgebied! Een blik later op de Krooneendstatistieken via ons regionale scherm bij Waarneming leert dat deze negen het hoogste aantal ooit is welke is vastgesteld in ons werkgebied.

In de late middag raap ik me bij elkaar en ga mezelf toch maar even uitlaten. En frisse wind doet vaak wonderen. 'Onthaastend' pedaal ik richting de Bisonbaai. Onderweg komt Marcel Bingley tegemoet langsgefietst. Een 'ze zitten er nog hoor' stelt me gerust. Alleen de inzettende schemering kon me wel eens parten gaan spelen. Bij de Bisonbaai is het toch vrij eenvoudig de Krooneenden in de groep, voornamelijk Tafeleenden, er uit te pikken: het zijn de enigen die opvallend dicht bij elkaar dobberen. (Wat de vraag ontlokt wáárom ze vaak/altijd bijelkaar zwemmen in tegenstelling tot andere eendensoorten)
Toch even lekker om een 'butt'dag met zo'n tafereeltje te eindigen. Tot in het donker geniet ik van deze schoonheden en fiets dan weer op huis aan. Toch even een 'Kroontje' op deze dag. Het avondrood lijkt mee te gaan in de kleurschakering van een mannetje Krooneend: van boven oranjerood, van onder donker. Korte tijd sta ik stil op de dijk bij de Groenlanden om te genieten van de prachtige kleurschakeringen in de lucht. Dat lucht op!

dinsdag 10 november 2009

Éénmaal daags de juiste timing: Kraanvogels en Zeearend!

Maandag 9 november. Stel een tangram voor van drie bij vier meter aan tafels en twaalf stoelen. In de muziekzaal c.q. vergaderzaal van ons kantoor ben ik met rechthoekig en trapezium gevormde tafels aan het stoeien, pogend er een enigzins weer ordentelijk gebeuren van te maken. En da's niet makkelijk met weinig speelvlak. Net op het moment dat ik de juiste vorm in mijn hoofd heb bedacht en uitwerk, blijken de lengtes van de tafels toch weer een net iets ander geheel te vormen. Alles kan weer op de schop. Buiten is het heiig. De bewolking ligt in een dik pak over Beek-Ubbergen en zet een ietwat aparte stemming neer. Mistroostig enerzijds, anderzijds straalt er ook iets vrolijks uit. De uitspraak 'huilen en lachen liggen vlabij elkaar' wordt fraai vormgegeven. Met een warm wit donzen dekbed lijken we toegedekt te zijn. 'Kraanvogelweer', dacht ik nog, terwijl ik de stoelen weer van de tafels weghaal, omdat ik niet tevreden ben met het gecreëerde tafeltangramfiguur en het zwikkie weer wijzig.

Als ik tussendoor op Waarneming.nl kijk, zie ik tot mijn vreugde dat de Kraanvogels zelf ook iets met dit weer hebben: over zuidoost-Nederland worden enkele groepen doortrekkers gemeld. Hierdoor getriggerd loop ik naar m'n collega's boven. 'De Kraanvogels vliegen, opletten'. En ga beneden weer aan de slag. Lichtelijk tevreden met weer een nieuwe opstelling loop ik richting een stoel om 'm op z'n plek te zetten. En werp, half schuin omhoog, een blik door het raam, met uitzicht op de Ooijpolder. 'Nee, he, zal toch niet', denk ik, als ik door het smalle raam voor me twee strepen opvallend grote vogels van rechts naar links door m'n wimpers zie trekken. 'Dát zijn géén ganzen!'. Snel vat ik mijn kijker, door stom toeval vlak voor de grijp en werp een blik: Kraanvogels! Ik kijk een paar seconden en ren dan door het kantoor naar boven, op strategische plekken 'Kraanvogels voor het huis!' roepend. Enkele collega's zijn snel genoeg om ook nog een groep Kranen te zien. Een aantal anderen moeten het helaas doen met alleen het horen van hun schitterende roep. We komen uit op 'ongeveer' zeventig Kraanvogels. Had ik rustig aan gedaan, dan had ik ze precies kunnen tellen. Deze waarneming moest naar mijn mening gedeeld worden. En ik wilde altijd al eens ervaren hoe het is om 'brullend' door het kantoor te mogen rennen. Weer een ervaring rijker zal ik maar zeggen. Wat een timing allemaal!

Met vier dozen 'juiste' sauzijzenbroodjes fiets ik dinsdagochtend rond tien over half tien weg van de Hanos aan de Energieweg in Nijmegen. Gisteren had ik de verkeerde ingekocht en moest daarom ruilen. Eigenlijk had ik er véél vroeger willen zijn, zodat ik rustig de tijd had om richting mijn werk nog door de Ooijpolder te kachelen. Langs de Energieweg vliegen twee Kleine Mantelmeeuwen en langs de Weurtseweg pik ik een Grote Gele Kwikstaart op geluid op. Langs de haven en via de Waalkade fiets ik de Ooijpolder in. Even een snelle, maar nutteloze blik bij het HD gemaal voor de Grote Gele Kwikstaart, en dan door naar de Oude Waal. Er foerageren behoorlijk wat Kolganzen en een eerste groep levert ook een Brandgans op, de eerste van waarschijnlijk weer vele. De Oude Waal is 'rustig': er zitten wel tientallen Wintertalingen en Slobeenden, de slikranden zijn daarentegen leeg. Vanaf de dijk bij de Oude Waal kijk ik het Circul in en zie in de verte een grote groep ganzen op een weiland. Ertussen scharrelen wat zwartwitte exemplaren: zes Brandganzen. Langs de Leuthsestraat, vlakbij de groep ganzen, staan twee auto's. Een opgestelde telescoop verraad dat het gaat om vogelaars.

Na heel kort nog even geluisterd en gekeken te hebben of ik echts niets over het hoofd zie, draai ik de fiets en wil naar de vogelaars fietsen. Op dat moment gaat m'n telefoon, zestien minuten na tien: 'hoi, met Berend, er vliegt een adulte Zeearend bij Persingen'. Het eerste wat ik vraag is 'zeg, je staat toch niet aan de Leuthsestraat?'. 'Ja, hoezo?' Snel vraag ik om details, draai om, fiets een tiental meters terug en leg m'n verrekijker op het fietszadel, om zo stabiel in de verte te kunnen kijken. Van links naar rechts scan ik de lucht af. Eerst laag, omdat Berend zei dat hij de arend laag naar oost zag vliegen, en dan steeds hoger. Ineens krijg ik een enorme vogel in beeld: de Zeearend! Langzaam draait de vogels rondjes in de verte. Details aan het verenkleed krijg ik niet te zien. Dat het een Zeearend is, is wel duidelijk.

Voor de tweede keer in twee dagen blunder ik, door een samenloop van omstandigheden en daardoor een onverwachte precies juiste timing, tegen een pracht van een waarneming aan. Snel bel ik nog een keer Berend voor nadere details en of hij andere mensen heeft ingelicht. Als ik hoor dat bij SOVON de melding waarschijnlijk niets is binnengekomen bel ik Harvey. Helaas grijpen zij er net naast. Terwijl de vogel, gezien mijn positie en waar ik 'm zag, vrij dicht langs moet zijn gevlogen.

Soms draait het allemaal om op de juiste plek op het juiste moment daar te zijn. Op 23 oktober fietste ik langs het Meertje, aan de westkant van de Ooijpolder. Als ik later op Waarneming.nl kijk, blijk ik gewoon op hetzelfde moment er te fietsen, als er bij de Oude Waal een pracht van een overvliegende Zeearend wordt gefotografeerd. In eerste instantie werd de waarneming zonder foto gemeld: een Zeearend die lastig werd gevallen door kraaien. Laat ik nu net een Buizerd hebben gezien die kraaien om zich heen had vliegen. Ik had dan ook enig scepsis. Als ik later de toegevoegde foto's zie snap ik niet hoe ik toen de arend heb kunnen missen.

In beide bovenstaande gevallen bleek ikzelf het laatste puzzelstukje te zijn van een soms onbegrijpelijke puzzel. Ik was er. En viel op z'n plek. Met de neus in de boter!

zondag 1 november 2009

Veel gemiste oproepen en regen: ik voel een bui hangen

Met de snelheid van een pak yoghurt in een net iets te koude koelkast vang ik de dag aan. De weinige slaap in de nacht van vrijdag op zaterdag, de zaterdagse avonturen op Texel en het van nabij bestuderen van de plaatselijk voorkomende 'Korenwolf' in de kroeg gisteravond zorgen voor een relaxte start van deze zondagochtend. Eindelijk weekend vieren. Er hoeft even 'niets'. Hoewel, niets is weer iets té. Al een tijd heb ik m'n keukenkasten van de muren liggen om ze eens grondig te schilderen. Door alle vogelavonturen afgelopen weekenden kwam het er niet echt van daar eens uitgebreid aandacht aan te geven. Hoor je denken: dat kan dan toch door de week? Tsja, geen zin, genoeg leuke dingen te doen in de avonduren. Als een vogel in een ruige omgeving kan leven, waarom ik niet..? Afijn, dat schilderen kan dus mooi vandaag gebeuren.

Jakkes. Waarom heb ik zoveel gemiste oproepen? Negeren die handel. Schilderen moet ik. Heb ook een sms van Vincent de Boer zie ik: 'Rosse franje Azewijn, ik ben rijden'. Kan een dag in het weekend dan ook nooit eens 'gewoon' beginnen. De zandwinning Azewijn bleek afgelopen jaar een geweldig vogelgebied te zijn met meerdere behoorlijk goede regionale zeldzaamheden zoals Gestreepte Strandloper, Kanoeten, Drieteenstrandlopers, enzovoorts. En dan nu een Rosse Franjepoot, soort nummer 209 voor dit gebied, ontdekt door Rudie Schwartz en Wim Gerritsen. Da's toch wel een kanjer van een Gelderse soort! De jeuk heeft al weer toegeslagen, ik probeer het hopeloos te negeren. Een soort gevoel alsof je moet krabben tegen brandnetels, terwijl je gewoon nog middenin een veld brandnetels staat. Ach, een paar smsjes sturen naar wat mensen of ze zin en tijd hebben om te gaan kijken kan geen kwaad, toch? Langzaam word ik sneller en groeit het besef dat een Rosse Franjepoot wel een héle goede soort is voor Gelderland en ik 'm eigenlijk niet kan laten schieten. Op de verschillende smsjes nog geen respons. Rond drie uur stuur ik een bericht naar Athol Burrill. Gelijk reactie: 'ik kan wel. zou een nieuwe soort zijn. ben je thuis?'.

Twintig minuten later rijden we achtereenvolgend door een regenachtig Kranenburg, Kleef, Emmerich en 's Heerenberg. Ondanks de regen geniet ik enorm van de herfstkleuren van de bomen op de heuvelrand van het Reichswald tussen Kranenburg en Kleef. Daar wil ik nog eens naar terug! Met behulp van een inventarisatieatlas uit het jaar kruik (sorry Athol. Voor de mensen die er mee bekend zijn: de 'grijze'), de zandwinning Azewijn staat er nog niet eens op, navigeren we het laatste stuk naar de mogelijke plek. Telefonisch had ik bij Vincent al informatie ingewonnen waar we precies moesten zijn. De Maatweg moeten we hebben en dan de zuidkant van de plas. De Maatweg hebben we gelukkig snel gevonden, en dat is wel prettig, ondertussen gaat de tijd aardig richting de namiddag en de regenwolken zorgen er voor dat het al snel schemerig wordt. Net iets te fanatiek rijden we over het laatste stukje weg en zien zo een hobbel over het hoofd, waardoor de bodemplaat van de auto een flinke tik krijgt. Gelukkig hebben we geen schade en al snel lopen we langs de rand van de zandwinning. De Rosse Franjepoot is behoorlijk vliegerig. Waar hij nu in dit uitgebreide gebied zou kunnen uithangen is dan ook de grote prijsvraag. Waar te beginnen? Ik besluit rechtsom langs de plas naar het zuiden te gaan lopen, Athol loopt vlak achter me aan. Nog een vogelaar komt toegesneld, het blijkt John van Zuijlen te zijn. Die waagt vanuit Mill ook de late gok en gezamenlijk wedijveren we tegen tijd en licht.

John en Athol blijven uiteindelijk staan om met de telescoop de randen te bekijken, ik loop verder langs het water. Ineens schiet vlak voor me, met een opgewonden 'twit'-geluid, een strandloper weg. In een seconde is het me duidelijk: hebbes!! De vogel vliegt van me af. Rap roep ik Athol en John en ga dan weer op zoek. Rennend komen beiden op me af en ook komt de Rosse Franjepoot ineens weer aangevlogen. Om vervolgens op slechts een paar meter voor ons op het water te landen! In de stromende regen laat deze, zoals het er nu naar uitziet vijfde Rosse Franjepoot ooit voor Gelderland, zich schitterend bekijken. Helaas is het weer te bagger om een fatsoenlijke foto te maken. Anderen is dit wel mooi gelukt. De ontmoeting wordt voor altijd in m'n geheugen gegrift. Ongeveer een kwartier genieten we van de tamheid van de franjepoot. Als de vogel verder vliegt volgen we 'm nog heel even. Dan is het mooi geweest. Ook een telescoop heeft een bepaald absorptievermogen aan regenwater. Dit is 'too much'. Desondanks lopen we behoorlijk opgetogen kletsend terug naar de auto, de regen deert nu niet echt meer, en rijden daarna op huis aan. Het eerste stukje Maatweg even heel oplettend, denkend om het drempeltje.

Wat wou ik ook al weer doen vandaag?