woensdag 13 december 2006

Over een 'grijze Aalscholver'

IJsduikers, ijsduikers, ijsduikers. Samenvallend met de op steeds meer plekken opduikende IJsduikers in den binnenlande, was ik in verband met avifauna-ideeën, in ons online-waarnemingenarchief weer helemaal vooraan begonnen, om waarneming voor waarneming naar 'achteren' te controleren. Roodkeelduikers, Parelduikers en IJsduikers gleden zodoende over m'n beeldscherm gisteravond. Zoals twee keer een pleisterende IJsduiker op de Mokerplas in 2001 en 2002. Mmmm...schiet er door m'n hoofd.

Vanochtend ging om 10.15 m'n telefoon. Jan Hartog aan de andere kant, met de mededeling dat hij ook aan de andere kant van m'n voordeur stond. We hadden verder niets meer afgesproken na wat gemaild te hebben om te gaan kijken bij de door Fred Hustings ontdekte Grote Zeeëend op de Mookerplas (is het nou Moker of Mooker...?). Wanneer Jan er zou zijn, wist ik dus niet precies, maar de genoemde 10:15 in de mail klopte aardig! Rap druk ik een litertje koffie door de pruttelaar en sluit even wat zaken af waar ik mee bezig was, zodat ik om 22 over bij hem in de auto stap.

Via de St. Annastraat rijden we Nijmegen uit, al kletsend over de Buffelkopeend die Jan helaas gister had gemist. De Grote Zeeëend zou dus zeer welkom zijn. En ook ik wilde de eend wel graag zien, zeker na de foto van Jouke van der Zee op Waarneming.nl. Dit beest zag er een stuk meer Grote Zeeëenderig uit dan de vogel die ik op de KBP vorig jaar zag. Een adulte Kleine Mantelmeeuw probeert net voorbij Malden boven de Rijksweg een lantaarnpaal de kop in te drukken. Houdt zeker niet van lichtpuntjes in z'n leven. Voor Molenhoek zien we Sjaak van den Berg net bij zijn huis wegrijden, hij gaat de andere kant op. Weet hij een binnendoorroute en treffen we hem straks...? Voorbij Molenhoek slaan we rechtsaf de Cuijksesteeg in, om gelijk over het sluisje linksaf langs het water naar de brug van de Mokerplas te rijden. Bij de brug zetten we de auto op een parkeerplaats en komen tot onze ontzetting er achter dat we allebei onze gewone verrekijkers zijn vergeten....Dan, vanonder een stoel haalt Jan toevallig zijn oudje vandaan, voor mij wordt het scopen.

Met onze telescopen bouwen we op de brug een soort verkeerssluis. De aandacht moet dus niet alleen op het water gericht zijn, maar ook naar links en rechts van ons. Bij elke passerende auto verandert in m'n scoopbeeld het rustige water in een golfslagbad. Een eerste 'huwietend' beest wordt ontmaskerd als een Koolmees, een tweede 'huwieterd' in wat vlierstruiken direct naast de brug blijkt wel een Tjiftjaf te zijn. De vogel trekt op met wat mezen. Op de plas is het rustig, geen spoor van enig eend op het midden. Wel grote aantallen Futen en helemaal in de ZO-hoek duiken de gebruikelijke Kuif- en Tafeleenden. 'We need a closer look', en met de scoop losjes op de schouder lopen we langs de brug naar beneden, op de eenden af. Bij het jachthaventje wordt hoopvol tussen de boten gekeken en we maken wat grapjes over IJsduikers die op andere plekken in het land ook op dit soort plekjes zijn opgedoken. M'n gehoor staat afgesteld op eventueel roepende IJsvogels. Bij het haventje wordt het midden van de plas nog eens afgezocht. Witte puntjes duiken op en onder, maar geen spoor van een zwart puntje. Althans, van een Aalscholver maak ik nog geen Grote Zeeëend. In de ZO-hoek van de plas wordt zowaar een paar weken oud jong gevoed door mama Fuut, een Dodaars schuilt onder een overhangend struikje en een groep Kuif-, Tafel- en Krakeenden laten zich in slaap sussen door de lichte golven.

"Sinds wanneer zijn Aalscholvers grijs", denk ik, als in mijn telescoop een groot plomp beest, met de snavel iets omhoog gehouden, m'n beeld binnenzwemt. Helemaal aan de overkant, bij het haventje. Verrek, dat is geen Aalscholver, dat is nen, nen, een Parelduiker...?! Zoom 45x, 50x, op naar 60. Krijg nou wat! Een bakbeest van een duiker grijnst me door de lens aan. Een IJsduiker! Met nog een heel klein beetje twijfel attendeer ik Jan op de vogel. Ik wil toch eerst zeker zijn dat het geen Parelduiker is. De afstand is net iets té. De oeverlijn volgend komt de vogel onze kant op. Het is echt een IJsduiker! Ik kom er achter dat m'n beltegoed op is (heb je altijd op zo'n moment!), maar met de telefoon van Jan bel ik Peter Hoppenbrouwers op met de mededeling dat er géén Grote Zeeëend zwemt, maar of hij even een IJsduiker op de cirkel wil zetten... Na wat locatie-info doorgegeven te hebben, bestuderen we het prachtbeest verder..Dan zijn we de vogel kwijt. "Is dit 'm?". Jan laat een beeldvullende foto zien van bakbeest van een vogel die opvliegt, mooi is te zien hoe hij nog met z'n poten op het water staat. "Ja, dat is 'm!". Maar waar is tie nu? Helemaal aan de oostkant, vlak langs een strandje, pikken we de vogel weer op. Hij is niet schuw, een paar wandelaars passeren de vogel vlak langs. Om 11:55 gaat de IJsduiker ineens op de wieken en komt recht op ons af. Jan weet een prachtplaat van de vogel in vlucht te schieten. Helaas gaat nét door de kop een streep, van een draad van een boot waar de vogel langs vliegt. De duiker maakt een cirkel boven de plas waar we staan en vertrekt dan naar west. In m'n telescoop zie ik de vogel steeds verder doorvliegen. "Die zien we nooit meer té-rúg..."

Nog één keer kijken we de plas af tijdens het teruglopen, helaas, geen zeeëend. In de auto haalt Jan ineen keer zijn nieuwe kijker onder een stoel vandaan. Altijd handig! Langzaam rijden we over de Lambertusweg, met onder andere het 'Raven'-weitje, langs het water. Een groep Kokmeeuwen blokeert hier de weg, door er op te gaan staan en liggen. Da's weer eens wat anders dan Gemaskerde Lepelaars denk ik. Ze zullen waarschijnlijk genieten van de warmte in het asfalt. In een els foerageert een groep van zo'n veertig Putters. Net voorbij het eilandje pikken we de duiker ineens weer op. De vogel zit nu een stuk dichterbij en laat zich prachtig bekijken. Appeltje eitje om de inmiddels gearriveerde Fred Hustings de vogel aan te wijzen. De vogel duikt frequent, en het is altijd weer spannend waar die daarna weer opduikt. Ditmaal langs de oever aan de overkant, waarna Fred 'm ook beter kan bekijken. Prachtig zijn de 'schubben' op de rug te zien, wat duidt op een juveniel, of in dit geval, een eerste winter vogel. Ook de zwarte 'snijranden' van de snavel zijn mooi te zien, evenals de halve nekring en de hoekige kop.

Via de telefoon meldt Jos van Oostveen zich aan. Een IJsvogel scheert over het water, om zich op het eilandje met een gevangen vis bezig te houden. Terwijl de IJsduiker langzaam richting Maas zwemt ("hij zou toch niet...") is het bakbeest nu af en toe van zeer dichtbij te bewonderen. Jos kan inmiddels ook van de vogel genieten. Zeker als de vogel met een Fuut of zelfs een Dodaars af en toe in één beeld is te bekijken, is het niet voor te stellen dat er zo'n zeevogel hier zwemt. Een paar lokale Canadeze Ganzen vliegen voorbij en langs de randen van de plas zwemmen Wilde en Kuifeenden. Ter hoogte van het bruggetje bij de Cuijksesteeg blijft de vogel hangen, onze spanning stijgt. en draait zich om, om langzaam, langs ons heen, weer naar het eilandje te zwemmen. Fred ziet nog een IJsvogel over de Cuijksesteegbrug vliegen en een Sperwer scheert vanaf de oever de Maas over. Opvallend is dat de jonge IJsduiker nooit met voedsel wordt gezien. Slechts één of twee keer zag ik dat de vogel iets at.

In een passerende bus zie ik het gezicht van Hennie Reijnen. Leuk, hij komt ook kijken! Hij blijkt echter toevallig van de ene klus naar de andere te rijden, en zonder het te weten pikt hij zo de IJsduiker mee. Vanuit een boom vrolijkt een Groene Specht de boel nog meer op en een Geelgors 'tikt' overen boven de Sint Jansberg miauwt cirkelend een Buizerd. Jan schiet nog een paar prachtplaatjes en dan is het tijd om huiswaarts te gaan. Een boterham gaat er nu wel in, mijn duit in het IJsduiker-zakje is gedaan.