donderdag 30 mei 2013

Een Cetti's zanger bij Lunen (Gld). Horen is scoren....

Hij rijdt, ik zorg voor vrij baan. Vertrek rond 7:30. Met deze deal sluit ik een nachtelijk moment soebatten met Ronald Stolk over de minst spitsroeden lopende route naar een gebiedje bij het gehucht Lunen, ten zuiden van Wijchen. Hier, in de oksel aan de noordzijde van de provinciale wegen Drutenseweg en Graafsweg ligt een jong, struikrijk gebiedje met een poel. Noordelijk erlangs stroomt een brede sloot met een rijke oeverbegroeiing.
Op deze plek ontdekte gisteren rond twaalf uur Arjen Poelmans een zingende man Cetti's zanger tijdens een locatiebezoek, ruim een half uur lang liet deze zijn opvallende explosieve zang horen. Pas in de vroege avond maakt hij deze vondst bekend met een Whatsapp-bericht op de Gelderse vogelalert. Buiten enkele locaties in het westen van de provincie Gelderland is de soort aardig zeldzaam, een zeer goede vondst dus. Ik stuur een aantal mensen in het Nijmeegse een bericht of ze de waarneming ook al was opgevallen, via de mailcirkel van de Vwg Nijmegen vestigt tegelijk ook Jan Jacobs aandacht op de ontdekking. In de avond komen de eerste berichten dat er inderdaad een Cetti's zanger zit. De zang is echter zo onmiskenbaar, zoals de opname van Paul Gnodde van de Lunense vogel laat horen, dat het wel goed móet zitten. Een achttal mensen weten de vogel gisteravond al binnen te halen voor de regio. Het gemis aan een effectieve en snelle informatievoorziening binnen de vogelwerkgroep Nijmegen, er wordt nog gebruik gemaakt van een duurdere sms-variant,  is voor mij aanleiding om gelijk maar een Whatsapp-alert voor de werkgroep op te zetten. Die gelijk de eerste avond al storm loopt en naar de dertig deelnemers schiet, niet onaardig. Toepasselijk wordt later de Cetti's zanger als groepsfoto genomen, de eerste bijzondere soort waarover informatie wordt uitgewisseld. 

Naar maatstaven ben ik al erg vroeg uit bed en beneden, een uurtje of zes. Om half zeven neem ik een kijkje bij m'n dochter die heerlijk naast mams ligt te knorren. Ze is lichtelijk aan het bewegen, een teken dat ze wakker aan het worden is. En zo half wakker is altijd een erg goed moment om haar rustig de fles te geven. Nog wakkerder betekent meestal dat drinken snel overgaat in stoeien met de fles en mij jennen. Het gaat er vlot in en rond tien over zeven gaat een schone pamper er om. Dan bedenk ik wat te doen: terug in bed bij mama, in haar eigen bed leggen, of mee. Ze is te wakker voor de eerste twee opties, m'n vriendin heeft nu een kans om eens lekker uit te slapen. Ik sms dan ook aan Ronald de vraag of er ruimte is haar mee te nemen. Hij reageert dat ze dan in een stoeltje moet, dat dat verplicht is. Maar daar is ze nog veel te klein voor! Snel Google ik wat de regels zijn. Als 'baby' en 'veiligheid' iets laat lezen over 'wieg' en 'in de gordels' besluit ik Louna toch in de wieg mee te nemen, in de gordels klem te zetten, en er zelf naast te gaan zitten. Zoals afgesproken rijden we om half acht Arnhem uit richting Elst, om van daaruit de A15 en A50 naar Wijchen te pakken. Arnhem in is het druk met auto's, wij gaan er uit. En ik had Ronald vrij baan beloofd, ook een dikke file omzeilen we nét, geheel volgens planning rijden we netjes een dik half uur later een extra rondje over de rotonde aan het eind van de Drutenseweg. De kleine afslag die we moesten hebben misten we. Het enige schoonheidsfoutje.


We parkeren de auto achter een andere, waarschijnlijk ook van een vogelaar, die nergens te bekennen is. Als eerste klinkt de Koekoek bij het uitstappen, al binnen een paar minuten schalt vanuit de struiken dan ook de explosieve zang van de Cetti's zanger. Zó! Dat heb ik wel anders meegemaakt! Heb eerder wel eens uren op een locatie gestaan, waar er één móest zitten. Om 'm na een paar uur één keer te horen. En er daarna weer het zwijgen toe deed. Over een inmiddels duidelijk al vaker betreden paadje lopen we in de richting waar de zang vandaan komt. Als we ongeveer voor de plek staan zie ik ineens in de bosjes Harvey van Diek op staan. Hij zit er al iets langer en heeft van de skulky vogel een paar keer een glimp mogen opvangen. Wij doen het met het horen van de vogel, ook al lijkt hij erg vlak voor ons te zitten. Ze bewegen echter vaak zo laag door de struiken dat alleen een wegschietende bruine glimp de beloning is voor het wachten. Geduld is dan hard nodig en deze keer heb ik niet alleen Louna in de auto waar ik op te letten heb, zo dadelijk hebben we thuis ook een afspraak voor haar.
Harvey, Ronald en ik lopen na een twintig minuten terug naar de auto. Natuurlijk haal ik Louna even uit de auto. Niet alleen omdat Harvey de kleine graag even wil zien, mij gaat het er vooral om, om een paar strofen van de zang te laten 'horen'. Horen is scoren, en met zeven maanden al een Cetti's op je levenslijst kan niet iedereen zeggen! Harvey maakt enkele foto's van paps en dochter terwijl we luisteren, daarna gaat het terug de wieg in en kauwend op haar speen overdenkt ze deze spectaculaire nieuwe soort voor haar. Iets verderop parkeert Jan Jacobs z'n auto en komt ook een praatje maken. Daarna wandelt hij rustig en voorzichtigm hierbij een opmerkelijke en bewonderenswaardige afstand tot de plek van de vogel bewarend. Ons plan is geheel volgens wederzijdse afspraken verlopen, Ron krijgt gegarandeerd vrij baan om er heen te rijden, nadat een bammetje achter z'n kiezen is verdwenen gaan we op dezelfde wijze weer op huis aan.  

Voor het werkgebied van de vogelwerkgroep Nijmegen is het de tweede Cetti's ooit. De eerste dateert van 20 augustus 1978, een vogel die blijkbaar al zingend door een gebied in  Nijmegen zuid trok! Voor Gelderland is dit in 2013 al weer de zevende zingende man cq locatie, een zeer opmerkelijke toename. Deze locaties liggen echter allemaal in het westen, rond Zaltbommel en Heukelum. Wel in de buurt, maar net 1,5 km over de Duitse grens werd 30 maart 2013 tussen Elten en Emmerich een man gehoord. Deze voor Duitsland erg goede soort is daarna helaas niet weer gehoord. Als ze eenmaal een locatie bezetten kunnen ze er wel lang blijven hangen, waarschijnlijk ga ik nog eens terug om te kijken of er ook nog een bruine glimp af kan. Bij thuiskomst om negen ligt mama nog lekker op bed. Ronald en ik zijn een regiosoort rijker, voor mij is het nummer 263 in het werkgebied van de Vvwg Nijmegen. Louna heeft zelfs helemaal een nieuwe!

maandag 20 mei 2013

Steltkluten in de Velperwaarden

Niet direct het weer om enthousiast je nest uit te rollen en op pad te gaan, de regio wordt nog steeds bedekt door een sluier van grauw en hoge luchtvochtigheid. Maar juist dit soort omstandigheden drijft trekvogels vaak naar de grond. Vliegen op zicht is dan minder makkelijk en regelmatig zie je dan allerlei onverwachte soorten, zoals zeevogels, naar beneden komen, om op lager niveau verder te gaan of ergens betere tijden af te wachten. Voor een vogelaar is het dan een leuke taak díe plekken te vinden waar ze lijken samen te scholen. De ene keer is ineens een gebied vlak bij huis een stelt- en strandloperparadijs, op een ander moment is het een ver-van-je-bed-show. Deze ochtend zijn niet de watervogels ons doel, maar de gister gemelde Buidelmees in de buurt van Zutphen. Een rietvogeltje die zelfs landelijk behoorlijk schaars is, op een paar gebieden na. Regionaal is het vaak een zaak van er tegen aan blunderen. Meestal zijn het dan ook nog eens overvliegers, een enkele blijft aan de grond en een hele enkele langer dan een dag. 

Tegen kwart voor negen parkeren we onder Zutphen boven op de dijk bij een kleine landbouwafrit die naar een strang loopt. Hierlangs ligt een bosje met wilgen en elzen, hier en daar zorgt de hoge waterstand voor een plasdras.  Door het natte gras lopen we stilletjes het gebied in en komen bij de plek waar de vogel is gehoord. Wat direct opvalt is het volledig ontbreken van riet en zogenoemde 'sigaren', een plant waar Buidelmezen vaak op foerageren en van het pluis hun fraaie hangende bolnesten fabriceren. Een dik uur loop ik verschillende keren het zelfde kleine rondje langs de wilgenopslag en de waterkant. De zingende Gekraagde roodstaart, Braamsluiper, diverse Tuinfluiters en Zwartkoppen en Tjiftjaffen worden één voor één opgemerkt tijdens het slenteren. Een IJsvogel speert over de slenk waar een paar Krakeenden heimelijk rondzwemt. Het ijle hoge 'siiii' van de Buidelmees laat zich geen enkele keer horen. Ronald begint er genoeg van te krijgen, niet geheel onlogisch, het water staat 'm aan de lippen. Langzaam is dit via z'n schoenen door de sokken omhoog gekropen. En als Ronald ergens genoeg van heeft is dat merkbaar. Rap loopt hij weer naar de auto, ik waag nog een, uiteindelijk kansloze, luisterpoging bij een wilgenstruweel. Bij de auto wijst Ronald op een gans ver op een akker. Kenmerken van een blauwe fase Sneeuwgans, dit soort ganzen is echter van zo'n slag waar ik geen seconden teveel aan wil besteden.

Langs de oostkant van de IJssel zakken we weer af naar het zuiden, regen zakt in dezelfde richting langzaam over de voorruit. Onderwijl de dorpen Toldijk en Achterdrempt voorbij gaan, wegen we onze kansen af. Bij Doesburg waait een ingeving binnen bij de gedachte de plas bij Voordrempt misschien te bezoeken. Bij het bekijken van de Witoogeend hier vorig jaar bleek dit een best interessant gebied. Maar het blijft een mijmering, een die later een behoorlijk wrange bijsmaak krijgt. En hoewel de Rijnstrangen een paar keer als optie voorbij komt, na Doesburg staan we ineens aan de Valewaard bij de Rhederlaag. Alwaar we een trieste lijst bij elkaar schrapen: een paar zingende Bosrietzangers, vier Visdieven en twee Oeverlopers. Daar zijn we dan, vanwege een dorpsfeest, kriskras voor door Giesbeek gekropen. De snelste route door het dorp bleek afgezet. Dan de Hondsbroekse Pleij bij Westervoort maar afschuimen voor iets aardigs. Het begint hier leuk met drie Noordse kwikken op het slik. En hier eindigt het ook mee. De Kleine plevieren worden geteld en dan trekken we de conclusie dat het hoogst mogelijke wat er nu nog te scoren is, een kop koffie is. Thuis. 

Via de Gelderse Alert op Whatsapp komt tien voor drie het bericht door dat iemand twee Steltkluten had die zijn opgevlogen en naar noord verdwenen. Bij het plasje in Voordrempt! Snotverju! Luister dan ook naar je intuïtie Remco! Maar ze zijn weg, gelopen koers. Met een gerust hart kan ik wachten tot m'n ouders arriveren. Eens in de zoveel tijd komen ze langs om onze jonge dochter weer eens te zien en te knuffelen, vandaag is dat vanaf vier uur. 
En dan komt al om kwart over drie het volgende bericht: de Steltkluten zijn opgedoken bij het plasje in de Velperwaard, Erik Lam heeft ze daar zojuist  gevonden! Nu kan ik veel hebben, en van me afzetten, maar laat de Steltkluut nu net een van die soorten zijn waar graag een bezoek aan wordt gebracht. Voor het eerst heb ik dan ook echt te dealen met afwegingen en prioriteiten stellen als 'vader' zijnde, pfoei. Toch zie ik zelf de beren nog niet op de weg: het zou toch moeten kunnen een uurtje het veld in te gaan, zeker bij dit soort ontdekkingen? Desnoods gaat iedereen mee.

Er is nog een hoop te overdenken en overwinnen, zo wordt me duidelijk, zeker als me opvalt dat in de avond onwillekeurig de uren tot zonsondergang nauwgezet in de gaten worden gehouden en voortdurend mogelijke oplossingen  voor bij trekken. Uiteindelijk voel ik me zo geconfronteerd en opgelaten met deze specifieke situatie voor het eerst, dat ik, om te voorkomen een zeer onrustige nacht tegemoet te gaan, de knoop door hak en voorzichtig aan m'n vader vraag of hij misschien met mij bij Velp wil gaan kijken. 
Boven op de dijk staat nog een klein clubje mensen als we de auto onderaan parkeren. Met snelle pas wordt de dijk opgelopen, boven worden klassieke, grappig bedoelde opmerkingen als 'ze zijn net weg' genegeerd en binnen een paar tellen knikken twee zwartwitte vogels op hun prachtige lange rode stelten door het beeld. 

Wat een verademing om naar deze gracieuze vogels te staren! De onrust glijdt van me af, nú is er tijd voor een praatje met de twee laatst overgebleven mensen, voorzitter van de VWG Arnhem Raymond Schuurkes en zijn vrouw. Het is vooral m'n vader die, gelukkig, lekker wegkeuvelt met ze, zodat door mij stilletjes vanachter de telescoop de sierlijke bewegingen van de kluten door het lage water en de vegetatie er in, als mooie momenten in m'n geheugen worden geprent. Dat het meer dan zo maar twee Steltkluten zijn, laat zich zien in het agressief afpoeieren van anderen, zoals Tureluur en Kievit, die te dichtbij komen. Eerder vandaag, maar ook op latere dagen, blijken de twee regelmatig te paren. Het kan dus nog spannend worden wat ze verder in petto hebben met dit gebied. Helaas is de door hun verkozen plek een weiland met verhoogde waterstand. Na een aantal warme dagen droogt deze vaak vrijwel geheel op.
Na een half uur lange stelten kijken wordt de rest van het gebiedje ook snel afkeken, wat onder meer een adulte Lepelaar die zich poetst om netjes de nacht in te gaan, en een slobberende man Zomertaling oplevert. Behoefte nauwkeurig alles te bekijken is er niet, met de Steltkluten is de onrust verdwenen, nu wil ik weer naar huis! Ook als ik later lees dat bij de Hondsbroekse Pleij een Velduil is gezien, vlak nadat wij er waren, doet me dit niet veel. Tis gewoon geen Steltkluut 

zaterdag 18 mei 2013

Ook vandaag weer blij met enig kleur op de hei!

Vanaf het eerste daglicht staat Ronald Stolk al op de Grote heide, in de hoop dat de Bijeneter van gister ergens is gaan slapen en terugkeert naar zijn foerageerplek van gisteren. Tegen zeven uur 's ochtends komt via Whatsapp zijn bericht bij de Arnhem Alert-groep binnen dat hij niks heeft gevonden. Nu is dit tijdstip ook wel redelijk vroeg, als je bedenkt dat Bijeneters van grote insecten zoals hommels en zo leven. En deze vliegen vaak pas beter als iets warmer is. Dat bleek toevallig gisterochtend ook bij een groep Bijeneters, die hadden overnacht bij Dronten. Ook daar kwamen ze niet direct bij het eerste licht tevoorschijn. Maar het werk roept, Ronald kan niet langer blijven.

De aandacht is al weer bij de dagelijkse gang van zaken, als om 8:24 het korte bericht 'Bijeneter zit er nog' op m'n telefoon verschijnt. 'Da's ruk voor Ronald' bedenk ik, gisteren op een paar minuten na gemist, nu weer. Het is en blijft de vraag of de vogel echt pas later is teruggekomen: hij blijkt namelijk nu op een andere plek, wel in de buurt maar een stukje zuidelijker, rond te hangen. En hoewel erg kleurrijk, zeker als tie stil zit maakt een lengte van circa 25 cm ook hem tot een naald in een dennenbos. Enig geluk in het spel van het terugvinden is dan ook altijd welkom. Ook de onduidelijkheid over de precieze plek waar vanochtend de vogel is gevonden, zorgt dat de gedachte heerst dat het om de plek van gisteren gaat.
Na de eerste melding deze ochtend blijft het een paar uur stil. Het is Aart Vink die -pas- om tien over twaalf de Bijeneter herontdekt en doorgeeft. En inderdaad, een paar honderd meter zuidelijker dan gisteren. Een deel met meer verspreid staande hoge Grove dennen aan de rand van de heide blijkt het nieuwe jachtgebied. Zodra rondgaat dat de vogel er gewoon nog rondhangt en wat de goede locatie is, komt de stroom 'twitchers', zelfs uit de rest van het land, op gang. Ook bij mij begint het toch weer te jeuken: gisteren de vogel al wel erg fraai en lang kunnen bekijken, vandaag werkt het weer beter mee: droog en iets zonniger. Ongetwijfeld zal dit meer actie dan de druilerigheid van gisteren opleveren. En hoe vaak is er nu de kans om rustig zo'n gave, kleurrijke en bepaald niet alledaagse soort vlak om de hoek te bezoeken. En even eerlijk wezen: natuurlijk vind ik het als 'ontdekker' ook gewoon leuk om te zien wat zo'n ontdekking teweeg brengt. Dus gaat een bericht naar Benny Voorn, die tien minuten later reageert met 'ja leuk, kom je zo oppikken'. En dat hij geen uren kan blijven, maar dat komt mij ook goed uit. Om half één rijden ook wij die kant uit, twintig minuten later horen we op de parkeerplaats de Zomertortel. En die apart zingende Bonte vliegenvanger net na het klaphek. 

We zijn nog maar net over de Delenseweg een klein stuk de open hei opgelopen, als een stipje hoog in de lucht schuin rechts voor ons de aandacht trekt. Vrijwel gelijk zie ik door de manier van vliegen dat het om een wouw gaat, de stille wens gaat naar een Zwarte, die heb ik nog niet dit jaar. Zodra in de telescoop een diepe vork in de staart zichtbaar wordt, is determinatie simpel: toch een Rode wouw. Hiervan staan er dit jaar al een aantal op m'n lijstje. Dit neemt ook niet weg dat ik de Rode wouw eigenlijk fraaier vind dan de Zwarte. Langzaam komt de rover steeds meer onze kant op, om uiteindelijk fraai vlak langs ons heen over het bos richting vliegveld Deelen te verdwijnen. Zelf ben ik net te laat met het pakken en goed instellen van mijn 'echte' camera voor leuke foto's, Benny schiet gelukkig wel een aardig plaatje. We vervolgen onze weg naar de plek van gister en zoeken dan naar de groep vogelaars die zich, volgens de melding van een vogelaar onderweg, er al hebben verzameld. 
De groep laat zich niet 1-2-3 vinden, een behulpzame vogelaar geeft gelukkig de handige laatste aanwijzing. Net achter een lichte glooiing in het terrein staat verspreid op het pad een tiental vogelaars met telescopen en camera teletoeters omhoog in de dennen te koekeloeren. Bij het aanlopen valt m'n oog al op een verdikt uiteinde van een verder smalle dode tak die uit een hoge den steekt. Het blijkt 'm ook te zijn. Voor de tweede dag vult het schitterende kleed van deze zeldzaamheid het beeld van m'n scoop. 
Ongetwijfeld door het betere weer, vooral omdat het droog is, maakt dat de Bijeneter vandaag een behoorlijk stuk spannender is om naar te kijken. Onregelmatig worden snelle uitvallen gemaakt, soms over behoorlijke afstanden, waarna -voor ons vaak onzichtbaar- iets uit de lucht wordt gesnapt. Hierna wordt in karakteristieke vlucht, zweven afgewisseld met snel flappende vleugels, en hele en halve cirkels draaiend, de uitkijkpost weer opgezocht. Met een aantal rake klappen linksom en rechtsom tegen de tak slaat hij de prooien in z'n snavel, voornamelijk hommels, verdoofd, of dood, en werkt ze met een paar snelle bewegingen naar binnen.
Het lukt, hoewel met enigszins schokkerig beeld, met telescoop en telefoon een filmpje van zo'n versnapering te maken. Wat me tot brainstormen aanzet hoe de telefoon schokvrij te fixeren tegen de telescoop. Daarna begint het speuren weer van voren af aan: met korte snelle kopbewegingen houdt de kleurige snaaiert strak het luchtruim om zich heen in de gaten. Van achter ons klinkt ineens een hoop herrie van het paartje Raven. Deze blijken een Havik hun gebied uit te bonjouren, vlak langs de Bijeneter maakt deze zich uit de vleugels. Eerst moest ik goed luisteren, omdat het vrij zacht was, uiteindelijk is goed horen dat de Bijeneter steeds actiever en duidelijker z'n pruu pruu laat horen. Vooral bij solitaire vogels kan dit twee dingen betekenen: of de vogel hoort soortgenoten, die hij probeert aan te trekken. Of de vogel maakt kenbaar naar anderen dat hij op het punt staat te vertrekken en vraagt wie er mee gaat. Aangezien er geen andere Bijeneters uit de lucht komen vallen vrees ik voor het laatste. Ondertussen gaan de snelle zwierige uitvallen gewoon door en komen er nog steeds vogelaars binnen druppelen.  
Voor ons begint de tijd te lopen om de afspraak met thuis te gaan halen, via een andere route lopen Benny en ik weer naar de auto. Op de heide gaat nog een mannetje Koekoek, leuk roepend vanuit een boom, op de bewijsplaat. Bijna bij de parkeerplaats zingt kort maar overduidelijk een man Wielewaal, een niet bepaald algemene soort in deze regio. Het gebeurd op z'n tijd ook wel eens dat een vogelaar een Wielewaal meent te horen, wat dan de heldere tonen van een zingende Merel op afstand blijkt te zijn. Ook ik trap hier op z'n tijd nog wel eens in en luister daarom altijd goed om zeker van de soort te zijn. Deze is gelukkig luid en duidelijk genoeg om de jaarlijst op te kunnen. Ook een aantal anderen hoorden vanochtend het dudeli-joo, bepaald uitbundig is deze zwartgele rakker niet echt. Een Fluiter laat kort vanuit het loofbos z'n stuiterende zang horen. 
Met zijn bericht aan de Arnhemse Alert-groep de derde poging tot het zien van de Bijeneter in te zetten, vertrekt Ronald half zes 's avonds vanuit z'n werk weer naar de hei. We wensen 'm succes. Helaas komt net iets te laat het bericht door dat om half vijf de Bijeneter luid roepend het luchtruim heeft gekozen, hoog naar het westen is verdwenen en niet terug is gekeerd. Een paar dagen later, 20 mei, voert iemand de waarneming in dat hij vandaag om 18u ongeveer vijf keer een Bijeneter heeft horen roepen boven het Deelensche Veld, wat ten westen van de Grote heide ligt....

vrijdag 17 mei 2013

Een schitterend regenboogje in een grijze dag

Tis een druilerige ochtend. Van dat type dat niet echt uitnodigt om op pad te gaan. Zo'n miezerige grauwe, waarbij het altijd nat lijkt te blijven en elke zonnige verbetering bij voorbaat zorgvuldig wordt weggespoeld door weer een nieuw buitje. Juist dit soort weer kan er voor zorgen dat vogels aan de grond blijven. Nú het veld in gaan kan dan ook best leuke waarnemingen opleveren. Je moet je alleen even over die hoge luchtvochtigheid heen zetten. Een tijdje dub ik over de richting: naar zuid, de uiterwaarden in, of noord, de bossen in en hei op. De keus valt op het noorden. Weet niet direct waarom. Als er íets is wat me op dit moment eigenlijk behoorlijk tegen staat, is het niet het weer, maar die vieze, valsige Hommelseweg helemaal omhoog moeten trappen. En daarna de Apeldoornseweg nog voor een deel. Toch neem ik het om nog onbekende redenen voor lief en lichtelijk buiten adem - een statief, zware rugzak en die ene peuk van net doen 't 'm- sla ik na een bult werk ten noorden van Arnhem linksaf de Koningsweg op. Om gelijk weer het eerste paadje rechts te nemen, de ingang naar het motorcrossterrein op de Arnhemse heide. Hier ligt een leuke zandweg die tussen het crossterrein links en zweefvliegveld Terlet rechts door loopt. En uiteindelijk weer uitkomt op de Hoenderloseweg. 
Halverwege besluit ik een omweggetje over het Defensieterrein te maken, kijken of er misschien Grauwe klauwieren zitten. Bij druilerig weer zitten deze echter vaak meer verstopt in de struiken, dan mooi zichtbaar in de toppen. Toch waag ik een poging, niet alleen omdat de klauwier dit jaar nog ontbreekt op m'n jaarlijstje, gewoon óók omdat het een fraaie soort is! En daarnaast is het sowieso een interessant gebied voor andere heidesoorten, wie weet wat er nog meer rondspookt. Tot mijn verbazing blunder ik sneller dan verwacht tegen een vrouwtje Grauwe klauwier aan. Mijn aandacht wordt telkens teruggevraagd door het mulle pad: weinig zo moeizaam als fietsen door los zand met diepe sporen. De wegsperende, wel erg grote 'grasmus' rechts in m'n ooghoek ontgaat me gelukkig niet. Iets verderop schiet de vogel weer in een haag, helaas net aan de verkeerde kant. Zachtjes gaat de fiets neer, pak ik telescoop en camera uit de rugzak, en maak lopend een omtrekkende beweging, zodat op afstand bekeken kan worden wat er nu wegvloog. 
Al gauw blijkt dat het is wat gedacht werd: aan het einde van een uitstekende tak, halfhoog in de haag, en niet eens zo heel ver van me, zit een prachtig vrouwtje Grauwe klauwier! Ze zit stil op de tak en laat zich heerlijk bekijken en fotograferen. Af en toe maakt ze een snelle duikvlucht het gras in om een insect te verschalken en neemt daarna weer plaats op haar uitkijkpost. Deze soort is gelukt, en de keus om de mulle zandpaden te laten voor wat ze zijn snel gemaakt, die heuvel Arnhem uit was genoeg. Terug het verharde zandpad op, richting de Grote heide en Kleine heide. Na het hoge klaphek bijna op het eind gepasseerd te hebben, kijk ik kort rond op het erf van de boerderij waar de weg langs loopt. Misschien zit er nog iets leuks bij het kuilvoer. Helaas.
Vrijwel gelijk na het pad gaat het rechtsaf de parkeerplaats op dat voor de Grote heide ligt. Vorig jaar zaten hier wel Zomertortels, zeker twee, waarschijnlijk zelfs drie. Bij eerdere recente bezoeken bleken ze dit jaar nog niet terug te zijn. Zouden ze er eigenlijk wel weer komen? Het geluid is van ver vaak al te horen, ook nu is het helaas weer stil. Dan toch, als ik net door het klaphekje wil gaan, gaat een Zomertortel op volle toeren van start! Rustig loop ik een stukje terug en zie 'm dan in de top van een eik uit volle borst om aandacht koeren. Wat een heerlijk geluid! Zwartkoppen en Tuinfluiters zingen uit de bosjes op de parkeerplaats, zodra het klaphek is gepasseerd nemen Gekraagde roodstaart en de Grauwe en Bonte vliegenvanger het orkest over. Wederom is ook de afwijkende zingende Bonte vliegenvanger te horen: beginnend met een vloeiend soort Zwarte mees-zang en eindigend met vrolijke fluitende tonen. Voor de zekerheid toch weer gecheckt; het is echt een Bonte vlieg. Langs de linkerkant van de weg liggen bossen en jonge aanplant, rechts begint de heide. Van uit alle hoeken klinken onder andere Boompiepers, Geelgorzen, Bonte vliegen, Gekraagde roodstaarten, Fitissen, Appelvinken, noem maar op. Dan volg ik het pad, hier Delenseweg geheten, de heide over. Ook hier Koekoeken, Geelgorzen, een paar Veldleeuweriken en een Boomleeuwerik. Een Zwarte specht lacht vanuit het bos. Een eind verderop schiet een man Tapuit van de hei af, om bovenop een  hoge Grove den te gaan zitten. Zou die hier broeden? Het paartje Raven recht voor me maakt vanuit het bos weer een heerlijke hoop herrie. 

Het is rond kwart over drie als een nog onbekende vogel m'n aandacht trekt tijdens het wegvliegen. Snel probeer ik 'm met de telescoop in beeld te krijgen en zwenk van rechts naar links om 'm te vatten. Helaas, blijkbaar achter een boom verdwenen of zo. Of ziet ie toch daar, als een langwerpig puntje in de top van boom in m'n blikveld komt. Vlot kijk ik met de kijker, de gedachte dat ie misschien wel snel weer weg kan zijn doet me eigenlijk gelijk overschakelen naar de telescoop. Het is even zoeken, iets naar links, iets naar rechts. En dan komt daar gewoon vol in beeld een Bijeneter. What de fuck?! Waar komt die vandaan? Gewoon een Bijeneter! Een BIJENETER! Dit druilerige weer en dan deze regenboog treffen. Ongeloof blijft binnenstromen als we, de scoop ondertussen ingezoomd, elkaar eens goed in de ogen kijken. Al eerder heb ik ze gezien, maar dat was altijd druk in vlucht en zo.
Deze zit een beetje om zich heen te kijken. Met regen vliegen er natuurlijk niet veel grote insecten, waar het menu van de Bijeneter grotendeels uit bestaat. Via de whatsapp geef ik het bericht door aan de groep mensen die bij Arnhem Alert zitten. Pas veel later bedenk ik dat het gebied niet klopt, het is geen Arnhemse heide, maar Kleine. De Arnhemse hei ligt een stuk zuidelijker. Het is nog een hardnekkig foutje om dit gebied zo te noemen. Op de vraag m'n locatie door te geven via whatsapp, wordt het één brij: hoe moet dat ook al weer? Het is alsof door de recente aanschaf van een nieuwe, net iets anders werkende telefoon dan gewend, ook al het automatisch handelen -m'n duim had soms een eigen leven- pleitte is. Een hoop heen en weer berichten volgt, afgewisseld door binnenkomende telefoontjes met vraag om nadere informatie. Tussendoor lijkt het zelfs even of er nog een Bijeneter bijkomt, als ik er één in dezelfde boom zie landen. Wat gelijk enthousiast wordt doorgegeven natuurlijk. Maar de eenling blijkt aan het jagen te zijn geslagen en maakt nu af en toe uitvallen naar insecten in de lucht.
Ondertussen heeft de iets actievere vogel ook een nieuwe uitkijkpost, hoog in de top van een Grove den direct langs het zandpad. Wat natuurlijk niet zo veel uitmaakt, als hij maar blijft! Met de telescoop blijft hij mooi te bekijken en wanneer kort na vieren Tim de Boer als eerste op z'n mountainbike aan komt scheuren -fiets in de auto altijd slim- staat de scoop netjes op de vogel gericht voor hem. Te voet volgen al snel Benny Voorn, met in zijn kielzog weer onder andere de Gelderse jaarlijsters in 2013, Erik Ernens en Robert Keizer. De laatste heeft zelfs zijn twee kinderen mee, de één bij hem op de schouders, de ander bij Erik Lam die ook de lange wandeling kan afsluiten met een blik op de Bijeneter. Voor vrijwel iedereen is het een nieuwe Gelderse soort, de vreugde is daarom behoorlijk groot bij iedereen. Eindelijk een twitchbare Bijeneter in Gelderland!
Rond kwart voor vijf is het tijd voor mij op huis aan te gaan, m'n kleine verdient ook aandacht. Ook de laatst overgebleven mensen, Benny en Robert vertrekken. Keuvelend met allebei een kleine van Robert op de schouders fiets ik achter hun aan. Onderweg komen nieuwe, net gearriveerde twitchers ons tegemoet. Zelf moet ik echt door om op tijd thuis te zijn, Benny en Robert geven tekst en uitleg over waar ze moeten zijn. 
Tot ongeveer half zeven in de avond laat de Bijeneter zich nog door zo'n zeventien mensen bekijken. Dan vliegt ie op en verdwijnt laag richting NO. Sommige latere bezoekers missen 'm op slechts een paar minuten. 
Diezelfde middag bleek dat de Bijeneter ook al door iemand anders eerder vandaag was gevonden en gemeld. Hier wist ik (gelukkig) niets van, zodat struinen op de hei weer eens heerlijk werd beloond met een strakke nieuwe en zelfs 'zelfontdek'-soort voor Gelderland, nummer 289 om precies te zijn. Mijn snellere weg terug voert over de Hoenderloseweg, langs de akkers bij vliegveld Deelen. Want al is het druilerig weer. En lijken de akkers leeg. Je weet nooit wat door de regen aan de grond wordt gehouden. Snel worden alle voren van het omgeploegde land gecheckt tijdens het voorbij fietsen. Hier iets leuks vinden is blijkbaar voor een andere keer gereserveerd. Maar niet gekeken is niet gevonden

zondag 12 mei 2013

Kanoet op Bergerden, kassa bij de kassen!

Onze kleine was uit logeren, gisteren hadden m'n vriendin en ik dan ook weer eens goeie zin om de kroeg in te duiken en vrienden en bekenden te treffen. Vandaag zou Louna pas in de avond thuiskomen, er was zodoende nog steeds genoeg tijd voor ons eigen. En dat was fijn ook, we waren nog enigszins pieremegoggel van de geslaagde avond en thuis lekker aan het lamballen. Wel kom ik mezelf heerlijk tegen als ik bericht van een vriendin krijg dat zij met een tas kleren, die ze ooit van me had geleend, op het festival Hoogte 80 rondloopt en er graag af wil. Wanneer kom ik het ophalen?...Non de knetter, van alle plekken in Arnhem moet dus de hoogste heuvel worden opgetrapt. Met een schop onder de kont en een blik op oneindig wordt de heuvel bedwongen. Gelukkig is de overdracht snel voor elkaar. We praten nog een tijd bij, en terwijl ik daarna de heuvel heerlijk mag afkeilen komt er een bericht binnen dat door Wim Gerritsen bij het kassengebied van Bergerden een Kanoet is gevonden, een bijzondere strandloper voor de regio! Tijdens zijn zoektocht naar de Kleine zilverreiger, die in dit gebied ten zuiden van Arnhem rondhangt, ontdekt hij de vogel in de brede sloot langs de weg Hydrangea. 

Om tien voor half acht plopt op m'n telefoon de vraag van Ronald Stolk op: 'Ben je al weg?'  Hierop probeer ik hem weer te bereiken, wat niet lukt. Wetend dat Ronald, als hij auto rijdt, niet de telefoon opneemt, krijg ik het vermoeden dat hij al onderweg is. Daarom stuur ik rond kwart voor acht Benny Voorn de vraag of hij nog naar de Kanoet gaat. Binnen een minuut komt het antwoord dat hij me komt halen en al snel zit ik naast 'm en rijden zuidwaarts Arnhem uit. Ronald laat ondertussen weten dat hij nú de vogel in beeld heeft, met een goed gevoel rijden Benny en ik dan ook door. 

Bij aankomst staat Ronald op z'n gemak naast z'n auto, Benny parkeert ons er naast, maar al rijdend zie ik de strandloper al door het water scharrelen, dicht tegen een laag hekje door het water. We stappen uit en zetten de scoop op. WAUW! Deze Kanoet in zomerkleed laat zich wel heel erg gaaf van dichtbij bekijken, wat zal het zijn, een metertje of twintig? Onverstoorbaar gaat z'n koppie, als een soort naaimachine lijkt wel, druk op en neer en pikt rap met z'n snavel in de bodem net onder water.
Met m'n telefoon zet ik de eerste foto's de geheugenkaart op, in totaal zo'n zestig worden er weggeklikt. Hij foerageert echter zo snel, dat van al die foto's er later slechts een stuk of zes redelijk gelukt blijken te zijn. Maar dan heb je ook wel wat! 

Ronald en Benny worden gefeliciteerd met hun nieuwe regiosoort, wat ze respectievelijk op #247 en 229 soorten voor Gelderland brengt, en daardoor ook voor het werkgebied van de VWG Arnhem een nieuwe oplevert. Voor mij is het de zesde waarneming in Gelderland en de negende vogel, en de tweede waarneming voor Arnhem. Ondertussen zijn nog enkele vogelaars, Rob Zweers en Elley en Geert Kor, aan komen fietsen.
Zoals zo vaak gebeurd bij een leuke soort, wordt eerst bij aankomst een tijd de vogel bekeken, daarna is het tijd om te socializen en gezellig bij te kletsen met de aanwezige kliek, zo ook nu. Rob maakt nog een leuk filmpje van de Kanoet, die hij op Youtube zet. Rond half negen vindt Ronald het wel mooi geweest en zegt dat ik mee terug kan rijden, wat een slimme gedachte is, woon immers bij hem om de hoek. Dan kan Benny via zijn eigen route naar huis. Het is heerlijk om nog een uurtje de buitenlucht op te snuiven en deze soort te bekijken. Nog heerlijker is het om 's avonds weer thuis te kunnen lamballen en genieten van onze dochter, die weer terug is van het logeerpartijtje bij oma en opa. 

zaterdag 11 mei 2013

Even een nieuwe jaarsoort verzilveren

Rond 12:50 komt via de Arnhem Alert op whatsapp het bericht dat in het kassengebied bij Bergerden (ten zuiden van Arnhem) een Kleine zilverreiger is gezien. Een blik op waarneming.nl levert fraaie foto's op bij deze waarneming. De ontdekker heeft zelfs een filmpje gemaakt en op Youtube gezet. Hierop is te zien dat de reiger uiteindelijk ook wegvliegt. Met dit regenachtige weer zet ik er op in dat de vogel niet ver weg zal zijn. Kleine zilverreigers zijn zeer mooie kleine witte reigers, die deftig en sierlijk rond kunnen stappen. Graag zou ik 'm dan ook zien. Al is het maar omdat ze het ene jaar rond Arnhem ietsie pietsie meer voor kunnen komen dan in het andere jaar. Maar ze blijven schaars! M'n vriendin is alleen moe en een tukkie gaan doen met onze dochter, maar als er wat is moet ik er wel voor de kleine zijn. Daarnaast heeft Louise een afspraak lopen rond vier uur. Een rekensommetje en een afweging, in overleg, doen me toch de achterband van de fiets oppompen en de apparatuur bij elkaar rapen. In een uurtje op en neer moet het lukken. 

Snel trap ik mezelf de stad uit, en kriskras door de Arnhemse zuidwijken weet ik mezelf precies bij de juiste weg aan te laten komen. Op de plek waar de ontdekker de vogel meldde, aan de westkant van het kassengebied, zijn weilanden. Ik zet daarom in op de slikranden van de sloot langs de weg Viola aan de westkant, en langs de Lingewal aan de zuidkant van de kassen. Een goede gedachte zo blijkt. Langzaam kachel ik over het fietspad langs de brede sloten, lettende op witte puntjes langs de randen voor me. Twee Grutto's staan zich te wassen in een sloot, een Gele kwikstaart roept vanaf een weidepaaltje. In de verte zie ik een wit geval bewegen, alleen hoe dichter ik aanfiets, hoe meer te zien is dat de vogel een linksrechts beweging maakt. Da's niet goed voor een zilverreiger, wel prima gedrag voor een Lepelaar. Wat het ook (b)lijkt te zijn. Gefocust op dat witte puntje ga ik verder. En zie zo ineens links in m'n ooghoek een klein wit geval in een kleine ronde uitsparing van de sloot staan. Snot joh, daar staat ie! De Kleine zilverreiger is erg alert, ze hebben een soort zesde zintuig: ze hebben donders goed door of je nu gewoon langs fietst of naar ze kijkt. Doe je het laatste dan kunnen ze verdomt snel reageren en 'm smeren.

De reiger in de gaten houdend fiets ik verder, tot de dekking achter een bosje riet mij aan zijn oog onttrekt. Rap wordt de telescoop opgezet en de camera van de telefoon klikvaardig gemaakt. Langzaam loop ik iets terug, en op hoop van zegen schiet ik door het riet heen een paar plaatjes, hopend dat de camera niet focust op het riet. 

Dan vliegt de reiger ineens op en vertrekt laag over de kassen naar het noordwesten (rechts op foto omcirkelt, goed kijken...), waar hij weer naar beneden duikt. Met de telescoop op de nek fiets ik die kant op, ondertussen de sloten afkijkend. Langs deze weg blijkt hij niet te staan. Blij dat ik toch dit jaar ook weer van deze fraaie soort heb mogen genieten fiets ik op huis aan.
Een drassige sloot langs de Rijkerswoerdseweg (foto), waar in oktober vorig jaar nog een late Purperreiger verbleef  wordt ook nog even snel gecheckt, maar laat ook geen zilverreiger zien. Dit gave reigertje heb ik gelukkig ook voor dit jaar weer weten te verzilveren! Uit verdere waarnemingen later vandaag blijkt de Kleine zilverreiger een favoriet stekje te hebben aan een klein plasje en bij een waterbassin, waar hij tot in de avond rondhangt

vrijdag 10 mei 2013

Streptopelia turtur-toer

Met 'Jut en Jul' als commentatoren voorin, op alles wat er maar op de snelweg gebeurd geven Ronald en Benny onderhoudend commentaar, kneuren we over de A12 van Arnhem richting Oberhausen. Zelf hang ik op de achterbank onderuit gezakt en maak me druk om andere zaken: de gedachte dit jaar bij Arnhem een Griel te vinden resulteert in het als een gek scannen van alle voren in de kale akkers langs de autobaan met een gangetje van 120km per uur. 'Nooit-gekeken-is-nooit-ontdekt'. Wie van ons drie zou zich het meest druk maken op dit moment....

Na de voeding van m'n kleine en haar in slaap gesust te hebben leg ik haar in bed en spring onder de douche. Benny zit inmiddels aan de koffie bij Ronald en als ik klaar ben vertrekken we. Rond half negen zou nog een buitje langs waaien, tijdens het onderweg zijn zal ook dat voorbij zijn. Heb geen direct idee waar heen te gaan en laat het graag over aan de anderen. Ronald ziet het wel zitten om bij het Netterdensche Broek de Zomertortel te gaan bezoeken, en als het kan ook de Spotvogel op te rollen. De Bonte strandloper die er vanochtend ak werd gemeld zou een nieuwe jaarsoort in de regio voor Benny zijn. We draaien zodoende de A12 op en na een korte bezichtiging van Beek, we nemen een afslag te vroeg, rijden we via de volgende afslag langs 's Heerenberg en naar de parkeerplaats aan de Azewijnsestraat waar de laatste tijd de Zomertortel, Streptopelia turtur. wordt gemeld.
Het waait fris en behoorlijk, heel even heb ik er een hard hoofd in of Streptopelia zijn turtur wel zal laten horen. Die gedachte verwaait gelukkig al snel als we al vlot het heerlijke, beetje spinnende 'toerrr toerrr toerrr' van de Zomertortel horen. Het mannetje blijkt schuin links voor ons bijna in de top van een boom te zitten, waar Ronald 'm al snel in beeld weet te krijgen. In de haag rechts van ons zingen Tuinfluiters. Met een omtrekkende beweging om een bosje weet ik de tortel fraai van opzij in de scoop te krijgen, wat een prachtige duiven zijn het ook! De zwartwitte strepen in de hals contrasteren mooi met de rest van het bruine kleed en de oranje veertoppen aan de vleugels. Een rood omrand oog staart je aan.
Dan schiet ie om onduidelijke redenen ineens de lucht in, gevolgd door een pijlsnel beest van gelijkwaardige grootte, misschien een tweede Zomertortel? Het mannetje vliegt richting de kale bomen bij de parkeerplaats, waar hij ook regelmatig in te vinden is. Wij sjokken verder langs de plas, een paar Oeverlopers schiet vanonder een langs het water staande boompje uit naar de andere oever. Altijd spannend, dit soort waarnemingen van deze soort op dit soort plekjes. Zouden ze er broeden? Grasmussen krassen rechts in de ruigte, Grutto's roepen vanaf de akker er achter.
Bij een bruggetje tussen twee de twee plassen in zetten we de telescopen op en scannen alles af. Een Grutto, Kleine plevieren, Stormmeeuwen en Oeverlopers passeren de lens. Erg leuk zijn de broedende Visdieven vlak voor onze neus op een eilandje van een vierkante meter.
In een ruig stukje langs de plas zingt een Blauwborst, door de wind zijn voornamelijk de hogere en herhalende tonen te horen. Voor Benny nog niet makkelijk 'm er uit te pikken, op een windstiller moment kan gelukkig ook hij 'm oppikken. We maken het rondje verder af zonder noemenswaardige soorten en rijden daarna een kilometer verder langs de Azewijnsestraat, om bij een nieuw aangelegd stukje 'natuur' te zoeken naar de Bonte strandloper. Al snel blijkt dat de vogel in zomerkleed er nog zit.
Kleine plevieren schieten druk roepend en baltsend wenkend door de lucht, Kuifeenden en een paar Krakeenden keuvelen op een zandplaatje, een drietal Tureluurs scharrelt door de lage vegetatie aan de rand van de slikplaten. Bij de boerderij naast het gebiedje kleppert een Braamsluiper, je moet verdomd goed luisteren om 'm boven de wind uit te horen. Helaas blijken de twee Casarca's die Benny hier gisteren had gevlogen. Aan de andere kant, op de grote plas staan twee Zwarte sterns op een oranje boei, Kleine mantelmeeuwen dommelen wat op de pijp van de zandzuiginstallatie.
We lopen nog even naar een nieuw stuk afgraving verderop, die ene Kleine plevier onthou ik wel om later op Waarneming.nl te zetten. Een man Gekraagde roodstaart en verschillende Tuinfluiters zingen vanuit het stukje wilgenbos wat we passeren, Visdieven vliegen laag over richting de grote plas. 

We rijden een paar honderd meter verder naar het oosten en slaan rechts de Omsteg in, bij het Wiekens Gat zit al een paar dagen een Spotvogel, een nieuwe jaarsoort voor Ronald en mij. Al bij het uitstappen vangt Ronald z'n zang op, zelf hoor ik nog heel even niets, al snel gevolgd door de vrolijke tonen van deze soort, gemengd met het kenmerkende 'pneu' geluidje in de zang. Ondanks de flink bewegende boomtoppen krijg ik 'm toch enigszins in pixels vastgelegd.
Boven de plas vliegen druk Zwarte sterns en Visdieven heen en weer, 
reden voor mij om onder het hek door te sneaken, ik heb geen zin om naar de officiële ingang te gaan, en naar de rand van het water te lopen. Liefst 53 Zwarte sterns en een snel geschatte veertien Visdieven scheren over het water. Er lijkt beweging in de aantallen te zitten, een keer komt een groepje van hoog binnen en vertrekt ook een groepje weer hoog. Een Buizerd vliegt hoog over, een man Bruine kiekendief jaagt boven de akkers aan de andere kant van de plas. In eerste instantie denk ik een Zwarte wouw in beeld te hebben, een scherp afgesneden staart en hoekige vleugels voeden dit idee. De vogel vliegt helaas laag en verdwijnt snel achter de bomen.

Later bedenk ik dat het het mannetje Bruine kiek is geweest, die door het grauwere weer wat donker uitviel. In de verte cirkelen vier Ooievaars hoog hun rondjes naar onbekende bestemming. Ronald vindt aan de noordkant van de Omsteg, in een nieuw stuk afgraving van het Netterdense Broek, de Bonte strandloper terug die eerder leek verdwenen van de slikken waar we 'm kort zagen.  

Op de A12 zet Benny de vaart er kort in, om bij Elten weer de snelweg af te gaan. Door het (duitse) dorp Elten, langs het Erfkamerlingschap -voor de vorm kijken we of er ergens nog een Visarend vliegt- rijden we naar de Bijland. Misschien vliegen er Noordse sterns of Dwergmeeuwen: met dit buiige weer is daar in deze tijd van het jaar een kans op. Bij de Bijland parkeren we de auto, en omdat Ronald om twee uur vanaf huis naar z'n werk moet, zet ik de vaart er in om aan de waterkant van de grote plas te komen. Het water golft ruw, even snel kijken wat er aan eenden en zo zwemt gaat niet makkelijk. En natuurlijk helemaal aan de overkant vliegen de sterns. Snel, maar toch ook weer rustig bekijk ik de 'witte' sterns, wat allemaal Visdieven lijken te zijn. In een rustiger hoekje vliegen een twintigtal Zwarte sterns. Vlak naast ons drentelen een Kleine plevier en Oeverloper langs de waterkant, een viertal Buizerds hangen tegen de wind in boven de bomen aan de rand van de plas, blijkbaar jagend op iets waar ik geen idee over heb. Er wordt door Benny geopperd om de Kleine Gelderse Waard nog even snel te checken, wat ik ook wel zie zitten, het ligt aan Ronald of hij denkt nog tijd te hebben. En juist hij is degeen die op een lege tank niet kan bewegen en stil valt. Ken uw klassiekers. Ronald heeft geen eten bij zich, en het zijn, hoe opmerkelijk,  vaak altijd anderen die dan nog wel een reep van het een of ander in de tas hebben zitten om Ron weer op te starten. Op aangeven van Benny vis ik een peperkoek uit zijn tas. Het is een beetje als een half litertje in een lege tank gooien: het werkt net. We gaan naar de 'KGW'.

Langs het doodlopende weggetje naar 'Nootenboom' merkt Benny een man Tapuit op een paaltje op, altijd leuk voor de daglijst! De auto parkeren we aan het eind en wandelen verder naar het gebied dat al veel leuke soorten heeft opgeleverd. Tientallen Gier-, Huis-, Boeren- en Oeverzwaluwen scheren op ooghoogte boven de plassen en de ruigtes. Een prachtgezicht om die razendsnelle Gierzwaluwen vlak voor je ogen langs  te zien speren! Een Koekoek vliegt voorbij en aangekomen bij de plas waar de laatste tijd de meest leuke waarnemingen worden verricht is het eerste wat ik zie een Casarca! Als ik een foto wil maken met de telefoon blijkt dat ding pleitte. Een baalgevoel kruipt omhoog, niet echt omdat ik 'm kwijt ben, maar om het gevoel dat ik écht geen zin heb om precies het hele pad tot dit moment secuur terug te lopen. Want zoeken doe je dan toch automatisch. Hij zal wel in de auto liggen, wat later ook -gelukkig- zo blijkt. Gezien het ontbreken van een zwarte smalle halsring denk ik dat het een vrouwtje is. Thuis op de foto die ik van Ronald ontvang (en hiernoven te zien) lijkt er echter toch een smal bandje te zijn, mogelijk dus een mannetje. Afijn, het is een Casarca, nieuw voor dit jaar in Gelderland en dus de regio Arnhem. Een viertal Groenpootruiters, een Bosruiter, Kleine plevieren, Oeverlopers en een Bontbekplevier foerageren langs de rand van een grotere plas. Een 18-tal Bergeenden ligt evenals een zestal Tafeleenden loom op een zandrand. Verderop in het gebied staat een Lepelaar tussen de Grauwe ganzen. Tevreden met dit bliksembezoek haalt Benny iets later bij de auto nog de Kneu binnen voor dit jaar, om even later langs het weggetje een laagvliegende Boomvalk in het vizier te krijgen. Vanaf de achterbank volg ik, als luisterde ik naar 'Langs de lijn', met een half oor de commentaren van de voorstoelen. Ik overweeg kort om een filmpje van die twee te maken. Maar check ondertussen toch liever zoveel mogelijk kale akkers langs de A12. Niet gekeken...  

zondag 5 mei 2013

In Lauwersoog in oog met een Bruinkeelortolaan

Afgelopen dagen schiet m'n gemoed behoorlijk op en neer en vanochtend voel ik me behoorlijk klote. Ik overweeg net om misschien weer op bed te gaan liggen, als Frank Wagenaar om 13:56 op de Arnhemse (vogel)Alert-whatsapp de vraag stelt of 'iemand nog richting die Bruinkeelortolaan??' gaat. Heb nog niet eens goed door waar het om draait, klinkt leuk, zo'n beessie, dus plaats er de oproep achteraan dat ik me ook wel aanbevolen hou.  En kijk gelijk op waarneming.nl waar het eigenlijk om draait. Holy kwakkiemoly! Er is écht een Bruinkeelortolaan gevonden, en wel in Lauwersoog! De vogel werd door Jeroen Breidenbach in een vakantiepark ontdekt en door hem in eerste instantie als gewone Ortolaan gedetermineerd en gemeld; een aantal mensen was echter zo scherp om op te merken dat de vogel een witte in plaats van gele oogring heeft en dat de keel wel erg bruinoranje is...Pffff. Waarom nou weer helemaal daar...Het zakt me al weer in de schoenen en ga verder met een ingang zoeken om mezelf overeind te trekken. Een dik uur later plaatst Jurrien van Deijk op de Alert dat Jasper Hooymans gaat. Eigenlijk voor 'de probeer' stuur ik Jasper een bericht. En krijg bericht terug: 'ga je mee dan?'. Nog steeds geen actie te bespeuren bij mezelf. Stel 'm de vraag terug of hij uit Arnhem gaat, en de reactie 'ik vertrek uit Arnhem, Joep komt hier langs' zorgt nu toch voor lichtelijke jeuk. Hij vraagt of ik verder nog mensen uit Arnhem weet, waarbij ik Frank Wagenaar voorstel, en ik krijg gedaan dat ze me aan het eind van m'n straat op de hoek Apeldoornseweg rond 15:35 oppikken. Wat verder op de Apeldoornseweg pikken we even later Frank op en tikken de eerste kilometers van de 199 weg.

Doorgaans redelijk vlot gebekt, nu worstel ik door m'n lamheid met woorden om het gezellig in de auto te maken. Gelukkig klept de rest lekker weg en is de lange rit goed vol te houden. Jasper en Joep weten nog ongeveer de route omdat ze die pas geleden ook nog maakten en samen met telefonische navigatie door Frank en Joep komt Lauwersoog steeds dichterbij. Tot afslag 33 op de A7 gaat het vlot, vanaf deze afslag is het 'bij Hoevelaken linksaf': over de N388 en 361 kneuren we door dorpjes en gehuchten op het Lauwersmeer aan. Het wordt nog even spannend als blijkt dat de laatste waarneming van een half uur terug is. Een paar berichtjes naar mensen stellen gelukkig niet teleur: de ortolaan zit er gewoon nog, hij verdwijnt alleen af en toe tussen de huizen, om vervolgens weer terug te keren. 

Zelfs op deze doodlopende straat kijkt iedereen vanuit de berm

De eerst gearriveerde vogelaars gaan ook vaak weer het eerst weg, zo rond 17:35 schuiven we onze auto dan ook mooi vooraan in de rij blik aan de rand van vakantiepark Lauwersoog, vlakbij het paadje waar we blijkbaar in moeten. Na een greep in de kofferbak lopen we met z'n vieren richting het speelveld waar het allemaal gebeurd. Tegemoetkomende twitchers stellen gerust, de vogel laat zich nog steeds erg fraai bekijken! Met een laatste aanwijzing, 'hier rechts' lopen we letterlijk en figuurlijk het veld waar het allemaal speelt op, her en der staan groepen mensen te kletsen en wachten. 'Hij is net een tuin ingevlogen'. Waarschijnlijk door m'n matheid reageer ik hier laconiek op en terwijl de telescoop en camera uit de tas worden gehaald zie ik eerste bekenden en maak een praatje. Al binnen een paar minuten komt het bericht dat de vogel nu aan de andere kant van het huisje zit. Ik kwak alles terug de tas in en maak een sprintje van een kleine honderd meter. 


Op het doorsnee doodlopende weggetje 'Robbenoort', zoals alles op het park heet, staat een rijtje mensen te kijken naar een groene berm. Met een bewegende gelige stip. Bam! Binnen! Hup, scoop weer uit de tas en scherp stellen. En daar schuifelt ie dan, in vol ornaat midden in m'n beeld: wat een ontzettend fraai beest! En dat op slechts een paar meter afstand. Op een vakantiepark! Het is pas de vierde voor Nederland volgens de Dutchavifauna en de eerste goed twitchbare! Het is dan ook behoorlijk druk met vogelaars. Het is eveneens een leuke gelegenheid om de camera van m'n nieuwe telefoon weer beter te leren kennen. Met de telescoop op een laag statief ga ik er eens lekker voor zitten en knip de ene na de andere foto weg.

Af en toe draai ik effe om, om de aanwezige mensen ook vast te leggen voor het sfeerplaatje. Ook het filmen met de telefoon wordt natuurlijk even geprobeerd. Bewegend beeld is toch wel erg leuk! Het prachtige mannetje is uiterst gemakkelijk en blijft alsof er niets aan de hand is in het korte gras van de berm z'n maal bij elkaar plukken. Waarschijnlijk al een afstandje achter de rug, honger maakt de locatie niet uit, als er maar vreten is. Het schijnt dat de vogel soms gewoon kort met z'n ogen dicht een hazenslaapje deed. Rond kwart over zes schuifelt ie een tuin in en foerageert tussen de struiken. Een tijd blijven we nog kijken, maar de melding van een Ortolaan een tiental kilometers verderop zorgt voor jeuk. Hier hebben we het hoogtepunt mogen meemaken en we beramen ons volgende plan. De Ortolaan lijkt naar ons idee lastiger, we kiezen er dan ook voor om de Morinelplevieren in de Anjumer en Lioessenserpolder polder te bezoeken.

Nauwelijks tien minuten na vertrek rijden we in de polder een doodlopende betonplaten weg op en ik krijg een deja vû: een jaar geleden, op 17 mei, zag ik vanaf deze zelfde weg ook Morinellen. Voor ons staat al een auto met vogelaars en al snel hebben wij ook deze fraaie plevieren in beeld. Ze staan alleen wederom wel weer een rot eind weg op een bruine akker in de zindering van de zon. Tot ons grote vreugde komt ineens een luid roepend groepje van elf bijna recht over ons heen. Wauw! Deze keren weer terug naar hun stek waar ze op hun dooie akkertje door de geploegde voren rennen. 
Rond zeven uur is het mooi geweest. Ons doel is glansrijk gehaald en we kachelen tevreden en lichtelijk moe van de snelle lange trip weer op huis aan, iets voor negen stap ik m'n huis weer in. En bedenk hoe ontiegeluk ruk ik me aan het begin voelde. En hoe bevrijd na deze gave twitch. Best leuke gedachte, zo voor een 5 mei

Op de Dutch Birding-site is het verhaal achter de ontdekking door Jeroen Breidenbach te lezen

vrijdag 3 mei 2013

Woelige momentjes

Het is me weer eens gelukt om 's morgens vroeger op te staan. Meestal doe ik van Louna de laatste voeding, zo rond twaalf uur 's nachts, en als zij goeie zin heeft kan het rustig half twee worden. Niet bepaald bevorderlijk voor een toch al slechte slaper, het heeft echter wel heerlijke nachtelijke momenten met ganzen, Smienten, Kraanvogels, Regenwulpen, Witgatje en Oeverloper opgeleverd, als ik na de voeding voor de deur nog even een peuk wegtrek.

Deze ochtend besluit ik eerst Fluiters te gaan zoeken in het Rozendaalse bos, mijn eerste dit jaar, en daarna een rondje Arnhemse hei te gaan struinen, op zoek naar Draaihals, Grauwe klauwier en andere spannende veren. Meerdere Fluiters laten bij Rozendaal al snel hun mooie stuiterende zang horen, en ook Grauwe vliegenvanger (nieuw 2013), vele Bonte vliegenvangers, Gekraagde roodstaarten, Boomleeuwerik en andere leuke bossoortjes zingen in m'n oor. 

Op de Arnhemse hei, een mooi gebied in handen van Defensie waar wandelen wordt toegestaan, parkeer ik de fiets ergens plat onder een vliegden om 'm zo te verstoppen, en kris kras begin ik door het veld te struinen. Hierbij wel in het oog houdend dat nét die wat openere stukjes worden meegepakt waar eventueel een Draaihals of zo kan zitten. En boompjes altijd snel rondom bekeken kunnen worden, mocht een nog onbekende vogel er in schieten en via de achterkant besluiten weg te vliegen. Vanuit een dennenbos klinkt  ingetogen het 'tsjakken' van een Kramsvogel. Gekke plek, misschien broedvogel? De vogel zit in een top van een den en vliegt vlak er na richting een groot door Wilde zwijnen omgewoeld veld. 


De struintocht krijgt een behoorlijk weird tintje als het ontbijt zich meld en thuis het toiletarium nog niet was bezocht. In de rand van een dennenbos worden dan ook relaxed de pijnboompitjes van gisteravond geretourneerd, ondertussen met zicht op het vrije veld alvast kijkend waar wat beweegt. Het is leeg. En wandel hierna door, met een bocht eerst rechtsom en daarna met een bocht naar links, een zandpad op, waar ik een drietal 'tsjokkers' opstoot: Beflijsters! Rustig ga ik onder een den zitten, waar ineens ook een/de Kramsvogel zich boven mij in een berk laat zien. 


Vanuit de bomen keren ondertussen ook de, vaak schuwe, Beflijsters weer het omgewoelde veld op. Tijgerend over het zandpad kruip ik door de diepere bandensporen richting een klein dennetje aan de rand van het veld, van waarachter de vogels rustig te bekijken zouden zijn. Het zijn minimaal twee mannetjes en een vrouwtje, maar heb het gevoel dat er misschien meer zitten. Het woelige terrein, en omdat ik plat lig, zorgen er voor dat niet alles goed is te overzien. Terwijl ik zo langs het pad lig, zie ik ineens tot mijn grote verbazing dat op de plek waar ik nét de pijnboompitjes had geplant, een soldaat druk bezig is met roodwit lint alles af te zetten. Een jeep komt aangereden en nóg drie soldaatjes komen er bij, waarbij er een met een kijker de omgeving bekijkt. Ik zou toch niet net een of andere zandhaas z'n mangat hebben volgegooid...? Heb ik ergens dan zo overheen gekeken, waar komen die lui ineens vandaan? Zit 't hele terrein vol met die camouflageknakkers? Het stelde niks voor joh, ik heb geen bom van kunstmest geplaatst of zo...

Ik druk me, nu enigszins ongemakkelijk en met het gevoel van alle kanten te worden bekeken, nog platter tegen de grond aan de rand van het pad, in de hoop dat er niet zo dadelijk een of andere jeep met hoge snelheid langs komt  racen, wat ik ze hier wel eerder heb zien doen. En geniet van de Beflijsters die, dan weer waakzaam op een bultje rondkijkend, dan weer rondpikkend, steeds meer op mij af komen. Dan weer in vol ornaat, dan weer verstopt in het gewoelde veld. Het is wel een prachtkans om eindelijk eens goed deze vaak schuwe lijsters rustig te bekijken. Het leger gaat verder, blijkbaar is er een of andere oefening op komst, er worden nog meer plekken in het gebied met lint afgezet. Zelf laat ik het gebied daarom voor wat het is, en fiets naar het Dal van Deelen, waar m'n eerste Tuinfluiter voor het jaar zingt. Voor de rest is het rustig, en omdat m'n energie begint op te raken pedaal ik weer op huis aan