Het is dat ik ze vanochtend niet zo snel kon vinden (nog in de doos in de berging) en de enige die ik al had gedragen in de was zat. Anders had ik vandaag zéker een korte broek aangedaan. Nou ja, zo'n knielengtegeval dan. Ietwat fris in de start, daarna op vol lenteniveau. Dat beloofd een heerlijke dag te worden! Dat bleek ook wel uit de regen aan meldingen van terugkerende zomervogels als Tjiftjaf en Boompieper in Nederland. Op de mailcirkel van de trektellers wordt melding gemaakt van ongekende, maar zeer hoge (oost)noordoostwaartse vogelbewegingen, wat te zien is op radarschermen. Trektellen.nl wordt door Nederlandse vogelaars nauwlettend in de gaten gehouden wat er in de zuidelijke landen allemaal gebeurd. Er komt wat op ons af!
De laatste tijd hou ik me steeds meer bezig met de gedachte hoe je 'gewone' mensen bewust kunt laten worden van en kunt betrekken bij al het natuurschoon wat in hun omgeving te zien is. En de aandacht van die mensen is vaak alleen te triggeren met iets 'bijzonders'. Zogenaamde 'verjaardagspraatjes'. Aangezien mijn interesse steeds meer groeit in een niet vaak bedocumenteerd gemengd broedgeval Noordse kauw met een gewone in de Nijmeegse wijk Brakkenstein, dacht ik, kom laat ik het eens proberen met een stukje voor de regiokrant. Samen met een foto stuur ik dan ook een mail naar de Gelderlander. Tot m'n verbazing wordt het opgepikt en krijg ik een mail met de vraag om nadere details.
Ook vragen ze of ik misschien foto's van de Noordse kauw bij de schoorsteen heb, ter illustratie van het broedgeval en de plek. Maar die heb ik helaas (nog) niet. Ik beloof dan ook dat ik in m'n pauze ga kijken of het paar bij het nest zit. In plaats van over de Heijendaalseweg er naar toe te fietsen neem ik de Driehuizerweg. Het was zo bedoeld. In een groep Kauwtjes in de berm zie ik al snel het witte halve maantje van de noorderling.
Ik parkeer m'n fiets aan de rand van de weg in de buurt van het groepje, leg m'n fototoestel op het zadel en begin de groep te bestuderen.
Er foerageren acht Kauwtjes, de paartjes zijn duidelijk te herkennen. Als de een links gaat, gaat de ander er als op een onzichtbaar commando rustig achter aan. Snorre, zoals ik de Noordse kauw heb genoemd, en partner wijken hierin niet af en blijven trouw dicht bij elkaar. Leuk detail is dat kauwtjes hun hele leven, voor zover mogelijk, bij elkaar blijven! Rustig wandelen ze rond, om af en toe druk de bladeren los te peuteren. Soms pikken ze wat woester door het bladerdek heen, waarbij de bladeren in het rond vliegen. Wat ze nu precies eten krijg ik helaas niet te zien.
Met een oog kijk ik door de zoeker van de camera, met het ander volg ik ze 'live'. Als ik de Noordse niet meer kan vinden gebruik ik beide ogen en zie zo dat Snorre mét partner, op drie meter voor me op de stoeprand recht op me afloopt. Rustgevend en een intrigerend schouwspel om te zien hoe ze van alles inspecteren,
omdraaien en dan met een zijwaarts schuin naar de grond gericht koppie het resultaat van de woeling bekijken. Zouden ze kijken, of misschien juist luisteren? Snorre komt, alsof er niets aan de hand is, steeds verder naar me toe gelopen. Dat doet me toch wel wat, dat 'niets-aan-de-hand-gedrag'. En tegelijkertijd ben ik nieuwsgierig wat er allemaal in hun koppie rondgaat.
Opeens kijk ik doodstil in zijn/haar(?) ogen, waarna ze, de partner loopt er natuurlijk gewoon vlakbij, rustig de grasberm op- en van me aflopen. Achter me langs komt de een na de andere fietser voorbij, voor de kauwtjes niets ongewoons. Door scholieren met een iets te hoog geluidsniveau vliegen ze op, maar strijken verderop weer neer. Een passerende vrachtwagen is echter wel too much. de hele groep vliegt op en in tweetallen vertrekken ze de woonwijk in.

Snel fiets ik naar de schoorsteen aan de Heijendaalseweg, om te kijken of ze hier heen zijn gevlogen. Vanaf de Driehuizerweg komen wel tweetallen aangevlogen, die of in een boom of bij een schoorsteen gaan zitten. 'Het' paar blijft helaas weg. Weer sta ik te kijken van het aantal Putters die in de wijk rondvliegen. Tijd om weer aan het werk te gaan.
Zo gaat het vaak: ik denk 'goh, daar zou ik eigenlijk wel weer eens heen willen', maar dan komt het er maar niet van. Zo ook met recreatieplas de Berendonck ten zuidwesten van Nijmegen. Eigenlijk een best interessante plas. Ooit zag ik er een Noordse Stern en er verzamelen zich meeuwen voor ze naar een slaapplaats elders vliegen. De plas is aan een zijde omzoomd met rietkragen en struiken en bomen. De melding van een vrouwtje Krooneend op de plas is genoeg om me te doen besluiten na het werk die kant weer eens op de te gaan. Het is inmiddels na vijven en het weer is heerlijk aangenaam zwoel. De zon gaat al met één oor richting de horizon, als ik vanaf m'n werk in zuidwestelijke richting begin te fietsen. Dat betekent een route door de zuidelijke wijken van Nijmegen en als je er niet zo bekend bent, is het altijd een crime om je er een weg doorheen te banen. Op de een of andere manier heb ik een soort onzichtbaar pendelloodje voor m'n hoofd hangen die me leid. Alleen zit ik neuriënd en wiegend met m'n hoofd zwaar te genieten van het heerlijke weer. Waardoor ik kriskras links/rechts door de wijken heen pendel. En op de een of andere manier precies helemaal goed!


Langs de noordkant van de Berendonck fiets ik weer richting het bruggetje op de Berendonck. Snel check ik toch nog even het, toch écht wel, vrouwtje Tafeleend. Hierdoor beland ik op een paadje wat uiteindelijk niet echt meer op een wandelpaadje lijkt. Diep door het blubber blijk ik een mountainbikeroute te volgen. Stoppen en omdraaien betekent onherroepelijk modderpoten. Ik stap over op de 'modus' mountainbiken en maak af waar ik aan begonnen ben. Met droge schoenen én vetvrije ketting kom ik na honderd meter weer op een fietspad. Het onzichtbare pendelloodje voor m'n ogen leidt me feilloos naar huis. Waarom heb ik toch het idee dat ik me net een postduif voel?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten