maandag 24 juli 2006

Eerste trektelling van het najaar op de nieuwe trektelpost

'Waarrrrrrrrrrrrrrr bleven jullie toch?', snorden twee Nachtzwaluwen, terwijl ik rond 5:41 m'n fietsje de laatste meters richting de telpost duw. Terwijl ik me posteer kreeg ik lichtelijk de neiging om te reageren met 'Hierrrrrrrrrrrr zijn we dan', maar dat zou té flauw zijn. Onwetend over het vervolg van de ochtend, maar zeer vergenoegd weer op een vertrouwd plekje te zitten, kijk ik over het veld. Dingen veranderd? Weinig. Ik neem de verschillende bakens weer in me op, zodat ik, als ik moet zoeken met de telescoop, weer wat richtpunten heb. Als kadetjes liggen in de verte de zweefvliegtuigen te wachten tot ze opgewarmd worden.
Genietend van het uitzicht wacht ik op wat komen gaat. Van de stilte kan wat minder blijkt, als een trein weer laat weten waar de spoorlijn ook al weer loopt. Met een Gierzwaluw om 5:56 verklaar ik in m'n eentje de post weer voor geopend. Rustig deint de vogel richting Noord. Eunk, fout, naar zuid moet je lieverd. Spoedig zou blijken dat meer soorten de noordelijke neiging hebben. Terwijl de windvaan me een Oost/Noordoostelijke wind laat zien, komt vanachter de bomen die rooie bal tevoorschijn. Bijna even snel verschijnen uit de grond nog veel meer rode balletjes: rode mieren! Overal! Al snel delen we m'n thermosfles met koffie met een scheutje gembersiroop (zaterdagsbakkie!). Eén(?) Huiszwaluw laat weten zich op grote hoogte te bevinden, alleen het geluid bereikt de grond. Een klaaglijk geluid van meerdere vogels uit het bos is afkomstig van Wespendieven, die alras rond de telpost rondhangen. Vier exemplaren maar liefst. Meerdere solitaire Gier-, Boeren- en Huiszwaluwen passeren nu de post.
Een vijftal Kruisbekken die om 19 over 7 de post strak richting zuid passeren zijn de eerste krentjes, een Witgatje strak naar noord om 7:56 is de tweede. De aantallen zijn niet hoog, ondertussen zijn Kokmeeuwen, Kneu, Kievit, Sijs en Blauwe Reiger (3 in een groep) gepasseerd. De rode mieren zijn ondertussen aan het bekijken hoe ze het meest effectief m'n telescoop, m'n fiets en de inhoud van m'n rugzak mee kunnen slepen naar hun hol. Twee paar Roodborsttapuit houden vanuit de struiken nauwlettend de omgeving in de gaten. Je weet maar nooit met die Havikken die zich rond de post bevinden. Alarmerende Kuif- en Zwarte Mezen kondigen er één aan die rakelings langs de post scheert.
Hoe hoger de zon gaat, hoe lager de vogels gaan zitten. Blijkbaar écht zitten, want de 'stroom' zakt volkomen in. Manmoedig blijf ik stand houden en de lokale vogels beuren me op. Een Goudvink roept af en toe, en een Boomleeuwerik 'diedelieduumt' me de ochtend door. Kruisbekken blijken ook nog lokaal te zijn, twee stuks hoor ik om 8:47 in de bossen ten oosten van me. De roofvogels komen met de vroege warmte al de lucht in. In totaal acht Wespendieven ontdek ik op een gegeven moment; vier cirkelend rond de post, twee meer iets ten noorden in Heumensoord en twee meer richting Mulderskop. Ook een tweetal lokale Buizerds komen een kijkje nemen bij die vreemde knakker op de heide, twee Grauwe Ganzen richting zuid trekken zich er weinig van aan.
Tussen twee verschillende roepende Kleine Bonte Spechten door meld ik me, zoals afgesproken met het zweefvliegveld, bij de dienstdoende instructeur van het zweefvliegveld, om mijn aanwezigheid te melden. 'Hoi, goedemorgen, ik ben Remco Wester en wil melden dat ik op de telpost zit'. 'Ah, ie kompt vogelties kieken, is goed, we weten er van. Er loopt ook een Damhert rond, kan zijn dat je die tegenkomt. Hij is erg tam, af en toe komt ie bij ons water halen'. Ik had geen water bij me, dus niet gezien die dag.

Turend met de scoop ontdek ik om 9:47 in het westen plots een wit reflecterend beest. Die blijkt afkomstig van een arendachtige vogel die met een Buizerd mee vliegt. Beduidend groter en andere 'jizz', maar wat is het? De vogel cirkelt rustig rond en laat afwisselend z'n onderkant en bovenkant zien. Slangenarend? Visarend? Uiteindelijk wordt het me duidelijk dat het toch een Visarend is, die langzaam cirkelend, afwisselend met z'n kenmerkende flappende vlucht, naar het noorden verdwijnt. Leuk! Nog twee Sijzen worden toegevoegd aan het papier, evenals weer wat solitaire Boerenzwaluwen.
Net op het moment dat ik me zit te bedenken hoe lang ik nog zal blijven, ontdek ik in m'n linkerooghoek vlakbij een cirkelend beest. In minder dan een seconde (nóu nóu nóu; één dan) later kan ik de eerste Rode Wouw voor het seizoen noteren. Langzaam wint de vogel rond 11:32 hoogte boven de post, om op grote hoogte ook...naar noord af te keilen. Ondertussen trekken de wolken aan. Ik kan nu beter hoger kijken en pluk nog wat zeer hoge Gierzwaluwen uit de lucht. Lokale roofvogels zoals Havik, Sperwer, Buizerd en Wespendief hangen nu actief in de lucht te lummelen, zodat ik besluit nog even te blijven. Stel je voor dat die Zwarte Ooievaar nog maar een paar honderd meter achter me hangt...
De rode mieren houden het voor bekeken, veel te warm. Is maar goed ook, want ondertussen ben ik aan twee liter multivitamine-sap begonnen en die zou ik graag alleen opdrinken. Ik geniet van de zweefvliegtuigen die één voor één omhoog worden gekatapulteerd, maar om kwart over twaalf is het echt welletjes geweest. Nadat het volkomen bewolkt is geweest, trekt het nu weer wat open, maar er komt niets meer over. Alles ingepakt fiets ik naar de uitgang van het vliegveld. Nauwelijks honderd meter verder hoor ik een Gierzwaluw. Ik kijk omhoog tegen het scherpe licht en ontdek één, twee, tiental, nee, tientallen Gierzwaluwen in een bulk in de lucht!Vooruit, jullie mogen nog op papier. Die ene minuut......

zaterdag 22 juli 2006

Zo, klaar met de drukte, hup de Ooij in!

Ik ben klaar met de Vierdaagse/Valkhofaffaire, en hoewel het heel gezellig was, heb ik m'n portie drukte voorlopig even gehad. Daarom vanavond met Peter Hoppenbrouwers de Ooij in. Bij het Hollands-Duits-gemaal de Grote Gele Kwikstaart in een boom. De westkant van de Oude Waal werd opgevrolijkt met een Lepelaar, drie Witgatjes en na een tip van Luc Meuwissen konden Peter en ik alsnog ook een rustende Kleine Zilverreiger bekijken aan de westkant van de Oude Waal die ik zowaar over het hoofd had gezien.
Minimaal 18 Witgatjes zaten verspreid over het schiereiland, stipjes in de verte hadden het aantal op kunnen krikken, maar zaten net te ver. De Watersnippen verticuteerden met minimaal tien man sterk de sliboevers van het schiereiland, terwijl twee Bosruiters het rustiger aan deden. Zwarte Sterns waren nadrukkelijk aanwezig en vlogen met hun jongen boven het water.. Een zangertje welke zich voortbewoog aan de rand van het schiereiland in de gele lissen en kruidenlaag werd door ons verbaasd gedetermineerd als Rietzanger. Leuk zo'n foerageerwaarneming! Vier ongedetermineerde steltjes in de trant van Regenwulp/Grotere plevier vlogen hoog over richting west en lieten Peter, Luc en mij weer ouderwets vertwijfeld achter.
Bij de Erlecomse Waard één Pontische Meeuw leurend aan een dood beest aan de waterrand, zo'n 35 Geelpootmeeuwen, een paar Kleine Mantelmeeuwen en Stormmeeuwen. Groepen invallende Wulpen in verscheidene aantallen, waarvan we er zo'n 120 hebben zien invallen gaven weer aan dat de slaapplaats weer goed bezocht wordt. Leuk waren twee Kleine Plevieren met twee pulli, een Scholekster met een bedelend jong (die overigens verbazingwekkend goed op een roepende Bonte Strandloper leek) en een groep strak naar west vliegende Zwarte Sterns. De afwezigheid van het paar Visdieven zouden kunnen wijzen op een mislukt broedgeval.Op de terugweg aan de oostkant van Oortjeshekken een Steenuil in een grote knotwilg roepend.