zaterdag 23 mei 2015

23 mei 2015 Zeldzame hattrick aan zeldzame soorten nieuw voor Gelderland!

Oma en opa zijn een dagje toeren in Noord-Holland van oma-oma's naar tantes naar neefjes en al vroeg op pad. Louna en ik hebben 't speelrijk heerlijk alleen en na een bammetje 'bé-ru-goed' duiken we op het speelgoed. Al kneuterend tussen dan weer dat, dan weer dat gaat de tijd richting tienen en bedenk ik alvast welk stuks fruit vanochtend aan de beurt is. Buiten vlaagt op z'n tijd een buitje voorbij, die gaandeweg de ochtend in hevigheid lijken toe te nemen. 
Tegen kwart voor tien, als Louna net is aanbeland in het spelletje 'ik hóór je niet, ik hóór je niet!' gaat m'n telefoon 'Papa, télufó-hón gaat!'. Die hoort ze dan weer wel...,De toon verkondigt een bericht in één van de Whatsapp vogelalert-groepen, het is de Arnhemse zie ik: Roodkopklauwier in de Jezuïetenwaai!! Snotverju, wéér één in Gelderland! En weer zit ik in Enschede. Op 13 mei werd in de Veenkampen bij Wageningen een exemplaar ontdekt van deze voor mij nieuwe soort voor Gelderland, reden om de volgende dag met Guido Verhoef te gaan posten bij het kooikersbosje waar hij de avond er voor in was verdwenen. Uiteindelijk stonden we er een paar uur voor Piet Snot, het leed enigszins verzacht door een mooie Zwarte Wouw die laag over Utrechts gebied naar de Gelderse grens iets verderop trok. Voor Guido leek dan ook een nieuwe aanwinst voor z'n Big Year-lijst in aantocht te zijn, ware het niet dat enkele kraaien roet in de route gooiden en 'm weer westwaarts lieten vliegen. De kans was groot dat hij alsnog weer noordwaarts, en dus Gelderland zou gaan, maar die kans was voor ons verkeken toen we 'm uit 't oog waren verloren. 
Anyway, het zou toch niet zo zijn, dat ik nu wéér een Roodkop door de neus krijg geboord? Snel weeg ik de mogelijkheden af: zal Louna het trekken? 'Even' op en neer? Of In Arnhem later die middag ergens een slaapje doen, en dan terug? Het loopt me over aan te bedenken mogelijkheden en probeer het dan ook af te laten glijden. Maar het knaagt zich net zo snel weer omhoog. 'Ach, het gaat toch niet lukken, teveel gedoe en geregel. Dús, kan ik net zo goed Andele smsen. Heb ik in ieder geval het idee íets geprobeerd te hebben!'. Tegen half elf gaat dan ook de vraag zijn kant op, of hij al naar de Roodkop is, en dat ik overweeg met Louna na haar middagslaapje te gaan. En of hij dan misschien (weer) zou willen rijden? De wedervraag is hoe laat ik dan daar ben, omdat hij om vijf uur z'n zoon moet ophalen. M'n raderen gaan nu een tandje harder draaien. Twijfels. 'Hoe met het hapje? Zou ze tussendoor kunnen slapen? Is het echt niet wat veel? Misschien nú al gaan, en dan voor 't slaapje terug?' Ik sms dat ik de treinreis even uitzoek, denk dan zo al te gaan en vraag of hij een kinderstoeltje heeft. Stiekem hoop ik dat hij reageert dat 't wat lastig uitkomt, zodat ik een excuus tot thuisblijven heb. In plaats daarvan verschijnt 'Prima, instappen maar!' Andele is al naar de klauwier, maar wil ons wel ophalen. 'Ga je mee Louna, gaan we met de trein'.'Jáá!' lacht ze. Nou, dan gáán we ook! In een handomdraai gris ik de nodige spullen bij elkaar, hijs ons beiden in het regenpak -buiten is dweilen nu zinloos- en peddel door de bui naar perron 2. Kaartje op zak, krentenbol in de hand. rollen maar! Ben door deze spontaniteit echter zo van m'n apropos, dat ik sms om 12:36 uit Zutphen te vertrekken en om 12:20 in Presikhaaf te zijn. Oké, we zíjn snel, maar een timewarp achterwaarts...
Gelukkig zit er een kleine tien minuten in de overstap te Zutphen, zodat de frisse lucht op het perron het een en ander laat bezinken. 
Louna bezinkt zichzelf ook en huppelt over het perronbeton van plas naar plas. Die soms dieper zijn dan gewenst, maar ach, je bent maar één keer jong Het tweede deel van de reis komt in beweging, nog maar 20 minuten! Tussen alle gezelligheid door (laarzen uit, staan op de stoel: katoink katoink katoink!) een bericht op de ArnhemAlert van Frank Wagenaar: Dick van Dorp had 's ochtends in de Velperwaard een op de grond baltsende Watersnip. Een gedrag dat deze soort niet zo snel laat zien, maar wel bekend is van de zeldzame én vaak schuwe Poelsnip. 'Of iemand misschien wil gaan checken?' De door Louna en spoorwegen opgeeiste aandacht laten me de eerdere berichtjes weer vergeten, nieuwe tik ik af. 
M'n kleine is klaar met schapen koekeloeren en katoinken en ligt nu ontspannen lekker te slapen op de twee treinstoelen tegenover me. Zachtjes til ik haar even later op, en stap om één uur perron Presikhaaf op. Aan het begin staat Andele al lachend ons op te wachten, hand schudden en richting auto. Met m'n ene helft bij de gedachte zo dadelijk naar een Roodkopklauwier te kunnen staren, neemt de andere de trapafdaling-met-Louna-op-de-schouder voor rekening. 'We gaan eerst naar de Velperwaard'. Voordat m'n blik gans in de vraagstand kan komen rolt er al uit 'want het is er écht één!'. Hè, WÁT?! POELSNIP?!!' Erik Ernens blijkt de snip teruggevonden te hebben, en precies op moment van uitstappen slingert hij het bericht de whatsapp op: 'Poelsnip!!!!!!!!!!!! Velperplasje'. 
Een kleine half uur later parkeren we bij Velp op de Beemd onder aan de dijk en lopen over het fietspad naar het groepje veelal bekenden, dat zich aan het eind van het pad op de dijk heeft opgesteld achter een rij telescopen. Ongetwijfeld door de vele indrukken en actie is Louna al vroeg uitgeblust. Op mijn arm zittend, met een armpje over de ene en haar hoofd op de andere schouder lopen we naar de blije én gespannen gezichten op de dijk. Héérlijk om die 'twitch'-adrenaline weer eens goed gierend door het lijf te voelen. Het is dan ook een megaknaller van een soort. Ze worden eigenlijk wel jaarlijks in Nederland gemeld, maar vaak gaat het dan om waarnemingen van snippen die vlak voor je opvliegen en vervolgens verdwijnen voor ze zich laten fotograferen. En omdat verwarring kan optreden met verzwakte Watersnippen die een zelfde soort vlieggedrag kunnen vertonen, is een goede plaat van de vogel een vereiste voor aanvaarding door de Nederlandse zeldzaamhedencommissie. 
Voor Gelderland is dit zelfs pas de tweede twitchbare, de eerste verbleef 30 april en 1 mei 1987 bij Opheusden Voor velen betekent het dan ook een nieuwe provinciesoort. Niet nieuw is dat Poelsnippen zich vaak niet makkelijk laten zien, en uitstekend weten op te gaan in het hogere gras waar ze graag foerageren. Om flexibel te kunnen reizen heb ik statief en telescoop thuisgelaten. En juist bij deze soort is dat een handicap. Onregelmatig laat hij net boven het gras uit een kop of kont zien, waarna opgewonden 'Daar zit ie'! of ontladend 'YESS' door de groep klinkt. 
De eerste keren dat ik bij iemand achter de scoop kan aanschuiven, kom ik dan ook niet verder dan wuivend gras ('zou hij daar lopen?'). Ik drentel wat heen en neer, luister naar aanwijzingen die worden gegeven, klets bij met bekenden en let op Louna, die zich na het ontleden van bloemen nu bezig houdt met het ontleden van een boterham. En dan is daar mijn moment!! 'YESS!!', roep ik geijkt, wanneer de snip een tijd rond spiedend rechtop tussen het gras blijft staan. De indruk van een wat stevigere snavel, maar vooral de sterk, tot laag op de buik lopende bandering op de flanken is goed te zien. 3
Poelsnip, Velperwaard, 23 mei 2015, Rob Zweers
Wanneer je eenmaal doorhebt wáár in de rand de snip precies uithangt ('bij de pol, waar het dijkje omhóóg gaat!'), wordt terug vinden vaak ook een stuk makkelijker. Nieuwkomers belanden soms in een hectische, en zenuwachtige oriëntatie fase, waarbij door hen die wél wat zien óf te zacht wordt gepraat, óf men schreeuwt een overdaad aan zelfbedachte of -een halve meter links van die twee gele bloemen! Jáá, en daar nú voor langs!- niet te vinden aanwijzingen heen en weer  en verzonnen aanwijzingen -wáár dan precies, aanwijzingen graag! Aanwijzingen!' waar ik gelukkig nu uit ben. Met een ontladen hart breng ik Louna, die aangeeft even te willen slapen, naar de auto. Op de achterbank maak ik een bedje voor haar, stop haar in onder een warme jas en spurt na een tijdje weer de dijk op. 
De groep twitchers groeit gestaag, en belletjes en berichtjes uit het land met vragen over de bereikbaarheid, laten zien dat dit ook nog wel door zal gaan. Het lukt me om de skulker nog een paar keer mooi, en beter te zien. Zodat ik terecht kan zeggen genoeg kenmerken te hebben gezien om zelf tot de determinatie Poelsnip te kunnen komen. Want alleen een aanblik van ik noem de kop, is niet echt bevredigend. Wanneer Andele terug is van een check bij Louna, en zegt dat ze rustig, maar met de ogen open ligt, ga ik kijken. Ze wil niet slapen, maa naar buiten. Even later trekt ze lachend een sprint over de dijk. 
Met een 'zullen we zo gaan?' start het avontuur naar de soort waar het allemaal mee begon: de ROODKOPKLAUWIER in de Jezuïetenwaai. 'Ja, óp naar de Roodkop!', reeds vooruit dromend dat dadelijk, slechts een dik uur later, mijn tweede nieuwe provinciesoort in de scoop zal verschijnen. Regenbuien eerder vanochtend dreven de klauwier wel eens de meidoorns in, en dan duurde het soms een tijd voor men haar weer vond. Gedrieën lopen we de dijk op. Andele, met de Roodkop reeds in de pocket, op z'n gemak, ik -wéér- gierend op de adrenaline en Louna wéér op de arm. Vol verwachting kijk ik over de dijk, zijn er mensen? Slechts één persoon, turend door zijn scoop, staat een kleine veertig meter verderop. Het blijkt Nico Omlo te zijn, en toevallig krijgt hij nét, na een kleine drie kwartier, de klauwier weer in beeld! 
Gelijk spurt ik dan ook door naar zijn telescoop en met één blik tikt soepel m'n tweede straffe nieuwe voor Gelderland zich de lijst op! Grauwe wolken drijven over de Rijnstrangen, gelukkig hebben de buien plaats gemaakt voor straaltjes zon. En dat betekent weer insecten in de lucht, en dát weer een actieve Roodkopklauwier vanuit de toppen van de meidoorns die verspreid in het open veld staan. Terloops wijst Nico op een Visarend die boven het water van de waay blijkt te cirkelen en ons was ontgaan. Hatsjikkidee, een leuke bonus er bij vandaag! Ondertussen keuvelt men op de diverse regionale whatsapp-groepen rustig door. De Arnhemse over de strakke vondsten, in het Nijmeegse schemert door én een gemis aan enig regionaal vuurwerk én omdat er van alles opduikt net buiten hun werkgebied een lichte teleurstelling. Gelukkig is daar om half drie Mark Wilkinson, die de Nijmegenaren een stevige pijnstiller aanreikt in de vorm van een zomerkleed WITVLEUGELSTERN, foeragerend boven het Grote Grindgat bij Weurt. 
Visarend, Jezuïetenwaai, 23 mei 2015, Andele Boorsma
Een potentieel derde nieuwe provinciesoort! Echter, het genot van de spontane twitchactie, met reeds twee nieuwe soorten, de vreugde van op pad zijn met m'n dochter, het weerzien van vele bekenden, als een soort blusdeken dempt het de walmende adrenaline-wolk om me heen. De trigger uit Weurt ligt net ver genoeg voor een nieuwe adrenalinestoot. En dan douwt Andele rustig een strijker in het kruidvat: Nog even de Witvleugelstern doen?' Huh, wát?!' Sneller dan de gedachte ontvlamt de adrenaline weer. Inpakken, gáán! Jezuwaai, pontje Huissen, A325, Weurt. Zo heel erg ver is het niet, de adrenaline stampt er lekker op en laat het eeuwen duren. dipticks steken de kop op: 'mooi tp' laat Jordy Houkes op de Nijmeegse whapp weten. 
Hij zit er nog, mooi!! (je gaat dan ook altijd in uitroeptekens denken hè..). Het is pas veertien minuten geleden dat Mark z'n vondst verspreidde. Het voelt als een eeuwigheid. Dus ook opluchting bij het 'hebbes!' door Jolanda Wannet.Slechts vijf minuten na Jordy...Úren zijn het! Bij Nijmegen stuurt Andele me echter eerst een compleet nieuwe wereld in: voor het eerst ga ik over 'De Oversteek' de nieuwe Waalbrug aan de westkant van Nijmegen. Kanonne, wat is híer een zooi veranderd zeg! Ooit lag de De Vasim, een voormalige woon- en werkplek van me, in een zee van vrije ruimte, nu ligt ze ingeklemd tussen brug en wegen. Acuut bekruipt me een opgesloten gevoel. Louna ligt lekker te ronken in haar zitje. Wanneer we om tien over half vier de auto in de straat parkeren, vlak voor de dijk waar we op moeten zijn, laat ik haar dan ook lekker slapen in de stoel. Vanaf de dijk kan ik haar in de gaten houden, en we zetten er op in niet lang weg te hoeven. We draaien de autoraampjes wat open voor frisse lucht en banjeren daarna de dijk op. Andele richt zich met de scoop op de foeragerende Visdieven, Zwarte Sterns en andere vogels op het midden van de plas. Ik kijk en luister wat om me heen, enigszins verbaasd: want waar staan Mark, Jordy en Jolanda dan? Het Grindgat is best groot, en misschien hangt ie wel in de andere hoek rond, reden om een paar belpogingen te doen. Tevergeefs. 
Witvleugelstern, Weurt, 23 mei 2015 Andele Boorsma
En acuut vergeten wanneer van links, redelijk vlak langs de oever, een opvallend en contrastrijk zwart-wit vlekje in soepele vlucht onze kant op dwarrelt! 'Witvleugelstern! Daar vliegt hij!!!' juich ik. Drie nieuwe soorten op een dag, ongelofelijk. Mijn Geldersev hattrick is een feit! Andele heeft 'm vrijwel direct ook in het vizier, zodat we elkaar ook kunnen feliciteren met deze zeldzaamheid vandaag. Eindelijk ben ik dan ook van de wat wrange bijsmaak af, die deze soort als een van de weinige, of misschien wel dé enige, opriep, wanneer er weer eens eentje in Gelderland werd gemeld. In meerdere jaren kreeg ik het voor elkaar om er naast te grijpen bij pleisterende vogels, zelfs in het invasiejaar 2007 werd me niks gegund, en waren sterns verdwenen voor ik aan kon schuiven. Maar dat is met vogels kijken nou eenmaal, het moet niet altijd te makkelijk gaan. Met scoop en telefoon weet Andele, ondanks z'n bewegelijkheid, zelfs enkele plaatjes van de stern te schieten. Blije koppen en ongeloof op de dijk. Ongeloof over de vandaag opgedoken zeldzaamheden en het gemak waarmee we ze vervolgens een plek op onze (Gelderse)lijst wisten te geven. Een dag die nog een kleine verrassing in petto lijkt hebben. Naast ons op de dijk parkeert een auto, en er stapt een jongen uit, die al lopend -'zo, zo treffen we elkaar ook eens in levende lijve'- z'n hand uitsteekt. Het blijkt Jordy Houkes, die ik tot nu vooral ken van gesprekken via whatsapp en facebook.
We beppen over het een en ander met elkaar, als tegen vier uur de kriebel op komt zetten: we willen en moeten eigenlijk er een eind aan gaan breien. We hebben nog een rit naar Arnhem, Andele moet ook om vijf uur thuis zijn, en Louna en ik hebben een treinreis terug voor de boeg. Een laatste keer kijk ik door de scoop over de plas. Om dan een opvallend witte stern met een zwarte scherpe achterrand op de ondervleugel in de smiezen te krijgen. Ook lijkt de ondervleugel doorschijnend, de snavel ietsje korter en onder omstandigheden de buik iets donkerder, waardoor de vogel wittige wangetjes lijkt te hebben. Noordse Stern?! Ik attendeer Andele er op, en blijf 'm volgen, om te voorkomen dat ie weer tussen de Visdieven op de grote plas verdwijnt. En zo veel langer willen we het niet meer maken. Uiteindelijk vliegt hij al patrouillerend onze kant op, en komt dan net als de Witvleugel vanaf links langs. Wanneer hij een paar keer zwenkt is nu duidelijk de doorschijnende hand te zien. Noordse Stern! Wel lijken de verlengde staartpennen niet zo heel lang voor een Noordse, de andere kenmerken laten echter geen twijfel over. Met deze onverwachte afsluiting op zak lopen we naar de auto. 
Louna slaapt de hele rit als een os, en al zou ik dit laatste half uurtje vol willen beppen met van alles over vandaag, de stilte door ongeloof, verbazing, vreugde en stiekem ook een hoog energieverbuik wint het. Met Louna slaperig op de ene arm schud ik stevig met de andere hand die van Andele. Zoals gezegd, een zeldzaam mooie en memorabele dag, waarin uiteindelijk zelfs het weer z'n goodwill toonde. Een middag eens niet gedacht aan alle zorgen. Slechts de vraag aan mezelf wát nou de trigger was om juist vandaag w'rl te gaan. Ach, hoef het niet weten, +3!! Praktisch in één keer kunnen we door, auto uit, trein in. Zelfs dát werkt vandaag mee! Al snel hangen Louna en ik lekker onderuit gezakt op de treinbank. Ongeloof, vreugde, vrijheid, langzaam, maar grondig kikken de emoties binnen over vandaag: Poelsnip (+1 NL/Gld Remco, Andele +1Gld), Roodkopklauwier (+1 Gld Remco, Andele), Witvleugelstern (+1 Gld Remco+Andele), Visarend en Noordse Stern (+1 jaarlijst Gld Remco en Andele)



Túúrlijk mogen je laarsjes uit Louna, doe maar lekker! 
KATOINK!  KATOINK!  KATOINK!  KATOINK!
Ja, zo'n dag was 't wel....



Twitchers bij de Poelsnip, rechts 'ontdekker' Dick van Dorp

vrijdag 13 maart 2015

Kraanvogels vanuit het zolderraam!

Eerder schreef ik op Facebook dat ik graag weer eens Kraanvogels langs m'n ouderlijk huis zou zien. En zag ik die dag zelfs ook nog een groep van zeven vogels, dicht in de buurt van huis. Vandaag was ik er alert op, door berichtgeving via diverse whatsapp-groepen. Mooi was te volgen hoe de meldingen van groepen begonnen in Zuid-Limburg, en via whatsapp-groepen steeds noordelijker werden 'overgenomen'.Rond half twaalf stapte ik thuis door de achterdeur met m'n moeder naar buiten, de tuin in. Ma loopt al verderop als ik nog in de deuropening sta en ineens van rechts een groep grote vogels in het oog krijg, laag over de huizen. 'MÁ!! KRÁÁNVOGELS!!!' Ze krijgt de Kranen ook in beeld, ik trek een spurtje naar binnen: de camera lag al klaar. Door alle opwinding bleef ik echter op het verkeerde 'aan'knopje drukken, zodat ik me tevreden moest stellen met het fotograferen van de achterkant. Stiekum hoopte ik dat ze heel even een rondje zouden cirkelen. Ééntje maar. Helaas, laag verdwenen ze achter de hoge Kastanje verderop bij de buren in de tuin. Mijn wens voor Kraanvogels over de tuin kwam in ieder geval wél sneller uit dan verwacht, zodat mijn fixatie op de lucht telkens als ik in de tuin kwam wat dragelijker werd.   
Over de whatsapp bleven de meldingen over Kraanvogels bij diverse groepen doorkomen. Wanneer ik begin van de middag op zolder aan het werk ben, bedacht ik dat vanuit het zolderraam misschien wel wat te zien zou zijn. Om tien voor twee stel ik m'n scoop wat verdekt op -we hebben buren- en werp er een blik door. Slechts één seconde verstreek: HOPPEKEE!! 35 Kraanvogels!! Ik pik ze toevallig op wanneer ze net door een gat in de bomenrij zwaaien. Ze lijken behoorlijk laag te vliegen, maar misschien is dit optisch bedrog door de afstand. De groep vliegt ergens ver ten zuidoosten van Enschede, de exacte afstand laat zich niet bepalen. 
Vanuit de ervaring dat vogels vaak 'trekbanen' volgen, zet ik in op het vooral in de smiezen houden van 'het gat'. Eigenlijk twee gaten, links en rechts van een hoge spar (zie rode pijl foto boven). Na tien minuten waag ik het weer eens en zet m'n oog aan de scoop: hopseflops, een groepje van vier en één van liefst ca 80 Kraantjes zeilt door m'n beeld, laag boven de horizon!! Gespannen wacht ik op wat er nog meer het gat in komt vliegen. Zodra vijf minuten zijn gevuld met het turen naar een leeg luchtruim zet ik me weer aan het werk. Zo dadelijk weer een poging.
Ineens veer ik op van m'n stoel: ow ja! Kraanvogels kijken! Eerst kijk ik gewoon door het zolderraam. Of er niet stiekum iets boven m'n hoofd hangt waar ik niks van weet, en werp vervolgens een blik over de rode draad naar het zuiden. We gaan gewoon weer verder met tellen, een groep danst door de wind naar noord. Ze zijn al weer bijna door het gaat heen, voor ze links achter de boomkruinen verdwijnen zijn ze ongeveer geteld: 25. Ik kijk nu iets hoger, over de boomtoppen heen, naar het zuiden. De volgende groep dient zich al weer aan. Wederom circa 26. Ze lijken nu ietsje hoger te vliegen, reden om over de bomenrij heen te kijken naar de hoek waar ze vandaan zouden moeten komen. En ja hoor, een groep is net uit elkaar gevallen en vliegt wat slordig verder. Langzaam hergroeperen ze tot de bekende V-vorm met traag flappende grote vleugels en een streep rechts en links: kop en poten. 


Daarachter peddelen de volgende reeds, deze keer kom ik tot ongeveer 50 vogels, leuk! Klein minpuntje in het uitzicht is dat het aanvliegen wel op te pikken is, zodra ze echter de spar links voorbij gaan verdwijnen ze achter hogere kruinen. In die tijd is het bikkelen om de op en neer dansende, uit elkaar vallende en tot cirkelen overgaande Kraantjes geteld te krijgen. Een lastige klus. Ik merk ook dat hierdoor een paar groepen niet worden geteld, omdat ik er al één tel, hertel, hertel en nog eens overnieuw tel. 
Dan krijg ik een groep van 37 in beeld, die bezig is met hoogte te winnen en min of meer op één plek begint te cirkelen. Dit is een kans om m'n vader te roepen, die beneden zit en het denk wel leuk zal vinden. Onderwijl de groep hoogte wint,zeil ik de trap af omlaag, kamerdeur open: pá, Kráánvogels! En spurt weer naar boven. Gelukkig, de groep cirkelt slechts een fractie hoger nu. Leuk, zo kan m'n vader ook nog een paar graantjes aan Kraantjes meepikken. Nu hebben we er alledrie, pa, ma én ik, er een leuk verhaal aan. Anders wordt het weer zo van 'zij wel..'. Uiteindelijk heb ik 309 Kraanvogels weten te tellen. Een paar groepjes wisten zich ongeteld snel door het gaatje te wormen en zo te onttrekken aan mijn hectische 'zolderzotheid'.  De cirkelende groep zit blijkbaar op hoogte, langzaam trekken ze terug in een V-lijn en koersen traag flappend naar noord. Helaas moeten er nu andere zaken gedaan worden. De wens om weer eens Kraanvogels te zien boven Bruggert werd onverwacht snel ingevuld met een alleraardigst aantal! Met een grote glimlach geniet ik van de 'laatste' groep in m'n telescoopbeeld, nastarend tot ze zijn opgelost in de grijswitte achtergrond en loop dan op een wolk naar beneden: vrijdag de 13e was het vandaag hè? Hahahaha 


maandag 9 maart 2015

Gaat Gelderland in 2015 op de 'Kleintjes' letten?! Kleine Geelpootruiter nieuw voor de provincie!

Het leek een waar woord, wat Guido daar uitsprak: wordt 2015 voor Gelderland het jaar van de 'kleintjes'? Het jaar begon al op 1 januari met de vondst van een Kleine Vliegenvanger in de Achterhoek. Het eerste wintergeval voor Nederland, en voor Gelderland ook nog eens een goede soort! in Polder Arkemheen bij Nijkerk scharrelde 23 januari een 'bruine kip' tussen de Smienten, de ontdekker wist alleen niet welk naampje er aan hoorde. Gelukkig maakte hij een serie zeer fraaie foto's en zette deze op Waarneming.nl. De losbarstende adrenaline na de snelle ontmaskering van de Kleine Trap zorgde in de open polder voor enig weerstand tegen miezerregen, sneeuw en waterkou. Naadloos ging het naar het volgende nieuwe 'Kleintje' voor de provincielijst Op 27 januari dobbert bij Harderwijl dan eindelijk een Kleine Topper aan de goede kant van het Veluwemeer. Al geruime tijd pleisterden twee mannetjes van deze zeldzame eend langs de westkant van dit randmeer, dus in Flevoland. Het leek 'slechts' een kwestie van geduld, waarna Gelderland een nieuwe soort rijker werd. Ook z'n grenzen aftasten deed de Kleine Geelpootruiter op 28 februari langs de Lek bij Everdingen. In Utrecht. De steenworp afstand van 'slechts' 248 meter tot de Gelderse grens en de gedachte dat tijdens een rondje vliegen 'zomaar Gelderland aangetikt' zou kunnen worden zorgde dat de safe-spelers op de Gelderse ranking direct afreisden. In de vijf dagen dat ie er zat ging er echter geen vleugel de grens over. Juist het wilde westen leek meer te trekken. Na 4 maart verdween de ruiter, waarschijnlijk naar het westen, of verder zuidwaarts. De rust keerde terug in de provincie. Voor even.        
Vier dagen later, op de 8e, zetten Jandirk Kievit, Dirk van Opheusden en Gerrit Jan Klop hun telescoop op langs een plasdras wei in De Regulieren, een natuurgebied tussen Culemborg en Geldermalsen. Vrijwel direct begon Jandirk enthousiast te springen toen hem duidelijk werd wat daar door z'n beeld scharrelde: de Kleine Geelpootruiter! Gerrit Jan zet vanuit het veld de vondst op waarneming.nl, waar Jan Borst hem opmerkt en doorgeeft aan de Gelderse Alert-whatsapp. In diverse Gelderse plaatsen gaan de bezigheden gehaast over in een adrenalinetocht, de snelle beslissers, waaronder -natuurlijk- de top 3 van de Gelderlandse ranking, melden niet veel later de reeds eerder verwachtte nieuwkomer in de pocket te hebben Ik heb mezelf er redelijk rustig onder weten te krijgen. Niet direct die ongecontroleerdheid door adrenaline ontregelde hersenen na de melding van een provinciale zeldzaamheid. Echter nu sloeg de onrust wel goed in. En ik weet ook wel waarom. Twee keer eerder dook er een Kleine Geelpootruiter op tegen de provinciegrens aan. Everdingen laatst, en in september 2013 in de Hengforderwaarden bij Olst die ik ook heb gezien. Voor me liep die ruiter en over m'n schouder keek ik naar de IJssel . Aan de overkant lag Gelderland. Ook deze vogel verdween in het niets. En het liet hierbij een trigger achter. Zo één die bij woorden als 'kleine' en 'geelpoot' de spanningsboog tot brandhout zou trekken. M'n vader had andere plannen voor vandaag. 

Ik zat in Enschede met een behoorlijke bokkepruik op: vrijwel alle bekende en bevriende vogelaars waar ik mee zou kunnen rijden wonen in Arnhem. Het leek een dip te gaan worden. Tot Guido Verhoef om tien voor elf in de whatsappgroep Arnhems Alert schrijft 'van plan te zijn straks te gaan. Als er iemand mee wil'. Wetend dat hij in Zutphen woont stuur ik een bericht: hoe laat hij precies wil gaan. En sla snel aan het rekenen met het spoorboekje. Direct van huis weg, eerst naar het station en dan met de trein een uurtje boemelen: 12:23 daar. Zou hij zo lang willen wachten? Om tien voor half één loop ik station Zutphen uit. Lang haar, klein wit autootje. Niet te missen. Ongetwijfeld ook geholpen door z'n telescoop, die op gestrekt statief op 't dak van z'n auto er boven uit torent. Ik maak kennis met de persoon achter de naam die al vaak in gesprekken voorbij was gekomen. Het is namelijk de broer van Roy Verhoef, m'n birder in crime uit Velp, waar vele tochten tot mooie verhalen uitdraaiden. Guido heeft zelfde trekjes, z'n welbespraaktheid komt me echter zeer herkenbaar voor. Duidelijk familie ja. Onderweg wordt het ene ballonnetje na het andere opgelaten. Niet zo verwonderlijk misschien gezien de achtergrond van Guido: ballonnenkunstenaar op wereldniveau. Tegen kwart voor twee parkeren we de auto aan de Trichtsekade tegenover huisnummer 1 en lopen het pad in. Een wandeling van 500m rest nog tot de verwachtte ontlading als de geelpootruiter in beeld gezet kan worden. 


Wandelend over het graspad worden we tegemoet gelopen door vertrekkende blije gezichten: 'hij zit er nog hoor'. Een uitspraak waar ik erg terughoudend in ben geworden. Het is me een aantal keer eerder overkomen dat ik zo'n zelfde soort laatste sprint maakte met de nodige geruststellende woorden 'ja, hoor, laat zich fraai bekijken. Om vervolgens niets te zien. Ook nu staat er slechts één vogelaar, Dio Hornman. En hij heeft 'm niet in beeld. Rustig blijven. 'Scoop pakken, opzetten, en binnenhalen' is m'n geplande invulling de komende seconden. En ja hoor! Vrijwel direct valt zowel Guido als mij een druk foeragerend ruitertje op tussen de circa veertig Kemphanen en een handvol Tureluurs. De afstand is best groot en de schuin tegenover ons staande zon straalt er een lastfactortje 2 tegenaan. Één voor één ga ik de kenmerken af, de optelsom komt uit op +1. Nieuw voor Gelderland!      

Tegen twee uur passeren twee wandelaars met loslopende hond ons, en lopen naar het eind van het pad, in de richting van de groep steltlopers. Mijn vraag of 'het pad toch niet naar rechts toe gaat op het eind' wordt beantwoord door een grote groep steltlopers die stoppen met foerageren en onder alarmkreten, met gestrekte nekken, wantrouwend in de gaten houden wat er op hun af komt gelopen. De tolerantiegrens wordt gepasseerd en de hele groep gaat de lucht in. Wat zal het worden, de ruiter al volgend met de telescoop door het luchtruim volgend. De Kemphanen duikelen terug naar de oude plek. de Kleine Geelpootruiter sluit zich aan bij vijf Tureluurs die onze kant op zwenken. En vlak voor ons naar de slikvelden afzakken en landen. 


Dát is dan wel weer aardig van ze! In de telescoop verschijnt nu in vol ornaat mijn nummer op de Gelderse lijst. Op z'n opvallende, beetje dooiergele poten baant hij door 't laagje water. Snelle meters worden afgewisseld met korte rustpauzes waarin de omgeving wordt gescand. Ik bedenk dat als ik het pad, met daarin een haakse bocht, een stuk terug loop het zicht een stuk beter zal zijn omdat de zon dan van rechts er op schijnt. Het zicht is inderdaad een stuk beter, de gele poten knallen er soms uit en ook andere kenmerken zijn nu gedetailleerder te bekijken.  


Alleen fotograferen blijft een uitdaging. Kwam de zon eerst van voor, nu is de grond zo ver opgewarmd dat er luchttrillingen ontstaan. De een na de andere druk ik af terwijl ik m'n telefoon zo strak mogelijk tegen het oculair van de scoop druk. Ook maak ik enkele filmpjes. Omdat er op m'n telefoonscherm alleen een ietwat overbelicht en trillend nat stuk land is te zien fotografeer en film ik op goed geluk de vogel. Na eerst met het oog gekeken en gevolgd te hebben, druk ik snel de telefoon tegen het oculair zodra ik zie dat er langer dan een paar seconden stil wordt gestaan. Ook de andere aanwezigen proberen een beetje schappelijke pixelherinnering af te drukken. Voor mij houdt dit gewoon in dat er tientallen de geheugenkaart opgaan, om thuis op het computerscherm te ontdekken dat er dan één of twee 'redelijke' overblijven. En gelukkig, tussen de circa tachtig zaten er een paar waar 'wat mee te doen' was. Ook weet ik er een kort filmpje uit te persen [youtube]. Nu alleen wel een keer leren hoe slechte beelden er uit te knippen...                

Op de plasdras is het verder eigenlijk niet zo heel druk. Buiten de groep met 41 Kemphanen, een Bonte Strandloper en vijf Tureluurs zitten er eigenlijk alleen Kieviten. en twee Scholeksters. Vanuit de houtwallen zingen her en der Matkoppen, een Groene Specht klinkt vanuit een populierenbos. Guido peurt er langs het pad nog een Kleine Barmsijs uit en dan is het soortenplaatje wel geschetst. De geelpootruiter staat nu al minutenlang stil. Tijd voor de collectieve middagnap zo te zien. Her en der zijn reeds kopjes op de rug tussen de veren geschoven. Anderen, waaronder Kleintje, schikken de veerpartijen. Vrijwel allemaal staan ze helaas met de kont naar ons toe, zodat er niet veel aan te bekijken is. Dan slaan de Tureluurs ineens aan, een alarmerend 'túút....túúút' moet blijkbaar waarschuwen voor iets wat wij niet in de gaten hebben. In ieder geval lijkt de lucht boven ons rovervrij. Heel even zakt de spanning, om door te slaan naar een acute aftocht het luchtruim in. 


De opvallend lange, voorbij de staart stekende poten en het ranke voorkomen vallen op in de lucht, en de egale bruine bovenvleugels zijn handig om 'm tussen de Tureluurs te herkennen. Na een paar rondjes zakt hij van ons af langzaam weer richting de grond. Op zo'n twintig meter boven de grond gaat de daling ineens over op een pijlsnelle vlucht waarin enkele strakke, snel afgewisselde haakse bochten worden geshowd, en eindigt in een landing achter een glooiing in het veld. Een mooi moment om een uur genieten af te sluiten! Zeer tevreden lopen we naar de auto. De rit naar Zutphen is zo voorbij, met een 'tot wellicht volgende keer!' nemen Guido en ik afscheid en stap in het laatste uurtje nieuwsgierigheid naar de foto's. Boemelend gaat het op Enschede aan: 'mmm, een Kleine Sprinkhaanzanger. Dat lijkt me ook wel wat...'    


donderdag 26 februari 2015

Zoon en pa Pestvogel een paar weken samen: Quality Time in Hengelo?

Dat er het een en ander is veranderd aan het wegennet rondom mijn ouderlijk huis ontdekte ik op 19 februari reeds. Langs de Beethovenlaan in Hengelo werd een Pestvogel gefotografeerd en plaatste deze waarneming op waarneming.nl. Destijds meldde ik dit in de whatsappgroep van Twente en probeerde zelf te gaan. Helaas lukte het toen niet en het leek stil te blijven. Tot de 18e. Dan meld Bert Haamberg in de groep dat er nu twee Pestvogels zitten. De volgende dag pak ik 's middags de fiets en rij naar Hengelo. Door de nieuwe wegen ben ik er zo en nadat de plek aan de Beethovenlaan leeg lijkt, fiets ik de hoek om, de Shützstraat in. Hier zit het duo rustig boven in een boom. Kort komen ze naar beneden om een paar besjes van de Gelderse Roos te snaaien. Al snel wordt weer voor de boom gekozen, om na en paar minuten richting Beethovenlaan te vliegen. Hier tref ik ze boven in de top van een boom, wederom is de ontmoeting kort: ze verdwijnen oostwaarts. In de dagen er na blijven ze op waarneming.nl gemeld worden, zodat ik de kans grijp ze misschien mooier te kunnen bekijken. In ieder geval met iets beter weer en licht, het laatste door eerder van huis te gaan
Me wederom verbazend over de korte rit fiets ik de nu reeds bekende route weer af. Bij het passeren van het kruispunt aan de Beethovenlaan speur ik al rijdend rond, hier zitten ze niet lijkt het, zodat gelijk wordt doorgefietst naar de Gelderse Roos langs het spoor aan de Shützstraat. Hier wel een duo fotografen, in zo'n ontspannen houding dat gelijk is te concluderen dat het andere duo hier niet zit. Eerst fiets ik dan ook verder door langs het spoor, en wanneer ze ook hier niet blijken uit te hangen fiets ik naar de sportvelden aan de andere kant van het spoor. In steeds groter wordende cirkels ga ik allerlei paadjes af tussen en rondom de sportvelden. Dit levert niets op, zodat rondom het winkelcentrum Groot Driene zoek naar bessenstruiken. Als dit na enige tijd geen resultaat geeft bedenk ik dat er al weer enige tijd is verstreken: misschien zijn ze wel uitbundig de Gelderse Roos langs het spoor aan het plunderen. Met deze gedachte trap ik rap terug naar het spoor.

En ja hoor: de fotografen staan gespannen op hun camera te turen, netjes afstand houdend zodat de vogels de rust en ruimte hebben naar de besjes te gaan. Nu zitten ze alsof er niets aan de hand is relaxed vlak boven ons in een boom. Poetsend, af en toe schijtend, rondkijkend, soms lijken ze te klessebessen, zacht klinkt dan hun fraaie rinkelende roep. Door op te letten heb ik geleerd dat, zodra de roepactiviteit versneld en luider wordt, er snel iets te verwachten is. Vanuit rust keilen ze ineens op de besjes aan en gooien alle trossen los. Zittend op een tak wordt een tros besjes rondom leeggeprikt. Even gemakkelijk kantelen ze acrobatisch onderuit om net die ene bes binnen te kunnen halen. 

Hooguit een paar minuten blijven ze aan de grond, dan kiezen ze weer voor het uitzicht op de voorbij boemelende treinen. Een mooie gelegenheid om ze rustig eens goed te bekijken. Beide vogels hebben een vrij scherp begrensde keelvlek en een brede gele eindband aan de staart. Dit maakt ze allebei van het mannelijke geslacht. Bij vrouwtjes is de keelbegrensing vager en de staartband smaller. Beiden hebben gele handpentoppen, zodat er een gele lijn langs de gesloten vleugel is te zien. Bovenaan deze lijn zitten rode kleine rode lak of waxplaatjes, bij een volwassen wat meer dan een jong. In Engeland worden ze daarom ook 'Waxwing' genoemd. Bij de één is dit alleen een gele lijn, zonder haakjes er aan, zoals bij de vogel hieronder op de foto: een juveniel, of eerste winter. Van deze vogel maak ik een kort filmpje, [hier]terug te vinden op Youtube. 

De ander heeft aa de gele lijn ook witte 'haakjes', zo 'V-tjes' creërend aan de vleugel. Samen met de scherpe keelvlek en brede staartband is deze te determineren als een adulte man (foto onder). Zoonlief gezellig met pa op stap dus?! 
Het is opmerkelijk rustig qua bezoek, alleen de twee fotografen en ik staan er. Een derde vogelaar brengt kort een bezoek. Enkele omwonenden vragen wat er te zien is. Pestvogels? Ja, daar hadden ze al van gehoord. Ik geef ze een blik door de scoop. 'Mooie vogels hoor!'. Zo die hebben voor thuis weer een mooi verhaal denk ik dan. Uiteindelijk is het tijd om op huis aan te gaan, de warme prak nadert. Een laatste keer geven ze een mooie show voor m'n neus weg, dan pak ik de telescoop weer in.


Via de parkwijk Groot Driene, met liefst twee zingende man Goudvink (de 19e ook al op een andere plek) pak ik een stuk terrein van de Universiteits Twente mee, hierbij twee Vuurgoudhanen voor de jaarlijst binnenhalend. De twee Pestvogels blijven gezamenlijk tot 7 maart bivakkeren, waarna, zo te zien aan de geplaatste foto's op waarneming.nl, zoonlief wordt achtergelaten door pa. Krijg de pest zou ik denken, pa weg, tijd voor feest. Tot de 10e neemt hij het er van. En laat dan Hengelo ook achter zich. 

Meer zeer fraaie foto's van de Hengelo'se Pestvogels zijn op waarneming.nl te bekijken. klik hier       

zondag 1 februari 2015

Harderwijk: twitch Kleine Topper eindigt in grote flopper

Hij was er op uit om een Oeverpieper te vinden, de reden waarom Roel Schwartz op 27 januari naar de Lorentzhaven bij Harderwijk toog. Hier trof hij geen Oeverpieper. Wel vond hij een, vergeleken met omringende Kuifeenden, enigszins afwijkende eend die wel alarmbellen af lieten gaan, alleen op dat moment kon hij er geen zekere naam aan plakken. Het meest had hij nog van een Topper weg. Niet geheel zeker van de determinatie voerde hij die middag de waarneming in als een mogelijke Topper, en voegde er enkele foto's bij. Ditmaal gingen bij Robert keizer, die de foto's onder ogen kreeg, de alarmbellen af, en hij plaatst een alert op de Gelderse whatsapp groep met de suggestie 'is dit geen Kleine Topper?
Kleine Topper, adulte ♂, Lorentzhaven, Harderwijk 29 januari 2015,
foto Lubbert Spaansen (bron: Waarneming.nl)
Deze foto's lijken inderdaad sterk te wijzen op een adulte man Kleine Topper en de determinatie komt al snel rond als de volgende ochtend deze voor Nederland zeer zeldzame eend op dezelfde plek wordt terug gevonden: indien aanvaard door de zeldzaamhedencommissie, -wat gezien de foto's wel gaat lukken- is dit een nieuwe soort voor Gelderland! Al enige tijd verblijven er minimaal twee Kleine Toppers op het Veluwemeer langs de Harderbosweg in Flevoland, vrijwel recht tegenover de Lorentzhaven. Het zou slechts een kwestie van wachten zijn, zo dachten velen. En die gedachte bleek een gegronde! Helaas was ik om diverse redenen niet in staat om de volgende dag ook deze supersoort te twitchen, en pas gisteravond bood de mogelijkheid zich aan met de vraag door m'n vader of ik die kant op wou. Dat was niet aan dovemansoren gericht! En terwijl hij in zijn fotoclub rondvraagt of er mensen mee willen, zocht ik de route uit en nam contact op met Lubbert Spaansen, een vogelaar uit Harderwijk waarmee ik diverse keren al contact had gehad.  
Tot zeker gisteren leek de Kleine Topper nog aanwezig, en aangezien Lubbert goed op de hoogte is over waar je het beste kunt gaan kijken en zo bij de Lorentzhaven, was hij de aangewezen persoon voor nadere informatie. Na een paar berichten over en weer bood hij zelfs aan om vanochtend ook te verschijnen voor aanwijzingen en hulp bij het zoeken. Iets na tienen vertrekken we richting Harderwijk, m'n pa, twee leden van zijn club, Ben en Corrie, en ik, waar om half elf pa de auto langs de Daltonstraat parkeert. Vanaf een uitkijkpunt hier werd de Kleine Topper sinds zijn ontdekking telkens gezien. Vlak voor we vertrokken checkte ik thuis snel even Dutch Birding.nl en Waarneming.nl of de topper misschien al was gezien. Met een grote lach kon ik melden dat hij ook vanochtend al weer bij het kijkpunt was gemeld. Dat kon niet verkeerd gaan! Onderweg bericht ik zoals afgesproken Lubbert hoe laat we ongeveer in Harderwijk zullen arriveren
Bij het uitkijkpunt zie ik tijdens het aanrijden al enkele vogelaars staan. Terwijl de rest zich nog rustig in de laarzen hijst loop ik al richting de schakelkast waar ik moet zijn. Na verschillende keren al mail en berichten met elkaar gewisseld te hebben maak ik nu in het veld kennis met Lubbert. Ook de anderen blijken van naam bekende 'locals', Timon van den Heuvel en Bert Geelmuiden. Tot grote mijn verbazing hebben zij de Kleine Topper nog niet gezien! Wél vonden ze een hybride Kuifeend x Tafeleend, die achter in de grote groep Kuif- en Tafeleenden met z'n kop in de veren een tukkie doet, en ze zetten hem voor me in beeld. Ja, dat is duidelijk géén Kleine Topper, met die enorme knobbel op z'n achterhoofd. Bij de Kleine Topper is dit slechts een klein subtiel puntje. Ik hoop dat de échte er ook nog ronddobbert. Mijn ervaring is dat in zo'n grote groep het met geluk soms snel, maar váák een hele tijd kan duren voor je vind wat je zoekt, en begin met m'n eigen telescoop de grote zwartwitte plakkaat aan eenden voor me af te scannen. Meerdere keren kijk ik zeer langzaam en zo secuur mogelijk heen en weer de groep af. De enige die zich er telkens snel uit laat pikken is de hybride. 
Daarnaast verschijnen er enkele vrouwtjes Topper en een enkele Tafeleend of Grote Zaagbek in de kijker. Op aanwijzen van Lubbert pik ik midden op het Veluwemeer de Parelduiker er uit, welke hij gisteren met Alex Bos terugvond. Zekers óók een leuke regiosoort, alleen nú zwemt hij echter nog in het Flevodeel van het meer. Door de afwijkende snavelvorm, in plaats van recht buigt bij deze de lange snavel licht omlaag. Hierdoor werd de duiker herkend als het exemplaar welke in december 2014 bij het Overijsselse dorp Welsum op een plas langs de IJssel bivakkeerde. Timon en Bert gaan ondertussen verder, en eigenlijk had ik voor aanvang van de excursie bedacht ook nog andere plekken langs de Randmeren te gaan bezoeken. De Kleine Topper staat echter zo hoog op mijn verlanglijst, dat ik graag wil blijven om verder te zoeken, je weet maar nooit. Ik vraag m'n vader of zij zich als 'natuurfotografen' op deze plek weten te vermaken en dat blijkt totaal geen probleem te zijn. Dat komt wel goed zegt hij, waarna ze al fotograferend langs de rietkraag de verte in verdwijnen. Rond kwart over twaalf komt Alex Bos aanrijden. Hij is de Maasvlakte afgeregend, en omdat de Kleine Topper ook nieuw voor Gelderland voor hem is, en een lange zoekactie gisteren niets opleverde, komt hij vanmiddag weer een poging wagen. 
Op Dutch Bird Alert verschijnt het bericht dat ook Toy Janssen vanochtend de Kleine Topper heeft gezien. Misschien dat hij meer informatie kan verschaffen over de plek waar hij 'm precies had, en ik stuur hem een bericht. Ook verschijnen er op waarneming.nl nu meerdere waarnemingen van mensen die 'm gezien zouden hebben. Echter allemaal voordat Lubbert arriveerde, vlák er voor zelfs. Helaas is bij geen van allen een foto of extra informatie toegevoegd die ons zou duidelijkheid kunnen geven over wat is gezien. Tegen half één wippen Erik Ernens en Mark Gal kort langs. om na het binnenhalen van de Parelduiker en het bekijken van de hybride weer te vertrekken. Bij Lubbert, Alex en mij dringt zich steeds hardnekkiger de gedachte op dat de waarnemingen van vanochtend berusten op de man hybride. Er hebben zich geen noemenswaardige verplaatsingen voorgedaan en de enige kandidaat die wij na uren scannen telkens weer aantreffen is de look-a-like. Alex blijft op de uitkijk staan, Lubbert en ik lopen over een paadje tussen struiken en bedrijven door noordwaarts, zodat we een blik kunnen werpen op wat er eventueel om de hoek nog aan eenden ligt, en waar we vanaf de uitkijk geen zicht op hebben.
Via een korte sluipdoor komen we terecht achter een rietkraagje. Er tussen door kan ik net om de hoek kijken waar echter alleen een groepje van hooguit zo'n dertig Kuifeenden ligt. Vlak langs de kant zwemmen tientallen Wintertalingen, Krak-, Wilde en Slobeenden. Na enige tijd komt ook Alex aangelopen, die vraagt of we de Parelduiker hebben gezien, wat we moeten ontkennen. Hij zou vlak voor ons moeten zitten, en al snel blijkt Alex goed te zitten: de duiker dobbert rustig voor ons langs, af en toe duikend, waarbij dan wel weer grote afstanden onder water worden afgelegd. Hij is dan ook al weer van ons af aan het zwemmen als ik er nog een paar plaatjes uit weet te persen.             
Naast de duiker is een IJsvogel die als een blauwe schicht vlak voor ons langs schoot het hoogtepunt in het half uur spieden vanachter de rietkraag. Ook vanaf hier geen Kleine Topper, zodat we kletsend langzaam terug slenteren naar het uitkijkpunt. Hier zijn inmiddels meerdere vogelaars gearriveerd waaronder Wim Wiegant. De Parelduiker is passé en ligt al weer ver weg op het Veluwemeer, zo te zien op koers richting de Harderhaven aan de Flevozijde.  
M'n vader en clubgenoten lijken zich nog steeds te vermaken, al geruime tijd zijn zij aan het fotograferen langs de rietkraag die vanaf het uitkijkpunt naar de Lorentzhaven loopt. Tegen twee uur vind ik het echter welletjes, en acht de kans eigenlijk nihil dat we de Kleine Topper er uit zullen peuteren. Die is gewoon weg. Ook denk ik nu dat de eerdere waarnemingen vanochtend óók de hybride zullen betreffen. M'n vader wijst me op een vogel die hij in een hoogspanningsmast ziet zitten. Het blijkt een aardig natte Slechtvalk te zijn, waarschijnlijk net door één of andere wolkbreuk getroffen. Al snel zullen ook wij nat worden, eerste druppels komen naar beneden zetten. Vanochtend ben ik door m'n rug gegaan, en het lange staan begint zich nu met flinke pijnscheuten te wreken: bij elke buiging steekt het door m'n onderrug. We besluiten ergens in Harderwijk eerst een uitsmijtertje naar binnen te gaan werken, om daarna langzaam weer richting Twente af te zakken. 

's Avonds plaats ik als admin van Waarneming.nl bij de waarnemingen van de Kleine Topper vandaag de vraag of men misschien foto's heeft, of een beschrijving kan toevoegen. Langzaam wordt duidelijk dat zowel 31 januari als 1 februari géén Kleine Topper is gezien, maar de negen waarnemers zich in de luren hebben laten leggen door de hybride Kuif x Tafeleend. Hieronder de Kleine Topper en de hybride van de Lorentzhaven in dezelfde slaaphouding, beide foto's door Lubbert Spaansen (bron: waarneming.nl)


Kleine Topper, Lorentzhaven, 30-1-2015

Kleine Topper 
met een miniem puntje op het achterhoofd. 

een duidelijk wit-zwart 'gemarmerde' rug, waarbij het 'marmer' wat overloopt op de witte flank. 

De kopkleur lijkt zwart, onder bepaalde lichtinval wordt een donkergroene zweem zichtbaar.



KuifeendxTafeleend, Lorentzhaven, 5-2-2015




hybride Kuif x Tafeleend
kuif grof gepunt

rug egaal grijs. Rug en flank zijn duidelijk gescheiden.

De kop is zwart, onder bepaalde lichtinvallshoek wordt een rode zweem zichtbaar