woensdag 26 april 2006

En wederom een memorabel dagje

Vanuit m'n werk ditmaal weer eens richting zuidwest gefietst, richting de vuilstort bij Wychen. De ruigtes bij de stort blijven interessant, maar helaas zat er vandaag bijna niets, een Groene Specht, een paar Patrijs en wat Kleine Mantelmeeuwen.Na een beetje kriskros door Weurt en Beuningen gefietst te zijn, besluit ik eindelijk maar eens het bos in te gaan wat ik al eens op een afstand had bekeken. Zo ontdek ik het magnifieke Personnenbos. Wat is dit een geinig bos, vooral interessant door z'n rijke ondergroei en statige eiken, alhoelwel dat later overgaat in rijtjes populieren. Een paar Buizerds mauwen boven de bomen en in het bos is het een lawaai van jewelste van de zangvogels.
Doe eens gek, net een nieuw leuk bos ontdekt, nu moet plas Berendock er ook maar eens aan geloven. Na eerst een paar bedrijfsstraten ingereden te zijn en evenzoveel maal teruggereden te zijn omdat bleek dat ze doodlopend waren, kom ik uiteindelijk aan bij de plas. In het geheel niet verkeerd, prachtige natuuroevers vermngt met recreatie. Het deed me denken aan Het Rutbeek bij Enschede in m'n eerste vogeljaren. Hier helemaal niets helaas, op één stern na, een Visdief...dacht ik...Na doorgefietst te zijn kom ik uit bij een bankje op een hoek van de plas. Nu valt me op dat je door de vleugels 'heen kunt kijken' als de vogel plots omzwenkt, doorschijnend dus. Ook valt me de zwarte scherpe lijn langs de handpennen op. De vogel komt nu heel dicht langs, op zo'n 20 meter, waarbij ik zie dat de snavel geheel rood is. Met een lange zwierige staart (die af en toe zelfs mooi 'golft'), een korte nek is determinatie nu vrij eenvoudig: Noordse Stern! De vogel komt herhaaldelijk op zo'n 15 a 20m langs vliegen, zodat alle kenmerken regelmatig goed te bekijken zijn.

Zin gekregen in meer besloot ik richting Hatertse Vennen te gaan. Bij de Berendonck riep nog een IJsvogel in een door takken overhangen kreekje (leuk broedplekje) en een Koekoek. Op één van de twee bekende vennen zat in het midden een paartje Geoorde Fuut de dag uit te blazen (volgens mij heet dit vennetje aan de noordkant Bavo-ven).Tsja, en dan zijn we er toch in de buurt, dus nog maar even naar de Kraaijenbergse Plassen. Het hoogtepunt aan de oostkant was een paartje Kleine Plevier in de nieuwe afgravingen. In de buurt van De Plaats zongen in een, het lijkt wel een oude parkeerplaats of zo, hagenrijk terrein een Nachtegaal en twee man Braamsluipers. Op afstand zie ik ze al 'flikkeren' boven plas 5: kleine witte puntjes die af en toe mooi oplichten tijdens het zwenken: Dwergmeeuwen! Leuk!

Via het paadje loop ik naar de vogelhut. Voor de hut vliegen een achttal Visdieven, maar ook nog wat andere sterns: Noordse Sterns! Niet één, nee vier! Naast 14 Dwergmeeuwen en 1 Zwarte Stern zijn de vogels mooi te bekijken voor de hut. Als ik later in het logboek kijk, zie ik dat Meino Koning ze eertder en nog mooier had, namelijk zittend!Na een tijd de vogels bekeken te hebben, besef ik me ineens hoeveel ik in korte tijd al had gefietst en hoeveel ik nog moest, hoog tijd om dus richting huis te gaan en na weer aangekomen te zijn in m'n vertrouwde rommelhok kan ik in slaap vallen met een paar reusachtig leuke zomerdagen afgelopen week.Slaap lekker zo en tot de volgende keer.

vrijdag 14 april 2006

Van karmijnrood tot helblauw

Nadat vanmiddag op m'n werk, tijdens een experiment met een tent buiten, m'n dag al werd opgevrolijkt met een traag cirkelende Ooievaar (zal ie wel of niet op de punt van de tent a 16m hoog, gaan zitten?), een Slechtvalk met prooi richting mast, verscheidene Kleine Mantelmeeuwen en de nog steeds aanwezige Appelvink, was het om vijf uur mooi geweest en hoog tijd om weer de polder in te trekken.
Via de Persingensestraat, een poging wagend de eerste Tapuiten van de akkers te plukken fietste ik richting oost. Bij de scherpe bocht naar links, tegenover de wei Merkelen(?)Kamp bevond zich aan de noordkant van de weg een zéér interessant akkertje met heel veel dwarrelende puntjes er boven ('boem-tie-tie-boem' deed m'n hart, moest gelijk aan het Blauwe Kieken-akkertje van de Bergerheide denken).
Langzaam langs de rand van de akker lopend kwamen steeds meer Kneutjes in groepjes de lucht in, tot ik dacht dat ik er met zo'n 50/60 wel was. Het soms prachtige karmijnrood van de mannetjes Kneu werd kleurrijk vermengd met de meewolkende Groenlingen. Bedachtzaam liep ik linksom een haagje Wilgen, waarachter een prachtige akker op mij bleek te wachten lag. Verscholen tussen Wilgen was het één en al ruigte. Een voor mij aangelegd pad leidde me er door, die Grauwe Gors móet er hier tussen zitten. Want ook hier kwamen tientallen Kneutjes van de grond, en ook nu weer vermengd met Groenlingen. Zingende Putters en een Zanglijster in de Wilgenranden deden me eigenlijk wel verlangen naar een stoel en een koud pilsje hier, zucht...
Ook deze groep van zo'n 70 Kneutjes en Groenlingen voegden zich bij de groep aan de andere kant van de haag. Via de andere zijde liep ik de akker weer af, waabij ik nu de hele groep zag. Waar van de winter hier nog Kepen en Barmsijzen hun maaltijd bij elkaar scharrelden zat nu een groep van zo'n 150 merendeels Kneutjes en Groenlingen, wonderbaarlijk mooi.

Na m'n fiets uit de klei te hebben getrokken toog ik richting Leuthsestraat, nog een Havik op de hoek met de Koudedijk meepikkend, in de hoop ergens een 'struweel/akker'-vogel te ontdekken; Tapuit, Roodborsttapuit, maar ook Beflijster zou niet te versmaden zijn. Helaas niets van dit alles en aan het eind draaide ik rechtsaf de Ooyse Bandijk op. De tientallen Oeverzwaluwen en Boerenzwaluwen waren blijkbaar met andere zaken bezig, de hele plas was leeg. Onder de bomen aan de overkant dobberden wat Kuif-,Slob-, Berg- en Krakeenden. De Oeverzwaluwen bleken echter boven Tiengeboden te dwarrelen, samen met Boerenzwaluwen.

Rechtsaf de Hezelstraat in, maar ook hier géén lawaai van jewelste. Met de fiets aan de hand naar het oosten gelopen, in de hoop nog een vrouwtje Blauwe Kiek op te pikken na de spannende waarneming van afgelopen woensdag. Maar ook hier overheerste de stilte en weer linksafslaand de Kruisstraat in, vormde zich de gedachte dat alles dan maar ging gebeuren langs de Langstraat, die ik niet veel later inreed.

Een Buizerd wordt niet zo heel vaak zo lang geirriteerd door kraaien, dus die zwevende roofvogel voor mij, die ik zag tussen de bomen door, zorgde voor een spurt en bleek een vrouwtje Bruine Kiekendief het slachtoffer te zijn van een koppel Zwarte Kraaien. Nadat de vogel uit het zicht was gleed ik de Paardenwei óp. Een zwarte vogel schoot de struiken in en daar bleef het bij. Opeens ontwaar ik een stipje in het zuiden, heel hoog, die vrij snel afglijdt richting noorden. Uiterlijk deed me denken aan kiekendief of wouw, maar er gebeurde niet veel meer dan doorglijden. Héél hard denkend; "toe dan, toe dan. Één rondje, ééntje maar' (wie kent dat niet), stopt de vogel ineens de glijpauze en gaat over tot cirkelen. Redelijk ver, maar goed te zien was de heel licht gevorkte staart. Nog geen vijf minuten geleden al mooi de Bruine Kiek kunnen bekijken, vliegt hier de 'verwar'-soort over; een Zwarte Wouw! Al cirkelend zet de vogel z'n reis verder. (Bruine Kiek en Zwarte Wouw kunnen in vlucht ontzettend op elkaar lijken).

Na de hele Paardenwei door te hebben gelopen, mevrouw Ooievaar een knipoog te hebben gegeven, en voorzichtig achter elk bosje te hebben gekeken, je weet maar nooit, kwam aan het eind van het rondje als een lekkere taart op m'n toef slagroom, een zwarte lijster met bleekwitte vleugels uit de struiken zetten. Het zou toch niet...? Paardenwei is een achterhaalde naam, vanaf heden ben ik voor Beflijstervlakte (of zo). Niet één, maar drie prachtige Beflijsters kwamen uit de struiken zetten, zo van 'en meneer Wester, lekker rondje gelopen, tadaa..zijn we dan' Na een tijd de in ieder geval 2 adult zomerkleed mannetjes en vermoedelijk één vrouwtje (liet zich wat moeilijker zien) te hebben bekeken haalde ik m'n fiets uit de droge sloot en besloot richting huis te gaan, de natuur is best mooi, maar je moet er wel iets bij te eten hebben.

Bij de Vlietberg kiezen nog vier Witgatjes het luchtruim en terwijl ik vlak voor Schependom snel links in m'n hand kijk hoe laat het is, zie ik in m'n rechterooghoek naast het eerste huis plots een grote kring in het water. Het silhouet van een IJsvogel sluit m'n korte, maar geslaagde rondje Groenlanden af.