woensdag 5 mei 2010

Triggerfinger Butterfly

Weer een beetje bekomen van de avondlijke Grielse rep en de roer gisteren lees ik in een mailbericht dat Erik Lam vanochtend vroeg drie Witwangsterns op het Grote Grindgat bij Weurt had. Dikke doei,denk ik, k'ga niet nog eens sjezen. Hoewel het wel weer een nieuwe voor m'n Gelderlandjaarlijst zou zijn. Nu dus even niet. Om een uurtje of tien maak ik m'n stalen ros los en goedgeluimd koers ik naar west. Rond de pijp van de Electrabelcentrale oefent een Slechtvalk z'n middelpuntvliegende kracht. Aangezien ik al wat foto's van de Slechtvalk heb geplaatst nu maar eens eentje van z'n woning.

Na passage van de Weurtse sluis sla ik rechts de dijk op en tegenover het dijkmagazijn langs het grindgat maak ik een kniebuiging voor al het moois wat zo in m'n telescoop verschijnt. Gehurkt bekijk ik een voor een de sterns: wit, zwart, wit wit wit, zwart. Zo'n achttien Visdieven en vijf Zwarte sterns draaien hun rondjes, soms als een volleerd capoeirakunstenaar een halve salto achterover duikelend, om dan naar het wateroppervlak te speren. Twee, mogelijk dé twee die ik hier al eerder zag, Groenpootruiters vliegen aan de andere kant van de plas naar de oever. Gierzwaluwen gieren met grote snelheid rond, de Boertjes en Huisjes doen hard mee. Vlak voor me roept een Oeverloper, vanuit de struiken krassen Grasmussen. Ik sms Tim de Boer dat ik geen Witwangen heb aangetroffen en kar dan naar de Waalkade, om zo in de Ooijpolder te geraken.

Onder de brug bij het HD-gemaal roept een Grote gele kwikstaart. Hé, ze zitten er nog, zouden ze toch gaan broeden? Een kleine verticale witte streep achter de Oude Waal krijgt de naam Grote zilverreiger. Lichtelijk verbaasd stel ik vast dat er geen énkele Zwarte stern bij de Oude Waal zwiept. De weg wordt vervolgd richting Paardewei, lekker struinen in de hoop tegen een Draaihals aan te blunderen. Tuinfluiters zingen langs de Langstraat en op de Paardewei is het een kakefonie aan zingende en roepende vogels. Achterin snort een Sprinkhaanzanger en in de verte hoor ik m'n eerste Nachtegaal (ben er wat laat bij dit jaar). Onder wakend oog van de Ooievaar op z'n nest noteer ik m'n eerste Spotvogel ónder de paal. Een Braamsluiper kan z'n klepper niet houden.

Mijn vraag waar al die Zwarte sterns van de Oude Waal nu zijn wordt beantwoord op de Bisonbaai. Een snelle telling levert liefst 65 exemplaren op. Het blijft echter net zoiets als mieren op een mierenhoop tellen: het krioelt bliksemsnel alle kanten op. Met zoveel Zwarte sterns is de afwezigheid van Visdieven opmerkelijk. En de hoop op een Witwang is ook snel achterhaald. een paar keer denk ik een Witvleugelstern te zien, wat dan natuurlijk gewoon een Zwarte is, waarvan de vleugels net even oplichten bij het kantelen. M'n eerste Bosrietzanger voor dit jaar zingt vanuit enkele mistroostige stengels langs het pad

De dakranden van het kantoortje bij de steenfabriek ter hoogte van de Erlecomse Waard zijn weer bezet door Huiszwaluwen, verder op het terrein bakent een Zwarte roodstaart zingend zijn tuin af. De waard zelf is bijna leeg. Wat Kleine mantelmeeuwen, een oeverloper, een Tureluur en Grauwe ganzen, het is op anderhalve hand te tellen. een jagende Havik verklaard de waard officiëel voor leeg: er vliegt niets kleins op uit verborgen hoekjes. Binnendijks zwemt het opvallende aantal van negen adulte Knobbelzwanen: praatgroepje van niet-broeders? Tegen een lichte noordelijke bries in fiets ik al paaltjes checkend op Paapjes naar de Kaliwaal. Langs de dijk vlak voor het informatiebord scheert driftig een Koninginnepage over de kruidenkopjes. Die gaan we eens platen denk ik. Nou, dus niet. Met de camera in één hand ren, schuifel en buk ik achter de vlinder aan. Daar zit ie! Nu stil, rustig, omlaag, scherp stellen... Daar gaat ie! Alsof ik niet al genoeg beweging in de benen heb hangen treitert ie me de halve dijk langs. En dan, snel, gokkend dat de zoomafstand goed is, laat ik me gecontroleerd schuin op de dijk vallen en met de camera in één hand aan een gestrekte arm druk ik een paar keer af op de wiegende page. In ieder geval hebbes, resultaat zien we thuis wel.

Op de Kaliwaal weinig verheffends, van enkele grote jonge meeuwen heel aan de andere kant van de grote plas heb ik geen zin om de identiteit vast te stellen. Een Oeverloper en een paar Tureluurs struinen langs het plasje voor me. Gesponsord door een briesje in de rug nu rij ik langs de Ooijse Graaf, Kleine karekieten, twee Staartmezen en een Gaai in het geheugen optekenend. Als een dooie pixel in een blauw computerscherm ontwaar ik een ufo hoog boven me. De eerste blik met de kijker leert 'Ooievaar' en met de telescoop in de hand kan ik er een witte van maken. Altijd leuk om 'dooie pixels' hoog over te ontdekken! De Kerkdijk wordt verlaten zonder leuke waarnemingen en zo hard als de vliegeraars profiteren van de wind op een van m'n favoriete plekjes, een afgraving langs de Sint Hubertusweg, blijft mijn plan voor een bezoekje ook in de wind hangen.

Bij het passeren van een grasland iets verder langs de Hubertusweg jagen twee geïrriteerde Grutto's een Zwarte kraai weg. Wat is de SOVON-code ook al weer voor dit soort gedrag? De Steenuil van Persingen kijkt me schalks aan vanachter een dakrand. In het Zwanenbroekje is weer een paartje Visdieven present, een man Zomertaling zwemt foeragerend langs de oever, een Oeverloper loopt er over heen. De wind is een lichte spelbreker in m'n verwachting de Rietzanger hier te horen, waarna ik langs het Meertje op huis aan fiets. Thuis blijkt dat de 'getriggerfingerde' foto's van de Koninginnepage best geinig zijn geworden.

dinsdag 4 mei 2010

Van Rock-a-Billy naar Stone Curlew

Morgen Bevrijdingsdag. En dat betekent bij SOVON lekker vrij! De hele dag zit ik op het werk bij tijd en wijle te dubben wat ik vanavond zal doen: er is een leuk concert in Doornroosje, Imelda May zal een mix van rockabilly, rock en blues komen neer zetten, de dinsdagavondfietstocht van de Vogelwerkgroep Nijmegen vangt aan om zeven uur én er is nog een feestje waar ik heen kan gaan.

Uiteindelijk door allerlei collegiale wijsheden ('vogelen kan altijd') besluit ik naar het concert in 'Roosje' te gaan. Met een huisgenoot, die met anderen om half negen heeft afgesproken, spreek ik af dat ze me voor die tijd ophaalt. Ondertussen verricht ik al het noodzakelijke om er tegen aan te kunnen; stevige maaltijd, douche en netjes in de kleren naar de aard van het concert. Dan gaat om tien over half acht de telefoon, Justin Jansen: 'heb je het bericht al doorgekregen?'. 'Ehm, welk bericht?'. 'Er zit een Griel bij Beugen, waarneming staat op Waarneming.nl'. Toevallig staat de compu nog aan en een snelle blik laat de fraaie ontdekking van Piet Smeets mét foto zien.'Inderdaad een Griel, mét foto's', zeg ik tegen Justin, die al onderweg is. En ik leg hem de plek precies uit.

Dit telefoongesprek verliep in zeggen en schrijven een halve minuut. Zijn info is duidelijk en daarom 'kap' ik het gesprek af om de waarneming gelijk verder te kunnen verspreiden en vervoer te regelen. De afspraak staat dat Justin belt als hij 'm weer gevonden heeft. Ondertussen waren de raderen al aan het draaien wie ik zou kunnen bellen. Menno, niet te bereiken, Erik van Dijk, net naar een afspraak, Erik van Winden, zit ergens anders. Jouke van der Zee, zit buiten het werkgebied, Harvey van Diek, geen gehoor. Nog een keer Menno, en een rijtje anderen. Ondertussen meld ik de waarneming via de sms-alert van de VWG. Dan hangt Harvey aan de lijn, of ik mee wil rijden. Zekers wel! Later belt ie weer dat hij nu in de Ooij zit, maar te maken heeft met een vertraging vanwege dodenherdenking op het Traianusplein. Snel bel ik Mark Wilkinson of hij interesse heeft mee te gaan, terwijl ik ondertussen naar m'n huisgenoot ren om te zeggen dat er iets tussen is gekomen en ik iets later kom. Tussendoor krijg ik smsen en telefoontjes, waaronder een vijf minuten later, waarbij Rob Felix aangeeft voor m'n deur te staan. Het is dan exact acht uur. Ik sta even stil bij dodenherdenking. En ga dan door met regelen. Dit gaat allemaal heel vlug. Zo vlug, dat een gesprek tussen Rob en mij ongeveer verliep als: 'dus zo woon jij?'. Ja, en we gaan weer' omdat ik snel er na het telefoontje van Harvey krijg met 'ik sta voor de deur'.

Onderweg naar de Maasduinen belt Paul Gnodde, hij is ook in beweging. Vanaf de A73 rijden we de N264, de Veerweg, op. Nog steeds, helaas, geen 'piepje in de rug', ofwel positief nieuws dat de vogel er nog zit. Vlák voor de brug over de Maas naar Gennep draaien we zuidwaarts de N264 af en rijden een zandweg op, de Maasheggen in. Op dát moment krijg begint een Ruigpootuil te roepen, ten teken dat ik een sms heb: Paul heeft de Griel weer gevonden! De voicemail springt aan als ik hem probeer te bereiken. Even later weer. Dan Justin maar: 'Heb je ook de Griel?'. 'Nee', is het antwoord. 'Hij is weergevonden, door Paul!', is m'n reactie. Ondertussen rijden we over het halfstenige zandpad. Justin zegt dat hij Paul bij een T-splitsing ziet staan, terwijl we Justin net op dat moment passeren. De eveneens al aanwezige Jan Jacobs gemaand ons met armbewegingen 'rustig' te blijven, iets verder staat Paul met opgestelde telescoop. Dat ziet er goed uit! Snel parkeren we de auto en een halve minuut later werp ik een blik door de scoop van Paul: WAUW! Dit is ongekend fantastisch, wat een droomsoort! (foto van Justin Jansen)

Op de tot lichte voren beploegde akker loopt aan de andere kant de in mijn ogen altijd 'mysterieuze' Griel. Een voortreffelijk, maar al laaghangend zonnetje geeft ons rugdekking. Wat een vondst door Piet! En vooral geweldige herontdekking door Paul, zo'n stuk zuidelijker! Een paar honderd meter verwijderd zijn, en dán dat 'piepje in de rug' krijgen! Fijner kan niet. Felicitaties gaan in de groep over en weer, welke niet veel later wordt aangevuld met Sjaak van den Berg, helemaal op de fiets. Ineens wordt er opgemerkt dat de vogel geringd is, links een blauwe en witte ring en rechts een zwarte. Dit wijst op een vogel die mogelijk in Engeland of Bretagne is geringd. Justin heeft later op de avond al een mail gestuurd om de herkomst van deze vogel op te helderen.

Na opgevlogen te zijn landt de Griel een akker zuidelijker. Vanaf grotere afstand kijkt nu het krieltje van een Grieltje alert om zich heen. Door de diepere voren in deze akker is de vogel niet altijd te zien. Van rechts naar links en dan weer van links naar rechts loopt ie achter op de akker heen en weer. Stilletjes hoop ik dat deze machtig mooie droomvogel tot morgen blijft hangen. In ieder geval gaat ie een paar keer op de buik liggen. De tijd tikt ondertussen onverstoorbaar vooruit, de temperatuur rustig achteruit. Het wordt frisjes en het zicht minder. Het is ruim kwart over negen. Een sms naar m'n huisgenoot op het concert in Roosje leert in de reactie dat het concert 'vet is', ik ook moet komen en ze vooraan staan. We moeten nog een half uurtje rijden en nog tanken. Onderweg vliegen de, door adrenaline gestuurde, bijbehorende wensen aan volgende zeldzaamheden in de regio al weer door de auto. Dat beloofd nog wat als ik mezelf en anderen hoor praten.

Hyper door de hele planningswitch, het regelen van een auto en met vier mensen er heen rijden, de geweldige twitch én door het uitzoeken aan meer wetenswaardigheden over de Griel in ons werkgebied, lukt het me niet nog fatsoenlijk te denken aan het concert. 'Van het twitchen des vogels heeft niemand het programmaboekje'. Om maar eens een bekende levensspreuk van stal te halen. Dat blijkt maar weer. De keus tussen Rock of Stone kende geen bedenktijd Morgen hoor ik wel wat ik heb gemist. Gelukkig niet alles.