woensdag 15 maart 2006

M'n tanden klapperden nog harder dan de Ooievaar

Vandaag wezen kijken of trektellen vanaf de toren aan de Langstraat iets is. Ik was er iets later, omdat ik eerst ben wezen kijken naar de Roerdomp, maar die was er dus niet.Vanaf de toren vanaf 08.00 tot 10.00 geteld en knetter bevroren. Mijn tanden klapperden harder dan de Ooievaars op de paal er naast. Erg mooi en dicht langs de toren vliegend trouwens. Leuk was wel dat aan klein spul alles op torenhoogte langs kwam. Ook veel lokaal verkeer, maar bij evt. vaker gebruik herken je dit wel.
De soorten waren Boomleeuwerik (groepen van 6,2,6), Kievit (rond de 80, maar de hele dag al sterke trek langs rivier), Sijs (8), Veldleeuwerik (3), Veel Roeken(trek?) naar Noord, Brandgans (1), Merel (1 hoog), Blauwe Kiekendief 1v om 09:52 onder de toren door jagend, Pijlstaart (7man hoog naar west), Aalscholver (16 naar oost), Graspieper (2)Daarna via Koudedijk naar Wylerbergmeer. Op de Leuthsestraat tussen De Plak en St.Hubertusweg de leucistische spreeuw en honderden Kieviten.Op de (gehele) Duivelsberg gezocht naar Middelste Bonte Spechten (zonder lokapparatuur). Om de 100m tijd staan luisteren en kijken. Maar liefst 24 Grote Bonte Spechten (!), twee paar kekkerende Havik, één overvl Kruisbek, Barmsijs (2ex) en nog wat soorten. En flinke aantallen baltsende Buizerds over de hele stuwwal (minimaal 10 paar zien stuiteren of sneakie in het dichte bos)
Op weg naar huis en net de deur uitgestapt bij het SOVON-kantoor (tsja, had jullie nr niet in de tel...) elf afzeilende Kraanvogels vanuit centrum Nijmegen over Ubbergen, richting Millingerwaard en bij NS Heijendaal, op zoek naar Euro Kanaries (niets) een overvliegende Rode Wouw.

woensdag 8 maart 2006

Het spoor Biester

Kon het nog? Of net niet meer?Na een paar sfeervolle mooie dagen, zou maart eens laten zien dat ie doet wat ie wil. Regenbuien zouden de witte vlokken gaan vervangen, dus we moesten rap wezen. Minne en ik móeten af en toe naar buiten, dus stapten we vanochtend in het Peugeotje aan de Daalseweg. Doel was voormalig zandwinplas Biesterveld te bezoeken en de Barmsijzen te zoeken en bekijken die Minne daar al een paar keer had gezien. Die Witstuit zal er op een dag toch uitgeplukt moeten worden, en zowiezo is het deze winter Barmvoor en Barmna bij Minne, zo gezegd zo gedaan dus.
Rijksweg, St.Hubertusweg en Leuthsestraat loodsten ons naar de Ooijsche Graaf. Ter hoogte van de Grote Zillen-slaapplaats liep een best wel klein groepje ganzen, maar toch was er de aandrang even te stoppen. Later zal blijken dat die Kleine Rietgans er gewoon om vroeg ontdekt te worden. Mooi vergelijkbaar met een Toendrarietgans baande een exemplaar zich door het gras, zigzaggend tussen Kol-, Grauwe en nog twee Toendrarietganzen door, blz 42 van de ANWB in vol ornaat.
Bij Leuth bleek de keuze uit twee wegen, waarvan één naar Biesterveld, toch op de verkeerde te zijn gevallen, zo het kan gebeuren. De enige verbindingsweg die daarna mogelijk was (voor Kekerdom rechts), bleek de speeltuin van een graafmachine, die er plezier in had hopen zand op de weg te leggen, zonder dit ver van te voren aan te kondigen. Witte Kwikstaarten konden het wel waarderen en met z'n zessen kwikten ze fief over de heuveltjes. Vier Grote Canadese Ganzen deden met ons de oefening 'determineer de stipjes', maar grootte, kleur en wangvlek haalde ze onderuit.Na gekeerd te zijn kregen we ook de gelegenheid om bij De Zeelt misschien een glimp op te vangen van drie Grote Zilverreigers die ik op de heenweg in een van de 'voorwatertjes' langs de weg zag vliegen. Eentje liet zich nog snel zien en was net zo snel voorbij als de Patrijs op een landweggetje vlak voor Leuth.
Na de auto geparkeerd te hebben in de vette klei aan de rand van de Zeelandsestraat liepen we langs het slootje op naar de plas, oortjes gespitst op het metaal-geluid van de Barmsijs. Aan het eind van het pad echoot er inderdaad plotseling een 'tsjett' door het luchtruim, gevolgd door een winderig 'sjie' van een groep Sijzen die er achteraan komt. De groep vliegt echter door en blijkt nu ook een stuk kleiner te zijn dan Minne hier eerder had gezien. Op de plas fluiten wat Smienten, twee Dodaarzen zijn nog niet zo schichtig en laten zich mooi bekijken. Het duo Tafeleend en Kuifeend zwemt ook hier nog steeds rond en wat paartjes Futen laten elkaar weten hier el een zomerhuisje aan te willen houden. Het enige sneeuwvlokje vandaag vloog aan de overkant van de plas en was met een lengte van 1m best groot. Later zouden we deze Grote Zilverreiger in conflict zien met een Blauwe Reiger, die duidelijk liet blijken dat het zijn voedselterrein is.
Langzaam slenterend, zo de klei al tegenwerkte om sneller te kunnen, lopen we verder tussen rijen Elzen door. Op de eerste hoek zitten wat Staartmezen, een Matkop, een klein groepje Sijzen en verbaas ik me over een eenzame Taxus. We komen uit bij een voormalig beheerderswoninkje met iets van een schuur eraan. Het open terrein hieromheen laat ons verleiden tot mooie plaatjes en praatjes van klauwieren, vinkachtigen en zelfs een mogelijk Woudaapje in de zomer en een denkbeeldige Grote Karekiet zat al te zingen in de top van wat riet. Maar nee.
Aanwezige Teunisbloem en elzenopslag moeten onze verwachting op grote groepen Barmsijzen invulling geven. Groot was dan ook adrenalinekick toen over het water weer het metaalachtige knikkertje van de Barmsijs klonk. HA! Helaas konden we de vingers van twee paar handen niet volmaken en bleven we steken op dertien. Een telefoontje voor Minne was net iets belangrijker wat mij de gelegenheid gaf het terrein rond het gebouw nog een beetje rond te struinen. De dertien Barmsijzen vlogen er nog rond en kozen uiteindelijk de top van een lage wilg, wat determinatie van Grote Barmsijs mogelijk maakte. De Grote Zilverreiger kwam blijkbaar aandacht tekort en liet zich even fraai bekijken in een klei(n)putje.
Rustig doorkleiend liepen we verder, over het open terrein, langs sparren (noteer maar vast voor 2006: Goudvink 1 broedpaar, zo ik heb geschreven) langs een huisje, verscholen in een opslag, om even langs de rand weer een blik over het water te werpen. Mijn aandacht werd opgeëist door een meeuw aan de overkant van de plas die wel erg bleekjes zag. Zwartkopmeeuw!
De meeuw vloog achter de elzen aan de overkant van de plas en was blijkbaar aan het fourageren boven een akker, langzaam van links naar rechts pendelend en terug tussen een paar Kokmeeuwen. Alleen, er klopte iets niet, hij zag er niet helemaal uit als een echte Zwartkopmeeuw: een witte voorvleugelstreep was nog zichtbaar, de kleur was het niet helemaal, ietsiepietsie te beige en de vleugels iets te puntig. Het vermoeden ontstond dat het misschien een leucistische Kokmeeuw kon zijn. Na de kans op 50/50 te hebben gezet, besloten we naar de plek te lopen. Aangekomen bij inderdaad een geploegde akker werd duidelijk dat het inderdaad om een prachtige geheel egaal leucistische Kokmeeuw ging, incluis Zwartkopmeeuw-achtige doorschijnende vleugels. De vogel vloog op de akker langs de Zeelandsestraat heen en weer en kwam af en toe zeer dicht langs.
Na een tijd met verwondering de meeuw te hebben bekeken klosten we verder langs de plas en de zoom van elzen. Voordat we aan de laatste honderd meter begonnen werden we alsnog overvallen door een groep van zo'n 100 Sijzen, die in het niets oplosten na in de elzen te zijn gedoken.Bij de auto aangekomen kwamen de eerste druppies los, een betere afstemming op leuk en niet leuk konden we niet bedenken, alhoewel we eigenlijk nog niet helemaal klaar waren. Nadat Minne een zak kleigrond op het gaspedaal had gezet vertrokken we naar Millingen om bij iemand een Dwerggans zowat in z'n tuin te gaan bekijken. Oostelijk van Kekerdom zaten inderdaad groepen Kolganzen in de wei, maar het weer werd nu dermate minder prettig, dat we besloten richting Nijmegen te gaan. Drie Grote Canadeze Ganzen draaiden langzaam over het weiland het dorp in, bijna net zo tam als tien Brandganzen die op kaum 20meter van de woonwijk fourageerden.
Bij de Oude Waal ( ja dat ging snel he! Wel, ertussen zat niets) werden de Grutto's (30ex) opgeteld en de Nonnetjes afgestreept (8) en maakten een leuke ochtend kompleet. Het miezerweer deed ons echter niet naar de telescoop grijpen om verder te kijken, maar doorrijden naar de slaapplaats van het Peugeotje aan de Daalseweg.