'Gaat u zitten. Zorg dat u een comfortabele houding heeft. Ja, zit u goed? U wordt volkomen kalm. Laat die warmte in u stromen. U ziet niets. U hoort niets. De ruimte om u heen is volkomen leeg. Concentreer u op die ene hoge toon. Voelt u de aanwezigheid? Open de ogen maar weer. Wat ziet u voorbijkomen? Iets geels zegt u? Af en toe? Blijf kalm en luister naar mijn stem. Welke signalen pikt u van de andere kant op? Weinig zegt u? U ziet het niet goed? Teveel blauw én grauw? Mmmm, merkwaardig. Ik denk dat we nog een keer een sessie moeten houden, ik merk een teleurstelling waar ik nu niet doorheen kom. Dank u meneer Wester'.
Het zou een gesprek bij een therapeur kunnen zijn. Het gaat echter om de trektelling van vanochtend. De dag zelf begint met een veelbelovende opkomende zon. Na me om kwart voor zeven op de trektelpost te hebben genesteld is het aantal passanten bedroevend laag. Ondanks hulp van Sjaak van den Berg, Bart Hoogesteger en Erik van Winden komen we niet veel verder dan 58 Gele kwikstaarten en een zeventigtal Boerenzwaluwen. Daarnaast komen losse flodders als Holenduif, Appelvink, Kneu, Boompieper, Kleine Mantelmeeuw en Zanglijster voorbij. De hoge verwachtingen zijn snel gesmoord door de druk van de leegte. Een brede baan grauwe wolken is het enige wat massaal overtrekt.
In de woonwijk Lentemorgen in Zevenaar bivakkeert sinds 27 augustus een Hop. Ongeringd. Aangezien de trektelpost op het Maldens Vlak niet veel soeps oplevert bel en sms ik een aantal mensen of ze misschien zin hebben in Zevenaar te gaan kijken. Een sms naar Vincent de Boer leert dat hij net onderweg is naar de wijk en het zal laten weten als hij 'm heeft. Een half uur later een telefoontje. Hij heeft 'm, zittend op een soort speelveld in de woonwijk. Uiteindelijk krijg ik Menno Hornman aan de telefoon. Hij heeft op zich wel zin, maar heeft meer te doen. Hij belt zo terug. Ik gooi er enkele tactische woorden tegenaan en hang op. Een paar minuten later is geregeld dat we die kant op gaan. Menno vraagt ook Mark Wilkinson of hij zin heeft mee te gaan. Tussendoor krijg ik telefoon van Vincent: een wandelaar met Jack Russell heeft de Hop opgejaagd en deze is over de huizen verdwenen. Een zoektocht heeft nog niets opgeleverd. In sneltreinvaart fietsen Erik en ik naar Menno en proppen ons even later in zijn autootje. Aan de Graafseweg pikken we Mark (Schotse vogelaar, woont in Nijmegen) op. Harvey van Diek is al in Zevenaar, zonder resultaat vooralsnog.
Aan de rand van Zevenaar printen we een kaartje met de route naar de straat uit. Weer eens wat anders dan Tomtom. De auto wordt weggezet en na het uitstappen zie ik Robert Keizer al lopen. Z'n houding belooft niet veel goeds. Snel is duidelijk dat sinds de wandelaar langs kwam de Hop niet is weer gezien. Er lopen meer vogelaars rond in de wijk en al cirkelend pluizen we alle groenstroken, het speelveld en tuinen uit. Nog meer vogelaars zijn toegestroomd. De Hop laat zich niet weer vinden. Het barst ook van de afgesloten tuintjes, de vogel kan dus overal zitten. Telkens weer worden de vaste plekken van de vogel in de afgelopen dagen bezocht, aangevuld met het doorkruizen van straten en paadjes. Na drie uur is het mooi geweest. Gevalletje Hop-eloos. Menno moet nog wat doen en het ziet er naar uit dat ook deze actie met het begrip 'leeg' zal eindigen. Een Gierzwaluw scheert fraai laag over de huizen voorbij. Dat is dan weer een pluspuntje ten opzichte van het Maldens Vlak. Op een heuveltje in de speeltuin wordt kortstondig een telpostje opgezet. Zowaar een paar Boerenzwaluwen scheren op dakpanhoogte tussen de huizen door. Daar is dan ook alles mee genoteerd.
Na bezichtiging van de woonwijk met de auto, op zoek naar de uitgang van Zevenaar, rijden we op het pontje bij Pannerden aan. Op de brug bij het Berghoofdsche Veer bij de Rijnstrangen maken we een korte stop voor een blik over de rietvelden. Een Bruine Kiekendief cirkelt hoog in de lucht. Aan Mark, die hier nog nooit geweest was, leggen we uit dat in de dode bomen in de verte soms een Visarend zit. Een donker puntje 'over there in the hoogspanningmast' blijkt door de telescoop een Slechtvalk te zijn, een Waterral roept in het riet. Twee Kleine Karekieten scharrelen door het riet vlak langs de weg. Net op het moment dat ik zoiets had van 'we kunnen wel gaan' valt in het oosten m'n oog op een aanvliegende roofvogel. Een fraaie Visarend komt westwaarts langs ons heen gevlogen, wint even hoogte, maar duikt ter hoogte van de dode bomen toch weer naar beneden. En neemt plaats. Zoals het hoort.
Aan de oostkant van het Pannerdens kanaal werpen we snel een blik op het 'Marmereend'-plasje. Een tweetal Oeverlopers, een hoop Nijlganzen en twee Ooievaars worden opgemerkt en na een blik door de telescoop kan ook een eclipskleed Zomertaling worden toegevoegd. We kunnen gelijk het pontje oprijden en komen zo bij Doornenburg terecht. Het is zondag, de dijk is afgesloten voor auto's. We volgen de weg door diverse dorpen en bij Kommerdijk, Gendt kunnen we er alsnog op. In de Gendtse Polder ontdekken we een Manengans, Kleine Plevier en een (mogelijke) Kleine Canadese Gans. Langs de weg 'Polder' loopt een Groenpootruiter in de hoek van een plas. Ter hoogte van de steenfabriek waggelen langs een plas twee Kolganzen in een groep Grauwe, aan de overkant van de plas foerageert een Witgatje. Vanaf de dijk werpen we een blik op de aan de overkant gelegen Erlecomse Waard. Het thema van vandaag, 'leeg', krijgt ook hier inhoud, we maken weer rechtsomkeert. Menno moet nu echt wel een keer naar huis. Na een korte stop bij de Waalstrang bij Lent (leeg op twee Bergeenden na) rijden we op huis aan.
Een telefoontje van Peter Hoppenbrouwers met de melding dat er een Kleine Strandloper bij de Kaliwaal en de K3-zandwinning zit doet me besluiten nog 'even' snel de Ooijpolder in te kneuren. Erik gaat mee. In hoog tempo fietsen we door naar de Kaliwaal. Bij de Erlecomse waard pikken we een pracht van een Visarend op, die met prooi rondcirkelt en naar west verdwijnt. Bij de Kaliwaal helaas geen Kleine Strandloper. Wel Watersnippen, Lepelaars, Witgatjes, Wintertalingen, Kieviten en een Visdief. Bij de K3 is het uiteindelijk wel raak. Het ziet er hier sowieso interessant uit met de zandplaatjes. Op een stenig zandbankje slaapt naast een drietal Kleine Plevieren de Kleine Strandloper. Dat was trouwens nog wel even goed zoeken. De plevieren en strandloper gingen perfect gecamoufleerd in de achtergrond aan stenen op. 'T is dat stenen zich niet zo snel zelf verplaatsen...Op de baggerpijp in het water staan naast Kokmeeuwen een Geelpootmeeuw, Stormmeeuw en Visdief. In de ruigte langs de plas zitten twee Tapuiten en een Paapje. De Visarend komt weer aangevlogen en draait enkele rondjes boven de plas. Voor ik een foto kan maken voert de arend een effectieve stootduik uit en vertrekt wederom met prooi naar het westen. En nu is het echt tijd om naar huis te gaan. De Oeverzwaluwen bij de Oude Waal gaan nog mee in de daglijst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten