Getipt door ontdekker Bram Aarts tipte Menno Hornman mij gisteren weer over de aanwezigheid van twee Beflijsters bij Driehuizen in Nijmegen. Dit is om de hoek bij het werk en Menno wilde daarom snel tussen alle bedrijvigheid door gaan kijken. Ik zeg geen nee, altijd leuk zo'n Beflijster binnen de gemeentegrens, en een paar minuten later staan we aan de Halvemaanstraat te kijken naar zwarte lijsters met witte halve maantjes. What's in a name.
Vandaag kreeg ik van Bram te horen dat er in ieder geval nog één Beflijster aanwezig is. In m'n pauze fiets ik wederom dan ook die kant op, in de hoop een betere foto dan gisteren te kunnen maken. Ze zaten gisteren in een paardewei en m'n camera bleek op óf de omheining, óf het schrikdraad of een paaltje te hebben gefocust. En zodoende staan er alleen scherpe omheiningen, draadjes of paaltjes op m'n foto. Met erachter of er naast een ietwat blurry zwarte lijster met witte bef. Vanaf de Halvemaanweg geen Beflijster te vinden. Dan maar een tochtje door Heumensoord voor de Bonte vliegenvanger. Die ook niet te vinden is. Wél veel heerlijke zingende vogels, de pauze levert dan ook weer de nodige energie op deze ietwat lomige dag op!
Op de terugweg ga ik langs de noordkant van de weilanden waar de Beflijsters zaten en vind nu wel een Beflijster, heimelijk in een hoekje van een kleinere wei foeragerend. Snel maak ik een bewijsplaat en loop rustig z'n kant op. Ik sta er nog ruim honderd meter vanaf, of de vogel schiet al de struiken in en laat zich niet weer zien. Gelukkig blijkt ie aan het eind van de middag gewoon nog aanwezig. Tussen Driehuizen en het werk ligt nog park Brakkenstein, de keuze om óf over de Driehuizerweg of door het park te gaan is dan ook snel geen keuze meer. Effe kijken wat de Bosuiljongen vandaag doen. D'r zit al behoorlijk veel blad aan de bomen, het zal wel moeilijker worden ze te vinden. Bij aankomst staan twee vrouwen in een boom te turen. De enige boom zonder blad. En daar zitten ze: Frank en Frei en Blijheid! Fenomenaal! het lijkt wel of we drie-aan-drie aan het spiegelen zijn: de twee vrouwen ik draaien met onze hoofden in allerlei bochten om een goede blik op de uilen te krijgen, de jonge Bosuilen draaien met hun koppies om zich te kunnen fixeren op wat wij doen
Door de afwezigheid van m'n teamcollega's verloopt m'n middag in betrekkelijk rust. Alles wat ik wil doen heb ik er dan ook al snel netjes doorheen gejast en ben me aan het inlezen op toekomstige zaken. 'Ga je mee naar de Baardgrasmus? Ik ben nu bij Venlo en rij jou kant op'. Geert Lamers aan de andere kant van de telefoon die ik opneem. Baardgrasmus? Op internet zie ik al snel dat er een zingende Baardgrasmus is gevonden bij een golfterrein bij Bussum. Snel loop ik naar m'n collega aan de balie en vraag of ze het erg vind dat ik vrij neem. Ik heb alles af wat ik wilde doen. 'ja, dat moet je niet aan mij vragen, ik ben je baas niet'. Fijn is dat, die is er niet. 'Is het erg als ik ga?' Een minuut later heb ik Geert weer aan de lijn: 'ben over tien minuten thuis'. 'Doe maar rustig aan, ik doe er nog een half uur over'. Een half uur later zit ik naast Geert, op weg naar een of andere 'natuurbrug' tussen Hilversum en Bussum waar de grasmus, naar later blijkt, op een rijkelijk met brem en Gaspeldoorn beplante helling zit.
Bij aankomst is de toegang naar de plek toch onduidelijk. Om het terrein staan hekken en we moeten er ergens in bij een restaurant. We rijden wat rond en parkeren dan ergens de auto. Twee vogelaars weten het ook niet en de op ons toegelopen Luuk Punt en Frank van Duivenvoorde wilden juist weer aan ons vragen hoe de plek te bereiken. Uiteindelijk komen we erachter waar de auto te parkeren en lopen we een route zoals ongeveer op Google Earth was te zien. Op de Bussummerheide zingt een Boompieper en de aanwezigheid van twee vogelaars doet vermoeden dat we goed zitten. De juiste locatie blijkt een stukje verder te zijn en samen met een oude bekende lopen we door. Vlak bij de plek kom ik weer een oude bekende tegen, Embert Messelink, een van de drie vrienden uit m'n Twentse pubervogelaarstijd. We stonden bekend als de 'vier jonge honden' van de Twentse Vogelwerkgroep en waren praktisch (bijna) altijd op pad. En het liefst leverden we zoveel mogelijk A4viertjes aan waarnemingen in. De grasmus blijkt al sinds de middag niet meer gezongen te hebben of überhaupt gezien te zijn. We sluiten ons aan bij het kleine groepje nog aanwezige vogelaars.
Vogelaars komen en gaan, de grasmus houdt echter stijf z'n snavel op elkaar. In een bosrand 'scoor' ik m'n eerste Paapje voor dit jaar, evenals mijn eerste Koekoek, Gekraagde roodstaarten zingen vanuit verschillende hoeken en een paar Gierzwaluwen scheren laag naar noord. Bepaald niet schuwe reeën lopen op open terrein rond. Op de golfbaan slaan mensen hun afgezwaaide balletje ergens vanuit het bos. Gekscherend wordt gegrapt dat ze hun bal de helling waar we op staan, wel op mogen slaan. Dan zoeken wij wel, in de hoop natuurlijk tegen die grasmus aan te blunderen. Maar zo werkt 't natuurlijk niet. Een roofvogel die ik vanuit het zuiden oppik blijkt een Rode wouw te zijn, een welkome passant in de drie uur die we er nu staan! Traag verdwijnt ie naar het noordwesten. Vanaf een plas op de golfbaan hinnikt een Dodaars, twee Nijlganzen bleren er vanaf de rand en een Scholekster prikt extra putjes in de strakke grasmat.
Dan horen we met een klein groepje mensen ineens een zanggeluid, wat we geen van allen kunnen plaatsen, laat staan een soortnaam aan kunnen hangen. Een aantal brabbelende tonen, wat wat lijkt op het brabbelende van een Braamsluiper, maar er zitten ook enkele heldere tonen tussen. Verbaasd kijken we elkaar aan. Is dat? Daarna is het stil. En klinkt het weer, maar nu een stukje verderop. is dat toch? We lopen langs het hek richting geluid, het is echter weer stil. Dan lijkt het van veel verder te komen. We denken aan een sterk afwijkend zingende Gekraagde roodstaart. Het is echter niet te plaatsen door ons. Daarna horen we het geluid niet meer en zingt het koor aan Zwartkoppen, Heggenmussen en Fitissen weer op de voorgrond.
Rond zes uur vinden Geert en ik het wel mooi geweest. Het waait redelijk, de kans dat de grasmus nog gaat zingen schatten we hierdoor laag in. Samen met Jasper Hooijmans, die met het openbaar is gekomen, rijden we naar huis. Nu weet ik het. Het was geen casual vrijdag maar een Breidag. Zo'n dag waarin weer allerlei onverwachte situaties aan elkaar worden gebreid. En ik nu nog zit te breien op welke zangvogel we kort hebben gehoord.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten