vrijdag 15 januari 2010

Euroknallers en een geweldige domper!

Op de vraag welke soort ik nu het mooist vind antwoord ik steevast 'alle'. De een vind ik prachtig om zijn kleed, de ander om z'n gedrag, weer een ander om zijn geluid en een aantal hebben een vast plekkie in mijn hart, omdat ik ze zelf heb ontdekt. En vandaag kwam ik er achter dat er eigenlijk toch stiekum een soort is, die alles in zich heeft. Het voelde als een soort verraad naar alle andere soorten. Maar ook een soort opluchting maakte zich meester. Ook ik heb blijkbaar een soort waar ik warm voor loop.

Het begon in 1988, in Enschede. Via de lokale tamtam van de Twentse Vogelwerkgroep werd bekend dat aan de Emmastraat op een bouwterrein deze soort verbleef. Ik erheen en trof er inderdaad twee aan. Het was 12 maart 1988. Al op 14 maart sta ik bij een groep van zes exemplaren aan de Industriestraat. Begin februari 1989 bleken ze weer op bouwterreintjes in Enschede op te duiken. Stelselmatig ben ik toen 's winters dit soort terreinen gaan bezoeken. In 1991 resulteerde dat op 20 januari in een groep van 10 vogels, op 1 feb waren het er zelfs twaalf.
Welke vogel heeft blijkbaar toch een wel erg warm plekkie in mijn hart? Welke vogel ziet er nu mooi uit, zingt mooi, heeft 'apart' gedrag én heb ik zelf ooit ontdekt? Het blijkt de Europese Kanarie te zijn! Een van de weinige soorten die met zijn kleuren, en dan vooral de mannetjes, een verruigd bouwterrein weten op te fleuren. Ze geven met hun gezang je het gevoel of je in het warme zuiden zit. Terwijl het hartje winter is. En ogenschijnlijk lege terreintjes blijken kleine 'evenementen'terreinen te zijn, als je ontdekt dat er stiekum van die gele bolletjes tussen de bijvoet scharrelen. Of juist bovenin zich er tegoed doen aan de zaden. Feest!

Aernout Casier ontdekte op 13 januari een drietal Europese Kanaries aan de Archipelstraat in Nijmegen. Een dag later meldt Erik van Dijk per PDA 's morgens dat er nu vijf ter plaatse zitten. Ik werp een blik op de kaart en zie dat ze op de hoek met de Bandoengstraat zitten. Deze plek is op de route naar mijn werk, ik hoef er alleen een klein stukje voor om. Wat ik natuurlijk ook doe! Aan de Archipelstraat zoek ik de Bandoengstraat. En kan deze niet vinden. Wel ligt hier een bouwterrein. Maar ik sta er niet direct bij stil dat dit de plek is. Zo fiets ik daarom ook korte tijd rond. En ga dan toch naar het terrein terug. Later snap ik waarom ik de Bandoengstraat niet kan vinden. Deze is er helemaal uitgegooid en verworden tot het bouwterrein. iets later had ik ontzettend willen juichen van vreugde. Maar hield me in. Tegenover het terrein ligt de Mitra drankenhandel, mensen moesten eens gaan denken dat ik om kwart over negen al zat te nippen en spoken zag. Vanwaar die blijdschap? Wel, bovenin de kruiden zie ik twee gele bolletjes, flashbacks razen voorbij. Korte tijd bekijk ik hoe ze zich tegoed doen aan de zaden, maar moet dan 'helaas' door naar m'n werk.

Vandaag voor ik naar het werk ga toch maar weer kijken, ik kan er geen genoeg van krijgen. Bij aankomst staan Jeroen Veeken en Menno Hornman er al. Ze hebben de kanaries al gezien, voordat ik ze in beeld krijg gaat er weer enige tijd over heen. Dat vind ik ook het mooie aan deze soort. Je weet dat ze er ergens zitten, maar je krijgt ze gewoon niet te zien. Ineens klinkt er 'girlitz' door de lucht, en zie ik er een vliegen. Na lang wachten worden ze weer iets actiever. Zelfs zo actief dat ze op een gegeven moment op slechts drie meter van ons vandaan, aan de andere kant van het bouwhek gaan foerageren, heerlijk! Hoeveel het er nu precies zijn is niet echt makkelijk te bepalen. Het zijn er sowieso drie, door het lage gescharrel en het vluchtig rondvliegen wordt het tellen wat bemoeilijkt. Menno en de inmiddels gearriveerde Aart en Henny Vink komen tot vier, drie mannetjes en een vrouwtje. Menno weet enkele fijne foto's te maken, zoals dit mannetje hier links. Vele vogelaars, zelfs uit het land, komen langs en menig nieuwsgierig passant vraagt wat er te zien is. Ook een medewerkster van de Mitra komt langs met de vraag wat er te zien is: er waren gisteren al 'zoveel mensen langs geweest'.

Ook Nijmegen kent een historie van winterse Europese kanaries. Deze verbleven vaak op de inmiddels verdwenen volkstuintjes nabij station Heijendaal. Nog net heb ik in februari en maart 2004 een graantje mee mogen pikken van dit jaarlijkse winterfestijn. Daarna was het afgelopen. De volkstuintjes werden omgeploegd en versmald, om plaats te maken voor een verbrede busbaan en een steriel parkje. De kanaries zijn nooit meer teruggekeerd.

In de werkpauze 's middags slingert nog steeds de melding van een Roerdomp in m'n hoofd rond. Een paar dagen terug werd er een gezien langs het Meertje in de Ooijpolder. Op de fiets laat ik me dan ook de heuvel bij het kantoor afzakken. Dit moet je niet te enthousiast doen, de weg is spekglad. In een sloot pal langs het fietspad bij het kruispunt Sint Hubertusweg en Rijksweg scharrelt tot m'n verbazing een Grote Zilverreiger. Rap trap ik door naar het Zwanenbroekje en parkeer m'n fiets langs de weg. Rustig maak ik een rondje, onderwijl alle rietkragen zorgvuldig afzoekend. Zoals bekend kunnen deze vogels heel geheimzinnig zijn, ik bekijk dan ook alles wat mogelijk een Roerdomp zou kunnen zijn. Een hoop gekraak in een van de rietkragen blijkt een kudde fazanten te zijn. Ook gestreept bruin, maar niet wat ik zoek. De pauze is bijna voorbij als ik weer in de buurt van m'n fiets kom. Net moet ik nog een stukje sloot oversteken, als ik vanuit m'n ooghoeken een kleine bruine reiger zie wegglippen. Naja! Blijkt de Roerdomp vlakbij m'n fiets te zitten! Snel bel ik Harvey (van Diek), die zit helaas op Terschelling. Dan bel ik Jeroen Veeken die ik zojuist aan de andere kant bij Persingen zag fietsen.

Zelf moet ik echt terug, de pauze is nu wel voorbij. Lichtelijk baal ik dat ik juist nu mijn telescoop niet mee had. Die ligt nog op mijn werk. Maar behoorlijk in mijn nopjes met deze waarneming klauter ik de gladde weg naar het kantoor weer omhoog. Tijdens het werken laten de gedachten aan de Roerdomp zo dichtbij me niet los en ik sms Jeroen of hij 'm al weer heeft. Dat blijkt. Gewapend met de telescoop ga ik snel nogmaals die kant op. Vanaf een afstand zie ik Jeroen met fototoestel al op z'n hurken zitten. Ik kijk waar hij naar kijkt. En zie dan de Roerdomp vlakbij langs de slootkant zitten, ongelovelijk! Jeroen heeft al enkele mooie foto's weten te maken. Ik zet mijn telescoop op en maak mijn eigen eerste foto's. Niets geheimzinnigs aan de Roerdomp vandaag, gewoon open en bloot. Wat natuurlijk wordt veroorzaakt door de kou en de vele dichtgevroren wateren, de keerzijde van het verhaal. Hierdoor houden ze zich nu meer op ongebruikelijke plekken op, zoals deze. Een kwartier vermaak ik me met deze schoonheid en loop dan rustig weg. De vogel heeft ook z'n rust nodig, hoewel hij zich weinig lijkt aan te trekken van toevallige passanten. Ben benieuwd of we ze deze zomer weer zullen horen 'hoempen' bij de Oude Waal in de Ooijpolder. Ondanks de kou heb ik het door de ervaringen vandaag lekker warm van binnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten