Met de oogleden op half elf loop ik op de automatische piloot door de wijk naar huis. Heel aandoenlijk, twee blauwe ogen en een brede grijns die je over de rand van de wieg aankijken: zes uur is wel vroeg! In de avond, zodra Louna slaapt, heb ik de tijd om mijn eigen dingen te doen en dan lig ik er wel eens later in. Na haar net naar mama gebracht te hebben is een uur plat te kunnen gaan dan ook een aangenaam vooruitzicht. 'Gaan er mensen naar de arendbuizerd!'. Deze vraag van Jasper Hooymans verschijnt op m'n telefoon. 'Huh waar?' tik ik slaperig. 'Mavla'. Maasvlakte dus. Dat is nog een takke-eind rijden. Thuis kijk ik op Dutch Bird Alerts en lees dat Garry Bakker en Sander Elzerman rond het middaguur een Arendbuizerd hebben ontdekt op een veld naast het Slufterdepot en dat de determinatie inmiddels zeker is. Dit is niet alleen een megasoort, het is er ook één die op m'n wenslijst staat. Zoals de vlag er nu bijstaat, zou ik op een ander moment niet direct overstag zijn gegaan, nu heb ik snel opgeteld.
Gisteren is namelijk óók al een zeer goede soort ontdekt, de Noordse Boszanger! Deze zeldzame zanger vond Bart Dijkstra 's ochtends langs een pad bij de Westplaat. En dat is om de hoek bij de Arendbuizerd! Niet alleen maken opvallende wenkbrauw- en vleugelstreepjes een zanger spannend (zeldzamere soorten hebben dit vaker), aan deze boszanger kleeft nog de bittere pil die ik eerder moest slikken: vanwege deze soort staarden we in september 2009 op Texel met een groep een lange dag naar een boom -daar komt ie in!- bij een stacaravan. Zonder resultaat, het verhaal erover staat hier: voor nop naar de kop van Texel. Niet verder denken, twee sublieme redenen zijn er al, slapen kan in de auto, gáán! Jasper heeft helaas geen auto tot de beschikking, lijntjes worden uitgezet. Met al snel beet: André Geelhoed wil ook wel gaan, hij zit alleen bij z'n ouders in Barneveld en heeft nu geen auto. Kort er na komt zijn pa mét de auto thuis. André neemt 'm gelijk over, spreekt met Jasper af om half drie bij André's kamer in Presikhaaf, en gaat rijden. Jasper geeft mij de tijd en verzamelplek door en voor ik de fiets naar Presikhaaf trap gaan er een paar extra bakken koffie tegenaan. Zodra ook Rens Huizinga er is, de vierde medereiziger, begint onze tocht van anderhalf uur spanning.
Onderweg hebben we via Whatsapp contact met vrienden die al bij de Arendbuizerd staan, we blijven zo op de hoogte van de situatie. Met nog zeker een uur voor de boeg komt rond drie uur het bericht dat de Arendbuizerd vliegt en steeds hoger gaat. De laatste berichtjes komen hard binnen: 'stipje' en vervolgens 'weg'. Shit! We blijven toch doorrijden, die Noordse Boszanger is er ook nog! En hij schijnt ook gezongen te hebben, dat stemt positief! Dit alles gebeurde alleen voor drie uur; erna wordt het ook stil rond deze knaller. Zwijgend van de spanning rijden we net na vieren de Maasvlakte op. Met uiteindelijk nog een paar kilometer te gaan bedenken we wat te doen. Die Noordse lijkt nu de enige optie.
'Arendbuizerd weer terug op oude plek!'. Met dit bericht slaat de stemming in de auto gelijk om, euforie, paniek: 'Shit, waar is het ook al weer precies?'. De plank gaat op het gas, een parkeerplaats vol auto's schieten we voorbij: hier zit de boszanger dus. We rijden gewoon door, niet zeker of we eigenlijk wel goed zitten. Internet op de telefoons gaat ineens heul traag. Een beeld van de plattegrond bij een waarneming die ik thuis had bekeken, vertroebeld door de spanning: ik denk dat we goed zitten, twijfel heerst. Jasper belt een vriend voor plekinfo en gaande het gesprek denken we verkeerd te rijden. Stress. We moeten keren! André zet een draai in waarbij we dwars op de weg komen te staan. En op dat moment zie ik in de verte een rijtje auto's langs de weg. Daar is het! André draait terug en zet de eindsprint in. Snel sluiten we achter de laatste auto aan en pakken onze spullen.
Naast het rijtje auto's staat een groep vogelaars, de telescopen gericht op het veld links van ons. Enkele minuten later kijk ik naar één van de soorten die niet alleen nieuw is, maar ook op m'n lijstje met soorten staat die ik graag eens echt zou zien, een schitterende Arendbuizerd! Wat een massief beest is het eigenlijk als je 'm zo ziet zitten op een paal, zeker in vergelijking met gewone Buizerds op de palen in hetzelfde veld! Ondanks de grauwe lucht, zijn met de telescoop de kenmerken goed te zien. We feliciteren elkaar met de nieuwe soort, en ook degeen die 'm terug vond, Daniël Paalvast. Ondanks zijn hoge verdwijning, en daardoor als vertrokken beschouwd, nam Daniël toch weer een kijkje bij het veld. En kon zo rond vier uur de piep de wereld insturen dat de Arendbuizerd gewoon weer op zijn paal zat. het circus kan verder gaan waar het gebleven was. De rij auto's groeit In rap tempo, met hoge snelheid komen mensen soms aan, de laatste meters al dan niet rennend afmakend. Er waren er dus meer die hard gevloekt zullen hebben na zijn verdwijnactie en het er nu niet op aan laten komen nog eens te gaan missen. Om het plaatje af te maken wisselt een kwartier later de rover van paal en laat zo ook in vlucht zien dat ie een slag grotere spanwijdte heeft dan een Buizerd. Laag boven de vlakte draait hij enkele rondjes, om vervolgens een gewone Buizerd van zijn uitkijkpost te dwingen. Wederom is de rover goed te zien, tot hij al snel met de rug naar ons toe draait en zo blijft zitten: we gaan naar de Noordse Boszanger! Door het uitblijven van nieuwe meldingen op Waarneming.nl en Dutch Birding lijkt het of deze sinds drie uur uit beeld is, in het veld horen we dat iemand om half vijf 'm nog had. Dat was net! In drie minuten wisselt de auto van parkeerplek, en na een korte wandeling komen we bij de groep vogelaars aan, die verspreid over zo'n vijftig meter staan: niet bepaald een positieve setting. De laatste keer was inderdaad half vijf. De telescoop wordt neergezet, het geduld een tandje hoger. De hele tijd is het een komen en gaan van vogelaars. Waar bekenden elkaar treffen klinkt geroezemoes in de verder kollektief geaccepteerde stilte: te hard geklets overstemt roepende vogels in de haag. En om 'm te missen zijn we hier natuurlijk niet. Sommigen spreiden hun kansen en schuifelen op z'n tijd een stuk pad op en neer, alert op verdachte bewegingen. Een ander staat één stap in de bosjes en houdt bewegingsloos een struik gefixeerd in de gaten. Nu is de sfeer, zoals vaak bij een zeldzaamheid die zich (lang) niet laat zien, ook wat gespannen, nerveus. Kleine soorten in dichtere bosjes vereisen alertheid; in seconden kan een vogel opduiken en twitchers samenballen. Snel handelen kan net dat verschil maken tussen +1 of desperaat moeten vragen 'waar zit ie dan, waar dan'. De medevogelaar wordt daarom ook in de smiezen gehouden: kijkt iemand, of een groepje, met een kijker, net iets te lang en ingespannen naar één plek, dan zetten sommigen al wandeling in die snel over kan gaan in een sprint. De rest volgt dan vaak slaafs, eigenlijk niet wetend waarom. Zo rennen we voor een Tjiftjaf en checkt men toch ook die groep fotografen, die ter tijdverdrijf hun kanonnen hebben gericht op twee Vuurgoudhanen: ook in bezit van een wenkbrauw- en vleugelstrepen, maar niet waar je uren voor hebt gereden. Tegen zes uur klinkt ineens een serieus 'hier zit ie!'. Iemand zou de boszanger zeker hebben gezien. De meute trekt weer bij elkaar en tig paar ogen kleden het stuk groen uit. Uiteraard laat zich niks meer zien, de vraag 'wat is er dan gezien' gaat over in ongeloof. De aandacht is in ieder geval weer scherp. Een stuk verder langs het pad trekt gefladder in een donker deel ver in bomenhaag de aandacht. Uiteindelijk rollen er twee Bladkoningen uit die zwijgzaam insecten bij elkaar zoeken. Kort maar mooi krijg ik ze in de scoop, toch leuk voor m'n jaarlijst! Een half uur en een stuk pad verder foerageren nog twee Bladkoningen, altijd leuk voor de daglijst! Groepjes Watersnippen vliegen over, de slaaptrek lijkt ingezet te zijn. Dit gaat kansloos worden, het licht in de dichte haag gaat hard achteruit en de zangertjes vallen stil. Natuurlijk teleurgesteld, dat het het er niet in zat, en voor mij de tweede keer, lopen we om kwart over zeven naar de auto. Dit keer is het gelukkig geen Texel-verhaal, die Arendbuizerd is wél mooi binnen! Was m'n plan niet even een uurtje plat te gaan? In de auto gaat bij mij het licht uit. een plan voor morgen is al gesmeed
Gisteren is namelijk óók al een zeer goede soort ontdekt, de Noordse Boszanger! Deze zeldzame zanger vond Bart Dijkstra 's ochtends langs een pad bij de Westplaat. En dat is om de hoek bij de Arendbuizerd! Niet alleen maken opvallende wenkbrauw- en vleugelstreepjes een zanger spannend (zeldzamere soorten hebben dit vaker), aan deze boszanger kleeft nog de bittere pil die ik eerder moest slikken: vanwege deze soort staarden we in september 2009 op Texel met een groep een lange dag naar een boom -daar komt ie in!- bij een stacaravan. Zonder resultaat, het verhaal erover staat hier: voor nop naar de kop van Texel. Niet verder denken, twee sublieme redenen zijn er al, slapen kan in de auto, gáán! Jasper heeft helaas geen auto tot de beschikking, lijntjes worden uitgezet. Met al snel beet: André Geelhoed wil ook wel gaan, hij zit alleen bij z'n ouders in Barneveld en heeft nu geen auto. Kort er na komt zijn pa mét de auto thuis. André neemt 'm gelijk over, spreekt met Jasper af om half drie bij André's kamer in Presikhaaf, en gaat rijden. Jasper geeft mij de tijd en verzamelplek door en voor ik de fiets naar Presikhaaf trap gaan er een paar extra bakken koffie tegenaan. Zodra ook Rens Huizinga er is, de vierde medereiziger, begint onze tocht van anderhalf uur spanning.
Onderweg hebben we via Whatsapp contact met vrienden die al bij de Arendbuizerd staan, we blijven zo op de hoogte van de situatie. Met nog zeker een uur voor de boeg komt rond drie uur het bericht dat de Arendbuizerd vliegt en steeds hoger gaat. De laatste berichtjes komen hard binnen: 'stipje' en vervolgens 'weg'. Shit! We blijven toch doorrijden, die Noordse Boszanger is er ook nog! En hij schijnt ook gezongen te hebben, dat stemt positief! Dit alles gebeurde alleen voor drie uur; erna wordt het ook stil rond deze knaller. Zwijgend van de spanning rijden we net na vieren de Maasvlakte op. Met uiteindelijk nog een paar kilometer te gaan bedenken we wat te doen. Die Noordse lijkt nu de enige optie.
'Arendbuizerd weer terug op oude plek!'. Met dit bericht slaat de stemming in de auto gelijk om, euforie, paniek: 'Shit, waar is het ook al weer precies?'. De plank gaat op het gas, een parkeerplaats vol auto's schieten we voorbij: hier zit de boszanger dus. We rijden gewoon door, niet zeker of we eigenlijk wel goed zitten. Internet op de telefoons gaat ineens heul traag. Een beeld van de plattegrond bij een waarneming die ik thuis had bekeken, vertroebeld door de spanning: ik denk dat we goed zitten, twijfel heerst. Jasper belt een vriend voor plekinfo en gaande het gesprek denken we verkeerd te rijden. Stress. We moeten keren! André zet een draai in waarbij we dwars op de weg komen te staan. En op dat moment zie ik in de verte een rijtje auto's langs de weg. Daar is het! André draait terug en zet de eindsprint in. Snel sluiten we achter de laatste auto aan en pakken onze spullen.
Naast het rijtje auto's staat een groep vogelaars, de telescopen gericht op het veld links van ons. Enkele minuten later kijk ik naar één van de soorten die niet alleen nieuw is, maar ook op m'n lijstje met soorten staat die ik graag eens echt zou zien, een schitterende Arendbuizerd! Wat een massief beest is het eigenlijk als je 'm zo ziet zitten op een paal, zeker in vergelijking met gewone Buizerds op de palen in hetzelfde veld! Ondanks de grauwe lucht, zijn met de telescoop de kenmerken goed te zien. We feliciteren elkaar met de nieuwe soort, en ook degeen die 'm terug vond, Daniël Paalvast. Ondanks zijn hoge verdwijning, en daardoor als vertrokken beschouwd, nam Daniël toch weer een kijkje bij het veld. En kon zo rond vier uur de piep de wereld insturen dat de Arendbuizerd gewoon weer op zijn paal zat. het circus kan verder gaan waar het gebleven was. De rij auto's groeit In rap tempo, met hoge snelheid komen mensen soms aan, de laatste meters al dan niet rennend afmakend. Er waren er dus meer die hard gevloekt zullen hebben na zijn verdwijnactie en het er nu niet op aan laten komen nog eens te gaan missen. Om het plaatje af te maken wisselt een kwartier later de rover van paal en laat zo ook in vlucht zien dat ie een slag grotere spanwijdte heeft dan een Buizerd. Laag boven de vlakte draait hij enkele rondjes, om vervolgens een gewone Buizerd van zijn uitkijkpost te dwingen. Wederom is de rover goed te zien, tot hij al snel met de rug naar ons toe draait en zo blijft zitten: we gaan naar de Noordse Boszanger! Door het uitblijven van nieuwe meldingen op Waarneming.nl en Dutch Birding lijkt het of deze sinds drie uur uit beeld is, in het veld horen we dat iemand om half vijf 'm nog had. Dat was net! In drie minuten wisselt de auto van parkeerplek, en na een korte wandeling komen we bij de groep vogelaars aan, die verspreid over zo'n vijftig meter staan: niet bepaald een positieve setting. De laatste keer was inderdaad half vijf. De telescoop wordt neergezet, het geduld een tandje hoger. De hele tijd is het een komen en gaan van vogelaars. Waar bekenden elkaar treffen klinkt geroezemoes in de verder kollektief geaccepteerde stilte: te hard geklets overstemt roepende vogels in de haag. En om 'm te missen zijn we hier natuurlijk niet. Sommigen spreiden hun kansen en schuifelen op z'n tijd een stuk pad op en neer, alert op verdachte bewegingen. Een ander staat één stap in de bosjes en houdt bewegingsloos een struik gefixeerd in de gaten. Nu is de sfeer, zoals vaak bij een zeldzaamheid die zich (lang) niet laat zien, ook wat gespannen, nerveus. Kleine soorten in dichtere bosjes vereisen alertheid; in seconden kan een vogel opduiken en twitchers samenballen. Snel handelen kan net dat verschil maken tussen +1 of desperaat moeten vragen 'waar zit ie dan, waar dan'. De medevogelaar wordt daarom ook in de smiezen gehouden: kijkt iemand, of een groepje, met een kijker, net iets te lang en ingespannen naar één plek, dan zetten sommigen al wandeling in die snel over kan gaan in een sprint. De rest volgt dan vaak slaafs, eigenlijk niet wetend waarom. Zo rennen we voor een Tjiftjaf en checkt men toch ook die groep fotografen, die ter tijdverdrijf hun kanonnen hebben gericht op twee Vuurgoudhanen: ook in bezit van een wenkbrauw- en vleugelstrepen, maar niet waar je uren voor hebt gereden. Tegen zes uur klinkt ineens een serieus 'hier zit ie!'. Iemand zou de boszanger zeker hebben gezien. De meute trekt weer bij elkaar en tig paar ogen kleden het stuk groen uit. Uiteraard laat zich niks meer zien, de vraag 'wat is er dan gezien' gaat over in ongeloof. De aandacht is in ieder geval weer scherp. Een stuk verder langs het pad trekt gefladder in een donker deel ver in bomenhaag de aandacht. Uiteindelijk rollen er twee Bladkoningen uit die zwijgzaam insecten bij elkaar zoeken. Kort maar mooi krijg ik ze in de scoop, toch leuk voor m'n jaarlijst! Een half uur en een stuk pad verder foerageren nog twee Bladkoningen, altijd leuk voor de daglijst! Groepjes Watersnippen vliegen over, de slaaptrek lijkt ingezet te zijn. Dit gaat kansloos worden, het licht in de dichte haag gaat hard achteruit en de zangertjes vallen stil. Natuurlijk teleurgesteld, dat het het er niet in zat, en voor mij de tweede keer, lopen we om kwart over zeven naar de auto. Dit keer is het gelukkig geen Texel-verhaal, die Arendbuizerd is wél mooi binnen! Was m'n plan niet even een uurtje plat te gaan? In de auto gaat bij mij het licht uit. een plan voor morgen is al gesmeed
Heerlijk verhaal, Remco!
BeantwoordenVerwijderen