Zaterdagmiddag, ruim na één. Louna is net weer naar mama. Met een suizend hoofd drentel ik nu ietwat doelloos door m'n kamer. Een paar dagen vol indrukken en intensieve aandacht voor m'n dochter van elf maanden mogen even bezinken. Nu is er weer tijd voor zaken die geregeld moeten worden, maar ik hik er lichtelijk tegen aan. Afwisselen met iets leuks kan dan motiveren. Gedachteloos speelgoed en andere spullen opruimend mijmer ik 'niet leuk' en 'leuk' aan elkaar, als om tien over twee de toon van een Whatsappbericht klinkt.
De vogelgroep Rariteiten in Overijssel heeft wat te melden. Ik tik het bericht open en lees wat afwezig, 'Kleine geelpoot Hengforderwaarden door Arno ten Hoeve'. Twee minuten later weer een bericht uit dezelfde groep. Nu alleen 'Kleine geelpootruiter', met een link naar waarneming.nl. Het komt nog steeds als een ver van m'n bed show binnen, 't zal wel ergens bovenin Overijssel zijn, bij Zwolle of nog verder of zo. In m'n gedachten in ieder geval té ver om goed geprikkeld te worden. Wanneer de ontdekking nog eens onder de aandacht wordt gebracht, nu om 14:20 door Frank Wagenaar via de groep Alerts Gelders VogelNet, voelt het ineens iets dichterbij: 'Kleine geelpootruiter net over de grens in overijssel'. Die grens loopt nog steeds tot vlak onder Zwolle, een unheimisch gevoel zorgt nu wel dat www.waarneming.nl wordt ingetypt. Kom dan maar met de details.
Lichtelijk verbijsterd staar ik naar de waarneming van Arno: niet alleen laat het topokaartje weten dat de Hengforderwaarden vlak boven Deventer liggen, ook heeft Arno alvast een 'bewijsplaat' toegevoegd waar zelfs in de kleinste pixel twijfel geen ruimte krijgt. M'n bek valt stil open: WAUW! De trigger is direct afgegaan en neemt m'n denken over. Binnen de kortste keren flitsen allerlei aan mezelf gerichte redenen door de kop waarom ik zou mogen, of zelfs zou moeten gaan. Van 'goh, dat is wel in de buurt zeg..' naar 'Voor Overijssel is tie nieuw, da's wel een hele goeie dan!', tot 'als dat beest de rivier naar west overvliegt gaat ie Gelderland in, daar hoor je dan bij te zijn Wester!'. En het macho 'eigenlijk best geinig, twee geelpoten in een week' veroorzaakt een lichte grijns.
Deze nieuwe soort voor Overijssel verscheen vandaag om tien over twaalf in beeld bij Piet Schermerhorn tijdens het tellen van Watersnippen. Piet heeft al een aardige lijst met leuke en goede ontdekkingen op zijn naam in die omgeving. In dit geval vermoed hij Kleine Geelpootruiter, de afstand houdt 'm nog onzeker. Als de ruiter later dichterbij zit raakt hij steeds meer overtuigt van zijn determinatie. Hij zit alleen met een lege accu en kan geen foto's maken, en belt daarom Arno ten Hoeve die binnen tien minuten arriveert. Én gelijk alle twijfel wegneemt. Om 13:45 zet Arno zijn waarneming op Waarneming.nl, samen met de al genoemde bewijsplaten, de sneeuwbal gaat rollen.
Twee minuten na Frank plaats ik de vraag of er mensen vanuit Arnhem heengaan, vrijwel direct wordt dit weer beantwoord met 'ik nu' door Frank. Twee minuten later staat de afspraak: over vijftien minuten bij station Velperpoort. Het schiet nu van doelloos naar scherp, in tempo zoek ik -shit waar ligt alles nou- m'n vogelspullen bij elkaar. 'Andere schoenen in plaats van gympen? Regenpak, nee joh, blijft droog'. M'n medebewoners kijken de nieuweling vragend aan als ik een spurt door het huis naar de voordeur trek om de fiets te pakken. 'Leg ik later wel uit'. Iets na half drie trek ik op de Steenstraat de autodeur dicht en koersen we door Arnhem op de A50 naar het noorden aan. Halfzware shag kringelt verdampt door de één slag omlaag gedraaide zijramen naar buiten, uit de boxen dreunt onder andere Scooter. Adrenaline en snelheid worden hoog gehouden. En ook de luchtvochtigheid neemt toe, eerste regendruppels worden van de voorruit weggeveegd.
Voor Apeldoorn buigen we oostwaarts de A1 naar Deventer op en direct na het passeren van de IJsselbrug nemen we de eerste afslag, Deventer in. Langs de westkant van Deventer volgen we de wegen door de stad naar het noorden, de laatste vierenhalve kilometer IJsseldijk zijn zo uitgereden. Van ver is aan de hoeveelheid auto's boven aan de dijk al te zien waar we moeten zijn. Alsof het allemaal gaat meezitten draait Frank links het dijkweggetje in en plaatst de auto in één zucht door op de enige vrije plek tussen de overige twitchblikken. Een paar keer kort steken en we kunnen onze spullen uitladen onder een geheel dicht muisgrijs wolkendek. Maar het is wél weer droog!
Theo van Veenendaal komt net de dijk opgelopen en laat weten dat de geelpootruiter er nog zit en zich fraai laat zien. Evenals een Kanoet en Steenloper! En dat het hier en daar modderig is; ik werp kort een blik op m'n schoeisel: gympen. We sjokken de dijk weer af de Hengforderwaarden in, volgens een bord bij de ingang blijkbaar een Defensieterrein waar wandelen wordt toegestaan.
Asfalt gaat over in natte bemodderde betonplaten, met hinkstapsprong gaat het richting de IJssel. Vlak voor de rivier moeten we linksaf, dit is weer een beter pad. In de verte de doemt een gele shovel op, het doorgegeven herkenningspunt voor de locatie van de Kleine Geelpootruiter. Schuin links voor ons staan al een negental vogelaars uit de regio in linie achter een laag dijkje, onder wie Tim de Boer, Fabian en Tammo Meijer en Erik Lam. Nog voor m'n telescoop staat is met het blote oog de ruiter verderop al gescoord: die staat niet ver weg!
Nauwelijks later staar ik door m'n telescoop naar de prachtige gele beentjes van de Kleine Geelpootruiter op het slikplaatje voor me. Ondanks het miezerige weer laat deze nieuwe soort voor Overijssel zich ongekend fraai bekijken.
Dit is toch wel een twitch van een heel ander kaliber dan de Kleine geelpootruiter vorige week op de Starrevaart bij Leidschendam! Een kwartier lang bekijk en fotografeer ik deze schoonheid, even afgeleid door de Kanoet die eerst vlak voor ons landt, al snel door vliegt, om uiteindelijk naast de geelpoot op te duiken.
Een geintje die hij later ook uithaalt bij de Steenloper. Nadat ik een fraai beeld van de Kleine in m'n herinnering heb ge-etst, is het tijd de rest van dit gebied beter te bekijken, dat zo te zien nog niet zo heel lang geleden ontwikkeld is. Door de lage waterstand komt een groot slikoppervlak vrij te liggen, die z'n aanzuigende werking op de watervogels niet mist zo te zien: het miegelt er van! Vanachter ons dijkje hebben we zicht op tientallen Watersnippen, Witgatjes, Tureluurs, Oeverlopers, een zevental Kemphanen, Bontbekplevieren, een paar Kleine plevieren en een Bonte strandloper.
En natuurlijk niet te vergeten, de al genoemde Kanoet en Steenloper. Twee Grote zilverreigers prikken behoedzaam hun eten bij elkaar tussen de vele Slob- en Wilde eenden, Wintertalingen en Bergeenden. Drie nieuwe Grote zilvers flappen later rustig zuidwaarts over ze heen, Aalscholvers staan op een zandplaatje. Eén keer vliegt een groot deel van de vogels op, om vlak er na terug te keren. Daarna gaat weer bijna alles de lucht in en deze keer strijken de meeste vogels zuidelijker in het gebied neer. We kunnen nu iets opener staan, wat de gelegenheid geeft alle randen beter af speuren.
Het zal weinig verbazen dat van de vogelaars die actief aan een provincie-lijst werken, vooral uit de top van de ranglijst mensen het snelst na ontdekking van een mega, ten tonele verschijnen. De rangen dienen verdedigd te worden, en het is hard sprokkelen om vooral '+1'tjes binnen te blijven halen. Deze soort is er zo'n
Wanneer deze tegen vier uur opvliegt en pas een honderd meter zuidelijker in de strang weer landt, wordt het voor sommigen onderweg naar ons dan ook knijpen geblazen. Niet alleen is die zuidkant slecht te benaderen, een vrijstaande grote wilg middenin de strang ontneemt ook nog eens het zicht op een deel van het slik met de steltjes. Ergens loopt ie dus, geduldig scannen we heen en weer. En inderdaad, na een tijd komt de ruiter tevoorschijn vanachter de wilg.
We weten nu in ieder geval waar ongeveer hij uithangt, dit scheelt bij het aanwijzen voor latere nieuwkomers.
Sommigen komen aangerend en proberen zo snel mogelijk de telescoop op te zetten. Wat dan een zenuwklus wordt en vaak komt dan wel de vraag of ze even door jou scoop mogen kijken, dan is tie vast binnen. Ernaast staan ze dan met de handen in de zakken relaxed te ouwehoeren. Die zijn al binnen.
Een geintje die hij later ook uithaalt bij de Steenloper. Nadat ik een fraai beeld van de Kleine in m'n herinnering heb ge-etst, is het tijd de rest van dit gebied beter te bekijken, dat zo te zien nog niet zo heel lang geleden ontwikkeld is. Door de lage waterstand komt een groot slikoppervlak vrij te liggen, die z'n aanzuigende werking op de watervogels niet mist zo te zien: het miegelt er van! Vanachter ons dijkje hebben we zicht op tientallen Watersnippen, Witgatjes, Tureluurs, Oeverlopers, een zevental Kemphanen, Bontbekplevieren, een paar Kleine plevieren en een Bonte strandloper.
En natuurlijk niet te vergeten, de al genoemde Kanoet en Steenloper. Twee Grote zilverreigers prikken behoedzaam hun eten bij elkaar tussen de vele Slob- en Wilde eenden, Wintertalingen en Bergeenden. Drie nieuwe Grote zilvers flappen later rustig zuidwaarts over ze heen, Aalscholvers staan op een zandplaatje. Eén keer vliegt een groot deel van de vogels op, om vlak er na terug te keren. Daarna gaat weer bijna alles de lucht in en deze keer strijken de meeste vogels zuidelijker in het gebied neer. We kunnen nu iets opener staan, wat de gelegenheid geeft alle randen beter af speuren.
Het zal weinig verbazen dat van de vogelaars die actief aan een provincie-lijst werken, vooral uit de top van de ranglijst mensen het snelst na ontdekking van een mega, ten tonele verschijnen. De rangen dienen verdedigd te worden, en het is hard sprokkelen om vooral '+1'tjes binnen te blijven halen. Deze soort is er zo'n
Wanneer deze tegen vier uur opvliegt en pas een honderd meter zuidelijker in de strang weer landt, wordt het voor sommigen onderweg naar ons dan ook knijpen geblazen. Niet alleen is die zuidkant slecht te benaderen, een vrijstaande grote wilg middenin de strang ontneemt ook nog eens het zicht op een deel van het slik met de steltjes. Ergens loopt ie dus, geduldig scannen we heen en weer. En inderdaad, na een tijd komt de ruiter tevoorschijn vanachter de wilg.
We weten nu in ieder geval waar ongeveer hij uithangt, dit scheelt bij het aanwijzen voor latere nieuwkomers.
Sommigen komen aangerend en proberen zo snel mogelijk de telescoop op te zetten. Wat dan een zenuwklus wordt en vaak komt dan wel de vraag of ze even door jou scoop mogen kijken, dan is tie vast binnen. Ernaast staan ze dan met de handen in de zakken relaxed te ouwehoeren. Die zijn al binnen.
Tussen dit alles door voer ik in ObsMapp de Steenloper in, die geflankeerd door de Kanoet, op de noordoever langs het water scharrelt. Zeker is dat het pas m'n tweede voor Overijssel is, de datum van de eerste blijft tot thuis een vraagteken. Frank en ik blijven nog een tijd rondhangen. Om te kijken, te kletsen en stilzwijgend die ene passerende Zwarte Ooievaar of Reuzenstern af te dwingen. Alle drie tegelijk. Meer en meer gaan de steltjes in het zuidelijk deel zitten, voor ons is slik het praktisch leeg. Onze aandacht verslapt en we besluiten af te taaien voor de boel inkakt. We modderen nog wat aan op de weg terug naar de auto en om kwart over vier draait Frank zuidwaarts de IJsseldijk weer op. Onze plek wordt ingenomen door een vogelaar die nog onderweg is naar een +1. Voor welke lijst dan ook. Frank is door dit bezoek een nieuwe soort rijker. En ik? Ik heb er twee in een week. Of een nieuwe voor Overijssel. Of een nieuw, nog fraaier beeld om op te teren. Ach, het was gewoon eens een goeie twitch lekker om de hoek.
Thuis zoek ik in Waarneming.nl nieuwsgierig naar m'n eerste Steenloper in Overijssel, al snel rolt de adult zomerkleed er uit die ik opstootte uit een veenbak tijdens een watervogeltelling. 28 april 1990 in de Engbertsdijksvenen. Na dik 23 jaar komt de tweede dan om de hoek kijken!
Het verbaast me ook dat na tien voor zeven vanavond geen waarnemingen meer binnen komen. Is iedereen al verwend door de de waarnemingen elders in het land of zijn alle provincie-twitchers al geweest? Je zou denken dat contractuele verplichtingen dwingt tot afreizen na kantooruren. Het zijn vanavond echter vooral twitchers van verder uit het land.
De Kleine Geelpootruiter wordt zondag 8 september pas om één uur gemeld en blijft wederom tot in de avond. Dit keer laten om tien over half acht drie twitchers zich niet aftroeven door de toenemende schemer. Met het betere scoopwerk weten ze 'm nog tussen de Kemphanen te fotograferen, waarna de schemer ze opslokt. In de ochtend van de 9e is er slechts één melding om 8:35, vervolgwaarnemingen blijven uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten