donderdag 24 januari 2008

Altijd fijn!

tevreden mensen....!Leuk dat meer mensen vandaag de Roodhalsgans van De Plak in de Ooijpolder nog hebben gezien. Gelukkig heb ik net voor het donker de gans terug kunnen vangen en met dank aan de Cuijkse mensen hebben we de vogel weer losgelaten bij z'n zeven witte maatjes in de Cuijkse Steeg. Waarom denken jullie anders dat zo'n mooi ongeringd beest zo tam was?hahahahaha
Na enkele stadse verplichtingen ter hoogte van de Oude Waal toch maar in m'n regenbroek gekropen: het begon toch wel wat te soppen. Schuilend achter een pol gras (effect: nihil) een vegetatieopname van de achterrand van de Oude Waal gemaakt, maar helaas: geen Krooneend. Wel veel Pijlstaarten met hun typische geluid en druk baltsende Wintertalingen. Daarnaast een club Slobeenden, Tafeleenden en Smienten en een adult Pontische Meeuw dobberend op het water. Twee Waterpiepers klooien langs de dijk. In de oostcorner van de Oude Waal de Kleine Rietgans een aai over de bol gegeven, there there, en doorgespoeld naar de Hezelstraat. Aan het begin twee roepende Waterrallen, een overvliegende Kleine bonte specht (m'n eerste dit jaar) en een opvliegende Watersnip. Liefst vijf Matkoppen trokken door het riet aan de zuidkant en hoewel de overvliegende Gote Mantelmeeuw aan de oostkant van de Hezelstraat een eitje was, had ik geen zin om de meevliegende grote grijsmantelige meeuw te determineren. Die Brandganzen en grote groep Kramsvogels in de weilanden waren veel interessanter. De oorzaak van een groep opvliegende ganzen blijkt een Vos te zijn die door de weilanden banjert. Kleine twijfel of ik linksaf richting Bisonbaai zou gaan en dan weer naar huis, of toch rechts en dan langs de Plak. Ik sla dus rechtsaf en net voorbij het laatse huis, zie ik, tot mijn grote verbazing en zonder verrekijker al een Roodhalsgans vlak langs de weg foerageren. Krek! Ik bekijk de vogel goed en kan geen ringen ontdekken. Dat is beter nieuws! Snel bel ik Peter Hoppenbrouwers om de gans in een mail te laten omzetten en bel ik Jan Hartog, altijd in voor een leuk fotootje.
Na een tijd heb ik het wel gezien, de luchtvochtigheid ín mijn regenpak is nu bijna even hoog als er buiten. Aandachtig speur ik nog een keer door de grote groep Kol- en Brandganzen en fiets dan naar het pontje bij het Meertje. Nieuwsgierig of er misschien nog Bokjes langs de sloot bij de Rijksweg zitten, of dat het paartje Roodborsttapuiten er nog zit, begin ik te draaien aan het wiel van het pontje. Als een koppige ezel blijft het ding echter weerbarstig aan de overkant liggen en het wiel draait tollend terug door de spanning. Jos van Oostveen aan de lijn: waar de Roodhalsgans zit. Ik besluit terug te fietsen, om toch nog even te checken of de vogel er nog zit en zie op afstand al dat Jan H. gearriveerd is. De Roodhals zit nu verder naar achter en is niet altijd even goed te zien. Maar zien doet Jan 'm wel. Én fotograveren ook. Alleen werkt de afstand en het licht nu niet echt mee. Ik keuvel even bij Jan in de auto, wat nog een Grote Zilverreiger aan de fietstocht toevoegt en na buiten een sjekkie gerookt te hebben fiets ik alsnog door Persingen met een omweg naar de weilanden langs de Rijksweg. Kolganzen, een grote groep Kramsvogels en een Grote Zilverreiger hangen hier rond. Geen Bokje en geen Roodborsttapuit. Via het klaphek aan het eind van de parallelweg steek ik de Rijsweg over en fiets Ubbergen in. In het dorp vind ik een tuin nog enkele Glanskoppen en wat mezen.
Bij het SOVON-kantoor ga ik het pad op en parkeer de fiets bij de lage slagboom en ga lopend verder. Misschien, heel misschien wil er wel een Middelste Bonte ondanks het pokkeweer meewerken. Zowat in de achtertuin van SOVON stoot ik bij een bramenstruikpartij langs de bosrand een Houtsnip op en laten twee Vuurgoudhaantjes zich mooi bekijken, al scharrelend door de lage struiken. Ik loop met een omweg terug naar de fiets en pik zo nog een aantal Glanskoppen mee, waaronder één zingend. Hup de Rijksweg weer over, kijken wat het Wylerbergmeer te bieden heeft. Oostelijk fiets ik langs de plas. wat wederom twee Vuurgoudhanen langs het pad oplevert. Zes Sijzen vliegen over. Aan de noordkant van de plas fiets ik langs de sportvelden. De bomen zitten hier vol met Kramsvogels en Spreeuwen. Net voorbij de velden sla ik linksaf en duik door de fietstunnel terug Beek in. Nu ga ik de Duivelsberg via het Piet van Rossumpad op. Langzaam bekijk ik alle bomen. En vang een zacht geklop op. Op de plek waar ik vaker Middelste Bonten heb gezien. Zou het? Na een tijd vind ik een vrouwtje Grote Bonte Specht, die de top van een boom aan het decimeren is. Jammerdebammer. Er tegenover, in het kwelbos vind ik m'n derde paar Vuurgoudhanen, nu vrij hoog in de Eiken. Bij het akkertje loop ik tegen een club koters aan, die het goed zou lukken om de sirenes van de eerste maandag van de maand ruimschoots te overtreffen. Ik hoor helemaal niets en ga door naar het bruggetje. De schemer doet z'n intrede, de slagingskans gaat nu heel hard achteruit. Na om 15:47 Bram Ubels te woord te hebben gestaan, die even later ook de Roodhalsgans kan noteren, vind ik het mooi geweest. Bij het bruggetje in het bos loop ik nog tegen een onwaarschijnlijk grote groep mezen (tientallen, voornamelijk Kool) en Vinken aan. Bij villa Berglust gaat de laatste soort, drie Kepen, de lijst op en voldaan laat ik me heuvelafwaarts terug naar Nijmegen voeren.
Thuis pel ik mezelf uit m'n regenpak en doe voorzichtig m'n schoenen uit. Het zal me niet verbazen als er, gezien de waterstand, niet nog één of andere spectaculaire vissoort te voorschijn komt. Proppen kranten gaan er in, handschoenen op de kachel. En ik, ik wil met de kleren aan onder de douche.Toch geen verschil meer. De chocomelk pruttelt.Altijd fijn!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten