Oma en opa zijn een dagje toeren in Noord-Holland van oma-oma's naar tantes naar neefjes en al vroeg op pad. Louna en ik hebben 't speelrijk heerlijk alleen en na een bammetje 'bé-ru-goed' duiken we op het speelgoed. Al kneuterend tussen dan weer dat, dan weer dat gaat de tijd richting tienen en bedenk ik alvast welk stuks fruit vanochtend aan de beurt is. Buiten vlaagt op z'n tijd een buitje voorbij, die gaandeweg de ochtend in hevigheid lijken toe te nemen.
Tegen kwart voor tien, als Louna net is aanbeland in het spelletje 'ik hóór je niet, ik hóór je niet!' gaat m'n telefoon 'Papa, télufó-hón gaat!'. Die hoort ze dan weer wel...,De toon verkondigt een bericht in één van de Whatsapp vogelalert-groepen, het is de Arnhemse zie ik: Roodkopklauwier in de Jezuïetenwaai!! Snotverju, wéér één in Gelderland! En weer zit ik in Enschede. Op 13 mei werd in de Veenkampen bij Wageningen een exemplaar ontdekt van deze voor mij nieuwe soort voor Gelderland, reden om de volgende dag met Guido Verhoef te gaan posten bij het kooikersbosje waar hij de avond er voor in was verdwenen. Uiteindelijk stonden we er een paar uur voor Piet Snot, het leed enigszins verzacht door een mooie Zwarte Wouw die laag over Utrechts gebied naar de Gelderse grens iets verderop trok. Voor Guido leek dan ook een nieuwe aanwinst voor z'n Big Year-lijst in aantocht te zijn, ware het niet dat enkele kraaien roet in de route gooiden en 'm weer westwaarts lieten vliegen. De kans was groot dat hij alsnog weer noordwaarts, en dus Gelderland zou gaan, maar die kans was voor ons verkeken toen we 'm uit 't oog waren verloren.
Anyway, het zou toch niet zo zijn, dat ik nu wéér een Roodkop door de neus krijg geboord? Snel weeg ik de mogelijkheden af: zal Louna het trekken? 'Even' op en neer? Of In Arnhem later die middag ergens een slaapje doen, en dan terug? Het loopt me over aan te bedenken mogelijkheden en probeer het dan ook af te laten glijden. Maar het knaagt zich net zo snel weer omhoog. 'Ach, het gaat toch niet lukken, teveel gedoe en geregel. Dús, kan ik net zo goed Andele smsen. Heb ik in ieder geval het idee íets geprobeerd te hebben!'. Tegen half elf gaat dan ook de vraag zijn kant op, of hij al naar de Roodkop is, en dat ik overweeg met Louna na haar middagslaapje te gaan. En of hij dan misschien (weer) zou willen rijden? De wedervraag is hoe laat ik dan daar ben, omdat hij om vijf uur z'n zoon moet ophalen. M'n raderen gaan nu een tandje harder draaien. Twijfels. 'Hoe met het hapje? Zou ze tussendoor kunnen slapen? Is het echt niet wat veel? Misschien nú al gaan, en dan voor 't slaapje terug?' Ik sms dat ik de treinreis even uitzoek, denk dan zo al te gaan en vraag of hij een kinderstoeltje heeft. Stiekem hoop ik dat hij reageert dat 't wat lastig uitkomt, zodat ik een excuus tot thuisblijven heb. In plaats daarvan verschijnt 'Prima, instappen maar!' Andele is al naar de klauwier, maar wil ons wel ophalen. 'Ga je mee Louna, gaan we met de trein'.'Jáá!' lacht ze. Nou, dan gáán we ook! In een handomdraai gris ik de nodige spullen bij elkaar, hijs ons beiden in het regenpak -buiten is dweilen nu zinloos- en peddel door de bui naar perron 2. Kaartje op zak, krentenbol in de hand. rollen maar! Ben door deze spontaniteit echter zo van m'n apropos, dat ik sms om 12:36 uit Zutphen te vertrekken en om 12:20 in Presikhaaf te zijn. Oké, we zíjn snel, maar een timewarp achterwaarts...
Gelukkig zit er een kleine tien minuten in de overstap te Zutphen, zodat de frisse lucht op het perron het een en ander laat bezinken.
Louna bezinkt zichzelf ook en huppelt over het perronbeton van plas naar plas. Die soms dieper zijn dan gewenst, maar ach, je bent maar één keer jong Het tweede deel van de reis komt in beweging, nog maar 20 minuten! Tussen alle gezelligheid door (laarzen uit, staan op de stoel: katoink katoink katoink!) een bericht op de ArnhemAlert van Frank Wagenaar: Dick van Dorp had 's ochtends in de Velperwaard een op de grond baltsende Watersnip. Een gedrag dat deze soort niet zo snel laat zien, maar wel bekend is van de zeldzame én vaak schuwe Poelsnip. 'Of iemand misschien wil gaan checken?' De door Louna en spoorwegen opgeeiste aandacht laten me de eerdere berichtjes weer vergeten, nieuwe tik ik af.
M'n kleine is klaar met schapen koekeloeren en katoinken en ligt nu ontspannen lekker te slapen op de twee treinstoelen tegenover me. Zachtjes til ik haar even later op, en stap om één uur perron Presikhaaf op. Aan het begin staat Andele al lachend ons op te wachten, hand schudden en richting auto. Met m'n ene helft bij de gedachte zo dadelijk naar een Roodkopklauwier te kunnen staren, neemt de andere de trapafdaling-met-Louna-op-de-schouder voor rekening. 'We gaan eerst naar de Velperwaard'. Voordat m'n blik gans in de vraagstand kan komen rolt er al uit 'want het is er écht één!'. Hè, WÁT?! POELSNIP?!!' Erik Ernens blijkt de snip teruggevonden te hebben, en precies op moment van uitstappen slingert hij het bericht de whatsapp op: 'Poelsnip!!!!!!!!!!!! Velperplasje'.
Een kleine half uur later parkeren we bij Velp op de Beemd onder aan de dijk en lopen over het fietspad naar het groepje veelal bekenden, dat zich aan het eind van het pad op de dijk heeft opgesteld achter een rij telescopen. Ongetwijfeld door de vele indrukken en actie is Louna al vroeg uitgeblust. Op mijn arm zittend, met een armpje over de ene en haar hoofd op de andere schouder lopen we naar de blije én gespannen gezichten op de dijk. Héérlijk om die 'twitch'-adrenaline weer eens goed gierend door het lijf te voelen. Het is dan ook een megaknaller van een soort. Ze worden eigenlijk wel jaarlijks in Nederland gemeld, maar vaak gaat het dan om waarnemingen van snippen die vlak voor je opvliegen en vervolgens verdwijnen voor ze zich laten fotograferen. En omdat verwarring kan optreden met verzwakte Watersnippen die een zelfde soort vlieggedrag kunnen vertonen, is een goede plaat van de vogel een vereiste voor aanvaarding door de Nederlandse zeldzaamhedencommissie.
Voor Gelderland is dit zelfs pas de tweede twitchbare, de eerste verbleef 30 april en 1 mei 1987 bij Opheusden Voor velen betekent het dan ook een nieuwe provinciesoort. Niet nieuw is dat Poelsnippen zich vaak niet makkelijk laten zien, en uitstekend weten op te gaan in het hogere gras waar ze graag foerageren. Om flexibel te kunnen reizen heb ik statief en telescoop thuisgelaten. En juist bij deze soort is dat een handicap. Onregelmatig laat hij net boven het gras uit een kop of kont zien, waarna opgewonden 'Daar zit ie'! of ontladend 'YESS' door de groep klinkt.
De eerste keren dat ik bij iemand achter de scoop kan aanschuiven, kom ik dan ook niet verder dan wuivend gras ('zou hij daar lopen?'). Ik drentel wat heen en neer, luister naar aanwijzingen die worden gegeven, klets bij met bekenden en let op Louna, die zich na het ontleden van bloemen nu bezig houdt met het ontleden van een boterham. En dan is daar mijn moment!! 'YESS!!', roep ik geijkt, wanneer de snip een tijd rond spiedend rechtop tussen het gras blijft staan. De indruk van een wat stevigere snavel, maar vooral de sterk, tot laag op de buik lopende bandering op de flanken is goed te zien. 3
Wanneer je eenmaal doorhebt wáár in de rand de snip precies uithangt ('bij de pol, waar het dijkje omhóóg gaat!'), wordt terug vinden vaak ook een stuk makkelijker. Nieuwkomers belanden soms in een hectische, en zenuwachtige oriëntatie fase, waarbij door hen die wél wat zien óf te zacht wordt gepraat, óf men schreeuwt een overdaad aan zelfbedachte of -een halve meter links van die twee gele bloemen! Jáá, en daar nú voor langs!- niet te vinden aanwijzingen heen en weer en verzonnen aanwijzingen -wáár dan precies, aanwijzingen graag! Aanwijzingen!' waar ik gelukkig nu uit ben. Met een ontladen hart breng ik Louna, die aangeeft even te willen slapen, naar de auto. Op de achterbank maak ik een bedje voor haar, stop haar in onder een warme jas en spurt na een tijdje weer de dijk op.
De groep twitchers groeit gestaag, en belletjes en berichtjes uit het land met vragen over de bereikbaarheid, laten zien dat dit ook nog wel door zal gaan. Het lukt me om de skulker nog een paar keer mooi, en beter te zien. Zodat ik terecht kan zeggen genoeg kenmerken te hebben gezien om zelf tot de determinatie Poelsnip te kunnen komen. Want alleen een aanblik van ik noem de kop, is niet echt bevredigend. Wanneer Andele terug is van een check bij Louna, en zegt dat ze rustig, maar met de ogen open ligt, ga ik kijken. Ze wil niet slapen, maa naar buiten. Even later trekt ze lachend een sprint over de dijk.
Met een 'zullen we zo gaan?' start het avontuur naar de soort waar het allemaal mee begon: de ROODKOPKLAUWIER in de Jezuïetenwaai. 'Ja, óp naar de Roodkop!', reeds vooruit dromend dat dadelijk, slechts een dik uur later, mijn tweede nieuwe provinciesoort in de scoop zal verschijnen. Regenbuien eerder vanochtend dreven de klauwier wel eens de meidoorns in, en dan duurde het soms een tijd voor men haar weer vond. Gedrieën lopen we de dijk op. Andele, met de Roodkop reeds in de pocket, op z'n gemak, ik -wéér- gierend op de adrenaline en Louna wéér op de arm. Vol verwachting kijk ik over de dijk, zijn er mensen? Slechts één persoon, turend door zijn scoop, staat een kleine veertig meter verderop. Het blijkt Nico Omlo te zijn, en toevallig krijgt hij nét, na een kleine drie kwartier, de klauwier weer in beeld!
Gelijk spurt ik dan ook door naar zijn telescoop en met één blik tikt soepel m'n tweede straffe nieuwe voor Gelderland zich de lijst op! Grauwe wolken drijven over de Rijnstrangen, gelukkig hebben de buien plaats gemaakt voor straaltjes zon. En dat betekent weer insecten in de lucht, en dát weer een actieve Roodkopklauwier vanuit de toppen van de meidoorns die verspreid in het open veld staan. Terloops wijst Nico op een Visarend die boven het water van de waay blijkt te cirkelen en ons was ontgaan. Hatsjikkidee, een leuke bonus er bij vandaag! Ondertussen keuvelt men op de diverse regionale whatsapp-groepen rustig door. De Arnhemse over de strakke vondsten, in het Nijmeegse schemert door én een gemis aan enig regionaal vuurwerk én omdat er van alles opduikt net buiten hun werkgebied een lichte teleurstelling. Gelukkig is daar om half drie Mark Wilkinson, die de Nijmegenaren een stevige pijnstiller aanreikt in de vorm van een zomerkleed WITVLEUGELSTERN, foeragerend boven het Grote Grindgat bij Weurt.
Een potentieel derde nieuwe provinciesoort! Echter, het genot van de spontane twitchactie, met reeds twee nieuwe soorten, de vreugde van op pad zijn met m'n dochter, het weerzien van vele bekenden, als een soort blusdeken dempt het de walmende adrenaline-wolk om me heen. De trigger uit Weurt ligt net ver genoeg voor een nieuwe adrenalinestoot. En dan douwt Andele rustig een strijker in het kruidvat: Nog even de Witvleugelstern doen?' Huh, wát?!' Sneller dan de gedachte ontvlamt de adrenaline weer. Inpakken, gáán! Jezuwaai, pontje Huissen, A325, Weurt. Zo heel erg ver is het niet, de adrenaline stampt er lekker op en laat het eeuwen duren. dipticks steken de kop op: 'mooi tp' laat Jordy Houkes op de Nijmeegse whapp weten.
Hij zit er nog, mooi!! (je gaat dan ook altijd in uitroeptekens denken hè..). Het is pas veertien minuten geleden dat Mark z'n vondst verspreidde. Het voelt als een eeuwigheid. Dus ook opluchting bij het 'hebbes!' door Jolanda Wannet.Slechts vijf minuten na Jordy...Úren zijn het! Bij Nijmegen stuurt Andele me echter eerst een compleet nieuwe wereld in: voor het eerst ga ik over 'De Oversteek' de nieuwe Waalbrug aan de westkant van Nijmegen. Kanonne, wat is híer een zooi veranderd zeg! Ooit lag de De Vasim, een voormalige woon- en werkplek van me, in een zee van vrije ruimte, nu ligt ze ingeklemd tussen brug en wegen. Acuut bekruipt me een opgesloten gevoel. Louna ligt lekker te ronken in haar zitje. Wanneer we om tien over half vier de auto in de straat parkeren, vlak voor de dijk waar we op moeten zijn, laat ik haar dan ook lekker slapen in de stoel. Vanaf de dijk kan ik haar in de gaten houden, en we zetten er op in niet lang weg te hoeven. We draaien de autoraampjes wat open voor frisse lucht en banjeren daarna de dijk op. Andele richt zich met de scoop op de foeragerende Visdieven, Zwarte Sterns en andere vogels op het midden van de plas. Ik kijk en luister wat om me heen, enigszins verbaasd: want waar staan Mark, Jordy en Jolanda dan? Het Grindgat is best groot, en misschien hangt ie wel in de andere hoek rond, reden om een paar belpogingen te doen. Tevergeefs.
En acuut vergeten wanneer van links, redelijk vlak langs de oever, een opvallend en contrastrijk zwart-wit vlekje in soepele vlucht onze kant op dwarrelt! 'Witvleugelstern! Daar vliegt hij!!!' juich ik. Drie nieuwe soorten op een dag, ongelofelijk. Mijn Geldersev hattrick is een feit! Andele heeft 'm vrijwel direct ook in het vizier, zodat we elkaar ook kunnen feliciteren met deze zeldzaamheid vandaag. Eindelijk ben ik dan ook van de wat wrange bijsmaak af, die deze soort als een van de weinige, of misschien wel dé enige, opriep, wanneer er weer eens eentje in Gelderland werd gemeld. In meerdere jaren kreeg ik het voor elkaar om er naast te grijpen bij pleisterende vogels, zelfs in het invasiejaar 2007 werd me niks gegund, en waren sterns verdwenen voor ik aan kon schuiven. Maar dat is met vogels kijken nou eenmaal, het moet niet altijd te makkelijk gaan. Met scoop en telefoon weet Andele, ondanks z'n bewegelijkheid, zelfs enkele plaatjes van de stern te schieten. Blije koppen en ongeloof op de dijk. Ongeloof over de vandaag opgedoken zeldzaamheden en het gemak waarmee we ze vervolgens een plek op onze (Gelderse)lijst wisten te geven. Een dag die nog een kleine verrassing in petto lijkt hebben. Naast ons op de dijk parkeert een auto, en er stapt een jongen uit, die al lopend -'zo, zo treffen we elkaar ook eens in levende lijve'- z'n hand uitsteekt. Het blijkt Jordy Houkes, die ik tot nu vooral ken van gesprekken via whatsapp en facebook.
We beppen over het een en ander met elkaar, als tegen vier uur de kriebel op komt zetten: we willen en moeten eigenlijk er een eind aan gaan breien. We hebben nog een rit naar Arnhem, Andele moet ook om vijf uur thuis zijn, en Louna en ik hebben een treinreis terug voor de boeg. Een laatste keer kijk ik door de scoop over de plas. Om dan een opvallend witte stern met een zwarte scherpe achterrand op de ondervleugel in de smiezen te krijgen. Ook lijkt de ondervleugel doorschijnend, de snavel ietsje korter en onder omstandigheden de buik iets donkerder, waardoor de vogel wittige wangetjes lijkt te hebben. Noordse Stern?! Ik attendeer Andele er op, en blijf 'm volgen, om te voorkomen dat ie weer tussen de Visdieven op de grote plas verdwijnt. En zo veel langer willen we het niet meer maken. Uiteindelijk vliegt hij al patrouillerend onze kant op, en komt dan net als de Witvleugel vanaf links langs. Wanneer hij een paar keer zwenkt is nu duidelijk de doorschijnende hand te zien. Noordse Stern! Wel lijken de verlengde staartpennen niet zo heel lang voor een Noordse, de andere kenmerken laten echter geen twijfel over. Met deze onverwachte afsluiting op zak lopen we naar de auto.
Louna slaapt de hele rit als een os, en al zou ik dit laatste half uurtje vol willen beppen met van alles over vandaag, de stilte door ongeloof, verbazing, vreugde en stiekem ook een hoog energieverbuik wint het. Met Louna slaperig op de ene arm schud ik stevig met de andere hand die van Andele. Zoals gezegd, een zeldzaam mooie en memorabele dag, waarin uiteindelijk zelfs het weer z'n goodwill toonde. Een middag eens niet gedacht aan alle zorgen. Slechts de vraag aan mezelf wát nou de trigger was om juist vandaag w'rl te gaan. Ach, hoef het niet weten, +3!! Praktisch in één keer kunnen we door, auto uit, trein in. Zelfs dát werkt vandaag mee! Al snel hangen Louna en ik lekker onderuit gezakt op de treinbank. Ongeloof, vreugde, vrijheid, langzaam, maar grondig kikken de emoties binnen over vandaag: Poelsnip (+1 NL/Gld Remco, Andele +1Gld), Roodkopklauwier (+1 Gld Remco, Andele), Witvleugelstern (+1 Gld Remco+Andele), Visarend en Noordse Stern (+1 jaarlijst Gld Remco en Andele)
Tegen kwart voor tien, als Louna net is aanbeland in het spelletje 'ik hóór je niet, ik hóór je niet!' gaat m'n telefoon 'Papa, télufó-hón gaat!'. Die hoort ze dan weer wel...,De toon verkondigt een bericht in één van de Whatsapp vogelalert-groepen, het is de Arnhemse zie ik: Roodkopklauwier in de Jezuïetenwaai!! Snotverju, wéér één in Gelderland! En weer zit ik in Enschede. Op 13 mei werd in de Veenkampen bij Wageningen een exemplaar ontdekt van deze voor mij nieuwe soort voor Gelderland, reden om de volgende dag met Guido Verhoef te gaan posten bij het kooikersbosje waar hij de avond er voor in was verdwenen. Uiteindelijk stonden we er een paar uur voor Piet Snot, het leed enigszins verzacht door een mooie Zwarte Wouw die laag over Utrechts gebied naar de Gelderse grens iets verderop trok. Voor Guido leek dan ook een nieuwe aanwinst voor z'n Big Year-lijst in aantocht te zijn, ware het niet dat enkele kraaien roet in de route gooiden en 'm weer westwaarts lieten vliegen. De kans was groot dat hij alsnog weer noordwaarts, en dus Gelderland zou gaan, maar die kans was voor ons verkeken toen we 'm uit 't oog waren verloren.
Anyway, het zou toch niet zo zijn, dat ik nu wéér een Roodkop door de neus krijg geboord? Snel weeg ik de mogelijkheden af: zal Louna het trekken? 'Even' op en neer? Of In Arnhem later die middag ergens een slaapje doen, en dan terug? Het loopt me over aan te bedenken mogelijkheden en probeer het dan ook af te laten glijden. Maar het knaagt zich net zo snel weer omhoog. 'Ach, het gaat toch niet lukken, teveel gedoe en geregel. Dús, kan ik net zo goed Andele smsen. Heb ik in ieder geval het idee íets geprobeerd te hebben!'. Tegen half elf gaat dan ook de vraag zijn kant op, of hij al naar de Roodkop is, en dat ik overweeg met Louna na haar middagslaapje te gaan. En of hij dan misschien (weer) zou willen rijden? De wedervraag is hoe laat ik dan daar ben, omdat hij om vijf uur z'n zoon moet ophalen. M'n raderen gaan nu een tandje harder draaien. Twijfels. 'Hoe met het hapje? Zou ze tussendoor kunnen slapen? Is het echt niet wat veel? Misschien nú al gaan, en dan voor 't slaapje terug?' Ik sms dat ik de treinreis even uitzoek, denk dan zo al te gaan en vraag of hij een kinderstoeltje heeft. Stiekem hoop ik dat hij reageert dat 't wat lastig uitkomt, zodat ik een excuus tot thuisblijven heb. In plaats daarvan verschijnt 'Prima, instappen maar!' Andele is al naar de klauwier, maar wil ons wel ophalen. 'Ga je mee Louna, gaan we met de trein'.'Jáá!' lacht ze. Nou, dan gáán we ook! In een handomdraai gris ik de nodige spullen bij elkaar, hijs ons beiden in het regenpak -buiten is dweilen nu zinloos- en peddel door de bui naar perron 2. Kaartje op zak, krentenbol in de hand. rollen maar! Ben door deze spontaniteit echter zo van m'n apropos, dat ik sms om 12:36 uit Zutphen te vertrekken en om 12:20 in Presikhaaf te zijn. Oké, we zíjn snel, maar een timewarp achterwaarts...
Gelukkig zit er een kleine tien minuten in de overstap te Zutphen, zodat de frisse lucht op het perron het een en ander laat bezinken.
Louna bezinkt zichzelf ook en huppelt over het perronbeton van plas naar plas. Die soms dieper zijn dan gewenst, maar ach, je bent maar één keer jong Het tweede deel van de reis komt in beweging, nog maar 20 minuten! Tussen alle gezelligheid door (laarzen uit, staan op de stoel: katoink katoink katoink!) een bericht op de ArnhemAlert van Frank Wagenaar: Dick van Dorp had 's ochtends in de Velperwaard een op de grond baltsende Watersnip. Een gedrag dat deze soort niet zo snel laat zien, maar wel bekend is van de zeldzame én vaak schuwe Poelsnip. 'Of iemand misschien wil gaan checken?' De door Louna en spoorwegen opgeeiste aandacht laten me de eerdere berichtjes weer vergeten, nieuwe tik ik af.
M'n kleine is klaar met schapen koekeloeren en katoinken en ligt nu ontspannen lekker te slapen op de twee treinstoelen tegenover me. Zachtjes til ik haar even later op, en stap om één uur perron Presikhaaf op. Aan het begin staat Andele al lachend ons op te wachten, hand schudden en richting auto. Met m'n ene helft bij de gedachte zo dadelijk naar een Roodkopklauwier te kunnen staren, neemt de andere de trapafdaling-met-Louna-op-de-schouder voor rekening. 'We gaan eerst naar de Velperwaard'. Voordat m'n blik gans in de vraagstand kan komen rolt er al uit 'want het is er écht één!'. Hè, WÁT?! POELSNIP?!!' Erik Ernens blijkt de snip teruggevonden te hebben, en precies op moment van uitstappen slingert hij het bericht de whatsapp op: 'Poelsnip!!!!!!!!!!!! Velperplasje'.
Een kleine half uur later parkeren we bij Velp op de Beemd onder aan de dijk en lopen over het fietspad naar het groepje veelal bekenden, dat zich aan het eind van het pad op de dijk heeft opgesteld achter een rij telescopen. Ongetwijfeld door de vele indrukken en actie is Louna al vroeg uitgeblust. Op mijn arm zittend, met een armpje over de ene en haar hoofd op de andere schouder lopen we naar de blije én gespannen gezichten op de dijk. Héérlijk om die 'twitch'-adrenaline weer eens goed gierend door het lijf te voelen. Het is dan ook een megaknaller van een soort. Ze worden eigenlijk wel jaarlijks in Nederland gemeld, maar vaak gaat het dan om waarnemingen van snippen die vlak voor je opvliegen en vervolgens verdwijnen voor ze zich laten fotograferen. En omdat verwarring kan optreden met verzwakte Watersnippen die een zelfde soort vlieggedrag kunnen vertonen, is een goede plaat van de vogel een vereiste voor aanvaarding door de Nederlandse zeldzaamhedencommissie.
Voor Gelderland is dit zelfs pas de tweede twitchbare, de eerste verbleef 30 april en 1 mei 1987 bij Opheusden Voor velen betekent het dan ook een nieuwe provinciesoort. Niet nieuw is dat Poelsnippen zich vaak niet makkelijk laten zien, en uitstekend weten op te gaan in het hogere gras waar ze graag foerageren. Om flexibel te kunnen reizen heb ik statief en telescoop thuisgelaten. En juist bij deze soort is dat een handicap. Onregelmatig laat hij net boven het gras uit een kop of kont zien, waarna opgewonden 'Daar zit ie'! of ontladend 'YESS' door de groep klinkt.
De eerste keren dat ik bij iemand achter de scoop kan aanschuiven, kom ik dan ook niet verder dan wuivend gras ('zou hij daar lopen?'). Ik drentel wat heen en neer, luister naar aanwijzingen die worden gegeven, klets bij met bekenden en let op Louna, die zich na het ontleden van bloemen nu bezig houdt met het ontleden van een boterham. En dan is daar mijn moment!! 'YESS!!', roep ik geijkt, wanneer de snip een tijd rond spiedend rechtop tussen het gras blijft staan. De indruk van een wat stevigere snavel, maar vooral de sterk, tot laag op de buik lopende bandering op de flanken is goed te zien. 3
Poelsnip, Velperwaard, 23 mei 2015, Rob Zweers |
De groep twitchers groeit gestaag, en belletjes en berichtjes uit het land met vragen over de bereikbaarheid, laten zien dat dit ook nog wel door zal gaan. Het lukt me om de skulker nog een paar keer mooi, en beter te zien. Zodat ik terecht kan zeggen genoeg kenmerken te hebben gezien om zelf tot de determinatie Poelsnip te kunnen komen. Want alleen een aanblik van ik noem de kop, is niet echt bevredigend. Wanneer Andele terug is van een check bij Louna, en zegt dat ze rustig, maar met de ogen open ligt, ga ik kijken. Ze wil niet slapen, maa naar buiten. Even later trekt ze lachend een sprint over de dijk.
Met een 'zullen we zo gaan?' start het avontuur naar de soort waar het allemaal mee begon: de ROODKOPKLAUWIER in de Jezuïetenwaai. 'Ja, óp naar de Roodkop!', reeds vooruit dromend dat dadelijk, slechts een dik uur later, mijn tweede nieuwe provinciesoort in de scoop zal verschijnen. Regenbuien eerder vanochtend dreven de klauwier wel eens de meidoorns in, en dan duurde het soms een tijd voor men haar weer vond. Gedrieën lopen we de dijk op. Andele, met de Roodkop reeds in de pocket, op z'n gemak, ik -wéér- gierend op de adrenaline en Louna wéér op de arm. Vol verwachting kijk ik over de dijk, zijn er mensen? Slechts één persoon, turend door zijn scoop, staat een kleine veertig meter verderop. Het blijkt Nico Omlo te zijn, en toevallig krijgt hij nét, na een kleine drie kwartier, de klauwier weer in beeld!
Gelijk spurt ik dan ook door naar zijn telescoop en met één blik tikt soepel m'n tweede straffe nieuwe voor Gelderland zich de lijst op! Grauwe wolken drijven over de Rijnstrangen, gelukkig hebben de buien plaats gemaakt voor straaltjes zon. En dat betekent weer insecten in de lucht, en dát weer een actieve Roodkopklauwier vanuit de toppen van de meidoorns die verspreid in het open veld staan. Terloops wijst Nico op een Visarend die boven het water van de waay blijkt te cirkelen en ons was ontgaan. Hatsjikkidee, een leuke bonus er bij vandaag! Ondertussen keuvelt men op de diverse regionale whatsapp-groepen rustig door. De Arnhemse over de strakke vondsten, in het Nijmeegse schemert door én een gemis aan enig regionaal vuurwerk én omdat er van alles opduikt net buiten hun werkgebied een lichte teleurstelling. Gelukkig is daar om half drie Mark Wilkinson, die de Nijmegenaren een stevige pijnstiller aanreikt in de vorm van een zomerkleed WITVLEUGELSTERN, foeragerend boven het Grote Grindgat bij Weurt.
Visarend, Jezuïetenwaai, 23 mei 2015, Andele Boorsma |
Hij zit er nog, mooi!! (je gaat dan ook altijd in uitroeptekens denken hè..). Het is pas veertien minuten geleden dat Mark z'n vondst verspreidde. Het voelt als een eeuwigheid. Dus ook opluchting bij het 'hebbes!' door Jolanda Wannet.Slechts vijf minuten na Jordy...Úren zijn het! Bij Nijmegen stuurt Andele me echter eerst een compleet nieuwe wereld in: voor het eerst ga ik over 'De Oversteek' de nieuwe Waalbrug aan de westkant van Nijmegen. Kanonne, wat is híer een zooi veranderd zeg! Ooit lag de De Vasim, een voormalige woon- en werkplek van me, in een zee van vrije ruimte, nu ligt ze ingeklemd tussen brug en wegen. Acuut bekruipt me een opgesloten gevoel. Louna ligt lekker te ronken in haar zitje. Wanneer we om tien over half vier de auto in de straat parkeren, vlak voor de dijk waar we op moeten zijn, laat ik haar dan ook lekker slapen in de stoel. Vanaf de dijk kan ik haar in de gaten houden, en we zetten er op in niet lang weg te hoeven. We draaien de autoraampjes wat open voor frisse lucht en banjeren daarna de dijk op. Andele richt zich met de scoop op de foeragerende Visdieven, Zwarte Sterns en andere vogels op het midden van de plas. Ik kijk en luister wat om me heen, enigszins verbaasd: want waar staan Mark, Jordy en Jolanda dan? Het Grindgat is best groot, en misschien hangt ie wel in de andere hoek rond, reden om een paar belpogingen te doen. Tevergeefs.
Witvleugelstern, Weurt, 23 mei 2015 Andele Boorsma |
We beppen over het een en ander met elkaar, als tegen vier uur de kriebel op komt zetten: we willen en moeten eigenlijk er een eind aan gaan breien. We hebben nog een rit naar Arnhem, Andele moet ook om vijf uur thuis zijn, en Louna en ik hebben een treinreis terug voor de boeg. Een laatste keer kijk ik door de scoop over de plas. Om dan een opvallend witte stern met een zwarte scherpe achterrand op de ondervleugel in de smiezen te krijgen. Ook lijkt de ondervleugel doorschijnend, de snavel ietsje korter en onder omstandigheden de buik iets donkerder, waardoor de vogel wittige wangetjes lijkt te hebben. Noordse Stern?! Ik attendeer Andele er op, en blijf 'm volgen, om te voorkomen dat ie weer tussen de Visdieven op de grote plas verdwijnt. En zo veel langer willen we het niet meer maken. Uiteindelijk vliegt hij al patrouillerend onze kant op, en komt dan net als de Witvleugel vanaf links langs. Wanneer hij een paar keer zwenkt is nu duidelijk de doorschijnende hand te zien. Noordse Stern! Wel lijken de verlengde staartpennen niet zo heel lang voor een Noordse, de andere kenmerken laten echter geen twijfel over. Met deze onverwachte afsluiting op zak lopen we naar de auto.
Louna slaapt de hele rit als een os, en al zou ik dit laatste half uurtje vol willen beppen met van alles over vandaag, de stilte door ongeloof, verbazing, vreugde en stiekem ook een hoog energieverbuik wint het. Met Louna slaperig op de ene arm schud ik stevig met de andere hand die van Andele. Zoals gezegd, een zeldzaam mooie en memorabele dag, waarin uiteindelijk zelfs het weer z'n goodwill toonde. Een middag eens niet gedacht aan alle zorgen. Slechts de vraag aan mezelf wát nou de trigger was om juist vandaag w'rl te gaan. Ach, hoef het niet weten, +3!! Praktisch in één keer kunnen we door, auto uit, trein in. Zelfs dát werkt vandaag mee! Al snel hangen Louna en ik lekker onderuit gezakt op de treinbank. Ongeloof, vreugde, vrijheid, langzaam, maar grondig kikken de emoties binnen over vandaag: Poelsnip (+1 NL/Gld Remco, Andele +1Gld), Roodkopklauwier (+1 Gld Remco, Andele), Witvleugelstern (+1 Gld Remco+Andele), Visarend en Noordse Stern (+1 jaarlijst Gld Remco en Andele)
Túúrlijk mogen je laarsjes uit Louna, doe maar lekker!
KATOINK! KATOINK! KATOINK! KATOINK!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten