Rond een uur of tien half elf gaan m'n oogluiken open, hallo ochtend. Het was een baggernacht, de slaap kon me pas laat vatten, gelukkig heb ik door omstandigheden ook geen haast. Omdat ik op m'n telefoon keek hoe laat 't was zie ik op whatsapp tussen de berichten de melding staan dat Erik Lam vanochtend eerst bij Doesburg vier Grote sterns langs had vliegen richting noord en dat deze later door Erik en Robert Keizer zijn terug gevonden in een nevengeul bij de pont van Olburgen. Ter plaatse! Dat is zwaar ruk. Grote sterns in Gelderland waren vrijwel altijd vogels die gelijk doorvlogen. Een unicum dus! Zit ik hier in Enschede. Er volgen berichten dat er van de vier nog een is blijven hangen en dat deze dan weer bij de pont zit en daarna weer een tijd uit beeld is. Met de gedachte dat ook deze wel weer snel vertrokken zal zijn, stap ik op de fiets om rond Enschede gebieden te gaan bezoeken waar ik al heel lang niet ben geweest. Het eerst ga ik naar de 'bergingsvijver' bij Hengelo, een geliefde local patch in de tijd dat m'n ouders nog met me thuis opgescheept zaten en Twente afgefietst werd met drie vogelvrienden. Destijds een simpele enigszins vierkante bak langs het Twentekanaal nabij de Zwaaikom van Hengelo. Overtollig water na een te heftige regenbui werd dan in deze bak opgevangen, waardoor er op z'n tijd leuke slikveldjes ontstonden. Een simpele fietstocht, een rechte weg.
Halverwege fiets ik een brug over en kijk zo op het waterzuiveringscomplex waar in m'n jeugd vele bomen en struiken omheen stonden. En Bonte kraaien zaten! Nu is het kaal en dienen enkele kunstzinnig neergezette woordobjecten er een landschappelijk leuk geheel van te maken. Een paar minuten later doemt een toren op waarvan ik denk dat het een uitkijktoren is. En het blijkt er ook een te zijn. Die hele simpele bak is verdwenen, er ligt nu een groot complex aan bakken, de een vrij van begroeiing, de ander met mooie rietranden.
Kanonne wat is het veranderd! Tientallen Boeren-, Huis- en Gierzwaluwen speren op ooghoogte boven het water en langs me heen op het dijkje. Vooral de Giertjes komen me soms met iets te hoge snelheid te dicht langs. Een aantal Knobbelzwanen zitten op een dijk, een eenzame Brandgans komt binnen. Vanuit het riet hinnikt een Dodaars, Kuifeenden zwemmen in groepjes rond en een Boomvalk trekt rondjes in de lucht, later hangen ze met z'n tweeën tussen de Gierzwaluwen boven de vijvers. Om te zien wat er nu precies allemaal is gemaakt kachel ik de zeven meter omhoog een uitkijktoren in. Halverwege schiet een Grote gele kwikstaart rechts naast de toren van een wateroverloop weg.
Ondertussen blijven berichten binnen komen dat de Grote stern dan weer wel dan weer niet aanwezig is. Dan gaat de knoop door: ik ga nú naar het station van Enschede en ga de trein pakken. Fuck it. Op het station is het even klooien met de beveiligde fietsenstalling. Zomaar je fiets stallen zit er tegenwoordig niet meer in blijkt. De bemenste stalling gaat om zeven uur 's avonds al dicht, kom ik later dan moet m'n fiets in een deel waar je met chipknip moet betalen. Huh, wat? Na een snelle uitleg, en het geluk m'n chipknip ter plekke op te kunnen laden, gaat de fiets op slot, koop ik een kaartje en stap op de intercity naar Deventer. Waar ben ik aan begonnen...? De hele rit naar Deventer wordt gevuld met contact met een tiental mensen. Mensen die nog ter plaatse zijn en mensen die er misschien nog heen gaan. Zo kom ik er ook achter dat een snelle route, met het pontje van Dieren naar Olburgen, vanaf acht uur ophoudt, dan gaat de laatste. Op station Deventer bel ik goeie vogelvriend Roy Verhoef. Tot mijn verbazing heeft hij nog helemaal niets meegekregen van de Grote stern. Hij zit aan het avondeten en is nog wel bezig als ik in Dieren zou arriveren. We spreken af elkaar bij de stern te zien, ik zoek alvast weer uit hoe van station naar de pont te komen. Vlak voor station Dieren gaat de telefoon weer: Roy rijdt nu bij Rheden en kan me zo oppikken! Geweldige kerel die Roy! In Dieren stap ik uit, steek de straat over en kan zo bij Roy instappen.
In een paar minuten staan we bij de pont. Aan de overkant zien we Wim Gerritsen al staan. De adrenaline schiet me nu heel hard omhoog en ik bel Wim: mocht de vogel nu gaan vliegen, dan kunnen we 'm misschien oppikken. Er is niets gebeurd sinds de vogel inviel. We parkeren de auto en beginnen ook tussen de Kokmeeuwen in het hoge gras te zoeken. Dat gaat zo geen makkelijke worden. Wim besluit na een tijd een ronde te gaan maken en verderop bij de grote plas te gaan kijken waar ze eerder ook zaten. We spreken af elkaar te bellen mocht ie opduiken. Wim vertrekt, Gerbert Strang en Erik Lam komen kijken. We houden telkens de noordkant van de geul in de gaten waar de stern inviel.
Er staat hier een groep Kokmeeuwen in het hoge gras, waarvan zeker de helft slaapt. Een aardige klus om in dit hoge gras de stern te vinden. Aan de zuidkant is de geul wat opener, kaler, maar tussen de Kokmeeuwen weet ik nog niet meer dan twee Visdieven te vinden. Na een tijd noordwaarts getuur gaat de scoop weer op de zuidkant. En tot mijn verbazing staat ineens een stern in beeld waarvan me direct duidelijk is dat het de Grote stern is! Snel worden de anderen ingelicht en ik zoek een iets betere positie om de stern te bekijken.
Al snel is de Grote stern, prachtig in zomerkleed, vrij te zien. Wat een kick, en ik voel al het ongemak en de onrust van me afglijden. Gelukt! Nu is het wachten op Erik Ernens, die het een aantal eerdere bezoeken zonder stern moest doen. We lichten hem in, en Wim, die richting huis bleek, maar ook weer omdraait. Een aantal keer is het heerlijke kenmerkende 'kru-iek' van de stern te horen. Tussendoor kijken we rond. Erik Lam merkt twee Smienten op, erg bijzonder in deze tijd van het jaar in de regio. Een paar Ooievaar sprokkelt op de achtergrond het avondeten bij elkaar. Erik Ernens is volgens de laatste berichten vlak bij, wat het opvliegen van de hele club erg schrijnend maakt. Het hele zwikkie land weer en de stern staat nu dichterbij, na een paar seconden gaat helaas alles weer de lucht in en vliegt naar de noordkant waar alles bij de rest van de meeuwen hier invalt. Al snel zie ik voor mij de stern weer zitten, in m'n ooghoek rechts komt Erik Ernens met hoge snelheid aangereden. Van de stern zie ik nu alleen nog maar de zwarte snavel met gele punt vanachter een Kokmeeuw. Leg dat maar eens uit. Uiteindelijk heeft ook Erik 'm in de pocket. Alleen de snavel dan. Wel zeer kenmerkend, die spitse snavel met gele punt, niet bevredigend voor een nieuwe soort in Gelderland natuurlijk. Als hij iets verderop gaat staan ziet hij de hele stern. De pont maakt z'n laatste overvaart van acht uur, dankzij Roy hoef ik me daarover niet druk te maken. Rond kwart over acht vertrekt iedereen, wij gaan ook. Roy brengt me naar het station van Dieren waar ik om kwart voor negen de trein naar Zutphen neem, en vanuit hier de boemel over Lochem. Goor en Delden naar Hengelo. Altijd leuk om een heen- en terugweg via een andere route te nemen. Na enig geklooi met het betalen van de bewaakte fietsenstalling rij ik om half elf door de poort bij m'n ouders in Enschede. Ontiegeluk blij dat ik toch ben gegaan, zo'n Grote stern gaat waarschijnlijk weer jaren duren. Misschien blijft het zelfs mijn enige in Gelderland.
Halverwege fiets ik een brug over en kijk zo op het waterzuiveringscomplex waar in m'n jeugd vele bomen en struiken omheen stonden. En Bonte kraaien zaten! Nu is het kaal en dienen enkele kunstzinnig neergezette woordobjecten er een landschappelijk leuk geheel van te maken. Een paar minuten later doemt een toren op waarvan ik denk dat het een uitkijktoren is. En het blijkt er ook een te zijn. Die hele simpele bak is verdwenen, er ligt nu een groot complex aan bakken, de een vrij van begroeiing, de ander met mooie rietranden.
Kanonne wat is het veranderd! Tientallen Boeren-, Huis- en Gierzwaluwen speren op ooghoogte boven het water en langs me heen op het dijkje. Vooral de Giertjes komen me soms met iets te hoge snelheid te dicht langs. Een aantal Knobbelzwanen zitten op een dijk, een eenzame Brandgans komt binnen. Vanuit het riet hinnikt een Dodaars, Kuifeenden zwemmen in groepjes rond en een Boomvalk trekt rondjes in de lucht, later hangen ze met z'n tweeën tussen de Gierzwaluwen boven de vijvers. Om te zien wat er nu precies allemaal is gemaakt kachel ik de zeven meter omhoog een uitkijktoren in. Halverwege schiet een Grote gele kwikstaart rechts naast de toren van een wateroverloop weg.
Ondertussen blijven berichten binnen komen dat de Grote stern dan weer wel dan weer niet aanwezig is. Dan gaat de knoop door: ik ga nú naar het station van Enschede en ga de trein pakken. Fuck it. Op het station is het even klooien met de beveiligde fietsenstalling. Zomaar je fiets stallen zit er tegenwoordig niet meer in blijkt. De bemenste stalling gaat om zeven uur 's avonds al dicht, kom ik later dan moet m'n fiets in een deel waar je met chipknip moet betalen. Huh, wat? Na een snelle uitleg, en het geluk m'n chipknip ter plekke op te kunnen laden, gaat de fiets op slot, koop ik een kaartje en stap op de intercity naar Deventer. Waar ben ik aan begonnen...? De hele rit naar Deventer wordt gevuld met contact met een tiental mensen. Mensen die nog ter plaatse zijn en mensen die er misschien nog heen gaan. Zo kom ik er ook achter dat een snelle route, met het pontje van Dieren naar Olburgen, vanaf acht uur ophoudt, dan gaat de laatste. Op station Deventer bel ik goeie vogelvriend Roy Verhoef. Tot mijn verbazing heeft hij nog helemaal niets meegekregen van de Grote stern. Hij zit aan het avondeten en is nog wel bezig als ik in Dieren zou arriveren. We spreken af elkaar bij de stern te zien, ik zoek alvast weer uit hoe van station naar de pont te komen. Vlak voor station Dieren gaat de telefoon weer: Roy rijdt nu bij Rheden en kan me zo oppikken! Geweldige kerel die Roy! In Dieren stap ik uit, steek de straat over en kan zo bij Roy instappen.
In een paar minuten staan we bij de pont. Aan de overkant zien we Wim Gerritsen al staan. De adrenaline schiet me nu heel hard omhoog en ik bel Wim: mocht de vogel nu gaan vliegen, dan kunnen we 'm misschien oppikken. Er is niets gebeurd sinds de vogel inviel. We parkeren de auto en beginnen ook tussen de Kokmeeuwen in het hoge gras te zoeken. Dat gaat zo geen makkelijke worden. Wim besluit na een tijd een ronde te gaan maken en verderop bij de grote plas te gaan kijken waar ze eerder ook zaten. We spreken af elkaar te bellen mocht ie opduiken. Wim vertrekt, Gerbert Strang en Erik Lam komen kijken. We houden telkens de noordkant van de geul in de gaten waar de stern inviel.
Er staat hier een groep Kokmeeuwen in het hoge gras, waarvan zeker de helft slaapt. Een aardige klus om in dit hoge gras de stern te vinden. Aan de zuidkant is de geul wat opener, kaler, maar tussen de Kokmeeuwen weet ik nog niet meer dan twee Visdieven te vinden. Na een tijd noordwaarts getuur gaat de scoop weer op de zuidkant. En tot mijn verbazing staat ineens een stern in beeld waarvan me direct duidelijk is dat het de Grote stern is! Snel worden de anderen ingelicht en ik zoek een iets betere positie om de stern te bekijken.
Al snel is de Grote stern, prachtig in zomerkleed, vrij te zien. Wat een kick, en ik voel al het ongemak en de onrust van me afglijden. Gelukt! Nu is het wachten op Erik Ernens, die het een aantal eerdere bezoeken zonder stern moest doen. We lichten hem in, en Wim, die richting huis bleek, maar ook weer omdraait. Een aantal keer is het heerlijke kenmerkende 'kru-iek' van de stern te horen. Tussendoor kijken we rond. Erik Lam merkt twee Smienten op, erg bijzonder in deze tijd van het jaar in de regio. Een paar Ooievaar sprokkelt op de achtergrond het avondeten bij elkaar. Erik Ernens is volgens de laatste berichten vlak bij, wat het opvliegen van de hele club erg schrijnend maakt. Het hele zwikkie land weer en de stern staat nu dichterbij, na een paar seconden gaat helaas alles weer de lucht in en vliegt naar de noordkant waar alles bij de rest van de meeuwen hier invalt. Al snel zie ik voor mij de stern weer zitten, in m'n ooghoek rechts komt Erik Ernens met hoge snelheid aangereden. Van de stern zie ik nu alleen nog maar de zwarte snavel met gele punt vanachter een Kokmeeuw. Leg dat maar eens uit. Uiteindelijk heeft ook Erik 'm in de pocket. Alleen de snavel dan. Wel zeer kenmerkend, die spitse snavel met gele punt, niet bevredigend voor een nieuwe soort in Gelderland natuurlijk. Als hij iets verderop gaat staan ziet hij de hele stern. De pont maakt z'n laatste overvaart van acht uur, dankzij Roy hoef ik me daarover niet druk te maken. Rond kwart over acht vertrekt iedereen, wij gaan ook. Roy brengt me naar het station van Dieren waar ik om kwart voor negen de trein naar Zutphen neem, en vanuit hier de boemel over Lochem. Goor en Delden naar Hengelo. Altijd leuk om een heen- en terugweg via een andere route te nemen. Na enig geklooi met het betalen van de bewaakte fietsenstalling rij ik om half elf door de poort bij m'n ouders in Enschede. Ontiegeluk blij dat ik toch ben gegaan, zo'n Grote stern gaat waarschijnlijk weer jaren duren. Misschien blijft het zelfs mijn enige in Gelderland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten