zondag 13 mei 2012

Een ochtendje gehoortraining

Verhuizen, geregel. Rusteloze dagen, en vannacht was er wederom een met bitter weinig slaap. Om negen uur staan auto en aanhanger voor de deur om spullen te verplaatsen. Voor die tijd besluit ik kort ontspanning en rust op te zoeken in de omgeving van Arnhem, de prachtige blauwe ochtend vraagt er om. Na een paar bakken pleur trek ik om half zes m'n stalen ros van stal en koers op Meinerswijk aan, een leuk gebied dat de laatste tijd al menig leuk soortje heeft opgeleverd. En slechts tien minuten van huis! De Nelson Mandelabrug biedt al een mooi weids uitzicht op het gebied, aan de westkant doemen enkele mistwolken op. Fluks dender ik de fietstrap net over de brug links naar beneden af en draai onder de brug door naar de Praets, een intiem woonwijkje aan het begin van Meinerswijk. Aan het begin van de Meinerwijk, bij het laatste huis van de Praets, scheert op boomtophoogte een luid roepende IJsvogel over me heen richting de Rijn. Een lekker begin!

Een paar honderd meter verder sla ik linksaf het paadje naar het centrale deel van Meinerswijk in, hierbij voor de zoveelste keer zonder te stoppen het prikkeldraad aan de linkerkant parerend, wat met de slagboom rechts zorgt voor een doorgang van slechts vijftig centimeter. Een leuke verrassing zijn de twee Grote zilverreigers die geschrokken uit de eerste populieren vliegen, die iets verder langs het modderpaadje staan. Over de plas rechts drijven dikke mistwolken laag mijn kant op, de zuidelijke helft dicht zettend, vrij zicht op een fraaie lucht vrij latend. Een machtig schouwspel waar ik een tijd zwijgend naar kijk. Niet veel later geef ik al fietsend met mijn voorwiel het klaphekje een eerste douw en parkeer daarna m'n standaard op een steen, om te voorkomen dat m´n stalen ros zich weer liggend gaat verwennen in de bagger.

De slikken in het gebied worden toegedekt met een waas aan waternevel, het zal nu meer op het gehoor aankomen: ik zie zelf weinig, maar aanwezige vogels zullen mij snel opmerken. Een muur aan zang komt me tegemoet bij het zompen richting de slikjes verderop. Tuinfluiters, Fitissen, Grasmussen, Heggemussen, Zwartkoppen, allen bij elkaar gezet in een orkestbak aan Meidoorns en ruigte, zonder dirigent. Een goede oefening voor de oren± wat zit waar en vooral, zingt of roept in die kakefonie nog iets afwijkends? Een Groenpootruiter laat als eerste steltloper z'n aanwezigheid horen, een helder 'tjeuh tjeuh' breekt door de nevel.
Bij een grote wilg aan de rand van de slikken sta ik stil om te kijken, maar vooral te luisteren wat er zit. Net nadat de Groenpootruiter tot een vijftal is genoteerd klinkt een hoge 'trrrri' van de Bonte strandloper. Deze was gisteravond hier ook al gemeld, en blijkt er dus nog te zitten. Een nieuwe voor de Arnhemse jaarlijst. Met rappe vleugelslagen speert een bruin stipje om me heen laag over de slikjes rondjes en landt daarna vlak voor me. Waar ik 'm in de mist niet terug kan vinden. Ondertussen heb ik via WhatsApp al contact met vrienden, die in de Hondsbroekse Pleij bij Westervoort staan. Gisteravond werden hier tijdens het zoeken naar een Steenloper twee Breedbekstrandlopers ontdekt, ze blijken nog aanwezig! De mist trekt vanuit het westen verder dicht, ik besluit dan ook via de uiterwaard bij Malburgen naar de Pleij te fietsen.

De ruige omgeving van de Stadsblokken ten zuiden van Arnhem kennen alleen de bekende zomerzangers. In dit gebied ligt asfalt van een voormalige parkeerplaats, waarop zaden blijven liggen, en ooit blunder ik hier een keer tegen een leuke soort aan. Dat staat vast. Vanaf de John Frostburg aangestaard door fietsers probeer ik al fietsend langs de Rijn de nodige kuilen te ontwijken in het smalle paadje naar de uiterwaard bij Malburgen. In de uiterwaard rechts zingt een Roodborsttapuit, links staat een tentje op een Rijnstrandje.
M'n stalen ros is in z'n element en neemt alle hindernissen foutloos, zodat ik na een paar honderd meter linksaf het asfalt van het fietspad over een dijkje tussen de Rijn en de Rijnstrang opdraai. De afgelopen dagen heeft het geregend aan leuke strandlopers in de regio, spits tuur ik dan ook de randjes van de strang af. Een aantal Oeverlopers en een Kleine plevier zijn snel opgemerkt, als ik op de dijk voor me het geluid van Gele kwikstaarten hoor. Het blijft bij horen, hoe goed ik ook kijk, en ik kan het niet hebben, dus blijf zoeken. Het zouden zomaar Noordse kwikstaarten kunnen zijn. Omdat dit een visueel spelletje is, hebben m'n oren het minder druk. Zodat het geluid wat m'n rechteroor kriebelt als een donderslag binnenkomt. Jaren niet gehoord, onlangs weer in de Loowaard van genoten, en nu gewoon vanuit de ruigte aan de overkant van de strang rinkelend: een zingende Grauwe gors!

Minutenlang blijft de gors met z'n sleutelbosje rinkelen, en na m'n vondst via de Arnhemse en Gelderse Whatsapp-alert gemeld te hebben, besluit ik via het bruggetje verderop dichter naar de plek van de, inmiddels zwijgende, gors te gaan. Vlak na mijn melding komt via dezelfde weg het bericht dat de Breedbekken hoog naar noord zijn vertrokken. Daar hoef ik me dus ook niet meer druk om te maken. Rustig en met de oren open bewandel ik een paadje langs de strang, ergens in het gebied links van me moet deze regio-zeldzaamheid zitten. Het wordt me moeilijker gemaakt, als ik achter me, vanuit de strang, het geluid hoor wat ik gelijk associeer met Roodkeelpieper. Één keer, behoorlijk overtuigend en reden om ook hiervan melding via Whatsapp te maken en de waarneming met een vraagteken op Waarneming.nl te plaatsen. Het blijft stil, maar net op het moment dat de oren weer op de gors worden gericht klinkt het ijle 'psiii' van de pieper weer. Snotverju! En wederom gevolgd door een plagende stilte. 

Op de hoge dijk aan de andere kant van de waard verschijnt Jasper Janssen als eerste gealarmeerde vogelaar. Hij komt naar me toe, waarna we samen verder zoeken. Grasmussen, Graspiepers, Kleine plevieren en een zingende Roodborsttapuit bespelen onze trommelvliezen, een jagende Visdief het netvlies. Na een kwartier krijgt Jasper een belletje van Frank Wagenaar, inmiddels op de dijk gearriveerd, dat hij en Tim de Boer de gors zojuist twee keer hebben horen zingen, in de ruigte die we net gepasseerd zijn. Verbaasd lopen we een stukje terug. Zelf kan ik het niet bevatten dat ik de vogel niet heb opgemerkt. Wél de vogel vanaf het fietspad aan de overkant van de strang opmerken, maar niet enkele tientallen meters achter me. Als ik vlak daarna weer de man Roodborsttapuit hoor zingen, bekruipt me het gevoel dat ze deze hebben gehoord. Althans, een paar keer hoorde ik de ´Robotap´ een iets afwijkend riedeltje afdraaien, waarbij ik aan de Grauwe gors dacht. Tim en Frank verlaten niet veel later de dijk en Jasper, die na het telefoontje naar de dijk was gelopen, moet helaas vlak er na ook vertrekken. De klok geeft aan dat ik nog heel even heb, als links en rechts van me hondenbezitters hun viervoeters de dijk af laten rennen en zelf ook door het gebied gaan struinen. Als allerlaatste middel om te zien of de gors er nog zit, kam ik zigzaggend het gebied nauwkeurig uit. Of ik nu enig verstoring veroorzaak, of de wandelaars over een paar minuten....Tot grote teleurstelling blijft er niets aan m´n kam hangen.

Drie kwartier later stap ik bij de voordeur in de auto om weer de nodige spullen te verhuizen. Bij het starten van de auto krult een glimlach m´n mondhoeken als kort het gerinkel van een sleutelbosje klinkt...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten