zaterdag 22 augustus 2009

Kwak! En enige onverwachte zaken.

Ooit, toen er een Franklins Meeuw op de zandwinplas bij Boven Leeuwen zat, ben ik er op de fiets heen geweest. Wat me, naast het zien van de soort, is bijgebleven, was de ontstellend lange fietstocht. Zodoende bekeek ik een waarneming op waarneming.nl, gebruikte via deze de 'route naar' mogelijkheid en zag dat het ongeveer 45 kilometer naar Beneden Leeuwen was. Tsja, zo'n Kwak, want daar wil ik nu heen, kan blijven, maar ook zomaar verdwijnen. Dus ik zet ruim in en trek voor de fietstocht tweeenhalve uur uit, zodat ik, volgens mijn eerdere ervaring, er mooi rond zonsopgang ben.

Krap na vijf uur slaat de huispoort dan ook achter me dicht en fiets ik naar Weurt. Omdat het nog donker is volg ik vanaf Weurt de provinciale weg naar het westen, een toeristische route nemen zal nu niet veel opleveren. Vijfenveertig kilometer. Lichtelijk verbaasd rij ik na een kleine drie kwartier Druten in. 'Hé, nu al in Druten?', denk ik. Er gaat aan m'n planning iets niet goed. Via een korte doorsteek voor Boven Leeuwen, welke ik in het donker ook wonderlijk snel te pakken heb, sta ik iets na zessen bij de visvijver. Veel en veels te vroeg, niets geen tweeenhalve uur. Een ruim uur! Tsja, nieuwe fiets: misschien moet ik gaan hercalculeren...Op een grasveldje naast een bankje onder een boom aan de rand van een woonwijk parkeer ik m'n vervoer en loop wat rond. Enkele Zanglijsters en Merels zijn al aan het foerageren. De hoek waar de Kwak zou moeten zitten kan ik met het gewone oog nog niet eens fatsoenlijk bekijken. Dan de telescoop maar opzetten. Ingespannen tuur ik het donkere hoekje in. Twee beestjes met wit aan de voorkant zijn Meerkoeten, drie met wit aan de achterkant Waterhoentjes. Maar hé, wat kruipt daar sneaky weg? Vijf over zes: de Kwak mag als gezien worden genoteerd.

Man, vijf over zes! Ik had hier pas om half acht horen te zijn! En nou? Wachten dan maar op beter, lees 'meer', licht. Een IJsvogel vermaakt me uitstekend. Als een soort blauwe bal in een flipperkast klinkt uit de rechthoekige plas dan weer van links, dan van rechts, soms van ver en twee keer op twee meter voor me neus, z'n roep. Af en toe zie ik hoe het 'balletje' rolt bij het voorbijscheren. Inmiddels ben ik het voetpad aan de noordkant van de vijver opgelopen en sta zo in het schemerduister oog in oog met de Kwak. Die werkelijk waar geen ene poot voor de andere zet. Als een soort macho staat ie met één voet gewoon op de tak, de ander iets verheven op een knoest. 'Zie me staan'. Dat doe ik. Net aan. Ik vraag me af waar de duidelijk van een tape afkomstige krijsende geluiden voor nodig zijn. Ergens uit het dorp klinkt een herhaling van roofvogelgeluiden en vogels in doodsnood verkerend. Waarom? Geen flauw idee nog. Maar het gaat maar door.

Er komt al iets meer leven in de brouwerij. Een Groene Specht lacht vanuit het bos aan de oostkant van de plas, vele Kleine Karekieten scharrelen roepend door de rietkraag en een paar goeie wolken Boeren en Huiszwaluwen zijn overgevlogen. Drie Boompiepers gaan al roepend zuidwaarts. Een mannetje Zwartkop zingt een magere najaarszang. Wat me al eerder opviel, en nu ook weer, is het aantal Pimpelmezen wat rond hangt. Regelmatig trekken er enkelingen of een paar door de wilgenstrook voor me. Tussen de zuidwaarts vliegende Kokmeeuwen ontwaar ik een adult Stormmeeuw. Als er iets niet lekker is, dan is het wel het moment vlák voor zonsopgang, als het érg koud kan worden. En dat wordt het ook nu. Vies koud is het. Ik probeer met de telefoon wat foto's van de reiger te maken, maar zo te zien moet ik geduld hebben. Een passerende man met hond blijkt een soort van onderhoud te verrichten aan de visvijver. En verteld dat hij de Kwak, welke hij eerst niet op naam kon brengen, al zo'n tien dagen hier ziet. Persoonlijk vind ik dat opmerkelijk lang voor zo'n 'hoekje'.

Rond kwart over acht zie ik, gehurkt langs de waterkant, een vogelaar aan komen lopen. Nog enkele laatste foto's worden in de memorycard opgeslagen en dan vind ik het zelf wel mooi geweest na twee uur kou lijden. Ik sta op en wil de lage stenen beschoeiing waar ik op zit omhoog kruipen. Wat er sneller ging, de gedachte 'ik wil niet onderuit gaan' of dat het daadwerkelijk gebeurde, weet ik niet meer. Maar ik ga toch op m'n muil met de knieën op de dijkstenen! In korte broek. Op de linkerknie zitten een paar fraaie snijwonden, de naam 'jaap' waardig. Terwijl ik verga van de pijn weet ik de vogelaar de plek uit te leggen. En wordt stante pede ontzettend misselijk. Ik besluit er dan ook vandoor te gaan, de warmte in en wat te bewegen. Een mooie kersenrode topping ontwikkelt zich op m'n stijf wordende knie.

Over de dijk trappel ik dan maar weer naar het oosten. Tussen een rij woonboten door zie ik in de uiterwaard tussen Beneden en Boven Leeuwen een Pontische Meeuw aan de kant met een vis leuren. Nu ik er toch ben, bezoek ik ook de zandwinplas bij Boven Leeuwen kort. Langs twee strangen vóór de grote plas vliegen Graspiepers, Gele en Witte Kwikstaarten en foerageren Oeverlopers en Blauwe Reigers. Een Visdief draait boven de grote plas. Vanuit de bosjes klinkt een IJsvogel, later zie ik dat er een plas achter ligt. Als ik met de fiets in de hand de Waalbandijk weer oploop komt er een Grutto naar zuid over. Langs de Waalbandijk richting Afferdense Waarden hoor ik Matkoppen en Staartmezen en onthou een tweetal Waterhoentjes. Graag zou ik wat uitstapjes de uiterwaard in hebben gemaakt, m'n knie denkt er even anders over. Stevig balend en fietsend ga ik naar de Afferdense Waarden. Vanaf het fietspad op de dijk hier zie ik een Grote Zilverreiger rusten langs een plas. Enkele Krakeenden en Dodaarzen zwemmen tussen de al dan niet tamme ganzen, een Visdief vliegt op de achtergrond. Op de dijk foerageert een groep Gele Kwikstaarten tussen de schapen, een prachtig gezicht. Alarmerende zwaluwen wijzen op een roofvogel: een Slechtvalk vliegt langzaam naar het westen. Een blik door de kijker verraad twee slapende Lepelaars op een plas wat verder de uiterwaard in.

De terugweg gaat ook weer verrassend snel. Voor ik het weet rij ik door de kruidenrijke Winssense Waarden. Een groepje Putters vliegt rond, een tweetal Boompiepers vliegt eerst naar het westen, maar heeft zich blijkbaar bedacht en komt terug. In het mais zitten Gele Kwikstaarten. Zodra ik net in m'n hoofd heb geprent dat er hier ook twee Torenvalken zitten, zie ik bij de brug van Ewijk een Slechtvalk rondjes draaien. Om de zon in de rug te krijgen fiets ik onder de brug door en kijk dan naar de pijlers van de brug. Als ik een eerste keer kijk zit hierop één vogel poetsend. Ik maak een paar foto's en kijk dan nog een keer. Zitten er ineens twee! Ik knip nog wat plaatjes en fiets door. Tussen de brug en het Grote Grindgat bij Weurt hoor en zie ik nog Grote Lijsters, Staartmezen, een Groene Specht en bij het grindgat een Oeverloper en enkele tientallen Kieviten.

Rond de pijp van de energiecentrale in Nijmegen vliegt Slechtvalk nr. 5. Via Weurtseweg en Waalkade ga ik nog even de Ooijpolder in, ik wil toch ook nog even bij de Oude Waal kijken. Langs het schiereiland lopen Watersnippen, Witgatjes en Oeverlopers. De solitaire Grutto hangt er ook nog steeds rond en vandaag tel ik tien Lepelaars. Een nerveus staartwippend vogeltje in het riet langs de dijk laat zich vrij eenvoudig als Blauwborst determineren. Op het water hangen zo'n twintig Slobeenden en vijf Wintertalingen rond. Elke keer als ik weer even gezeten heb protesteert de knie als ik opsta. Naar huis gaan is dan misschien ook wel wijsheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten