Zodra ik rechts de Dykgraaf van Wyckweg langs het Meer ben ingeslagen denk ik 'ohoh'. Het Circul in de Ooij ligt bedekt onder een mistige lap. Idyllisch, maar je ziet geen ruk als dat dichttrekt. Het is half vijf 's ochtends en heb in gedachte zo langzaam en rustig als me lukt een stuk te fietsen. Op z'n elfvijfendertigste dus. Halverwege de Wyckweg ziet een Bosuil het licht. Langzaam cirkelt de vogel op boomtophoogte een aantal rondjes boven me en verdwijnt dan de donkere stuwwal in, op huis aan. Een Buizerd trekt een baantje door de ochtendnevel, de ander zit nog op de grond in de wei vlak naast me. Het is nog net te donker om op de plasjes van het Zwanebroekje te kunnen kijken. Maar dat was nu nog niet mijn bedoeling, dat bewaar ik voor later. Traag fiets ik, nog net niet omduvelend, langs de weilanden links om te luisteren of er nog Kwartels zitten. Bij het Zwanebroekje gaat het rechteroor op stand Porseleinhoen. Beide oren krijgen helaas geen ontvangst. Aan het eind van de weg sla ik linksaf de Persingensestraat in. Langs de weg kirren Bosrietzangers en Kleine Karekieten, een tweetal Blauwborsten stiekum er tussen door prevelend. Bijna aan het eind zingt een man Roodborsttapuit en met een paar stevige slagen peddel ik de dijk omhoog en ga rechts de Ooijse bandijk op. De Sprinkhaanzanger recht voor me in de Stadswaard doet voor hoe in zo'n geval een goede eerste versnelling dient te klinken.
De westkant van de Oude Waal kent inmiddels enkele leuke slikstukjes. slechts een Witgat en twee Tureluurs schuimen deze af. Blauwe Reigers staan in de wilgen langs de plas die bevolkt wordt door een grote groep Grauwe Ganzen. In een weiland binnendijks heeft een groep Kleine Mantelmeeuwen blijkbaar een treffen, één voor één voegen ze zich bij de groeiende groep. Rond het schiereiland ligt een luchtig tapijtje aan Grauwe Ganzen waar tussendoor de Zwarte Sterns hun voedsel voor de jongen op de vlotjes verderop vergaren. Aangezien het ook hier nog te donker is voor een blik op de slikken achterop het eiland fiets ik door naar Tiengeboden, misschien dat een Roerdomp hier nog spontaan wil wezen. Verder dan weer wat Zwarte Sterns, Huis en Boerenzwaluwen en een Waterhoen gaat het echter niet. Ik neem nog even een kijkje bij de rietvelden langs de Zwarteweg (ook leeg) en draai dan de Langstraat in.
Hier is het gezellig met zingende Tuinfluiters, Zwartkoppen, Grasmussen en Tjiftjaffen. In de 'scherpe' bocht hoor ik in een Meidoornstruik het ge'kerrr' van de Nachtegaal, iets verderop roept een tweede. Wat een vrolijk straatje zo op de ochtend. Aan het eind sla ik rechts af naar de Bisonbaai. In de Groenlanden binnendijks roept een Grauwe Vliegenvanger, echt spannend is de Bisonbaai niet met z'n twee Knobbelzwanen en paartjes Futen. Een groep Kieviten loopt, zoals altijd in deze tijd, nerveus te doen op de rand van de baai. Bij Oortjeshekken tjilpen de jonge Huismussen om nieuw voer, een Groene Specht kan hier wel om lachen. De rondvliegende Putters hebben het druk met andere zaken. Vanaf het Reomieterrein hoor ik een Zwarte Roodstaart zingen, een tweede man zit op de hoek met de Sint Hubertusweg z'n (bedrijven)terrein af te bakenen. Een Spotvogel zingt iets verderop bij een boerderij. Op het strak gemaaide gazon van het huis op de hoek met de Hubertusweg lopen drie Scholeksters. Ik vermoed dat zodra ik uit beeld ben ze weer de aanwezige trampoline opduiken. Buitendijks bezetten om de zoveel meter Bosrietzangers hun stuk ruigte.
Bij de steenfabriek bij de Erlecomse Waard valt me het lage aantal Huiszwaluwen op, slechts vijf a zes vliegen er rond. Een Zwarte Roodstaart zingt bijna zoals gewoonlijk op het dak van de fabriek, een stuk verderop zit het tweede mannetje van dit terrein. Bij, of liever óp het bankje van de Erlecomse Waard is het even 'peukenpauze'. Ook hier weer nerveuze Kieviten. Twee Lepelaars taaien 'm net af richting Bemmelse Polder. De overige elf blijven stug doorlepelen. Wat wil je ook met van die piepende jongen achter je aan. Drie mannetjes draaien rondjes vlak voor me op het water, de zeven Geelpootmeeuwen, Kleine Mantelmeeuwen, vier Grote Mantelmeeuwen en een zwik Kokmeeuwen doen actief niets. In de ruigte ten oosten van de plas zingt een Blauwborst boven de Bosrietzangers uit.
Drie Visdieven draaien hun rondjes boven de K3zandwinning. Zouden ze hier broeden? Achter me zingt een Roodborsttapuit, voor me op het draad zitten vier jonge Gele Kwikstaarten. En natuurlijk ook hier weer Kieviten. Op de hoek Erlecomse dam/Duffeltdijk scharrelt een Lepelaar, de Kaliwaal is practisch leeg. zodoende fiets ik door naar de Millingerwaard. Bij Kekerdom kijk ik vluchtig naar de Ooievaars op het nest, wat meer tijd neem ik voor de slikranden. Op vier Waterhoentjes na zijn deze helaas leeg. De boerderij van Daamen levert de volgende zingende Zwarte Roodstaart en voor ik de Millingerwaard in fiets noteer ik de zingende Grote Lijster bij het kerkje van Kekerdom.
Langs het pad naar het Millingerduin roepen Grauwe Vliegenvangers en ander algemeen polderspul. Een mooie Vos kruist m'n weg, heerlijk zo'n treffen op de vroege ochtend. Bij het duin werp ik even hoopvol een blik op het 'Roodmus'bosje (foto links). En daar blijft het bij. Dit wordt mooi gecompenseerd door een fraaie zingende Zomertortel in een dode boom. Hier neem ik even de tijd en sta langer stil. Een Braamsluiper prevelt zacht zingend door de struiken langs de grote plas, Bosrietzangers en Zanglijsters klinken overtuigender. Ergens in het midden raltelt een Sprinkhaanzanger. Langs de Millinger Theetuin, met Grote bonte specht, fiets ik naar de oostkant van de waard. Op een ruig terrein aan de westkant van het Kolenbrandersbos hoor en zie ik zowel een zingende Spotvogel als Roodborsttapuit. De oostkant van het 'bos' is het domein van een andere Spotvogel. En twee Boomvalken die snel het veld opschieten als ik langskom
De plasjes aan de oostkant zijn nog steeds armetierig leeg. Drieentwintig Grutto's in bruin kleed hangen wat rond, twee Witgatjes schuifelen tussendoor. Onderwijl ik hiernaar sta te kijken hoor ik zacht een Gekraagde Roodstaart zingen vanuit een meidoorn vlak naast me. Het is eigenlijk meer roepen met af en toe wat toegevoegde zang. Aalscholvers pendelen continue in kleine groepjes over Twee Visdieven en enkele Zwarte Sterns vliegen foeragerend wat rond, Oeverzwaluwen flapperen me konstant om de oren. Bij een leuk ruig stukje vermaak ik me lange tijd met twee Blauwborsten.
Dat er twee zaten kwam ik overigens pas achter toen ik het een zingende mannetje voor m'n neus had en zo'n twintig meter verderop een tweede boven in een struik begon te zingen. Ook een juveniele Blauwborst liet zich korte tijd mooi bekijken. Daarnaast zaten rond dit fantastische kleine stukje, gelegen in en rond een kleiputje, nog een Roodborsttapuit, Grasmussen, Rietgorzen en Bosrietzangers. Ik stel me verdekt op en kan zo van dichtbij genieten van de zingende en voer zoekende vogels. Ik sta er een paar keer van te kijken dat een Blauwborst kan zingen met voer in de bek. Een prachtig gezicht. Rietgorzen komen soms tot op een paar meter voor me foerageren. En gezamenlijk trekken ze zich weinig aan van de man Torenvalk die boven hun kopjes staat te bidden.
Voor het overige is het verbazingwekkend 'rustig'. Ik bekijk nog wat plasjes en fiets dan langs de kijkhut weer de waard uit. Bij Kekerdom zit de Grote Lijster nu bovenop de kerk te zingen, de Kekerdomse Waard krijgt nog even een snelle 'slik'blik, maar deze zijn nog steeds leeg. Dan maar even langs de Leuthse Visvijvers, meer dan de algemene vogels levert het niet op. Een Matkop roept langs de weg. Zodoende sla ik aan het eind dan ook linksaf de Bothsestraat op. Een Knobbelzwaan dobbert op een plas van de visvijver, iets verder zingen Veldleeuweriken boven de akkers. En ook verderop, langs de Eversberg waar ik zojuist ben ingefietst zingende Veldleeuweriken. En wederom ook langs de Zeelandsestraat na rechtsaf geslagen te zijn. Bij een struikenrijke tuin zingt een Spotvogel. Zodra de Zeelandsestraat overgaat in de Plezenburgsestraat zingt een Geelgors op de hoek van een bomenrij, iets verder in het veld zingt een tweede.
In Leuth, met Turkse Tortels, fiets ik de Bredestraat in, een geinig straatje wat ik ooit 'ontdekt' heb. Hier zingen wederom een Spotvogel en een Zwarte Roodstaart. Groepjes Putters vliegen rond. Ik kabbel nog even rustig naar de Kaliwaal om te kijken hoe het er nu voor staat. Halverwege de route hoor ik de 'zoveelste' zingende Zwarte Roodstaart voor vandaag. Bij de Kaliwaal rusten nu tweeentwintig Lepelaars tussen zo'n achtendertig Aalscholvers. Een Steenuil kijkt me op de boerderij verderop bloedserieus aan. Of zou ie toch grinniken. Tis nu ook wel verrekte heet onder zo'n dakpan lijkt me. Twee Kolganzen zwemmen tussen de Grauwe Ganzen op de grote plas, het andere tweetal, Wulpen, vliegt langs naar het westen Een Kleine Plevier wordt nerveus van de telkens binnenkomende Kieviten en vertrekt. Later tref ik 'm bij de Erlecomse Waard. Waar ik later sta. Hier is de situatie practisch hetzelfde als de heenweg, ik fiets dus rustig door. Dit keer sla ik links de Sint Hubertusweg in. Even kijken bij het Zwanenbroekje bij Persingen. Uit gewoonte ga ik op de grote RVSdeksel van een put zitten, zodat ik wat hoger en relaxed kan zitten. Dit keer niet. Het is inmiddels goed warm geworden en die deksel ís me toch gloeiend heet!
Vanuit een koudere positie, zittend op een betonpaaltje, bekijk ik de de plasjes. Er lopen nog steeds Bosruiters, twee dit keer. En twee Witgatjes, enkele Tureluurs, een Grutto en, ja hoor, Kieviten. Ring en Huismussen scharrelen door de haag voor me. Het paartje Visdief op een klein eilandje dekt hun twee jongen af tegen de hitte. Af en toe gaat alles in paniek omhoog, ik verwacht één of andere grotere roofvogel, maar ook een Sperwer lijkt indruk te maken. Dat zie ik tenminste één keer. De overige keren is zonder zichtbare reden. Genietend van het mooie uitzicht, mede op de stuwwal, zit ik hier een tijd. Terwijl ik door de telescoop kijk komt een wielrenner in gele lolletjestrui voorbij: 'hé, een KOE!'. Ik kijk voor me in de wei en kan 'm niet meer dan gelijk geven.
Hierna ga ik door, over de Koudedijk, door de Kruisstraat, met Ringmussen en een familie Staartmezen en dan linksaf over de Hezelstraat. Het is ondertussen zo drukkend van de hitte dat de vogels blijkbaar geen zin meer hebben om te zingen. Een Sprinkhaanzanger achterin een rietveld zet manmoedig door. Bij Tiengeboden nog steeds weinig, het schiereiland op de Oude Waal krijgt, met z'n slikranden, wat meer aandacht. Telkens een stuk opschuivend scan ik langere tijd de randjes af. Een Blauwborst en een Waterral laten vanaf het midden van het eiland van zich horen, de randen blijven nog leeg. Behalve de westrand van de Oude Waal, daar soezen nog vijf Lepelaars in de wilgen, samen met een Blauwe Reiger.
Dan is het mooi geweest. Tijd om thuis het vloeistofniveau bij mezelf weer op pijl te brengen; wat een hitte...