Weer een beetje bekomen van de avondlijke Grielse rep en de roer gisteren lees ik in een mailbericht dat Erik Lam vanochtend vroeg drie Witwangsterns op het Grote Grindgat bij Weurt had. Dikke doei,denk ik, k'ga niet nog eens sjezen. Hoewel het wel weer een nieuwe voor m'n Gelderlandjaarlijst zou zijn. Nu dus even niet. Om een uurtje of tien maak ik m'n stalen ros los en goedgeluimd koers ik naar west. Rond de pijp van de Electrabelcentrale oefent een Slechtvalk z'n middelpuntvliegende kracht. Aangezien ik al wat foto's van de Slechtvalk heb geplaatst nu maar eens eentje van z'n woning.
Na passage van de Weurtse sluis sla ik rechts de dijk op en tegenover het dijkmagazijn langs het grindgat maak ik een kniebuiging voor al het moois wat zo in m'n telescoop verschijnt. Gehurkt bekijk ik een voor een de sterns: wit, zwart, wit wit wit, zwart. Zo'n achttien Visdieven en vijf Zwarte sterns draaien hun rondjes, soms als een volleerd capoeirakunstenaar een halve salto achterover duikelend, om dan naar het wateroppervlak te speren. Twee, mogelijk dé twee die ik hier al eerder zag, Groenpootruiters vliegen aan de andere kant van de plas naar de oever. Gierzwaluwen gieren met grote snelheid rond, de Boertjes en Huisjes doen hard mee. Vlak voor me roept een Oeverloper, vanuit de struiken krassen Grasmussen. Ik sms Tim de Boer dat ik geen Witwangen heb aangetroffen en kar dan naar de Waalkade, om zo in de Ooijpolder te geraken.
Onder de brug bij het HD-gemaal roept een Grote gele kwikstaart. Hé, ze zitten er nog, zouden ze toch gaan broeden? Een kleine verticale witte streep achter de Oude Waal krijgt de naam Grote zilverreiger. Lichtelijk verbaasd stel ik vast dat er geen énkele Zwarte stern bij de Oude Waal zwiept. De weg wordt vervolgd richting Paardewei, lekker struinen in de hoop tegen een Draaihals aan te blunderen. Tuinfluiters zingen langs de Langstraat en op de Paardewei is het een kakefonie aan zingende en roepende vogels. Achterin snort een Sprinkhaanzanger en in de verte hoor ik m'n eerste Nachtegaal (ben er wat laat bij dit jaar). Onder wakend oog van de Ooievaar op z'n nest noteer ik m'n eerste Spotvogel ónder de paal. Een Braamsluiper kan z'n klepper niet houden.
Mijn vraag waar al die Zwarte sterns van de Oude Waal nu zijn wordt beantwoord op de Bisonbaai. Een snelle telling levert liefst 65 exemplaren op. Het blijft echter net zoiets als mieren op een mierenhoop tellen: het krioelt bliksemsnel alle kanten op. Met zoveel Zwarte sterns is de afwezigheid van Visdieven opmerkelijk. En de hoop op een Witwang is ook snel achterhaald. een paar keer denk ik een Witvleugelstern te zien, wat dan natuurlijk gewoon een Zwarte is, waarvan de vleugels net even oplichten bij het kantelen. M'n eerste Bosrietzanger voor dit jaar zingt vanuit enkele mistroostige stengels langs het pad
De dakranden van het kantoortje bij de steenfabriek ter hoogte van de Erlecomse Waard zijn weer bezet door Huiszwaluwen, verder op het terrein bakent een Zwarte roodstaart zingend zijn tuin af. De waard zelf is bijna leeg. Wat Kleine mantelmeeuwen, een oeverloper, een Tureluur en Grauwe ganzen, het is op anderhalve hand te tellen. een jagende Havik verklaard de waard officiëel voor leeg: er vliegt niets kleins op uit verborgen hoekjes. Binnendijks zwemt het opvallende aantal van negen adulte Knobbelzwanen: praatgroepje van niet-broeders? Tegen een lichte noordelijke bries in fiets ik al paaltjes checkend op Paapjes naar de Kaliwaal. Langs de dijk vlak voor het informatiebord scheert driftig een Koninginnepage over de kruidenkopjes. Die gaan we eens platen denk ik. Nou, dus niet. Met de camera in één hand ren, schuifel en buk ik achter de vlinder aan. Daar zit ie! Nu stil, rustig, omlaag, scherp stellen... Daar gaat ie! Alsof ik niet al genoeg beweging in de benen heb hangen treitert ie me de halve dijk langs. En dan, snel, gokkend dat de zoomafstand goed is, laat ik me gecontroleerd schuin op de dijk vallen en met de camera in één hand aan een gestrekte arm druk ik een paar keer af op de wiegende page. In ieder geval hebbes, resultaat zien we thuis wel.
Op de Kaliwaal weinig verheffends, van enkele grote jonge meeuwen heel aan de andere kant van de grote plas heb ik geen zin om de identiteit vast te stellen. Een Oeverloper en een paar Tureluurs struinen langs het plasje voor me. Gesponsord door een briesje in de rug nu rij ik langs de Ooijse Graaf, Kleine karekieten, twee Staartmezen en een Gaai in het geheugen optekenend. Als een dooie pixel in een blauw computerscherm ontwaar ik een ufo hoog boven me. De eerste blik met de kijker leert 'Ooievaar' en met de telescoop in de hand kan ik er een witte van maken. Altijd leuk om 'dooie pixels' hoog over te ontdekken! De Kerkdijk wordt verlaten zonder leuke waarnemingen en zo hard als de vliegeraars profiteren van de wind op een van m'n favoriete plekjes, een afgraving langs de Sint Hubertusweg, blijft mijn plan voor een bezoekje ook in de wind hangen.
Bij het passeren van een grasland iets verder langs de Hubertusweg jagen twee geïrriteerde Grutto's een Zwarte kraai weg. Wat is de SOVON-code ook al weer voor dit soort gedrag? De Steenuil van Persingen kijkt me schalks aan vanachter een dakrand. In het Zwanenbroekje is weer een paartje Visdieven present, een man Zomertaling zwemt foeragerend langs de oever, een Oeverloper loopt er over heen. De wind is een lichte spelbreker in m'n verwachting de Rietzanger hier te horen, waarna ik langs het Meertje op huis aan fiets. Thuis blijkt dat de 'getriggerfingerde' foto's van de Koninginnepage best geinig zijn geworden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten