'Tsja, zal ik eens doen met m'n verjaardag morgen' pingpongde vrijdagmiddag door m'n hoofd. Iets met 'feestje, dansje wagen, biertje'?
Om half zes sta ik bij de oprit van de A73 bij Bijsterhuizen ten westen van Nijmegen. Niet door préfestiviteiten de day before birthday en het lichtelijk kwijtraken van het padje of zo. Nee, hoppekee, zei Dutch Bird Alerts gisteren: Zwartkeellijster op Texel. Wéér naar Texel. Twee sms'jes later was geregeld dat ik vandaag naar Texel afreis en twee uur later sta ik wederom op het voordek. In de verte zijn de contouren van het NIOZ-gebouw al vaag te zien. Daar draait het om. Of in dit geval: daar vliegt het om. Het is rustig op de boot wat vogelaars betreft. Misschien iets teveel heftigheid voor de kiezen gehad afgelopen weken met de Kaspische Plevier en de Taigastrandloper? Als we de haven in drijven zien we al mensen naast het gebouw staan. Jeroen Nagtegaal, Thijs Fijen en ik lopen naar de plek, Rob Voesten en Willem Vergoossen gaan met de auto van de boot.
Bij De Cocksdorp in de kop van Texel pleistert al een tijd een Dwerggans, een erg leuke soort voor het eiland. We gaan kijken op de locatie en zien bar weinig ganzen. Althans, twee is niet veel. Dan nemen we een kijkje aan de zuidkant van het gebied, waar de gans ook wel verpoosde. Op de Roggesloot zwemmen Toendrariet-, Kol- en Grauwe Ganzen. Het licht is niet bepaald denderend om in de verte een Dwerggans eruit te pikken. Enkele Pijlstaarten, Smienten, Krakeenden en een Dodaars dobberen rond. In een bosje naast de Roggesloot zat gisteren een Bladkoning, reden om een ommetje te wandelen. We lopen een vogelaar tegen het lijf die verteld dat aan de andere kant van het bosje in de weilanden de Dwerggans ook wel werd gezien, en dat de plek waar de Bladkoning zat nu redelijk winderig was, wat zoveel inhoudt als 'die zal pleitte zijn'. Aan de andere kant waren de ganzen ook pleitte.
Op camping De Sluftervallei scharrelde eerder deze ochtend eveneens een Bladkoning rond. Op de kaart vinden we een camping met iets van 'Slufter' in de naam. Dat zal 'm wezen. We rijden naar het westen en komen langs de duinrand bij een drietal campings aan. Toch zit hier niet de naam van de camping bij die ik Justin Jansen had horen zeggen. We rijden wat heen en weer en ik bel Justin weer voor nadere informatie. Ik héb ergens Sluftervallei zien staan. Dan zien we op de kaart dat we totáál verkeerd zitten: de camping ligt in de buurt bij de Dwerggans. Op de juiste camping aangekomen klopt ook ineens alle informatie van Justin. Behalve dat er nu geen Bladkoning is te vinden. Wel weer veel Merels, overal hoor je ze rommelen in de struiken. Dan komt het bericht binnen van een net gevonden Siberische Tjiftjaf in het bosje bij de Roggesloot. Op de plek waar wij net liepen! Alleen een pad in waar wij net niet langs zijn gewandeld. Het feit dat ik de naam Roggesloot dan ook ken komt door deze melding. Dat ik hierboven de naam zo wegschrijf komt dus doordat ik later de naam hoorde. Nog erger: ik moest zelfs even een belletje plegen om te vragen waar de locatie van de tjiftjaf precies was. Ahum.

Verder rijdend komt de melding van een Zwarte Rotgans bij het Wagejot binnen. Een blik op de kaart laat zien dat we 'toch' in de buurt zijn en koersen naar de gemelde plek. Vanuit de auto pik ik langs de Nesweg een plompe bruine vogel op die laag over de weilanden speert. Eerst door de achterruit en dan door het zijraam zien we een mooie Houtsnip vliegen. Verderop schiet ie ergens een sloot in. Op de plek van de Zwarte Rotgans is überhaupt geen gans te vinden. Als we tegen een dijk oplopen kijken we op de plasjes van het Wagejot zelf. En hier staat wel een klein groepje Rotganzen. Met ertussen een mogelijke Zwarte Rotgans. Één van de vogels heeft een opvallend witte zijflank en zo te zien een vrij brede vlek in de nek. Nog voor ik een foto heb kunnen maken gaat alles ineens op de wieken. De gans draait gelukkig vlak voor het opvliegen bij en ik zie nu dat het een zekere Zwarte Rotgans is. Vrijwel direct gaat het groepje de lucht in en verdwijnt over de weilanden uit beeld.
Voor de tweede keer rijden we weer op het NIOZ-gebouw aan, als voor Oudeschild wederom een alert via Dutch Birding binnenkomt: een Morinelplevier aan de Watermolenweg! Nu moeten we een keuze maken: óf naar de Zwartkeellijster óf naar de Morinel. Rob moet op tijd thuis zijn en zelf heb ik de Bonapartes Strandloper, welke al geruime tijd bij Den Oever verblijft, nog niet gezien en wil daar eigenlijk ook graag nog langs. De beschikbare tijd is dan ook krap geworden, temeer ook omdat de boot om het uur vaart. Aangezien we de Zwartkeellijster al hebben gezien en de Morinel nieuw is voor Jeroen, is de keus toch snel gemaakt en staan we later aan de beruchte Watermolenweg. Op een akker foerageren schokkend vele Goudplevieren in winterkleed. De Morinel is ook in winterkleed. Makkelijk is dan ook anders. Uiteindelijk pulkt Alwin Borhem, die er al stond, de vogel weer van de bruine akker af. Poehé: een bruine plevier mét wenkbrauwstreep tussen bruine plevieren zónder wenkbrauwstreep óp een rommelige bruine akker. Dat kon fraaier, toch zijn we erg tevreden dat ook deze soort gelukt is. Na deze slechts minutenlange ontmoeting moeten we echt door, de boot wacht niet. Vrijwel gelijk kunnen we bij aankomst zo het laaddek inschuiven.
Een kleine drie kwartier later sta ik voor de tweede keer bij de Dijkgatsweide. M'n medereisgenoten hadden de Bonapartes Strandloper een paar dagen eerder op een plek zo'n honderd meter verder. We rijden dan ook de groep vogelaars voorbij en sluiten aan bij een kleiner groepje. Al snel vind Rob een 'interessante' strandloper, helaas vrij ver weg en ook nog eens in de vegetatie. Bij de vogel foerageren Bonte Strandlopers en de 'kandidaat' lijkt er goed uit te zien. Het blijft echter verdomd moeilijk. Als er ook een Kleine Strandloper bij komt is er een grootte verschil te zien tussen de Bontjes, de Kleine en onze kandidaat. Ook lijkt onze vogel langwerpiger te zijn. Kenmerken waar je niet direct wat aan hebt, maar wel op de Bona zouden passen. Als de vogels even opvliegen gebeurt dat zo snel dat niet goed de bovenkant van de staart is te zien. Terwijl Bonte en Kleine Strandloper juist een middenstreep over de staart hebben lopen, heeft de Bonapartes juist een wit vierkant blokje bovenaan de staart. De mogelijkheid een belangrijk kenmerk goed te zien wordt gemist.
Voor Rob dringt nu de tijd, we moeten vertrekken. Helaas pindakaas voor mij, voor de tweede keer deze strandloper gedipt. Ook dat hoort erbij. En met een eilandbezoek met een paar goede soorten mag ik dan ook helemaal niet klagen. Onderweg is een vrachtwagen bij Amsterdam ergens z'n lading verloren, zodat er een kilometers lange file ontstaat. We maken een verstandige keuze en gaan de snelweg af. Net zoals vele anderen die deze keuze maakten. Na in polonaise allerlei plaatsen gepasseerd te zijn, zoals dwars door het centrum van Muiden (zo kom je nog eens ergens), kom ik weer aan op de afslag van de A73 bij Nijmegen. Een leuke verjaardag kan ik wel zeggen! Biertje?