donderdag 2 augustus 2007

Een zwart randje aan een hemels blauwe dag

Met een halve litermok koffie (maar met slechts een kopje 'kopje' erin) neem ik om tien voor zeven plaats naast Jan Hartog in de auto. Met één oog omhoog en één op de weg rijden we al kwekkend naar Beuningen. Na een zacht schopje tegen een paal maakt Hennie Reijnen zich op om achterin plaats te nemen. De eerste grap is gemaakt, de toon is gezet. WBinnendoor rijden we richting het zuiden, op het Maldens Vlak aan. De windvaan op het zweefvliegveld geeft een zwak zuidoostelijk briesje aan, de lucht spat ons knalblauw tegemoet. Breeduit neem ik plaats op een stoel op een o zo vertrouwd plekje: laat maar komen die vogels!

De trek is als het weer, loom met af en toe een zuchtje vogels. Uiteindelijk dienen de eerste Gierzwaluwen zich aan, als vertrouwd altijd weer opduikend ten noorden van de windvaan recht tegenover ons. Iets na achten maak ik een klein rondje over het veld, nieuwsgierig naar wat er zoal tussen de graspollen scharrelt. Twee Kruisbekken gaan de boeken in als ik net een Trechterspinneweb sta te fotograveren. Ik mis ze. Behoedzaam lopen drie Boomleeuwerikken voetje voor voetje voor me op het veld, vocaal ondersteund door drie Roodborsttapuiten. Jonge Buizerds mauwen continue in de bossen links van me; als ik één der ouders was zou ik van het geweeklaag gans gek worden. Huwietroepjes verraden de aanwezigheid van een tweetal Gekraagde Roodstaarten en twee elftallen Grote Lijsters spelen hun spel op hard gras.

Met de nodige humor tikken we de minuten weg. Het gaat lekker met de lokale vogels: Groene en Zwarte Specht lachen zich een kriek, een Grote Bonte peddelt een paar keer de startbaan over. Twee vertwijfeld zingende Fitissen geven de dag een extra zomers tintje, achter ons hangt een groepje Staartmezen rond, aangevuld met Kuif-, Zwarte -, Pimpel- en Koolmees. Een Matkop laat zich een paar keer horen, evenals Boomklever, Boomkruiper, Goudhaan en Goudvink. Een pracht van een Wespendief verschijnt cirkelend boven het veld, en om zeven over negen gaan drie Kruisbekken als streepjes het papier op. In een opkomend briesje wordt een zanger meegevoerd die naast de post de heide induikt. Aangezien de vogel van ver kwam, zou hij als trekker tellen. Een locatiebezoek levert een zoemende Grasmus op, altijd leuk!

Om tien voor half elf besluiten we te stoppen, niet alleen de wind is blijkbaar gaan liggen. Onder meer een tweetal Wespendieven ver oostelijk van ons, drie Huiszwaluwen, groepen Gier- en Boerenzwaluwen, een Kleine Mantelmeeuw, Groenlingen, Kneutjes, Buizerds, een Sperwer en een Atalanta zullen vanavond op Trektellen.nl verschijnen. Via Groesbeek en Wyler rijden we de Ooijpolder in. De verwachtingen worden hoog ingezet: een Wouw of Zwarte Ooievaar zou mogelijk moeten zijn. Boven de Duivelsberg hangen meerdere Buizerds, welke uit zicht verdwijnen als we rechtsaf de St.Hubertusweg oprijden. Via Ooijsche Graaf rijden we naar de Kaliwaal. We hopen wat meer in de trekbaan van roofvogels te komen. Er is in ieder geval stevige trek van fietsers, tientallen rijden er tegen alle windrichtingen in.

Op afstand verraad een wit koppie op de Kaliwaal de aanwezigheid van een Zilverreiger, de grootte maakt 'm tot Grote. De lucht is opvallend rustig, evenals de Kaliwaal. Met een glimlach voegt Peter Hoppenbrouwers te fiets zich bij ons. Op een zandplaat bij het kleine plasje rechts van het infobord zorgt een plevier voor wat hoofdbrekens, uiteindelijk blijkt het te gaan om een juveniele Kleine Plevier. De vierkante witte buikvlek behoort aan een poetsende vrouw Krakeend. Tussen vier Grauwe Ganzen zwemt één van de groep Kolganzen die hier rondhangt. Met lichte schrik zie ik tussen Grauwe Ganzen een witte kuif opwaaien van een vogel die voorgebogen staat. Kleine Zilve...helaas, Lepelaar blijkt. Een Gele Kwikstaart tsiept zich een baan westwaarts en lokale Buizerds hangen boven de bomen. De lucht boven de Millingerwaard nauwlettend in de gatend houdend, d'r komt wel eens wat leuks daar naar beneden, zie ik in de verte door m'n scoop een traag flappend groot witte vogel: een tweede Grote Zilverreiger maakt de oversteek naar Doornenburg.

Peter gaat z'n geluk beproeven in de Millingerwaard, Jan, Hennie en ik willen naar de Erlecomse Dam. Als we bij de auto zijn zie ik vanuit een ooghoek een groepje vogels cirkelen. Ik neem snel een blik en tel zo vijf vogels, ik denk Buizerds, in een thermiekbel. Ik wijs Jan en Hennie op de 'vogels' en pak m'n scoop. 'Leuk', zegt Hennie, 'vier Ooievaars. 'Nee, Buizerds' zeg ik, 'Nee, Ooievaars. Afijn, vijf Buizerds én vier Ooievaars cirkelen in het blauwe, een Groene Specht lacht ons uit. Als witte lelies in het groen staan, blijkt later, 36 Lepelaars nou niet bepaald verdekt opgesteld als we aankomen bij de steenfabriek. De Grote Zilverreiger van de Kaliwaal is ook verhuisd en loopt deftig door de plas bij de Lepelaars. Het waalstrandje staat vol met Kieviten, Spreeuwen, Grauwe Ganzen en een groep Kokmeeuwen. Een Stormmeeuw ligt uitgeteld op een zandplaatje en vier adulte Geelpootmeeuwen liggen plat op het strand. Een witkoppige juveniele Zilvermeeuw die ik even snel bekijk draait later uit op een Grote Mantelmeeuw, iets verderop staan twee Visdieven zich te poetsen. Terwijl de één bedelt bij de andere om aandacht jodelen zestien Wulpen het strandje op.

Dan ontdekt ik boven ons een groepje Buizerds, 1, 2, 4, 6! vliegen er in een bel. Dan schieten de rillingen m'n ruggegraat over. Wat vliegt daar weer boven? 7, 12, 20, 24, 32...Wauw! Zesendertig Buizerds cirkelen en buitelen hoog boven ons in de lucht. Op m'n rug liggend geniet ik van het schitterende schouwspel. Uiteindelijk blijft de teller staan op 38 Buizerds en een Havik. Boven de Millingerwaard ontdek ik ook nog groepjes cirkelende Buizerds, een 360 graden cirkel makend levert er nog een aantal op. Een adult en twee juveniele Visdieven vliegen strak oostwaarts langs ons heen, die al volgend weer drie jonge Bergeenden oplevert. En dan vliegt alles onverklaarbaar de lucht in. Geen roofvogel in de lucht, maar die paniekkippen van een Kieviten houden alles zenuwachtig in de lucht.

In het vleugelgeweld zie ik ineens een grote meeuw schuddend op de zandplaat voor ons staan. Gebeurt daar? In de telescoop zie ik een Geelpootmeeuw heftig headbangend met iets. Dan schiet ik vol in de verbazing als ik zie dat de meeuw worstelt met een jonge Spreeuw, die hij letterlijk en figuurlijk flink bij de neus heeft genomen. Als er ergens een vogel goed uit z'n veren wordt geschud, dan is het hier wel. Uiteindelijk hangt de Spreeuw als een natte doek in de snavel. Zoveel gehak is teveel, mijn beeld van op dooie vissen hakkende meeuwen is voorgoed vertroebeld. Snel kiezend tussen lachen of huilen schiet ik maar in een lachstuip van verbazing. 'Oh natuur, hoe wreed kunt gij zijn'. (een foto van dit drama is te bekijken op onze waarnemingensite). Vele Kieviten kunnen het niet aanzien en vertrekken naar betere oorden, de rust keert weer, een Oeverloper houdt zich op aan de rand van het strijdtoneel. Een IJvogel fluit af.

Tijd voor wat anders. We slalommen tussen tientallen fietsers door naar de Oude Waal. Met de kont in het gras turen we de plas af. Twee Witgatjes staan in de inham van het eilandje. Het water staat te hoog voor wat slikranden langs het schiereiland, en ook skulkende zangertjes laten zich niet zien langs de rand. Tussen de Zwarte Sterns pendelt een Visdief rondjes. 'Wat is dat voor geluid' vraagt Hennie zich af. 'Bedelroep van de Zwarte Stern' antwoord ik. 'Nee, dat is anders'. 'Nee hoor'. Dan concentreren we ons op waar het geluid vandaan komt. Voor ons, laag. Pompebladeren. Blik erop, verrek! een donsjong Zwarte Stern staat verstopt tussen de opstaande bladranden. En dan niets eens op een vlotje! Verderop staat nog een donsjong en ook nu weer gewoon op een groep plompen. Jan weet een leuk plaatje te schieten van het jong voor ons. Het afgesproken 'twaalf uur thuiszijn' is er inmiddels al láng bij ingeschoten. Om twee uur verlaten we de dijk, evenals het verhaal van een geweldige ontspannen dag.

In gedachten verzonken over de Spreeuw die z'n laatste vlucht maakte, voer ik thuis nog een man Slechtvalk in die vijf minuten cirkelend boven m'n huis hangt, Morgen wordt het 24 graden, volgens een stem die uit een radio schalde vanuit de fietstas van een passant op de dijk. Ben benieuwd....