
Natuurbelevenissen tussen kilometers en millimeters met dochter en anderen
zaterdag 29 december 2007
Rode Wauw!

woensdag 26 december 2007
'Hoe aaibaar kan ie zijn...'
maandag 10 december 2007
Woestijnbraamsluiper bij Langenboom?


De combinatie van (licht)bruine bovendelen, licht vleugelpaneel, kleine snavel, ontbreken van een duidelijk masker en korte handpenprojectie lijkt het meest te wijzen naar Woestijnbraamsluiper Sylvia curruca minula. De foto’s van de vogel zijn inmiddels op diverse internationale fora gepubliceerd en ook hier wordt de suggestie voor Woestijnbraamsluiper ‘sterk’ ondersteund. Echt duidelijkheid zal er echter (nog) niet komen, daarvoor is DNA-materiaal nodig, wat bij de vogel van Langenboom niet is verkregen..
Er zijn in Nederland ongeveer acht waarnemingen bekend van ‘oostelijke’ braamsluipers, zowel van de ondersoort ‘halimodendri’ (Vale Braamsluiper) als ‘minula’ (Woestijnbraamsluiper). Dit is de eerste ‘oostelijke’ braamsluiper voor ons werkgebied:
30 november 1986, Castricum, vangst. CDNA-aanvaard als S.c. blythi / halimodendri
5 november 1992, Castricum, vangst. CDNA-aanvaard als S.c. blythi / halimodendri.
23 - 30 november 2003, Stavoren, Friesland. Mogelijk S.c. halimodendri
23 november - 1dec 2003, Katwijk aan Zee. Mogelijk S.c. minula
31 december 2005 - 12 april 2006, Vinkhuizen, Groningen. CDNA aanvaard als S.c.
halimodendri (gevangen en geringd)
2 nov 2006 – 7 april 2007, Vinkhuizen, Groningen. CDNA aanvaard als S.c. halimodendri (zelfde als 2005/2006)
9 – 10 december 2007, De Kuilen, Langenboom, Noord-Brabant. Mogelijk S.c. minula
12 – 19 januari 2008 Velserbroek, Velsen. Mogelijk S.c. halimodendri
Ik wil hierbij Gerd Wichers, Arnoud B. van den Berg, Nils van Duivendijk, Ronald Nuiver, Jan Hartog en Vincent de Boer hartelijk danken voor het meedenken en het aandragen van informatie of determinatiesites. Gerd Wichers tevens bedankt voor het plaatsen van de foto’s op het BirdForum en het meewerken aan de discussie. Bram Aarts en Rob Felix hartelijk dank voor het ter beschikking stellen van het artikelen. Daarnaast is gebruik gemaakt van het diverse fora op internet. Jan Hartog en Jan Jacobs hebben het artikel van commentaar voorzien
Shirihai H. & G. Gargallo & A.J. Helbig. 2001. Sylvia Warblers of Europe. Identification,
taxonomy and phylogeny of the genus Sylvia. London, Helm.
Van Duivendijk, N. 2002. Dutch Birding Kenmerkengids voor vogels van Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten, Amsterdam
De Knijff P. en van Loon A.J. De Vale Braamsluiper van Groningen. Dutch Birding 29:136-137
Zuyderduyn C. Mogelijke Woestijnbraamsluiper in Katwijk aan den Rijn. Dutch Birding 26:81-84
Diverse sites en fora op het internet
woensdag 21 november 2007
Rondje polder en berg
maandag 19 november 2007
Sneeuwgors bij de Kaliwaal!
vrijdag 16 november 2007
Eindelijk weer eens een Middelste Bonte Specht!
Dit was m'n eerste najaarswaarneming van de Middelste Bonte Specht op deze locatie sinds het voorjaar. Wat ben ik blij dat ze er nog zitten!
woensdag 7 november 2007
Velduil en Ruigpootbuizerd in de Ooijpolder!


Onbepaald. Foto's van Jan Hartog
zaterdag 3 november 2007
Als de Düffel met je speelt
Net om de hoek, de Millinger Strasse opgereden, ontwaar ik achter me ineens een groep Grote Zilverreigers in vlucht. Jan en ik tellen er 16 en we kijken waar de groep heen vliegt. We besluiten de groep achterna te gaan, maar nauwelijks verder al staat een weiland vol met witte puntjes. In een weiland langs een sloot, precies op de splitsing Mehrer Strass en Nieler Strasse tellen we later ongeveer 41 vogels bij elkaar. Door slootjes en bosjes is het mogelijk dat we er wat gemist hebben. Langs de sloot is een IJsvogel vanaf een weidepaal z'n stootduiken voor een avondmaal aan het uitvoeren en een Waterpieper 'riest' rond.Een snelle blik in de spar in Niel leert dat hier nog geen Ransuilen aanwezig zijn, en nog in gedachte met een 'goh, laten we eens kijken of er ook Zillies tussen Zyfflich en Niel zitten', rijden we niet veel later op het Muhleneind al tegen een groep van negen aan. De teller voor de Düffelt staat nu op 50 vogels. Via Zyfflich, grenskantoor en Sint Hubertusweg rijden we naar de Kaliwaal. Het weer is goed mistroostig en kent een hoog luchtvochtigheidsgehalte. Een wit puntje op de Kali blijkt nu een Anser Unox te zijn, helaas. Een Geelpootmeeuw is bezig een vis te ontleden, gadegeslagen door een adult Grote mantelmeeuw. Een juveniele versie kan z'n draai niet vinden en vliegt wat rond boven de grote plas. En dan vliegt dantoch nummer 51 over, traag flapt de zilverreiger richting Leuth, blijkbaar op weg naar brüder und schwester. De Bisonbaai is even grauw, maar nummer 52 foerageert in de strang langs de weg. Niet veel later komt vanuit zuid nummer 53 boven de Groenlanden aangevlogen en draait boven de Langstraat wat rondjes.Voor Tiengeboden kwam de Baardman-waarneming van Jolanda Wannet ter sprake,we doen een poging. Nauwelijks drie minuten uit de auto hoor ik al een duidelijk 'ping'. Hóp, zo in de schoot geworpen! Helaas mist Jan 'm net, maar de vogel doet nog een duidelijke eenmalige toegift, wat voor Jan een nieuwe regiosoort inhoudt, en houdt zich daarna weer lang stil. De Waterpieperroep kan weer even geoefend worden, daarna is het tijd om verder te gaan, en bij de Oude Waal schroeven 1,2, nog eens twee en 1 Grote Zilverreiger het aantal van vandaag op naar 59. (eigenlijk 61, maar de eersten zaten buiten het werkgebied)Negen wintertalingen, een groep Kokmeeuwen en een roepende IJsvogel sluiten uiteindelijk een zeer geslaagde dag af. Geen Koereiger of Zeearend, maar voor mij een tocht door nieuw gebied met wonderbaarlijke aantallen!
woensdag 31 oktober 2007
Whoepi de poepi: Bosuilen in de tuin!
maandag 15 oktober 2007
A wooden ass after a Big Sit: een verslag over 14 oktober

's Nachts om twaalf uur zat ik thuis al met alle ramen open en dik ingepakt te luisteren of er trek was. In de loop van de avond viel me al op dat er veel minder trek was als afgelopen dagen, toen er meer bewolking was. Om het uur nam ik de beslissing wel of niet te gaan. Ondertussen was ik begonnen oude waarnemingenboekjes over te zetten op Waarneming.nl en stond de cd met trekvogelgeluiden aan ('en op dat moment komt er ineens een ... op de vensterbank zitten. het zal je maar gebeuren..!').
De hele nacht bleef het rustig. Geen tientallen Koperwieken, Zanglijsters of Merels zoals de dagen ervoor. Om kwart voor zeven stapte ik dan ook op de fiets om naar het zweefvliegveld te gaan. Iets verderop in m'n straat tref ik toevallig Jannik Zijlstra, die ook die kant op gaat en nog stond te wachten op Matyas Bittenbinder. Gezamenlijk kneuren we door Heumensoord en om half acht settelen we ons op de telpost. Niet veel later komt Janneke Sindram en net als haar naam gaan ook de eerste vogels het papier op. De eerste drie Zanglijsters, gevolgd door Vinken, een vroege solitaire Grauwe Gans, enkele Sijzen en de eerste Kepen verrichten de opening van de Big Sit.
Het is een heerlijke ochtend. Helder, prachtige zonsopkomst en de weinige wind komt uit het oosten. Later op dag neemt deze iets toe, en neemt de bewolking ook íets toe. Maar al met al heerlijk zacht weer om op de post te zitten.
De Vinken doen het gelijk goed, maar niet in hoge aantallen. Regelmatig vliegen de drietjes, zesjes of viertjes voorbij, af en toe schieten de aantallen wat omhoog. In verhouding vlogen er weinig Kepen. In de ochtend zaten ze vaker tussen de Vinken, later op de dag komen er ook een aantal mooie compacte groepjes Keep voorbij. Ik denk wel dat de soort is onderteld. Kneutjes komen af en toe voorbij. De Houtduiven kwamen pas later op de ochtend los in grotere groepen. Aan het eind van de dag werd het aantal van 4009 vogels genoteerd. Afzoeken van die groepen leverde ook Holenduiven op, die met totaal 30 exemplaren voorbij kwamen.
Van de dienstdoende zweefvliegchef kregen we te horen dat we mochten blijven zitten. Ik wilde eerst beginnen op de echte post en rond negenen verkassen naar de kantine. Daar was het later op de ochtend zó druk, dat ik blij was met de goedkeuring van de man. Iedereen wist de post gelukkig ook goed te vinden. Vroegtijdige afbrekingen van zweefvliegtuig die opgetrokken werden, zorgden wel een paar keer voor het vallen van de 'noodbreukkabel', maar deze kabel werd goed in de gaten gehouden en kwam altijd ver op het veld neer.
Van de roofvogels deed alleen de Sperwer het lekker. Optellen van de eentjes en tweetjes levert een totaal van 39 op. Soms was het wel moeilijk te tellen, ook lokale vogels zaten soms hoog. Ze moesten daarom goed in de gaten gehouden worden om te zien wat hun plan nu was. Hetzelfde voor de Buizerds, die zelfs pas later in de middag blijkbaar er achter kwamen dat ze een keer richting het zuiden moesten. Naast de 67 genoteerde trekkers waren ook redelijk wat lokale vogels actief, zowel dichtbij als op verdere afstand. De 'lichte' van Heumensoord werd er opvallend vaak weer uitgepikt.
De krenten
Een Waterpieper kwam in de ochtend roepend voorbij gevlogen. Om vier over half tien kwam de eerste Smelleken voorbij gesjeesd, één minuut later zie helaas alleen ik een vrouwtje Slechtvalk aan de horizon voorbij schieten. Voordat de anderen 'm kunnen oppikken verdween de vogel achter de bomen. Om vijf over tien passeert de tweede Smelleken op grote afstand oostelijk langs de telpost. Een wandeling door het heideveld direct naast de post veroorzaakt goeie deining onder de vogelaars als Bram Ubels een Velduil oppest, die gelijk het bos in verdwijnt achter de telpost. Dezelfde als de dag ervoor, of een ander? Ook op andere plekken in het oosten worden Velduilen opgemerkt, blijkbaar is er dus wel enige trek van deze magnifieke uil.
Wederom Bram Ubels, inmiddels specialist in de volgende soort, plukte om één minuut voor half elf een cirkelende Visarend ten noorden van de post uit de lucht. Al cirkelend verdween de vogel naar het westen. De grote hamvraag ontstaat als om 10:59 wéér een Visarend werd ontdekt op grote afstand aan de westkant. Een andere, of dezelfde die in die hoek een tijd heeft rondgehangen? Een Beflijster knalt om kwart voor elf zo hard voorbij dat alleen ik 'm helaas zie.
Om twaalf over vijf was er nog een klein groepje tellers over: van grote afstand komt een groep van vier ganzen aangevlogen. 3 Kolganzen en een 'rietgans'. De vogels vlogen eerst zuidwestelijk, maar keren uiteindelijk en komen pal over de telpost. In de telescoop zie ik grijs en roze: een Kleine Rietgans! Opmerkelijk is dat eerder die dag over de telpost van Dieren óók twee Kleine Rietganzen met Kolganzen waren meegevlogen. Hebben wij er meer gemist?
Met heel veel plezier dank ik de volgende mensen die hun steentje aan de Big Sit hebben bijgedragen. Niet alleen de oude rotten, maar ook enkele nieuwe leden hebben vandaag voor een gezellige en gevarieerde dag gezorgd!
Jannik Zijlstra, Matyas Bittenbinder, Janneke Sindram, Bram Aarts, Bram Ubels, André Nagelhout, Hennie Reijnen, Marcel Bingley, Laurens Rietveld, Niki Boerland, Hanneke Schoth, Jos van Oostveen, Jouke van der Zee en zijn vrouw, Bart Hoogesteger, Sjaak van den Berg, Jan Hartog en eega en Frank Willems met zijn vriendin.
Omdat ik inderdaad, zoals Marcel al schreef, 's avonds comme une blokje in slaap ben gevallen, zullen de aantallen vanavond te bekijken zijn via www.trektellen.nl
dinsdag 9 oktober 2007
Struinen langs tuinen in Nijmegen
zaterdag 6 oktober 2007
Kroonboszanger in Katwijk!
De waarneming is nog niet ingevoerd, dus een exacte locatie ontbreekt me nog. Ik word gebeld door Bram Ubels met de vraag of ik er nog heen ga. Willen zou ik wel, maar weet nog niet hoe. Ik stuur Jos van Oostveen een sms en bel Eddy Nieuwstraten. Met Bram spreek ik af dat we elkaar bellen als we iets over vervoer te horen krijgen. Een half uur later word ik gebeld door Eddy. Hij komt net van de telpost Maldens Vlak af en wil gelijk door. Hij moet nog even thuis van auto verwisselen en haalt me op. Er gaat nog iemand mee vanuit Wageningen. Ik bel Bram op, maar krijg 'm niet te pakken. Na het telefoontje van Eddy spring ik gelijk op de fiets naar het station, waar ik opgepikt zou worden. Ondertussen blijk ik een telefoontje van Jos te hebben gemist. Ik bel 'm op en hoor dat hij 'misschien' ook wil gaan rijden. Op het station bel ik nogmaals Bram op en geef door dat ik accuut vertrokken ben en zeg dat hij Jos moet bellen.
Op de snelweg blijkt de persoon uit Wageningen toch niet te kunnen en word ik gebeld door Jos dat hij ook aan het rijden is geslagen. Eddy belt met iemand die al ter plaatse is in Katwijk en krijgt te horen dat de vogel zich moeilijk, maar soms leuk laat zien. En dat er zo'n tweehonderd man aanwezig is. Het betreft dan ook de vierde waarneming ooit voor de Western Paleartic (Europa en Noord-Afrika). Eerdere waarnemingen waren in 1843, gevangen op Helgoland, 2002 gevangen in Noorwegen en in 2004 in Finland.
Onderweg zien we verscheidene Buizerds in de lucht hangen. Een roofvogel die rechtsboven de voorruit hoog in de lucht in beeld komt op de A50 ter hoogte van Arnhem, laat echter een ander vliegbeeld zien. Ik vermoed Rode Wouw, maar stoppen is er natuurlijk niet direct bij op de autobaan. Spontaan duikt er honderd meter verder een tankstation op. En aangezien we tóch moesten tanken, douwt Eddy de gasslang aan de auto en grijp ik als een gek naar m'n kijker. De vogel is gelukkig gaan cirkelen en het blijkt inderdaad om een Rode Wouw te gaan. Leuk, een nieuwe jaarsoort. Meerdere waren me er al in het Nijmeegse ontglipt...
Vlak voor Leiden krijgen we een DBA-piep: de vogel is al meer als een uur niet gezien en de 'piep' heeft het over 'weggevlogen'. In de auto slaat de stemming om naar balen. Het laatste stuk gaat door Leiden en Katwijk. We moeten dus veel stoppen voor verkeerslichten. Als we op de plek des onheils aankomen, weet ik niet wat ik zie. Overal lopen mensen met verrekijkers, telescopen, auto's staan overal geparkeerd. Overigens redelijk netjes allemaal. Een groep staat te zoeken in een groep struiken waar de vogel voor het laatst is gezien. Er zit ook een Vuurgoudhaantje, de spanning is om te snijden.
Dan ineens een harde schreeuw: 'nieuwe locatie!!!'. Als een gek slaat iedereen aan het rennen. De vogel blijkt bovenin een struikenhaag te zitten. Iedereen probeert vooraan te komen, maar de plek is klein, een achterlangspaadje van een huizenblok.

De Kroonboszanger laat zich moeilijk zien en zit vaak boven in de struiken, langzaam en onopvallend foeragerend. Rond half vijf moet Eddy weg. Hij moet via Oss, om de auto weg te brengen. Gelukkig zijn Athol Burill en Jos er nog, zodat ik nog wat langer kan blijven en met hun mee terug kan. Vlak nadat Eddy weg is, krijg ik eindelijk de vogel prachtig in beeld terwijl deze open en bloot over een tak kruipt en zie naast de lange wenkbrauwstreep ook de kruinstreep, gele onderstaartdekveren en andere kenmerken voor deze soort.
Het duurt nog een flinke tijd voordat ook Athol (en menig ander vogelaar) de zanger eindelijk goed in beeld krijgt. Het is gezellig en gezamenlijk staan we op het plaatselijke stenen voetbalveldje welke tijdelijk door ons is overgenomen.

De dag kreeg in korte tijd een compleet andere invulling dan gepland. Maar het was zeker de moeite waard! Zwaar voldaan én moe rijden Jos, Athol en ik later na huis. Ik ben blij dat ik vandaag ben gegaan. De volgende dag staan er onder andere enkele bekenden van mij al vroeg te zoeken. De vogel wordt helaas niet meer gezien...
donderdag 6 september 2007
Tuingeluiden
Een geweldige kans: een Kleinste Jager in het binnenland!
De telefoon. Bram meld zich en heeft z'n moeder weten over te halen alsnog te gaan rijden. Even later weer een telefoontje van hem. De route geeft wat problemen en na wat uitleg verwacht ik hem snel. Rond tien over acht verandert het vlieggedrag van de Jager. Na op te zijn gestegen lijkt de vogel cirkelend hoogte te gaan winnen en misschien zelfs te gaan vertrekken. Wat de vogel ook blijkt te doen. In steeds ruimere cirkels verdwijnt de vogel over een dijk heen en vliegt achter een groep bomen langs. Daarmee is de vogel officiëel op Nederlands grondgebied en mag ik de soort tellen.
donderdag 2 augustus 2007
Een zwart randje aan een hemels blauwe dag
woensdag 18 juli 2007
Rondje zuid werkgebied VWG Nijmegen
Na alleen langsgereden te zijn bij zandwinning Teunissen bij Milsbeek, wat een Roodborsttapuit opleverde, kwamen we uiteindelijk bij de Gebrande Kamp. Hier een Roodborsttapuit roepend, een Weidebeekjuffer, een man IJsvogel, een Oeverloper en een Wespendief overcirkelend en vanaf deze plek boven de Sint Jansberg eerst 2 lokale cirkelende Wespendieven en later 3 keilend richting zuid ongeveer t.h.v. de Koningsvennen.
Via het pontje (yes!) van Cuijk naar de Kraaijenbergse Plassen. Bij plas 4/5 o.a. 40 Knobbelzwanen, een Oeverloper en Groenpootruiter, (nog) redelijk wat Visdieven met jongen, vele Kokmeeuwen en Grauwe Ganzen, Kuifeenden en twee Tafeleenden, een Dodaars én de geijkte 'blauwe' Sneeuwgans (Indische x Brandgans). Ter hoogte van plas 6 een Roodborsttapuit en bij plas 7-noord minimaal 15 Geelpootmeeuwen, 2 Pontische en enkele Kleine Mantelmeeuwen op één zandbult in de plas. Een heerlijk dagje met vele leuke momenten én soorten!
maandag 18 juni 2007
Vale Gieren in Oss!


zaterdag 2 juni 2007
Ralreiger bij Negenhuizen



woensdag 11 april 2007
vrouw Koolmees sloopt m'n deurmat
Na eerst met een 'zo, dit is mijn plek'-poepje de entree te hebben gemarkeerd, wipt ze doodleuk op de stoel en zo verder de kamer in. Met een benepen 'tsiep'-geluidje keurt ze her en der de ruimte. De vloer is leuk, want glad. Glibberig glijdt ze overal langs, onderweg dan weer hier dan weer daar op springend.
Als die 'tsiep' op het keukenblok gaat over de afwas die er nog staat, heb ik de neiging om in te grijpen. Zit toch ook haar nest niet te beoordelen?!!!! Doodstil blijf ik de verrichtingen van mevrouw volgen. Dan loopt ze via de deur de gang op en begint grondig aan m'n deurmat te trekken. Met lange halen haalt ze van alles en nog wat uit de mat. Prachtig om te zien hoe ze zich helemaal opricht om de lange haren er uit te pielen. Blijkbaar heeft ze een korte spanningsboog, en is de aandacht afgeleid. Ze is klaar met peuren. Oh nee, toch niet. Nu loopt ze naar de deurmat binnen de kamer en begint ook hier aan te sjorren. Deze is iets steviger, maar toch komt er flinke pluizenbol vanaf.
Dan gaat de deur van de buren open. Rap vliegt ze de kamerplanten in en even later, alsof er niets is gebeurd, wipt ze weer even parmantig door het raam naar buiten. Dag mevrouw, tot de volgende keer.....en ik ruim de rommel wel op die je voor de deur hebt achter gelaten.....
dinsdag 6 maart 2007
Naar Drenthe via Achterhoek en Twente



vrijdag 23 februari 2007
Rondje hei, berg en bos
Via de Helweg fiets ik de St.Jansberg op. Een Groene Specht lacht me toe op de hoek van het bos aan het begin, terwijl een Geelgors in dezelfde boom er zingend probeert over heen te gaan. Immer onzichtbare Sijsjes zitten bovenin een Lariks. Uitstekend te horen, maar zijn het nu kegeltjes of Sijsjes daar boven in? De eerste Glanskoppen dienen zich roepend en zingend aan. Onderlangs De Diepen lopend, steek ik linksaf een smal paadje in. Na ongeveer vijftig meter houdt het paadje schijnbaar ineens op. Afgeleid door het lange roffelen van een Kleine Bonte Specht in de verte schrik ik me ineens het zuur. Op nauwelijks drie meter schiet ‘iets’ vanonder een braamstruik op: een gigantische beer Wilde Zwijn, ik gok zo tot borsthoogte reikend, schiet door het bos weg. Terwijl ik mijn hart rustig vanuit m'n keel probeer te laten zakken sta ik zwaar ontgoocheld om me heen te kijken, nog niet helemaal beseffend wat me nu overkwam. Ik zoek alvast een boom op waar ik in zou kunnen klimmen, zo dichtbij én hier had ik nóóit een Wild Zwijn verwacht. Maar de ‘vogel’ is gevlogen en met een 'hé, een Glanskop', probeer ik de draad weer op te pakken en loop verder naar het oosten.
Ter hoogte van de bosvijvertjes posteer ik me op een omgevallen boom halverwege een helling, de rugzak af, even lekker ontspannen. Hoopte ik. Ik word gans tureluurs van twee Grote Bonte Spechten die minutenlang golvend achter elkaar aan hetzelfde rondje vliegen door het bos boven de vijvertjes. In amper tien minuten tijd tel ik minimaal zes Grote Bonte Spechten in een klein stukje bos. Alles wat beweegt in de bomen wordt bekeken. En dan, terwijl ik een Grote Bonte bekijk, sneakt een rood puntje over een tak de kijker in. Ik weet het eigenlijk al gelijk en een seconde later sta ik te kijken naar een prachtige Middelste Bonte Specht op een eikentak. Terwijl ik de vogel volg, laat deze slechts een paar keer zacht z'n gaaienroep horen. De vogel zit in één van een drietal grote eiken die ten NO van de middelste bosvijver staan en als uiteindelijk de zon op de vogel valt, licht het lange rode petje knalrood op en kan ik vaststellen dat het om een mannetje gaat! Tussendoor hoor ik een paar keer een IJsvogel bij de bosvijvers. Na een flinke tijd de specht en zijn gedrag bekeken te hebben loop ik verder naar het oosten. Een Appelvink vliegt af en toe over, afgewisseld met cruisende Sijzen, terwijl de Groene Specht in opperbeste stemming is en het lachen niet kan laten.
Aan de oostkant van de Diepen aangekomen loop ik onderlangs terug naar de Helweg en maak een uitstap door de weilanden. Op twee plekken zingen Geelgorzen, en ik sta verbaasd hoeveel Buizerds op één moment langs de flank van de berg hangen. Ik kom tot minimaal tien, maar het vliegt chaotisch, bos in en uit. In de verte ontwaar ik een Buizerd met grote witte vleugelvelden. Even bekijken: 'Tsja' denk ik, 'lijkt ook zo op elkaar he', terwijl een Ooievaar het kijkerbeeld in cirkelt. Op de lucht lettend zie ik niet dat er een Waterpieper bij een nat stuk zit, die verschrikt opvliegt. In een houtwal tsjirpen Staartmezen en met de gedachte ‘houtwallen en mezen zijn áltijd interessant’, pluk ik niet veel later toch enigszins verbaast, want niet direct verwacht, een Tjiftjaf uit de struiken. Het roepje verraadt dat het de gewone is, en na de Tjif een tijd gevolgd te hebben richt ik me weer op de lucht en weet zo een Havik tussen de Buizerds vandaan te halen. Met de fiets aan de hand loop ik de Helweg door het bos naar het noorden af. Verscheidene Glanskoppen worden genoteerd, alle spechten bekeken en ook elke Boomkruiper wordt door de lens gehaald, je weet maar nooit. Aan de noordkant van de berg ga ik oostwaarts, tussen weilanden en De Diepen door. Een Appelvink, een Goudvink en een zingende Geelgors houden zich aan de rand op. Ter hoogte van de vijvers duik ik, hoe gemakkelijk door het rode petje, de Middelste Bonte weer op. Nu hoor ik 'm zachtjes, voor het eerst en laatst, één keer het kwek-kwek-kwek-geluid maken. De schitterende specht laat zich mooi bewonderen en verdwijnt dan langzaam en zwijgzaam richting oost door het bos.
Voor het eerst in m'n leven (Foei!), fiets ik het Reichswald in. Ik wil toch wel eens zien wat nu die grote groene vlek op de landkaarten inhoud. En verdwaal acuut. Dan torent de brandzuil ineens hoog naast me op en 'herken' ik de plek van kaarten. Nóg geen flauw idee waar ik me dan precies bevindt, maar 'soi', m’n coördinatiegevoel is tevreden. Geattendeerd door roepende Sijzen, stop ik en probeer weer eens het aantal te tellen. Dan hoor ik een trompetgoudvink-achtig 'hnk hnk'. Dan een keer 'klip': hé, Kruisbekken! Ze zitten echter achter de eerste rij bomen en krijg ze moeilijk in beeld. Het tweede geluid vandaag gehoord wat ik nog nooit eerder had gehoord. Ik moet ineens aan Witbandkruisbek denken, maar heb daar nooit het geluid ‘echt’ van mogen horen. De vogels 'klippen' nog een paar keer; het zijn toch echt Kruisbekken. Ik fiets door en met de links-rechts-tactiek sta ik ineens aan de Graftwegenerstrasse. Ook deze ben ik nog nooit helemaal over gefietst en eens moet de eerste keer zijn. Met moeite laat ik de Bruuk letterlijk en figuurlijk links liggen. Glanskoppen bij de vleet langs deze weg, de rest is rustig en ik besluit een keer linksaf te slaan. Hallo dorp De Horst! Ook weer eens met de fiets geweest. Door het kleine dorp heen beland ik al snel weer in de weilanden en ga zigzaggend door. In de verte zie ik een heuvelrug. ‘Als dáár de Duivelsberg ligt’, denk ik, ‘mag ik nog wel even’. Niet veel later besef ik mijn fout en kom er achter dat ik via Duitsland nu hard op weg naar Arnhem ben.
Linksom/rechtsom slaand rij ik later, terwijl het begint te regenen, het ‘gat’ Wyler binnen. Via de Grauwe Klauwierenhoek maak ik een rondje over de oostkant van de juiste stuwwal en steek later de grote straat over, richting Wylerbergmeer. De Middelste Bonte van de Duivelsberg zal wel zwijgen door de regen én ik ben al heel lang niet meer in de Ooijpolder geweest. Naast de sportvelden bij het Wylermeer weer Appelvinken, nu twee, en een hoop gekrakeel uit de bosjes is afkomstig van Spreeuwen en Kramsvogels. Ze zitten dichtbij, maar ik krijg ze niet in beeld. Makkelijker te tellen is de groep Ringmussen, Rietgorzen en Geelgorzen (zeker tien), die vanaf een akker in de struiken gaat zitten. Bij de St.Hubertusweg sla ik rechts af en bij de Leuthsestraat weer rechts. Een enorme groep van ongeveer 400/500 Kramsvogels zit ten zuiden van de weg in de weilanden, aangevuld met flink wat Spreeuwen. Het vijvertje aan de Wercherensedijk is leeg, een tweetal jongeren heeft de vistent opgezet en probeert wat binnen te hengelen. Het is vakantie geloof ik. Behoorlijk bekaf door het vroege opstaan, het fietsen door de heuvels en de regen zet ik toch nog even door langs de Kerkdijk. Twee Witgatjes foerageren bij een plas in het weiland en een eenzame Brandgans zit vlak langs de dijk tussen Kolganzen.
Door het dorp Ooij heen duik ik bij de Reomie weer de dijk op. Op de Bisonbaai is het rustig, drie Bergeenden vormen een hoogtepunt, terwijl aan de andere kant de Kleine Canadese Gans roepend de aandacht trekt. Aanvankelijk fiets ik er voorbij, een grijs puntje in een boom in de Groenlanden. Hm, reiger, boom, Groenlanden. Kwak? Terug. Stil zit een Blauwe Reiger op een hoop takken. Verrek, dat lijkt wel een nest! Het ís een nest! Zo bij mij bekend zou dit het eerste nest ooit (of lange tijd?) zijn. Vergenoegd met deze waarneming fiets ik door, de vaste Grote Zilverreiger van de Bisonbaai strang meepikkend en constaterend dat de Ooievaars weer paalzitten in de Groenlanden. De weilanden bij de Vlietberg staan weer onder water en met het besluit nu de eerste Grutto’s te ontdekken voor het werkgebied sla ik rechtsaf het paadje richting Vlietberg in. Een tiental Bergeenden zit verspreid over de plasdras en grote groepen Kok- en Stormmeeuwen worden nieuwsgierig bekeken op andere soorten. Dan meld mijn eerste Tureluur zich roepend aan. Helaas nog geen Grutto’s, en via de westkant van de Vlietberg, waar ik nog een passerende Grote Gele Kwikstaart inspreek, fiets ik de polder uit. Toch nog even zigzaggend door de besrijke wijken van Nijmegen (Pestvogels….) kom ik om vier uur thuis.
Even liggen hoor….
zondag 4 februari 2007
De baggerpaden op, de eikenlanen in
Na vijfhonderd meter langs het kanaal sloegen we rechtsaf een stuk bos in. De Hatertse Broek, voor mij nog steeds van ongekende schoonheid zo dicht bij de stad. Oude eiken met een mooie ondergroei, hier en daar met percelen jonge bomen en een perceel Beuken. Ik leerde het kennen toen er vorig jaar Pestvogels in de Weezenhof zaten en elke keer als ik er kom is het weer genieten. Helaas geen Middelste Mooie, wel meerdere Grote Bonte Spechten, Kepen, Sijzen, Glanskop en andere bosbewoners. Via de Weezenhof (dit keer zonder...) over de A73 en dan rechtsaf, langs de kaasboerderij, de bossen in.
Uitgewaaid 's avonds eens geprobeerd weinig te doen, wat redelijk lukte, om
vandaag met de bus naar Plasmolen te gaan. Bij halte 'pannenkoekrestaurant' eerst even een blik op de Mokerplas geworpen. Er zwommen redelijk wat vogels, onder meer de nog Gavia immer aanwezige IJsduiker. De rest niet goed bekeken, een flinke wandeling stond nog voor de boeg. Langs de Witteweg bij de brug werd ons gesprek begeleid door een Appelvink, Groenlingen en andere Plasmolense vogels. Langs het pannenkoekrestaurant de St.Maartensweg en daarbij de St.Jansberg opgelopen en gelijk rechtsaf onderlangs naar het oosten gelopen. De eerste van vele Glanskoppen liet gelijk van zich horen en de Canadese Ganzen lieten meer dan duidelijk horen dat dit gebied van hun is. De Helweg overstekend liepen we De Diepen in.
Bij de bosvijvers lekker een flinke tijd op een boomstam gezeten, om te luisteren of er hier Middelste Bontjes zouden roepen, een banaan weg te happen en te genieten van de rust. Een Zwarte Specht schalde aan de oostkant door de bossen en Grote Bonten hamerden er lekker op los. Boomklevers waren druk bezig met van alles en niets en Vinken en Kepen patrouilleerden door de boomtoppen. Het aantal wandelaars was hier al aardig geminderd. In een poging tot een nulwaarneming aan wandelaars te komen drasten we verder naar het oosten, om de bosvijvers heen en weer onderlangs verder. Ik probeerde nog steeds de Glanskoppen bij te houden, maar omdat het een wandeling (ook) om de wandeling was en we lekker aan het beppen waren, kwam ik uiteindelijk niet verder dan de uitspraak 'hé, zingende Glanskop, hé roepende Glanskop'. Een zingende Goudhaan, de roepende lokale Buizerd en verschillende soorten mezen zorgden voor menig maal voor een korte stop.
Bijna aan het eind van De Diepen trokken we door het bos omhoog, over de St. Maartensberg en weer richting de west. Sijzen foergeerden her en der groepsgewijs in de bomen, een Appelvink probeerde weer eens onopvallend te doen en de wandelaars namen weer toe. Een Kleine Bonte Specht leverde eens een andere uitspraak op als 'hé....', terwijl in het noordwestellijk deel van de St.Jansberg ergens nóg een Zwarte Specht moest zitten, blijkens de verschillende uitlatingen van een vogel. Prachtig schouwspel leverde vier cirkelende en roepende Buizerds in een strakblauwe hemel boven de Zevendalse Baan. In het Zevendal stak we dit dal over naar de Mokerheide, alwaar het bij de ingang bijna een nummer trekken was, zo druk was het er. Toch even lekker 'zondags klassiek' boven op de heide de jas uit, bammetjes gegeten en gekeken welke kerktorens nu bij welke dorpen hoorden. Een mannetje Torenvalk probeerde tussen alle wandelaars het midden te houden op de heide.
Niet al te lang stil gezeten, de gelopen afstand begon zich al in de voeten te wringen en linksom rechtsom cruisten we door het bos, langs paadjes die soms steeds smaller of modderiger werden ('euhm, gaat dit wel goed...'), langs scoutingterrein, richting Mulderskop. Althans, ik dacht dat we al een beetje in de buurt van de Mulderskop zaten, een plaatsbord 'Mook Middelaar' bracht me snel terug in een andere realiteit. Door iets te kleine schoenen werd lopen nu ietsje meer strompelen bij de vriendin. Naar Mook lopen en een bus pakken? Neh, nog even de Burgemeester Sengersweg in! Aan het begin natuurlijk weer Glanskoppen (vier, oa. zingend) en een Appelvink. Zo pakten we nog even de Heumense Schans en wat Kepen mee. Onder percelen naaldbomen was het vaak helemaal bedekt met stukken groene tak, iets wat we ook al op de St.Jansberg zagen. Of dit nu kwam door de afgelopen storm, of door boswerkzaamheden (geen spoor van te zien overigens), het rook er wel lekker!
Na in Molenhoek het spoor overgestoken te zijn kwamen we blijkbaar in 'de goudkust' van dit dorp terecht, dus stapten we over op huisjes kijken. Twintig minuten later wilden we nét plaats nemen in een bushokje, wat een soort van 'gestoken zijn door iets'-reactie teweeg bracht: blijkbaar met grote vertraging stopte lijn 83 na tien seconden voor ons. De laatste nu toch wel wat zwaardere loodjes legden we in de bus af...