Na het Noordse Sternengeweld gisteren in ons werkgebied, waarvan ik op het Grote Grindgat van Weurt twaalf vogels mooi kon bekijken,vanochtend vroeg weer die kant opgegaan, kijken of er nog iets is blijven hangen. Gisteravond bleek al dat de meeste sterns uiteindelijk doorgevlogen waren, maar je weet nooit. In het ietwat heiige ochtendgloren cirkelde een Slechtvalk rond de pijp van de EPONcentrale. Altijd een schitterend gezicht! Na na de sluis rechts de dijk opgedraaid te zijn fiets ik bij het grindgat een tapijt van mist in. Ik heb nog enig zicht, naarmate ik dichter bij het water komt wordt de deken dichter en moet ik het hebben van wat er vlak voor me gebeurd of wat ik hoor.
Na de fiets tegen een paaltje op het einde van de dijk geparkeerd te hebben loop ik de Weurtse Plaat op. Twee Patrijzen schieten al snel vlak voor me weg, het gras verderop induikend. Flarden witte hoge luchtvochtigheid schieten als watervrezenden van de Waal af en duiken over de dijk het grindgat op. Ik spits de oren om te luisteren of er misschien sterns roepen, het blijft echter stil op het water. Graspiepers schieten voor me uit, ergens boven me roepen Zilvermeeuwen. Een Gele Kwikstaart roept onvindbaar ergens vlakbij. In een bosje links van me zingen Zwartkoppen, Fitis, Grasmussen, Putters en een Vink, laag over het land duikt een Buizerd weg. 'Ergens' roept een Groene Specht, de zingende Rietgorzen met hun bruine koppies boven in de struiken zijn makkelijker te vinden. Langs de waterrand van het grindgat schieten drie Oeverlopers laag roepend over het wateroppervlak, een paar Scholeksters maken iets meer kabaal. Her en der steken de bruine koppies van de Grauwe Ganzen boven het gras uit. Halverwege de plaat zie ik een plompe plevier langs de rand staan. Zal dat de Zilverplevier zijn die gisteren ook werd gezien? Voorzichtig iets dichterbij sneakend om een iets helderder beeld te krijgen vliegt de grijze vogel toch op om vrij snel weer op de rand te gaan staan. Inderdaad de Zilverplevier! Ik pak de telescoop en ga er eens lekker voor zitten om te genieten van deze regionale bijzonderheid én nieuwe jaarsoort.
De eveneens gisteren gemelde Bontbekplevier lijkt gevlogen en heeft plaats gemaakt voor een Kleine Plevier die onopvallend met korte rukjes over de oever voor me uitloopt, om dan met een boogje om me heen weer achter me te landen. Een tweetal Tureluurs scharrelt mee. Dan hoor ik het geluid van een stern en uit de mist doemen er twee op en gaan op een paaltje in het water staan. De contouren verraden een stern, het geluid dat het een Visdief is. Een vierde Oeverloper zit bijna aan het eind van de plaat. Een geul ligt als onoverbrugbare hindernis, althans niet zonder droog te blijven, tussen grindgat en Waal en zorgt dat ik me omdraai en terugloop. Grasmussen krassen her en der. In een bosje tegenover de geul kleppert een man Braamsluiper, geflankeerd door een zingende Gekraagde Roodstaart. Op de terugweg zit de Zilverplevier er nog steeds. Met een klein boogje loop ik er om heen en wandel naar de andere kant van de plas, bij de dijk. Ik struin door wat dichte bosjes, je weet nooit wat je treft. Een Staartmees hangt in de bomen boven een groep Huismussen die met pluisjes in de bek naar het dorp vliegen. Langs het water zit wederom een tweetal Tureluurs en een Gele Kwikstaart houdt me in de gaten vanaf een paaltje.
Aan het eind van de plas draai ik weer om en loop langs de waterrand terug. In hetzelfde bosje van net aangekomen hoor ik een kenmerkend geluid: 'biet'. Vlak er achteraan klinkt een voorzichtig gezang. Een Bonte Vliegenvanger! Leuke plek voor deze soort, gezien de locatie zal het echter een doortrekker zijn. Ik zoek even en heb later het bruine mannetje in beeld. Langzaam loop ik naar de fiets, genietend van de rust en de stilte, geluiden worden gesmoord in het dikke pak mist. Hierdoor zijn de geluiden dichtbij veel intenser en voordat ik m'n fiets pak blijf ik nog even staan voor een momentopname.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten