woensdag 15 april 2009

Tussen zes en tien is altijd wat te zien.

Tien over half zes stond ik vanmorgen aan de buitenzijde van de huisdeur. Rustig fiets ik naar de Ooijpolder en laat me, voor zover het mogelijk is, langzaam langs de benevelde Oude Waal waaien. Ware het niet dat ik af en toe lichte tegenwind heb. Bij Tiengeboden sla ik de Hezelstraat in. Alles zingt al volop en ik hoor aan het begin van de straat, de westkant, twee Sprinkhaanzangers, twee Blauwborsten, een Nachtegaal, Dodaarzen, twee Waterrallen en de nodige Zwartkoppen, Fitissen en Tjiftjaffen. Waarschijnlijk dezelfde Koekoek kom ik eerst hier roepend tegen en later langsvliegend bij de Zwarteweg. Halverwege de Hezelstraat zingt een Rietzanger een duet met een Kleine Karekiet in een rietveld. Na tot aan de oostkant alles beluisterd te hebben fiets ik terug, sla rechtsaf de Ooijse Bandijk op en dan links de Zwarteweg in. In de verte zie ik in de nog nevelige en donkere ochtend een opgericht, nou ja, meer een wit hoopje, bij de Cilieboer staan. Dit blijkt de Lepelaar te zijn die gisteren werd gemeld en nu met een druipende loopsnavel wakker wordt. De adulte vogel poetst z'n witte pak en headbanged een paar keer, wat een mooie wapperende kuif in de ochtendnevel oplevert. Iets voor zeven is het mooi geweest en vliegt ie naar het westen.

Hoewel m'n verwachtingen behoorlijk hoger lagen door de voorspelde zuidoostenwind, blijkt er weinig trek te zijn. Althans zichtbare dan. Zo komen er 'slechts twee Kepen en evenveel Boompiepers, groepjes Graspiepers en ander klein spul noordoostwaarts langsvliegen. Op de plasdras langs de Zwarteweg zit een grote groep Grutto's, waarvan zeker 100 exemplaren tot de IJslandse ondersoort behoren. Solitair, in tweetallen of met kleine groepjes vliegen ze onder luid afscheid laag over de dijk weg naar het oosten. Een Zomertaling, paartje Tafeleend, de immer solitaire Knobbelzwaan en twee Pijlstaarten vallen ook nog op tussen het groene gras. En dan eindelijk hoor ik ook weer eens dat bekende heerlijke geluid: een IJsvogel speert vlak voor me langs en duikt een rietsloot in. Een tijd sta ik hier te luisteren en kijken, genietend van de inmiddels langzaam opkomende zon. Ik fiets nog even naar de klaphekjes verderop langs het pad, draai daar om, fiets terug en loop de dijk over, om dan de Langstraat in te steken. Bij een boerderijtje op de hoek zingt hoog in een boom een man Gekraagde Roodstaart. Ik maak wat foto's en geniet van het heerlijke geluid van dit schitterende vogeltje. Na tien minuten fiets ik een klein stukje verder, parkeer m'n vehicel tegen een paaltje en kachel de Paardewei op. Hier is het een drukte van jewelste door zingende Kneutjes, Grasmussen, Fitissen, tiekende Zanglijsters, Braamsluipers, Nachtegaal en Heggemus.

In een uithoekje, achter de SBBboerderij, kijk ik eens langer naar een Turkse Tortel en dat levert ook nog een geinig plaatje op. Langs de rand aan de Langstraat zingen twee Nachtegalen om het hardst en iets verderop, in de zuidelijke Groenlanden ratelt een Sprinkhaanzanger. En terwijl een Appelvink noordwaarts naar betere oorden vliegt slaat de Ooievaar op z'n nest het allemaal gelaten gade. Aan de noordkant van de Paardeweide, in 'de kuil', vliegen drie Blauwe Reigers laag roepend langs. Één ervan gaat boven in volgens mij een wilg, wat me zo nog bijstaat, zitten en probeert zich staande te houden. Als ik later de foto's bekijk die ik snel knip, lijkt het of er onder de vogel een nest zit. De nestgrootte van een Blauwe Reiger kennende kan ik me hier niet helemaal een voorstelling van maken, maar moet het maar eens in de gaten houden. Ik zie dat het bijna half tien is, en een afspraak om tien uur in de stad dient gehaald te worden. Ik pik m'n fiets dan ook weer op en fiets via de Zwarteweg naar de Vlietberg en dan achter de Oude Waal langs probeer ik op m'n barreltje tegen de dijk op te komen. Met een telescoop op de schouder en één hand aan het stuur en dán nog kracht zetten is wat teveel gevraagd. Stukkie lopen, aangemoedigd door een zingende Grasmus uit de top van een struikje langs de weg. Boven gekomen blijk ik nog 'zeeën' van tijd te hebben: een kwartier. Snel schiet ik de Persingensestraat nog even in en kan zo nog genieten van zingende Roodborsttapuit, Blauwborst, Gele Kwikstaart en Veldleeuwerik. In een wei struinen een paar Roeken tussen de Kauwtjes en Zwarte Kraaien. Altijd leuk om deze kaalsnaveligen in de polder te zien. Stip tien uur ben ik op m'n afspraak.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten