Deze ochtend sta ik al vroeg naast m'n hoogslaper. Buiten is het bewolkt en mijn plan bestaat uit het zo snel mogelijk in de Millingerwaard zien te komen vóór het eventueel gaat regenen en dan langzaam terug te gaan. Langs de Oude Waal staat een groepje vogelaars, blijkbaar één of andere excursie. Ik trap gestaag door en kom rond zeven uur bij de Kaliwaal. Hier las ik een korte pauze in, om uit te blazen en te genieten van een Lepelaar vooraan in de plas. Op de slikjes lopen een Kleine Plevier en een Groenpootruiter, twee Blauwborsten zingen verderop op de grote ruigtevlakte voor de picknickbankjes.
Iets verder langs de dijk zit op het dak van een boerderij verscholen onder een vrijliggende nokpan een Steenuil te doezelen. In de Millingerwaard tref ik van alles aan: Sprinkhaanzangers, Roodborsttapuiten, Zwarte Stern, twee Visdieven, Kleine Plevieren,Tuinfluiters, Oeverzwaluwen, een Havik, enzovoorts, maar weinig echt bijzonders. Vanuit Kekerdom rij ik naar de Zeelandsestraat, waar een Kleine Karekiet onderin een houtwal zingt, beetje gekke plek, en via Leuth weer naar de Kaliwaal en de Erlecomse Waard, waar ik Mark Wilkinson aantref.
Ik zit net lekker langs de dijk met Mark te kletsen, waarbij hij me nog wijst op een Bosruiter en een Groenpootruiter, als ik een telefoontje krijg van Geert Lamers: 'er wordt een Alpenheggenmus gemeld bij Eibergen op een boerenerf'! Wat moet ik daar nu weer van denken? Geert heeft niet meer informatie, maar wat beschikbaar is lijkt aardig te kloppen. Ik hang op met de mededeling één en ander verder uit te zoeken en bel Arjen Poelmans, die hopelijk meer mensen kent uit die regio. Hij vertelt dat er een bekende van hem is gaan kijken en ook afwacht. Ondertussen komt het bel en smsverkeer op gang en Geert krijgt het al behoorlijk op de heupen en wil gaan rijden. Mij zit het nog niet helemaal lekker en wil dan ook nog heel even nieuwe informatie afwachten. Vorig jaar ben ik in één week tijd twee keer op en neer geweest naar Vlieland voor deze dwaalgast en beide keren greep ik er goed naast.
Niet veel later krijg ik Arjen weer aan de lijn: de vogel is teruggevonden en het gaat inderdaad om een Alpenheggenmus!!!
Met Geert spreek ik af dat hij over een half uur bij mijn huis is, Mark heeft wel zin in deze twitch en fietst met me mee. Na thuis nét een kop koffie klaar te hebben, dat was wel even nodig na de vroege start vandaag, staat Geert al voor de deur. De koffie wordt rap weggewerkt waarna we ons in de auto proppen. Tomtom navigeert ons door het heerlijke Achterhoekse landschap, eerst over de autobaan en dan via provinciale en landwegen naar de Zwilbroekseweg 5 bij Eibergen. Verschillende mensen hangen onderweg aan m'n telefoon en vlak voor we aankomen bel ik op de gok Aart Vink, die er gelukkig al blijkt te zijn, voor laatste informatie. De vogel foerageert rustig op een kuilvoerhoop en lijkt geen aanstalte te maken stante pede te willen vertrekken.
Vijf minuten later schuiven we in een vrij gewoon boerenlandschap aan bij een meute vogelaars naast een boerderij, telescopen en kijkers gericht op de inmiddels bekende hoop van amper anderhalve meter hoog. En daar zit ie! Op het klaarblijkelijk hoogste punt in de omgeving zit een werkelijk ongekend prachtig getekende Alpenheggemus in zijn eigen ruige Alpenweitje een lunch naar binnen te werken. Voor mij is het een dubbel groot feest door het treffen van mensen uit mijn vroegere Twentse vogeljaren. Zo spreek ik, helaas kort, iemand die ik zeker twintig jaar niet heb gezien, maar feilloos op naam weet te brengen.
Het is slechts zelden dat ik een vogeltje van zo'n formaat zo mooi getekend heb gezien. Hij is iets forser dan de in Nederland voorkomende Heggenmus en doet wat denker aan een pieper. De potloodgrijz grondkleur is op de rug met zwarte lengtestrepen bedekt, over de buik lopen zware roestroodbruine strepen. De zwarte snavel met gele mondvlek zit boven een mooi wit slabbetje, voorzien van fijne zwarte streepjes. Een zwart kraaloogje kijkt je onschuldig aan.
Rond drie uur wordt het constante gepik door de vogel afgewisseld met een bezoekje aan een nog hoger punt, de schoorsteen van de boerderij. Hier blijft de vogel een paar minuten zitten, waarschijnlijk om er achter te komen dat die hoop toch echt de hoogste alpenwei is die er in de buurt is te vinden. En vliegt later dan ook weer naar de grond. Waar we verder kunnen gaan met het bewonderen van deze alpine soort. Echt schuw is de vogel niet en laat zich tot op een tiental meters benaderen, vanaf waar we rustig op een rijtje elkaar aankijken. Deze betrekkelijke rust wordt even onderbroken door de brul 'Zwarte Wouw!' en het bezig zijn om de langzaam overcirkelende roofvogel te vinden. Eerst heb ik zelf ook een roofvogel ver weg in beeld, maar de wouw blijkt dichterbij te vliegen dan ik dacht en pik deze later dan toch nog mooi mee. Ondertussen zingen een Braamsluiper en Gekraagde Roodstaart rond de boerderij rustig door.
Door de vele bekenden en het niet kunnen loslaten van deze ongelofelijk mooie soort, wordt het stiekum toch half zes. Met z'n drieën laden we onze spullen in de auto en bel ik naar huis dat ik er aan kom en we zo kunnen eten. Nog één keer kijk ik om. En bedenk me dan, dat het voor passerende mensen er wel érg grappig moet hebben uitgezien: veertig mensen die met kijkers naar een kuilvoerhoop staan te turen. Die zijn getikt...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten