Na de afspraak van tien uur in Nijmegen afgerond te hebben spring ik nog even op de fiets. Een rondje aan 'de overkant' lijkt me wel wat en waag me over de Waalbrug heen. Een adult Kleine Mantelmeeuw zit letterlijk en figuurlijk graag in de schijnwerpers en kijkt me met een schuin koppie wantrouwig aan vanaf een lamp aan de zijkant van de brug. Bij de Lentse Waard friemel ik m'n telescoop eerst maar eens in elkaar. Dat ik nog steeds niet goed geleerd heb dit te doen vóórdat er iets leuks voorbij vliegt zal me nu niet aangewreven kunnen worden. En dat gebeurd dan ook snel. De witte cirkelaar in de lucht is zeer waarschijnlijk dezelfde Lepelaar, welke ik vanochtend bij de Oude Waal zag. Een pleviertje ligt wat moeilijk te doen door in het tegenlicht te gaan staan. En tegenlicht is ook licht, want onweer is ook weer. Het zal 'gewoon' waarschijnlijk wel om een Kleine gaan, maar je weet nooit. Langzaam zak ik de dijk af en uiteindelijk kijk ik door het zwarte oog van m'n scoop naar het gele ringetje rond het oog van de plevier. Een Kleine zal het zijn. Naast een viertal Tureluurs kunnen er bij die ene plevier nog drie opgeteld worden. En onderwijl iedereen over de dijk scheurt liggen ondermeer de Bergeenden, Scholeksters en Grauwe Ganzen lomig langs de waterrand. Een Groene Specht claimt zich lachend het populierenbosje binnendijks toe.
Bij restaurant Sprok klinkt een helder 'pjuu'. Een blik in de lucht blijft kleven aan twee Goudplevieren die laag naar het westen scheren. Dan het fietshekje door en rechts de dijk af. Het ge'tjek' van Ringmussen klinkt vanuit een Meidoorn en laat me remmen. Wat een beauties zijn het ook. Langzaam word ik meegevoerd en uiteindelijk sta ik zestig meter verderop bij een dijkhuisje waar ze blijkbaar onder de dakpannen broeden. De druktemakertjes roepen wat af en schieten van het dak af, om later in een spectaculaire achtervolging er weer op te eindigen. Een mannetje gaat vlak naast me langdurig in een boompje zitten kwetteren en laat zich zo prachtig bekijken. Om niet bevangen te raken door alles wat z uitvreten en me hierdoor vasthouden op deze plek, dwing ik mezelf om verder te fietsen. Zo'n 200 meter verder zit weer een groepje Ringmussen in een boom, maar nu wordt de aandacht vastgehouden op baltsende Grutto's in de weilanden links van me. Er zit een 'aardig' clubje, althans voor deze regio, wat lijkt op potentiële broedvogels. De hier en daar boven het gras uitstekende bruingrijze kopjes horen bij de Tureluurs, waarvan er ook een leuk aantal zitten. En met de drie rond een weiland tegen elkaar opzingende Gele Kwikstaarten en de man Roodborsttapuit verwordt dit gebied tot een heerlijk klein paradijsje waar ik dan ook nog even blijf hangen om het genieten. In een ruig terreintje tegen de steenfabriek aan iets verderop langs de dijk zit nog een paar Roodborsttapuit.
Een zingende Zwarte Roodstaart had ik wel verwacht bij de steenfabriek, ik mag het doen met Zwartkoppen, Grasmussen en wederom een paar Ringmussen. In de bocht op het eind van de dijk zit links op een plasje een Knobbelzwaan. Het vrouwtje zal waarschijnlijk wel iets met Pasen en eitjes aan het doen zijn. Ze is er in ieder geval niet. Bij de kunstenaar op de hoek sluipert een Braamsluiper door de bramen. Na de grote dijk weer rechts opgereden te zijn, vliegt een Tureluur op vanaf een plasdrasje waar zo te zien straks geen eer meer aan te behalen is en een beter oord wellicht handiger zou zijn. Vanaf de afrastering onderlangs de dijk zingen Putters en Kneutjes, enkele Zwarte Kraaien spelen molshoopje in de uiterwaard.
Ze staan er niet voor niets, vanaf een bankje tegenover het gehucht Kommerdijk ga ik er dan ook eens lekker voor zitten om de plas in de Gendtse Polder te scannen. Wederom Scholeksters, Tureluurs, Kleine Plevieren en een baltsende Grutto. Gele Kwikstaarten verzorgen het achtergrondmuziekje, een tweetal Grote Canadeze Ganzen zet hun tubageluid in. Het muziekje is waarschijnlijk bedoeld voor twee jonge Geelpootmeeuwen welke aan tafel zitten en zo te zien vis hebben besteld. Als kelners hippen twee Witgatjes om de meeuwen heen. Na de gedachte de vogels rond de plas nu wel gezien te hebben kuier ik verder, rechtsaf de weg met de unieke naam 'Polder' in. Hier bekijk ik het tafelreeltje van de meeuwen vanaf een andere kant. En zie nu ook een Groenpootruiter rondhobbelen. Of net binnengevallen, of heeft net 'om het hoekje' gelopen, in ieder geval nu alsnog gesnapt. Bij de steenfabriek zet ik voor de laatste keer de scoop op z'n pootjes en verbaas me over het flinke aantal Bergeenden op en langs de plas waar ik over kijk. Zo'n achttien zeker. Maar inmiddels weten we hoe het zit met 'hoekjes' en zo. Een man Zomertaling krijgt op het water op z'n donder van andere vogels, waarschijnlijk zitten de vijf Smienten daarom op de oever.
Hierna is het mooi geweest. De telescoop gaat de rugzak in en in stevige tred gaat het terug richting Waalbrug. Maar niet zonder tussentijds nog in de Bemmelse Polder een Tafeleend, enkele Kolganzen en ander spul opgerold te hebben. Over de Ambtswaard vliegen drie Ooievaars naar het noorden, niet veel later vlieg ik over de brug naar het zuiden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten