Gisteravond laat kreeg ik een sms van Geert Lamers met de mededeling dat er een Rode Rotslijster zou zijn gezien bij Stadskanaal en of ik mee wil als de volgende dag de vogel er nog zou zijn. Normaal houden waarnemingen van deze soort in 'even aanwezig en weer pleitte'. De volgende dag wordt de tweede zomerkleedvogel verbazingwekkend toch gemeld en zodoende schuif ik rond kwart over acht op de bijrijderstoel. Tis een pokkeeind, helemaal naar Stadskanaal, maar Pauline Praatpaal, stevig vastgeplakt op de voorruit, loodst ons linea recta naar de juiste plek. Haar vriendje Tomtom waarschuwt tijdig voor snelheidsbeteugelende controles en met z'n vieren bereiken we veilig de Ter Maarsweg ten noordoosten van Stadskanaal. Vlak voor we er zijn bel ik enkele mensen voor nadere locatieinformatie en uiteindelijk Aart Vink geeft de precieze plek door, om vervolgens op te hangen met de mededeling dat de vogel net naar achter vliegt...
Een rij auto's langs de weg laat zien dat we goed zitten, de door Aart genoemde vijfminutenwandeling blijkt een kippeeindje. We parkeren de auto en lopen het paadje naar de vogelhut in. Halverwege staat al een klein batterijtje telescopen met aanhang. De vogel is uit beeld, wat ie al eerder was geweest, maar spoedig zit er in de top van een eik een schitterende blauwrode lijster. Na de Alpenheggemus is dit de tweede onverwachte alpine middellandse zeevogel die in Nederland opduikt. Na de eik duikt de vogel op de akker af en laat zich hier mooi bezichtigen. Er hangt een ietwat grauwe nevel, wat mooie foto's wat minder florissant maakt, maar het lukt enigzins. Dan verdwijnt de vogel weer 'naar achter'. En kunnen we even verder kijken dan onze scoop lang is. Zo zien we een vrouwtje Tapuit, een man Roodborsttapuit, een Groenpootruiter, Bruine Kiekendiefvrouw en horen we Geelgorzen zingen. Al snel zit de Rode Rotslijster weer op een weidepaal en even later op de akker.
Na een kleine drie kwartier besluiten we naar de Roodkeelpieper ten zuiden van het Lauwersmeer te gaan. Deze vogel zit hier al een paar dagen, maar het is een beetje geluk hebben of je 'm in beeld krijgt. Vanaf Stadskanaal blijkt het toch nog zo'n negentig kilometer rijden zijn, Pauline en Tomtom zijn echter geweldige reisgenoten. Na wat nadere informatie van wederom Aart draaien we even later een parkeerplaatsje op langs de Kwelderweg bij de Pompsterplaat. Bij een paar vertrekkende vogelaars wordt snel wat recente informatie ingewonnen en als blijkt dat op dát moment op een paar meter van het pad zit gaat de wandelpas toch in een hogere versnelling. Vogelaars die teruglopen en ons passeren laten weten dat de vogel 'er nog steeds zit'. Een fotograaf lijkt op afstand echter zo'n relaxte houding aan te nemen, dat ik even twijfel. Vlak achter de fotograaf aangekomen gaat z'n hand omhoog van 'rustig'. Het signaal is duidelijk, hij zit er nog en zo te begrijpen nog dichtbij ook. In eerste instantie is de vogel niet direct te vinden. Dan blijk ik te ver te kijken en krijg de vogel dichterbij dan verwacht in beeld. In vol ornaat staat even later de vogel in mijn telescoop, wat een heerlijk mooi getekend piepertje is dit toch! Een pracht van een adult zomerkleed Roodkeelpieper loopt scharrelend door het gras, en dat zo dichtbij! Ik bel Aart Vink en consorten weer, die vlak achter ons loopt om de pas iets te verhogen, je weet maar nooit. Aart verhoogt niet, nee, hij zet het op een drafje. Om na wat moeizame uitleg waar de skulky vogel nu precies zit ook de pieper in beeld krijgt. Zo genieten we, onderwijl meer mensen aanschuiven, geruime tijd van de tweede 'rode' vogel deze dag. Heel even ben ik benieuwd wat er zal gebeuren als er een Bruine Kiekendief overvliegt. Wat zal de pieper doen? Weinig, zo blijkt. De vogel skulkt rustig verder of er niets aan de hand is. Zelfs niet eens een schuin koppie omhoog, de blik van dat moet ik even in de gaten houden'. Een Snor laat zich ook nog een paar keer horen, mijn eerste dit jaar, en Baardmannetjes en Rietzangers zingen volop.
Na dit tweede geweldige moment rijden we naar de Ezumakeeg aan de westkant van het Lauwersmeer waar gisteren twee Steltkluten en een Poelruiter en Grauwe Franjepoot werden gezien. Bij aankomst in de keeg rijden we eerst naa de zuidkant. Halverwege maken we een korte stop. Hier zat gisteren de Poelruiter. Nu zit er een Zomertaling, Krakeenden, drie Lepelaars en veel Brandganzen. Op naar de vogelhut in zuid dan maar. Langs het pad naar de hut wederom veel Rietzangers. In de hut worden we gelijk gewezen op twee Zeearenden die op een dijkje tegenover de hut zitten en zich werkelijk waar magnifiek laten bekijken. Zowel zittend op het dijkje als vliegend laten ze zich, naar maatstaven, van vlakbij 'En passant' neem ik de twee Steltkluten, zo te zien een paartje, rechts vlak naast de hut mee. Prachtige vogels. Net in de Ooijpolder gezien, nu hier. Qua overige soorten is er niet veel spannends aanwezig. Een club Kemphanen scharrelt door het water, hier en daar een Zwarte Ruiter en voor de rest veel Brandganzen.
Op naar Ezumakeeg Noord dan maar. Vergeleken met gisteren, volgens verhalen van andere vogelaars, lijkt het water hoger te staan. In ieder geval bar weing stelt en strandlopers. Een paar Tureluurs, Kluten en een Kleine Plevier. En een heleboel Brandganzen. Hiertussen foerageren Smienten, een paar Pijlstaarten, een Zomertaling en een paar Wintertaling. Een paartje Bruine Kiekendief hangt rond boven de rietvelden ten noorden van de Ezumakeeg. Dan lijkt de voorspelde onweer los te barsten. Dat doet het niet, maar de 'wave' aan duizenden Brandganzen die langzaam van Ezumakeeg zuid naar noord de lucht ingaat wijst op een verhoogde activiteit van de twee Zeearenden. Die inderdaad opvliegen en langzaam naar ons cirkelen. Om daarna ongekend zeldzaam vlak voor onze neus een jachtscene starten. Één voor één duiken ze achter elkaar naar het wateroppervlak, met gestrekte poten vooruit. Om dan niets te vangen. Waar ze op aan het jagen zijn is niet echt duidelijk, zowel eenden als blijkbaar paaiende vissen hangen in die hoek rond. In korte bogen draaien ze vlak voor onze neus rondjes, om dan naar het wateroppervlak te duiken, of er even biddend boven stil te hangen. En ook hier nemen ze af en toe even een pauze op een dijkje, wat het genot onder de aanwezige vogelaars aanzienlijk verhoogt.
Het is ondertussen een behoorlijk eind op de middag, en aangezien we nog een flink eind moeten terug rijden, vangen we onze aftocht aan. Bij apeldoorn opper ik voorzichtig bij Geert om misschien een Roodhalsfuut te gaan zoeken bij de Bijland bij Lobith, die gisteren werd doorgesmst. Daar heeft Geert nog wel zin in, in het kader 'vandaag is rood' (en waarom heb ik nu dat nummer van Marco Borsato in mijn hoofd...) en we maken een klein afwijking in de route huiswaarts. Na wat informatie ingewonnen te hebben bij de melder van de Roodhalsfuut lopen we rond half zes de dijk op bij de Bijland. In een eerste ogenblik denk ik 'óhoh': de plas ligt vol met boten, de oevers worden bevolkt door recreerende zonaanbidders. Na een eerste scanrondje denk ik dat de vogel gevlogen is. Het barst er wel van de Zwarte Sterns en Visdieven, maar de hoop op een adult zomerkleed Roodhalsfuut geef ik op. In een laatste daad kijk ik nog even de oeverrand rechts van me af. En krijg een dobberend vogeltje in beeld, die me doet denken aan een oversized Dodaars door het 'fluffy' voorkomen. In het tegenlicht licht toch een witte wang en een rode hals op. Verrek, daar ligt ie gewoon, vlak naast ons, tussen alle drukte in!
We genieten zo'n tien minten van deze vogel, die later een nieuwe soort voor Gelderland voor mij blijkt te zijn, en gaan dan echt naar huis. Via het pontje bij 't Loo varen we het werkgebied van de VWG Nijmegen in, en over de dijken noordelijk van de Waal rijden we op een welverdiende maaltijd aan. Later zie ik dat de Rode Rotslijster m'n 350ste soort in Nederland is. Wederom een klein mijlpaaltje!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten