zaterdag 11 juli 2009

Uiteindelijk toch naar de Marmereend

Elk jaar wordt er in de SBBschuur in de Ooijpolder voor de vrijwillige inventariseerders van de Gelderse Poort bij Nijmegen een barbecue georganiseerd als dank voor het meehelpen, zo ook gisteravond. Ik kijk altijd uit naar deze bijeenkomst op de mooie locatie. Lekker eten, borrelen, gezellig beppen en uitslapen was dan ook mijn planning. Rond kwart over elf zag ik een sms van Geert Lamers. Hij had wel zin om morgen naar de Marmereend bij Westkapelle te gaan, maar dan wat later op de ochtend. Hij had nog een borrel. Dat leek mij een mooi plan, gezellige barbecue, uitslapen en dan op pad. Deze Marmereend werd 8 juli door Pim Wolf ontdekt en zou door zijn ongeringdheid en gave vleugels goede kans maken als tweede vogel op de Nederlandse Lijst terecht te komen.

Vanochtend rond half acht een sms: 'liever niet vandaag'. Twintig minuten later weer een sms: 'wil toch wel gaan'. Later gaat de telefoon: Geert. Ik miste alle communicatie hiervoor genoemd, bevond me nog in de stand 'uitslapen'. Even later gaat weer dat akelige ringtoontje van me en prop nu de telefoon tussen kussen en oor. 'Heb je m'n smsjes nog gelezen?'. Euh...? 'Ja, ik wil toch gaan' vang ik gesmoord in het kussen op. 'Geert, hoe laat is het?'. Afijn, plan 'uitslapen' wordt geskipt, drie kwartier later wandelt Geert m'n kamer in. Tijdens zijn borrel gisteravond heeft Geert zichzelf een borrelbuik aan de cola gedronken en is niet helemaal te pas. Toch gaan we op naar Westkapelle en zien wel waar het schip strand. Hij had zelfs koffie mee. Doet ie normaal nooit...

Ongehinderd kunnen we op de beruchte 'Quatorze Julliet' naar het zuiden reizen. Ergens voor ons rijden Nicky Hulsbosch, Jeroen Nachtegaal en Willem Vergoossen. Hier kwam ik achter door een telefoontje eerder op de ochtend van Nicky: 'rij je al?' Vlak voor we er zijn komt positief nieuws binnen van Jeroen: ze hebben 'm. Mooi! Een half uur later sluiten we ons aan bij het opmerkelijk kleine groepje mensen op een dijkje. Tsja, wie gaat er ook rijden voor een paar dubieuze zwemvliezen. De eend laat zich van redelijk dichtbij leuk bekijken. Even wordt het even spannend als de vogel op zijn, overigens gave, wieken gaat. Zou ie uit beeld verdwijnen? Hij vliegt over een smalle rietkraag heen die dwars door het open veld ligt en gaat dan nog mooier aan de andere kant op een klein plasje zitten. Overigens is dit niet mijn eerste Marmereend. Op 24 augustus 1991 vonden we tijdens een excursie van de Twentse Vogelwerkgroep een Marmereend langs de Oostvaardersdijk. Ringen konden vanwege de afstand toen niet worden vastgesteld, een Bruine Kiekendief liet zien dat de vogel wel gaaf in z'n verenpak zat en als een speer kon vliegen.

Het Vroon is overigens een leuk nieuw natuurontwikkelingsgebiedje bij Westkapelle waar nog veel van te verwachten valt. De ontdekker van de eend zou zelfs georakeld hebben dat hier eens een Marmereend zou opduiken. Er lopen Kluten met jongen, Kleine en Bontbekplevieren, Kemphanen, Zwarte Ruiters, Lepelaars, Tureluurs en een Bonte Strandloper. Een mooie adult Zomertortel met zijn jong worden geacht op te krassen van een Kluut met jong. Een Bruine Kiekendief schommelt laag langs het veld en een vijftal broedverdachte Dwergsterns geven een leuke show weg. Ik schiet zo wat plaatjes weg en na een tijd besluiten we verder te gaan. Geert heeft wat soorten genoteerd die misschien leuk zijn om te bezoeken. We zetten de locatie van de meeste verre soort in de Tomtom (Cetti's zanger) en gaan op weg.

Ergens bij de Grevelingen moet een Flamingo zitten. Laat dit nu net een soort zijn, waarvan we de exacte locatie niet bij ons hebben. We rijden in de buurt van de plek wat straatjes in, maar maken uiteindelijk rechtsomkeer omdat we het niet precies weten. En geen zin hebben de plek precies te achterhalen. Dan maar door naar de Delingsedijk bij de Prunjepolder op Schouwen Duiveland en de Terekruiter herontdekken die hier een paar dagen eerder werd gemeld. Onderweg heb ik het er met Geert over dat ik het altijd erg mooi vond hier Strandplevieren te zien, meestal was dat echter in mei. Zodra we op de Delingsedijk stoppen en ik mijn telescoop heb opgezet wandelt er al een fraai exemplaar het beeld in. Met een 'Hier Geert, Strandplevier' kan hij de volgende nieuwe soort voor hem noteren.

Bij de Marmereend was er al wat twijfel bij hem, of die Dwergsterns nu ook niet nieuw waren. Geert vind het leuk om te proberen in 2009 de 300 soorten te halen. Hij moet er nog twee. We bekijken de Prunje goed, en vinden naast een zestal Strandplevieren, waarvan twee jonge pullen, ook nog drie Goudplevieren, Zwarte Ruiters, Oeverlopers, Lepelaars, Bontbekplevieren, een Bonte Strandloper en nog enkele leuke soorten. In de verte scharrelt ook van alles, maar door de warmte verworden de silhouetjes tot blurry bewegende stipjes. Her en der foerageren tientallen Brandganzen. We bellen de leuke waarnemingen even door naar Nicky en consorten en gaan dan op weg naar de Cetti's Zanger bij Stellendam.

Hoewel er al veel vaker langs gereden ben ik nog nooit in de kijkhut 't Kiekgat bij Stellendam geweest. Als we aankomen weten we dan ook nog niet waar we precies moeten zijn. Uiteindelijk zien we in de verte achter het riet een bruin dakje wat de hut zal zijn. We moeten een stukje omlopen, onder andere over het talud van de N57. Niet bepaald een rolstoelvriendelijke kijkhut. Via een smal paadje, waar tot m'n verbazing drie Goudvinken rondvliegen, langs het water komen we aan bij de hut. Voor ons ontvouwt zich een alleraardigst tafereeltje. Dacht ik vanaf de andere kant al een Zwarte Ruiter te horen, wat ik afdeed als een imiterende Rietzanger, want die ruiters zullen wel niet in het dichte riet zitten, nu blijkt er een mooi 'verborgen' slikveld te liggen waar er aardig wat op foerageren. Het wemelt van de Tureluurs waartussen Kemphanen. Oeverlopers, Grutto's, een Groenpootruiter en een Bosruiter scharrelen. Boven het riet kantelt een Bruine Kiekendief en al snel heeft Geert er meer in de peiling. Het blijken een adulte man en vrouw te zijn met hun twee jongen.

We zetten ons op het bankje en kijken door de ietwat ongemakkelijke kijkgaten. Je kijker makkelijk op de rand leggen gaat wat moeilijk. Nu maar wachten op de Cetti's die hier regelmatig wordt gehoord door anderen. Zo'n tien Blauwe Reigers zitten tegenover ons in de wilgen en de kiekendieven zorgen af en toe voor beroering onder de steltjes. Als je een tijd wacht ga je vanzelf meer kletsen. Gelukkig hoorden we tegelijkertijd allebei plots links van de hut het explosieve 'tsjewie tsjewiedjoe tsjewietsjewiedoe' van de Cetti's. Één keer! Maar ook deze ene uitbarsting betekent wederom een nieuwe soort voor Geert. We wachten nog een tijd, misschien dat er nog een toegift komt. Een vrouw Zomertaling wordt nog tussen de steltlopers vandaan gepulkt, in het riet voor ons krassen twee Rietzangers. Als we teruglopen over het smalle pad langs het water vliegt er ineens een oranje roestkleurige vlinder langs de wilgjes. De korte landingspauze op een blad laat een mooie parelmoervlinder zien. Vrijwel gelijk vliegt de vlinder weer op en verdwijnt. Om nog een keer terug te komen, weer even te gaan zitten en dan helemaal spoorloos is. De boeken thuis vertellen dat we de Kleine Parelmoervlinder hebben aangetroffen. Op het talud iets verder ga ik nog een keer op de knieen om een Kleine Vuurvlinder te fotograferen.

Het is mooi geweest. De Marmereend is gelukt en Geert heeft door zijn vier nieuwe soorten zelfs al ruim voor het eind van 2009 zijn magische 300 (#300 is toch Dwergstern) gehaald en is er zelfs over heen gegaan. Voldaan rijden we op Nijmegen aan, waar ik om half acht weer voor mijn deur sta. Nog eens een mooie schappelijke tijd ook. Geert is bekaf, maar moet nog even verder. Petje af en grote dank dan ook voor deze geslaagde dag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten