Één geluk: het meeste valt er naast. Toch is het na dagen van ietwat overdreven warm, maar heerlijk weer, nu als fietser laveren tussen de hoosbuien door. Voor later op de ochtend, begin van de middag worden buien voorspeld. Het is al weer een tijdje geleden dat ik door de Groenlanden heb gestruind. Vroeg het veld in dan maar. Zodoende tik ik in de schemer van kwart over vijf, op weg naar de Langstraat, de eerste Boomvalk in, die over de Oude Waal naar het zuiden speert. Een Kleine Mantelmeeuw komt er vlak achteraan. Die zal wel weer naar een weiland in het Circul verkassen, waar ze de laatste tijd zich vaker ophouden. Op de Langstraat gaat de fiets op slot bij de uitkijktoren en sjok ik de dijk hier op. Het is een heerlijke ochtend en het is dan ook een druk ochtendkoor aan zangvogels.
Kriskras wandel ik over de Paardeweide en probeer afwijkende geluidjes op te vangen. Het valt me trouwens op dat er erg veel Gierzwaluwen laag naar het zuiden vliegen. Vogels die al naar het zuiden vliegen, of proberen ze een bui te ontwijken en vertrekken ze snel naar betere foerageeroorden? De vrij vaste prik, een Groene Specht, laat zich ook nu weer horen. Het 'wemelt' van de zingende Grasmussen, Tuinfluiters en Zwartkoppen. In de 'paardebak', een lager gelegen gedeelte van de Paardewei, zingt een Sprinkhaanzanger. (Familie)groepjes mezen trekken door de struiken. Voor me uit schiet een roestkleurige duif, een Zomertortel, vlak erna gevolgd door een roepende Koekoek. De twee Ooievaars op het paalnest houden het voor gezien, vliegen op en verdwijnen laag cirkelend naar het westen.
Hoewel de som prachtig is, zitten er niet echt veel bijzondere delen in. Net als ik na een uur struinen de fiets wil aantrappen, begint er vlak bij me een Zomertortel te toeren. Dát is wel érg dichtbij. Stil loop ik iets verder, en zie in de opkomende zon een prachtig mannetje op een uitstekende tak van een struik langs de Hezelstraat zitten. Normaal zijn ze er vrij vlug bij met vertrekken als ze iets zien wat ze niet kennen. Deze blijft echter rustig zitten. Even hou ik me stil, en als het 'toeren' weer wordt ingezet, acht ik het sein vrij veilig om stilletjes mijn statief uit te schuiven en de telescoop er op te zetten. Met een schuin oog blijf ik de vogel in de gaten houden. Een minuut later doe ik lekker overdreven en zoom maximaal in. Zodat ik bijna alleen de kop, met de mooie zwartwit afgetekende strepen in de hals, in beeld krijg. Magnifiek! Zo dichtbij heb ik ze niet bepaald vaak gehad.
Met de telefoon begin ik foto's te maken. Door gebruik te maken van de struiken weet ik een paar passen dichterbij te komen en kan vervolgens tijdenlang van de vrijzittende duif genieten. Prachtig is te zien hoe bij het 'zingen' de keelveren worden opgezet, een leuke gewaarwording. Ook valt op dat de vogel tijdens het zingen de snavel gesloten houdt. Zonder zichtbare aanleiding vliegt de vogel ineens op, om vervolgens in stuiterende boogvluchten rustig een groot rondje te maken. Zo ken ik het eigenlijk alleen van Houtduif en Turkse Tortel. Een Zomertortel heb ik dit, na diep graven in mijn geheugen, eigenlijk nooit eerder zien doen. Weer een ervaring rijker! Na z'n rondje komt de vogel tot mijn verbazing en opluchting gewoon terug naar de haag en gaat nu aan de andere kant van me zitten. Dit is helaas tegen de zon in, waarop ik via een omweg de Paardewei weer oploop, om met de zon in de rug de vogel te bekijken. Net als ik aan kom lopen, zie ik 'm nog even zitten, maar voordat ik er ben vliegt de vogel op. In schijnbaar choreografisch ingestudeerde bogen stuitert het mannetje over de wei, om uiteindelijk richting de bekende 'Zomertortel'boom te vliegen. Een boom waar bijna jaarlijks een Zomertortel is te horen.
Helemaal in de 'mood' van 'er kan nog meer bij', vervolg ik met de fiets de Langstraat. Bijna aan het eind hoor ik in een vrijstaand bosje kort de 'pneu' van een bekende. Kort is het stil, maar dan begint de Spotvogel weer te zingen. Díe had ik hier ook nog niet eerder gehoord. Associatief als ik ben komt het nummer 'don't look back' van Peter Tosh in m'n hoofd als ik de dijk op rij en rechtsaf sla. Toch kijk ik even om en voel nog geen bui hangen. Het kan nog. De Bisonbaai geeft een vertrouwd beeld van de afgelopen dagen: practisch geen vogels: de 'huis'Knobbelzwanen gaan weer eens het papier op. In plaats van af te wachten wanneer de bui zou komen als ik langzaam alles bekijk, zet ik in op direct doorfietsen naar de Millingerwaard. En als ik dan terug ga, dan zie ik wel wat er gebeurd. Ben ik daar in ieder geval geweest.
Voordat ik ter hoogte van het Millingerhof bij Kekerdom de Millingerwaard in ga hoor ik nog een Spotvogel zingen bij een van de huizen langs de rand van Kekerdom. Een Koekoek begeleid m'n entree de waard in. De eerste slikplaten zijn op een tweetal Tureluurs vrijwel leeg. Langs een pad waar ik eerder heb gezeten, hoor ik ook nu weer een Blauwborst zingen, vrijwel gelijk vliegt er één vlak voor m'n voeten op. De jongen zijn blijkbaar uitgevlogen. Heel langzaam loop ik nu door en tel zo drie, waarschijnlijk jonge, Blauwborsten die vlak voor me opvliegen uit de kruidentoelie. Ook de Bosrietzangers en de Rietgorzen vliegen nu druk rond. Terwijl ik die ene overvliegende Groenpootruiter en de drie Witgatjes in m'n hoofd prent, ontwaar ik op een zandheuvel een zevental grijszwartbeige ganzen. Met groen. De Grote Canadese Ganzen worden nu blijkbaar ook geringd met groene hals en voetringen.
Vanuit een andere hoek probeer ik de grotere plasjes aan de oostkant beter te bekijken. Er zou toch wel meer staan dan alleen die vier Grutto's en twee Scholeksters? Over een dijkje loop ik naar een nieuwe uitkijk. De Slechtvalk die aan komt vliegen heb ik snel opgepikt. Afbuigend naar links vliegt het adulte vrouwtje richting een Blauwe Reiger die uit het bos omhoog komt. Ach, dat bijt elkaar niet. Ineens draait de valk bij en vliegt zo op de reiger af. Hoppekee, drie dagen eten. De Blauwe Reiger is hier niet van gediend en een intrigerende schermutseling volgt. Met het nodige gekrijs van de reiger. Met waarschijnlijk 'toch maar een maatje kleiner' in het hoofd vliegt de Slechtvalk door het bos weg. Die roepende Boomklever vlak naast me is me niet ontgaan.
Totaal afgeleid door dit gebeuren loop ik het open veld in. En kijk naar het westen. Aiaiai. het betere gokwerk begint. Zou ik voor die opzwellende donkere buien, incluis minder gewaardeerde waterhuishouding, thuis kunnen komen? Het begint te waaien, wat van invloed is op de zangactiviteit merk ik. Vrijwel alles valt stil. De vogels weten meer dan ik. Tijd voor enige vaart in het verhaal. En het fietsen. Langs het Kolenbranderbos is het stil, waarop ik snel doorfiets naar het Millingerduin. Hier staan alleen de Bosrietzangers nog aan. Het gaat zo regenen, daar ziet het echt wel naar uit, even doorschrijven dus.
Op volle toeren: Kekerdomse Waard: twee Ooievaars en verderop twee Matkoppen, Kaliwaal: twee Oeverlopers, twee Kleine Plevieren, twee Kolganzen en 22 Lepelaars. Zandwinning Kraaijenhof: twee adulte Visdief met, héé, drie jongen. Gaaf! Erlecomse Waard: Witgat en drie Oeverlopers. Geelpootmeeuw en Grote Mantelmeeuw, van beide één. Zingende Zwarte Roodstaarten bij de zandwinning, bij Erlecom langs de dijk en bij de Reomie. Gatver, de eerste spetters. Twee Oeverlopers langs de Waal bij het dorp Ooij. Oortjeshekken voorbij, links de Kruisstraat in. Op de hoek met de Hezelstraat een zingende Braamsluiper. Efkes doorfietsen nu. Snelle blik op de Oude Waal: Kemphaan man met nog gedeeltelijk zwarte kraag. Een Kolgans met mank vleugeltje tussen de Grauwe Ganzen op de dijk.
Helaas, net niet droog gehouden. En zover is het niet tussen Oude Waal en thuis. Had dus net zo goed me nat kunnen laten regenen, dat werd ik toch, en rustig dit verhaal kunnen afmaken. De volgende keer maar weer. Één geluk: zó nat werd ik niet: het meeste viel ernaast...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten