maandag 27 juli 2009

Een spelletje hide and 'queek'

'Is het nou zo moeilijk, kleine rotzak' is het eerste wat me te binnen schoot vanmiddag. Oké, niet de meest subtiele eerste gedachte, wel enigzins terecht. Het gehele voorjaar besteedde ik menig uurtje in het zoeken naar deze mooie spechtesoort. Ze bleven gewoon taai zwijgzaam. Soms werd er een gezien of gehoord. Waarbij ik me wel eens afvroeg of er af en toe ook niet een Gaai of Boomklever voor deze soort werd versleten. Het was dit jaar geen zoeken en vinden zoals vorig jaar. Het was er tegenaan 'blunderen'. Elkaar toevallig de boom kruisen.

Vandaag voor de zoveelste keer op weg naar m'n werk neem ik voor de zoveelste maal het befaamde 'haaksebochtpad' bovenlangs over de Wylerberg. Bekend om z'n Kortsnavelboomkruipers. En deze soort. Meesttijds ga ik wat eerder van huis, zodat ik nog een moment hier stil kan staan bij hen die zwijgen. En elke keer weer hoop dat ze nu wel de bek los trekken. Wederom is het zwakjes. Wat Glanskoppen roepen, Boomkruipers kruipen en een paar drukke Boomklevers, juist, die kruipen ook. Ik rol een sjekkie en wacht. Nog tien minuten voor de tocht verder moet. Huiszwaluwen tjurpen over. En dan: 'qek qek qekqekqekqek'. Een slordige zeven keer maar liefst hoor ik het geluid van de soort waar ik graag naar mag kijken. En deze keer van dichtbij! Ik ben er nog niet. Om 13:24 hoor ik de vogel. De tocht naar het kantoor kost drie minuten en om half twee moet ik beginnen. Niet bepaald ruim in de tijd dus. Ach, een klein beetje te laat door deze soort zal toch niet erg zijn?

Het zonnetje nodigde weer eens uit voor een korte broek. Dat was weer even geleden. En laat het nu nét het moment zijn dat ik, wil ik het bos waar de vogel riep beter bekijken, een stukje door de braamstruiken moet. Ik heb het er voor over. M'n blik gaat op oneindig. Alsof je vallende sterren zit te kijken. Gewoon staren in het niets en dan vanuit je ooghoeken die ene beweging oppikken en dan snel hier op focussen. Zo pik ik vaak goed vallende sterren op. De eerste beweging is een Boomklever, de tweede zo te zien aan de vorm een Grote bonte en de derde, om 13:28, is raak: tegen een Eik zit in de kruin dan eindelijk de soort waar ik altijd naar uitkijk: de Middelste bonte specht.

Alsof het niets is kruipt de vogel over de Eik en draait z'n poot er niet voor om, om gewoon hangend op de kop horizontaal verder te gaan. Rustig wordt alles losgewurmd wat eetbaar is. Ik denk dat het een vrouwtje is. De rode pet is niet echt duidelijk afgescheiden. De beweeglijke vogel en de beschaduwde plekken in de toppen geven helaas geen duidelijkheid. Met een boog gaat het een paar meter naar beneden richting volgende boom, om dan weer langzaam omhoog te kruipen. Twee minuten mag ik er van genieten. Dan kiest de zwijgzame rakker een boom dieper in het bos uit. En ga ik met een soort verliefd gevoel verder. Het was ook al weer op 6 februari dat we elkaar voor het laatst zagen. Daarna hoorde ik 'm nog wel eens. Uit de verte dan. Ondanks de uren, zowat dagen, die ik er aan besteedde. 'Hide and queek'. (Links een fotootje uit de oude doos om even het geheugen op te frissen hoe zo'n specht er ook al weer uit ziet (Wylerberg 13 maart 2008).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten