dinsdag 14 juli 2009

Als de Zanglijsters zwijgen...

In mijn memorabele Twentse jonge jaren van vogels kijken kreeg ik van de 'kenners' binnen de Twentse Vogelwerkgroep ook allerlei semi'wetenschap' mee. Af en toe moest weer eens gecheckt worden hoe het er voor stond met die nachtelijke snorder: de Nachtzwaluw. Hiervoor gingen we onder andere naar het gebiedje Punthuizen in het Lutterzand. Heel soms gebeurde dat met de auto, vaker alleen met de fiets. Om dan ook een beetje te kunnen inschatten hoe laat uit Enschede te vertrekken, het was nog wel even fietsen, vroeg ik wanneer nu de beste tijd op de avond was om Nachtzwaluwen te horen. 'Als de Zanglijsters zwijgen' was de eerste omschrijving van het tijdstip die ik meekreeg. Wannéér díe dan zwegen, tsja, daar kwam je alleen in het veld achter.

Aan de westkant van zweefvliegveld het Maldens Vlak hoor ik door het 'track'geluid eerder een Roodborsttapuit dan dat ik 'm zie. Een paartje heeft succesvol gebroed, minimaal een jong beweegt zich nog wat onhandig door de jonge Amerikaanse Eikenaanplant. In het dennebos tegen de noordkant van het vliegveld schieten twee vogels langs. In hun korte moment halt in een boom zie ik door de kijker een grauw plomp beestje met zwarte pet: vrouwtje Goudvink. Voor de rode, ik zie alleen nog het stipje in de boom, in beeld heb, het mannetje, zijn ze er al weer vandoor. Op het zweefvliegveld is het ondanks het avondlijke uur, rond half tien, nog druk. De een na de andere zweefvlieger wordt lierisch omhoog getrokken. Wind staat er niet, gezien de vaandel die op half twaalf hangt. Het zijn dan ook geen lange rondjes. Eerder capriolische korte, waarbij de vele loopings en snelle lage scheervluchten in de ondergaande zon voor de nodige 'aaahs' en 'ooohs' zullen zorgen onder de mensen op het veld. Hier is het dus nog te druk, Mulderskop eerst dan maar.

Op Mulderskop gaat de fiets tegen het hek bij het klaphekje en loop ik het veld op. Een lichte, grassige cirkel in de hei markeert nog steeds de voormalige trektelpost hier (zie foto). Automatisch gaat m'n blik omhoog. Langs een bosrand roept een Gaai, kort verraad ook een Kuifmees z'n aanwezigheid. Rondom zingen Zanglijsters hun herhaalde zang in de bospercelen, Merels doen hier en daar mee, maar zijn meer te horen met hun 'tek tek'geluid. Vlak boven me halen zweefvliegers nog hun stunten uit. Rond tien voor tien begint een konstant landurig hoog geratel vanaf midden op de hei. Het lijkt een Sprinkhaanzanger, hiervoor vind ik het echter een beetje een aparte locatie. Maar zeg nooit nooit, heb die vogels op raardere plekken gehoord. Ik twijfel aan een krekelachtige, ken die soorten niet zo goed, wie weet is er een die een Sprinkhaanzanger goed na kan doen. Het geluid gaat maar door en ik probeer het te localiseren. Dan zie ik warempel midden op de hei in een kleine Grove Den een Sprinkhaanzanger boven in de top zitten. Fraai! De vogel blijft konstant zingen, in tegenstelling tot de Zanglijsters, welke langzaam stilvallen. Het ge'tek' van de Merels neemt de overhand. Ben nieuwsgierig waarom ze dit geluid maken, misschien een soort van 'hier ga ik slapen vanavond, weet niet wat jullie doen?'.

Kort meen ik vanuit het bos aan de westkant, over het spoor, de ratel van een nachtzwaluw te horen. Het vele omgevingsgeluid onderdrukt dit geluid, het kan dan ook net zo goed misschien de trekker op het zweefvliegveld of een krekel zijn. Auto's, motoren en luidruchtige jongeren op brommers hebben nog even de overhand. Midden op het heideveld zet een Roodborsttapuit voor de zoveelste keer een nieuwe 'track' op. Ook deze, die de hele avond al frequent aan het roepen was, geeft er uiteindelijk de brui aan. Tien over tien. Het begint nu behoorlijk stil te vallen. Slechts een Zanglijster zingt nog spaarzaam. Als ik voor de zoveelste keer de Sprinkhaanzanger bekijk zie ik ineens rechts in mijn ooghoek iets bruins laag over de hei voorbij jakkeren. In een fractie denk ik 'zo, da's laat op de avond voor een Koekoek', En moet bij het draaien van m'n hoofd accuut corrigeren naar een Nachtzwaluw, die op een kleine vijftien meter van me af over de hei een paar rondjes vliegt. Een rilling schiet over m'n lijf, en da's niet van de kou!

De vogel vliegt zonder enig geluid richting de oostkant van Mulderskop, waar tot mijn grote vreugde een tweede vogel uit de bosrand opduikt. Samen vliegen ze een paar rondjes, waarbij ze een keer het 'kuwiek' geluid maken en verdwijnen dan de bosrand in. Een paar minuten later begint een mannetje te snorren. Ik denk dat het geluid uit het bos aan de westkant van de spoorbaan komt, zeker kan ik het niet plaatsen door de plek bij een boom waar ik sta. Het valt stil, maar vlak erna begint een mannetje aan de oostkant te zingen, nu wel luid en duidelijk. Ook het 'kuwiek' is nu meerdere keren te horen. Het harde 'hakkende' geluid wat ik onregelmatig hoor, en eerst associeer met het hakken van een specht op een beukenoot of zo, is het klappen van de vleugels, die de Nachtzwaluw tijdens de vlucht met kracht boven zijn lijf samenslaat.

De windstilte en het feit dat deze vogels blijkbaar nog erg actief zijn wakkert mijn nieuwsgierigheid aan om ook in het zuidelijke deel van de Mulderskop te gaan luisteren. En als het nog lukt in de laatste restjes avondlicht misschien ook wel zien. Over de heide op de fiets aanlopend stuit ik nog op twee Graspiepers die vlak voor m'n voeten opvliegen, een snel kloppend hart tot gevolg. Ik volg de zandweg langs het spoor naar het zuiden en ga dan iets verder door een klaphek het gebied in. Vrijwel gelijk vliegt een Nachtzwaluw voor me langs, direct er na begint een mannetje achter me te snorren. Hoppekee, paartje twee!

Wel, dan ook het zweefvliegveld maar proberen! Op weg hiernaar kom ik langs Mulderskop. Het mannetje is hier nu druk aan het baltsen en snort de hele tijd. Een eerste 'hoortest' op het parkeerplaatsje bij het spoor langs het vliegveld is gelijk raak. In de noordoosthoek van het vliegveld ratelt in de verte op het heideterrein een mannetje. Om er achter te komen of er mogelijk meer zitten ga ik later het vliegveld op. Het blijft (helaas) bij één. De contouren van een Ree vluchten het bos in. Nu ik toch zo bezig ben, beproef ik m'n geluk ook op het Vierdaagseterrein, waar voorgaande jaren ook een mannetje werd gehoord. In de buurt van het terrein staan door het bos grote bouwlampen opgesteld. Niet bepaald nachtvlinderaars doch de afzetting met scheermesdraad van het tijdelijke legerkamp. Even meen ik in de verte iets te horen, ik kan echter een snorrende aggregaat van Defensie in de verte niet uitsluiten. Op de hei lichten soms kort wat puntjes op. 'Leuk' denk ik, 'glimwormen'! Dan bedenk ik me dat ik een koplamp op m'n pet heb waarvan het licht af en toe op een nachtvlinder valt...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten