Het is nog wat vroeg. Niet wat tijdstip op de dag betreft, het is nu rond acht uur's avonds. Meer wat de maand betreft. En dan heb ik het over m'n verwachting naar 'skulkende' zangers in de kragen van het schiereiland in de Oude Waal. In het najaar is het rustig afzoeken van de randen een geliefd, rustgevend moment voor mij. Te vroeg is het echter qua jaargetijde nog. Het zal nog enkele weken duren voor ook de najaarstrek van de rietvogels vol op gang komt. Maar je weet nooit! In de hoek van de bocht bij het infobord aan de Oude Waal zet ik me neer in het gras en richt de telescoop op de linkerkant van de vegetatiekraag op het schiereiland. De klep van de pet gaat schuin links omlaag, tegen direct zonlicht bij het oculair. M'n kin gaat tegen het 'handpookje'. Op deze manier druk ik heel langzaam met de kin de telescoop van links naar rechts. En heb zo de handen vrij om een peukje te draaien. Relaxter kán bijna niet.
Héél langzaam, ik heb het over secondenwerk(!), kruipt het beeld van een wuivende vegetatiezoom, afgewisseld met slikoevertjes en polletjes planten, door de lens. Ervaring heeft geleerd dat zelfs het afwijkend bewegen, door de 'kruipende' vogels, van planten ten opzichte van de vegetatie er om heen iets leuks op kan leveren. Eerder kwam er zo wel eens plots Rietzanger en Spotvogel tevoorschijn. In de donkerte van de polletjes zoek ik naar pullen. Maak niet uit van welke ral, gewoon: pullen. Maar vanavond dus niet. Sowieso dit jaar een heel mager jaar aan rallen rond de Oude Waal. Hopelijk mogen we nog iets in de trektijd verwachten.
Dan ineens toch hebbes! Drie zwarte dotjes scharrelen over het slikrandje. Ja?ja? Inzoomen: sneaky jonge Spreeuwen...'dorn'. Dan komt rechts langzaam een zwartwit langgerekt beestje in beeld: een jonge Zwarte Stern staat zich te poetsen en gaapt in de luwte van de zoom eens een paar keer lekker. Een groepje Kieviten twee meter verderop kijkt dit tafereeltje gedwee aan. Het is trouwens sowieso geinig om te zien, als je beter kijkt, hoeveel Kieviten er wel in zo'n rand verborgen kunnen zitten, fantastisch. Dan gaat de kin naar de andere kant van het pookje en gaat de reis terug. Lekker langzaam, het licht van links is nog mooi.
Tijd voor enige actie in dit hele verhaal. Na de telescoop een paar keer kinmatig op en neer begeleid te hebben, moet ik 'm met de hand verdraaien naar de slikranden aan de voet van de dijk. Poehé, nog net geen spierpijn. Hup, kin er weer tegenaan. Er staat een favoriet stukje riet, wat voorgaande jaren al menig keer een Rietzanger heeft opgeleverd. Nu krijg ik ook een bruine vogel met kopstrepen in beeld. De snavellengte wijst op een Watersnip. De rest overigens ook. Langzaam purkend of af en toe even een versnelling inzettend schuimt de snip de slikken af. Als ik weer in de 'rechtslinks'scroll zit komt een tweede snip in beeld. (Vind je ze op de foto?). Misschien het paartje wat hier van de zomer wou laten lijken gebroed te hebben? Een jonge donskont van een Kievit propt zich voorlangs en verdwijnt. De ouders houden de wacht. Door m'n beeld scheert af en toe een zwartwitvlekje voorlangs: Zwarte Sterns.
Na een uurtje zo de randen er af te hebben gescoopt, helaas zonder spannende 'skulkertjes', fiets ik nog even naar het Zwanenbroekje bij Persingen. Het begint nu vlot te schemeren, toch krijg ik nog even stevig de kriebels als ik hier wel karekieten door de rietkraag zie scharrelen. Wat is het spannend om al zoekend tegen een kbv'tje (klein bruin vogeltje) aan te lopen en te determineren wat het is. Een tweetal Lepelaars vliegt over naar het oosten. Vanachter een rietkraag klinkt het 'tjuu tjuu tjuu' van een Groenpootruiter. Een Bosruiter die verbaal zijn aanwezigheid constant laat horen laat zich echter niet vinden. Vijf Witgatjes dan weer wel. En de eenenvijftig Grutto's zijn ook niet te missen. Dan klinkt ineens uit het Meertje voor me het heldere 'tie tie tie' van een soort die ik al een tijd niet meer in de picture heb gehad: de IJsvogel. En dat zal zo blijven, ik hoor 'm alleen.
Op een lichtschaal tot 'tien' wat lichtaanwezigheid betreft zit ik nu op een acht. Alleen in de directe nabijheid zie ik nog goed wat voor soort er ergens loopt of vliegt. Genietend van de ondergaande zon komen er vanuit het oosten zeven Lepelaars binnenvallen. Zouden hier de twee die eerder naar het oosten vlogen bij zitten? Dat blijft een open vraag. Even later voegen zich er nog twee bij. Dat zullen ze wel zijn na een bedenking. Door de telescoop zie ik dat een aantal al slaapt. De anderen lepelen nog even door het water. Ik maak een bewijsplaatje. De foto zou net zo goed tien Koereigers kunnen laten zien. Ineens zit ik tussen tientallen zwaluwen die vlak langs me heen over de Persingensestraat zuidwaarts vliegen en zich verzamelen boven het gebied. Er tussen door klinkt het geluid van een een vogeltje met een bek vol zand: 'frrrt frrrt'. Ah, Oeverzwaluwen...In de rietkraag lijkt een zwaluwslaapplaats te zitten. En als ik de kraag bekijk zie ik ook dat zich er al tientallen Spreeuwen ophouden. Overal om me heen vliegen op ooghoogte tientallen zwaluwen, een schitterend schouwspel. Dat wordt nog gezellig vannacht hier! Tevreden en relaxed fiets ik naar m'n eigen slaapplaats. Ergens bovenop een pol planken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten