maandag 5 oktober 2009

Grote Grijze Snip! Of toch Rosse Grutto?

Autorijden lijkt soms net trektellen: als je teveel kwekt kan iets zo maar ongemerkt voorbij vliegen. Zo vliegt bijvoorbeeld op de A6 de benodigde afslag naar Almere-Buiten voorbij, waardoor Geert Lamers en ik worden gedwongen naar Lelystad te rijden, hier te keren en weer terug te kneuren. Een Ooievaar op een lantaarnpaal bij het keerpunt verzacht de miskleun. Bij Almere nemen we de juiste afslag waarna Geert in een keer naar het Hugo de Vriespad koerst waar we de auto parkeren. Aan de hoeveelheid auto's met vogelstickers te zien lijkt het al redelijk druk te zijn. De telescoop gaat op de schouder en langzaam lopen we het fietspad af naar de uitkijkbult aan het Jan van Den Boschpad. Het is druk in de lucht: Graspiepers, Vinken, afgewisseld met een paar Zanglijsters of Witte Kwikstaarten. De onrust giert zuidwaarts.

Halverwege komt Alwin Borhem, ongetwijfeld bezig met zijn aanval op het Nederlandse jaarlijstrecord, ons tegemoet. 'Al in beeld'? 'Nee', is het antwoord. 'Moet even bellen in de auto en kom dan terug'. Geert en ik lopen door. Het zal toch niet waar zijn dat de Grote Grijze Snip weg is? Deze zeldzame snip werd 2 okt vanaf de uitkijkbult ontdekt en in de dagen erna ontwikkelt zich de discussie of het nu een Grote Grijze, of juist een Kleine Grijze Snip is. De laatste zou een nieuwe soort voor Nederland zijn, de Grote Grijze is al vaker gezien. Voor zowel Geert als mij zou hij echter nieuw zijn. We sluiten ons aan bij de paar mensen die er al staan.

De uitkijk geeft een wijds zicht noordwaarts over het ruige Oostvaardersplassengebied. Met de telescoop speur ik de slikken vlak voor ons af. Er slapen vele Slobeenden, ertussen foerageren Watersnippen en Wintertalingen. Iets meer aan de westkant van de groep loopt een Rosse Grutto, een gewone Grutto en foerageert een groep van zo'n veertig Lepelaars. In het riet langs de rand roepen Baardmannetjes: ping! 'Kassa' denk ik. Wat langer kijken levert een Kluut op en in de verte vliegen Buizerds, Bruine Kiekendieven en nog verder achterin ontwaar ik een Raaf. De hele tijd blijf ik de vogels voor ons afkijken. En krijg zo een 'snip' in beeld. Zou dat 'm..? Vergeleken met de aanwezige Watersnippen een wat forsere snip met lange snavel, een duidelijke wenkbrauwstreep en een donkere teugel. Ik kijk lichtelijk vertwijfeld om me heen, heb nog nooit eerder een Grote Grijze gezien en heb dan ook geen idee wat ik me erbij in het veld moet voorstellen. Een paar andere mensen blijken de vogel ook in het vizier te hebben, waaronder Daniël Paalvast en Alwin.

Rustig loop ik naar Alwin en fluister 'is dat 'm?'. Alwin doet z'n wijsvinger voor de mond en zegt 'denk het wel, nog even sst'. Hij is ook nog niet helemaal zeker. Niemand heeft nog iets in de gaten. Vervolgens loop ik naar Daniël, die ook met een aantal mensen nu de vogel aandachtig aan het bekijken is. 'Wat denk je?' vraag ik. Samen bekijken we de kenmerken in een boek en vergelijken die met de vogel voor ons. 'Denk het wel'. We attenderen anderen er nu op, waaronder de ontdekker van de snip op 2 oktober. 'Nee joh, dat is een Grutto', krijgen we te horen, 'veels te groot voor de Grote Grijze'. Ik geloof er geen biet van, als dát een Grutto is dan vreet ik m'n pet op. En ik at de afgelopen dagen al geen culinaire hoogstandjes, laat het alsjeblieft niet nog slechter worden. Het aantal vogelaars is gegroeid en ook, hoe opmerkelijk, de 'kenners' hiertussen maken er een Grutto van. Bij het poetsen meende ik al te zien dat de vogel géén zwarte staartband heeft, wat tegen Grutto pleit. Daarom blijven we ook stug doorgaan met het determineren.

Een Sperwer komt laag van links over de rietkraag aangevlogen en zet de boel op stelten. Daarom heten steltlopers waarschijnlijk ook steltlopers: als paniekkippen gaan ze de lucht in, incluis de snip. Géén vleugelstreep, een mooie witte wig op de rug. Dit is gewoon de Grote Grijze Snip! Een kenner maakt er echter een Rosse Grutto van. Deze heeft ongeveer dezelfde kenmerken. Alleen had ik allang gezien dat onze snip geen opgewipte snavel heeft. De hele meute vliegt wat rondjes en keert dan terug. Zo ook de snip, die vlak voor ons gaat zitten. En nu vrij snel de snavel in de veren steekt en gaat maffen. Dat maakt het er niet makkelijker op. Af en toe laat ie z'n kop zien. Nu zijn de anderen 'ineens' ook overtuigd dat de Grote Grijze Snip daar zit. Ja, duh. Dat zeggen we al een hele tijd. De twee-vogel-theorie steekt zowaar de kop op: 'de vogel van net léék op de snip, maar dat was écht een grutto. Dit is 'm echt!'. Spoedig begint de discussie over de status van de vogel. Is het nu een Grote Grijze of juist een Kleine? Ikzelf denk, hoe langer ik kijk, aan Grote Grijze, enkele andere zijn overtuigd van Kleine.

Een vrouw, één van de personen die de snip ook al eerder in beeld had, komt op me afgelopen en vraagt wat het nu is. En maakt daarbij de opmerking of ik die Zeearend ook al had gezien. Zeearend? 'Ja, die hangt daar al zo'n vijf minuten rond'. De aandacht is afgeleid, de hele groep kijkt nu naar een mooie adult Zeearend die in de verte laag voorbij vliegt. Om de snip niet uit het oog te verliezen kijk ik er even snel weer naar. En mis zo de aanval van de Zeearend op een Grauwe Gans. De arend gaat daarna op de grond zitten, de gans loopt vlak erna gewoon weg. Merkwaardige actie van de 'vliegende deur'.

Een andere bekende van me, Pim Julsing, is inmiddels ook gearriveerd, en na een tijdlang bekijken van de snip besluit hij de hier gisteren gemelde Roodhalsgans verderop te gaan zoeken. Na een kwartier gaan aan de oostkant honderden Brandganzen de lucht in en komen onze kant op. De landing wordt op de grote plas voor ons ingezet. In vlucht had ik al gezien dat er een 'donkere' gans meevloog, rap kijk ik de groep op het water af. En ontdek zo de Roodhalsgans die vrij vooraan in de groep zwemt. 'Roodhalsgans' roep ik, en bel Pim om hem ook te waarschuwen. Hij vertelt dat hij nét de vogel in beeld had, maar dat toen de hele groep op de wieken ging. Hij komt eraan. De gans zwemt wat rond en kachelt en waggelt uiteindelijk de kant op, waar te zien is dat de vogel geen ring draagt, wat enigzins voor een bepaalde wildheid pleit.

De stroom trekvogels is opgedroogd, hoewel opgedroogd niet helemaal het juiste woord hier is: wat eerste spatjes water komen los. In de verte drijft een lucht onze kant op welke minder prettige omstandigheden met zich mee zou kunnen brengen. We dubben een beetje wat te doen en vragen rond of er in de buurt nog iets leuks zit. Ons idee was in eerste instantie nog 'even' naar de Maasvlakte af te reizen. De verwachte buien en de stilte vanaf de 'MaVla' aan leuke meldingen zorgen ervoor dat dit idee de kast in gaat. Bij Elburg worden al een tijd Witoogeenden gemeld en van Pim krijgen we de tip te gaan kijken naar de flamingo's, welke op het Veluwemeer ten zuiden van Elburg rondhangen. Over het fietspad lopen we naar de auto. Een joekel van een spin kruist ons pad, zijn naam Kruisspin zo hoog houdend. Ik ga op de knieën en maak wat kiekjes. Vogelaars komen nog steeds binnen en haasten zich naar de bult. Gedurende de vijftig minuten durende toertocht gooien de eerste wolken hun water los, als we bij Elburg aankomen regent het met volle overtuiging.

We parkeren de auto aan de westkant van het Veluwemeer op een parkeerplaats en lopen naar het strandje. Vanaf hier zagen Geert en ik dit voorjaar een flink aantal Chileense Flamingo's, een paar Europese en een Caraïbische Flamingo. Nu dobberen er vele Tafel- en Kuifeenden, Meerkoeten en een tiental Knobbelzwanen. In de verte, langs een rietkraag, bewegen vier roze stipjes. De hoeveelheid 'roze' in de vleugel duidt op de Chileense soort. Van Europese geen spoor. Met de auto rijden we naar de noordkant van de brug waar we erachter komen dat we vanaf hier geen goed uitzicht hebben op de Tafel- en Kuifeenden, waartussen de Witoogeenden zouden moeten drijven.

We steken het water over via de Elburgerweg en gaan Elburg zelf in. Na een korte toeristische route komen we aan de noordkant van Elburg uit en slaan hier de Mheenweg in. Een groep Ringmussen schiet het riet in en als we bijna de Kamperdijk op gaan zien we een Grote Zilverreiger vlak langs de weg staan. En ook blijft staan als we stoppen. De linkervleugel hangt wat, zodat we denken dat de vogel mank is. Iets later blijkt het mee te vallen en vliegt de vogel verder het weiland in. Wij rijden de dijk op en ongeveer waar de laatste waarneming gisteren werd verricht parkeren we de auto en beginnen met het scannen van de honderden eenden. Elke eend wordt bekeken. Vogels met een wit kontje krijgen meer aandacht, stel je voor dat dit een Witoogeend is die we zoeken. Zo worden vele witkontjes bekeken, maar allemaal blijken dit toch Kuifeenden te zijn. Tientallen Dodaarzen zwemmen en duiken er tussen door. In het riet voor ons 'pingen' Baardmannetjes, een vrouwtje Bruine Kiekendief schommelt heen en weer boven het riet. Dan valt me oog op een karakteristieke houding van een eend, met een wat hoger voorhoofd. Ook de horizontale witte vlekkerige streep op de zijkant is bekend. Ik kijk naar een Brilduiker, mijn eerste dit najaar. Er vlak naast duikt het mannetje op. Leuk! De Witoogeenden krijgen we niet te zien. Later op de dag blijkt uit een waarneming dat we net op een verkeerde plek hebben gestaan.

Voor de file uit rijden we op huis aan met in ieder geval een hele bijzondere soort rijker: een Grote Grijze Rosse Grutto! Wij wisten wel beter...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten