zaterdag 24 oktober 2009

(Langs) een dijk van een nieuwe soort voor Nederland!

81, 82, 83...Monotoon trekt een stapel papieren archief z'n baantjes door de scanner om zo tot pdfjes te eindigen. Ik moet opletten of het er honderd zijn op het eind, om zo zeker te weten dat niet per ongeluk kaarten dubbel door het apparaat zijn getrokken. 93, 94, 95... Het is het eind van de vrijdagmiddag, bijna klaar voor vandaag. Een dienblad glazen, biertjes en fris verdwijnt al naar de vergaderzaal voor de vrijdagmiddagborrel. Met m'n gedachten zit ik bij een Zeearend die rond één uur vanmiddag over de Ooijpolder was gevlogen en waar ik practisch onder door ben gefietst. En heb gemist. Dan komt Harvey rond half vijf langs. 'Taigastrandloper bij Zwolle'. Wát?! 'Mogelijke Taigastrandloper bij Zwolle, 95% zeker'. Daar gaat m'n rust. Wie vind er nu dan ook een Taigastrandloper! Hoe ziet zo'n vogel er eigenlijk precies uit? In ieder geval binnen een week wéér een nieuwe soort voor Nederland. Als het er daadwerkelijk een is. Een sms gaat richting Rob Voesten en Geert Lamers of ze gaan rijden. Een minuut later hangt Geert al aan de telefoon. We spreken af dat ik hem snel weer bel om te berekenen hoeveel tijd er nodig is om in de Vreugderijkerwaard te komen. En om op kantoor te vragen of er mensen mee willen. Een minuut later hangt Maarten Kaales aan de telefoon. Hij staat al in de Vreugderijkerwaard bij de strandloper. De 95% gaat nu richting 98%. Met Erik van Winden, die er ook wel oren naar heeft, maak ik een calculatie met tijd, afstand, snelheid en licht. Het lijkt wel de berekening van een zwart gat. En zeer waarschijnlijk zullen we daarin ook aankomen als we nu zouden gaan. Ik bel Geert weer en we spreken af morgenvroeg om zeven uur te gaan. 96, 97, 98, 100...Ietwat onrustig drink ik m'n biertje later op en ga naar huis. Thuis stuur ik een mail over de lokale mailcirkel of er mensen mee willen en bel ik Geert weer of we niet om half zeven zullen vertrekken. Stel je voor dat de vogel bedenkt net een kwartier eerder te vertrekken. Menno Hornman en Mark Wilkinson gaan uiteindelijk ook mee. Dan komt er via Dutch Birding een melding: 'ga maar rijden!' zegt de melder. De nacht zal kort zijn.

Dat ik niet de enige ben met een weinig ontspannen nachtrust blijkt als om vijf uur al een mail van Luuk Punt opploept. Ik stel me voor hoe in vele keukens de koffie pruttelt en iedereen lichtelijk gespannen z'n reis zal beginnen. De mijne vangt stipt half zeven aan als Geert voor de deur stopt. Niet veel later zijn ook Menno, Mark en Erik opgepikt. Een uur en tien minuten rijden zou het zijn. Onderweg trekt hier en daar een licht mistgordijntje langs. Er zou toch geen mist boven de Vreugderijkerwaard hangen? Dat zou het terugvinden niet bepaald makkelijk maken. Bij Zwolle zou een weg opgebroken zijn. Gelukkig hebben we routebeschrijvingen uitgeprint. Als we bij de opbreking aankomen draait net een vogelaar z'n auto. 'Lijkt er op dat je verderop niet verder kunt' klinkt door een omlaag gedraaid raampje. Dacht van niet! Volg maar, wij rijden door. Inderdaad is de weg opgebroken, maar je kunt er gewoon langs, waarschijnlijk omdat het weekend is. Op de smalle weg waar we moeten parkeren staan her en der al auto's. We rijden kort door, draaien dan toch om en weten alsnog een plek te bemachtigen vlak bij de weg waar we in moeten lopen. Het is nog behoorlijk schemerig als we de dijk op gaan. Toch staat er al een aardige rij. 'Hoi, hé hallo, môgge, zijn we weer'. We lopen de bekenden langs, waaronder velen die ik een week eerder bij de Kaspische Plevier op Texel ook al aantrof, en sluiten achteraan.

In de schemer wordt op het slik voor ons al een druk scharrelend vogeltje gevonden. We kunnen alleen nog maar op 'jizz' werken. Het is een strandloper, dat zien we wel. Welke soort heeft dit formaat? Welke soort foerageert zo snel? Hmm, dit begint al interessant te worden. Naarmate het licht meer en meer over de horizon klimt geeft de vogel langzaam steeds meer kenmerken prijs. Klein formaat. 'Tramrails' op de rug. Zo te zien hoger op de pootjes. Hé, loopt daar nu een Bonte Strandloper rechts naast? Hij is écht klein. Wenkbrauwstreep. Twijfelend kijken we naar de rest van de rij. Iedereen heeft de vogel inmiddels in het vizier. 'Lichte' pootjes. Dit móet 'm wel zijn! Wie piept 'm? Niemand nog. Ondertussen pikt de Taigastrandloper tegenover ons zijn maaltje bij elkaar. Dan komt om negen over acht de piep. 'Taigastrandloper. Wordt nu gezien'.

Terwijl deze nieuwe soort voor Nederland zich steeds fraaier laat bekijken worden felicitaties uitgewisseld. Nieuwe mensen komen doorlopend de dijk op, waarschijnlijk door de piep nu soms ook rennend. Zelf ben ik nieuwsgierig of de Gestreepte Strandloper, welke al geruime tijd hier rondhangt, ook al is gezien. Van Rob Voesten hoor ik dat ze 'm net hadden, vlak voor ons tussen de Watersnippen. De 'Streep' zit echter vaker achter dan voor de vegetatie. Met Erik van Winden loop ik naar de zijkant van de waard, om zo langs de vegetatierand te kunnen kijken. We zien véél Watersnippen, zelfs de Taigastrandloper is door z'n drukke gedrag herkenbaar naast de Bonte Strandlopers en een Grote Gele Kwikstaart vliegt over. Geen Streep. We lopen terug en ik krijg te horen dat de strandloper zojuist fraai in één beeld met de Taiga was te zien. Krijg nou wat! Maar niet getreurd, na een tijd laat ook de Gestreepte Strandloper zich fraai door mijn telescoop zien. In één beeld met de Taigastrandloper! Amerika ontmoet Azië. Schijnt helemaal hip te wezen bij die zeldzaameden tegenwoordig: op Texel was de Kaspische Plevier in één beeld met een Amerikaanse Goudplevier te zien.

In de Vreugderijkerwaard foerageren vele Kieviten, een paar Bonte Strandlopers en Bontbekplevieren, twee Grutto's en zitten er honderden Grauwe - en Brandganzen. Om onbekende reden vliegt de hele bups soms de lucht in. Gelukkig komt alles, incluis de strandlopertjes, weer op z'n pootjes terecht. Rond half elf is het tijd om Erik op de trein te zetten, hij gaat nog door naar Vlieland. Wij draaien de snelweg op naar Nijmegen. Onderweg gaat m'n mobiel: Vincent de Boer komt met de melding dat Erik Ernens zojuist in de Rijnstrangen een Bladkoning of Hume's Badkoning heeft gevonden! Krijgen we dat weer! Ik vraag om nadere locatiegegevens en probeer daarna Erik zelf te bellen. Ik blijk z'n oude nummer te hebben. Dan Arjen Poelmans maar. Die blijkt ook het bericht te hebben gekregen en rijdt eveneens naar de plek. Ik krijg van hem een atlasbloknummer en spreek af later weer te bellen. De verbinding is zo belabberd dat we wel bellen als we in de buurt zijn. Ondertussen blijkt het te gaan om een gewone Bladkoning. Dit zou een nieuwe soort in Gelderland voor mij zijn. Alleraardigst natuurlijk als deze twitch ook zou lukken. Vrijwel in één keer rijden we naar Oud-Zevenaar en staan weldra achter de auto van Arjen. Over een akker bereiken we de plek waar Erik de zanger had. Na een half uur hebben we nog steeds niets gehoord. Zo gaat dat regelmatig met Bladkoningen: na een paar keer roepen kunnen ze lang zwijgen. Mensen hebben nog andere verplichtingen, zodat we op huis aan gaan. Jammer, maar je kunt niet altijd geluk hebben. Door de regen rijden we naar huis. Met wederom een dijk van een nieuwe soort voor Nederland door onze herinnering foeragerend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten