zaterdag 5 september 2009

Drie maal is...

Wederom staat er in dieprood een melding van een Grote Stern op onze waarnemingensite. En wederom in de Loonse Waard. De derde keer in korte tijd, nu is het mooi geweest denk ik. Nu of nooit. Gaat het nu wel of niet om een Grote Stern. De waarnemingen worden betwist en een betere blik op de aanwezige foto's bij de eerste twee meldingen laten inderdaad toch wel veel Visdiefkenmerken zien. Om met eigen ogen te zien dat het echt om een Visdief gaat bel ik Harvey van Diek, wetend dat hij goed fotografeert. Mochten we 'de stern' vinden, dan kan hij hopelijk goede foto's maken om opheldering te krijgen.

Harvey is thuis en kan, na kort ruggespraak met het thuisfront, mij al snel oppikken. Menno blijkt ergens te zitten waarbij het niet lukt om binnen een kwartier er te zijn en Mark rijdt toevallig net Nijmegen in na een dag vogelen en komt gelijk naar mij. Aardig buiten adem komt Mark aan, een fris tegenwindje in de polder heeft de rozigheid al aardig aangewakkerd. We wandelen naar de Groenstraat en vrijwel gelijktijdig komt Harvey aangereden. Poging drie wordt ingezet. De route naar de waard kan bijna gedroomd worden, met een kleine omweg (ben slecht in dromen onthouden...) sta ik voor de derde keer in een week aan de kleine plas in de Loonse Waard. Achterin dobberen tientallen Kokmeeuwen die we snel afkijken. Geen stern.

Voor de derde keer wandel ik snel door naar de grote plas om te kijken. De leegheid hiervan is reden om wéér de dijk tussen plas en nevengeul af te lopen naar het westen. Mark komt achter me aan, door even te wachten hebben we nu ogen voor zowel de geul als de grote plas. Tientallen Gele Kwikstaarten vliegen rond op het grote kruidenveld aan het begin. Halverwege zit een Paapje top bovenin een stengel, iets verder scharrelt een vrouwtje Tapuit midden op de dijk. Bijna aan het eind ligt een dode boom in het water. Hierop rusten vier Visdieven, geen van allen met kenmerken van de vogel welke we zoeken. Mark draait om en loopt terug, ik loop tegen beter weten in nog door naar het eind. Hier foerageren eveneens tientallen Gele Kwikstaarten tussen de kruiden. Bij mijn nadering vliegen ze op, soms op slechts een paar meter voor me, om achter me weer neer te strijken. Dan draai ik ook linksom.

Laag over het water vliegt een Groenpootruiter langs. De Tapuit hopt nog steeds op de dijk, een groep Kneutjes knuttert naar een plek verder op de dijk. Op de boom in het water zitten vier Visdieven, allen juveniel. Een vijfde komt langsgevlogen. Bij de kleine plas aangekomen zit Mark er al en heeft een stern in het vizier. Al snel zien we dat deze een licht snavelpuntje heeft. Dit zou 'm dus moeten zijn. De vogel heeft verder een donkere snavel, bij nauwkeurige bestudering lijkt een rode gloed aanwezig. De mantel is egaal grijs, de handpennen zijn donker, zowel aan de boven als onderzijde. En de pootjes oranjerood. Eigenlijk gewoon een mooie adult winterkleed Visdief. Waarbij ik me bedenk nooit echt goed een Visdief helemaal heb ontleed aan kenmerken. Een goede gelegenheid nu. Harvey belt of de vogel die boven de plas vliegt 'de' vogel is, wat ik bevestig. Hij komt er nu ook aan om foto's te maken, Mark en ik kruipen iets dichterbij en gaan weer zitten. Mark loopt nog tegen vier Patrijzen aan die ik mis, hem ontgaat weer de Watersnip die voor me opvliegt. De Visdief is inmiddels weer op de stenen in het water gaan zitten. Harvey is er bij gekomen en klikt eerst enkele 'bewijs'plaatjes en sluipt dan langzaam dichterbij om goede foto's te maken om het 'mysterie van de Grote Stern' op te helderen. (Foto Visdief Harvey van Diek)

En zo gaat dat wanneer je geconcentreerd vogels kijkt: je vergeet de tijd volkomen. Onderwijl we langs de kleine plas op de auto aanlopen hebben we het erover dat vanmiddag hier een Draaihals is gezien. Zorgvuldig hou ik dan ook alles in de gaten wat opvliegt. Op een eilandje met enige struiken zie ik vluchtig iets opvliegen en in het groen verdwijnen. Terwijl Harvey en Mark doorlopen vertrouw ik het niet helemaal. Als het een Graspieper was geweest zou die naar mijn idee weggevlogen zijn. Snelwandelend loop ik dan ook richting de struiken. Ik loop het eilandje op om te kijken. Zelf zie ik niets, Harvey roept ineens dat hij iets ziet vliegen wat 'goed een Draaihals zou kunnen zijn'. De vogel is naar een ander struikje gevlogen, waarvoor ik een watergeul over moet steken. Schoenen en sokken gaan uit, de pijpen omhoog en wadend loop ik richting het bosje. Dan roept Harvey 'Ja, Draaihals!'. Uit de bosjes vliegt een Draaihals richting de open vlakte en land daar. Om vervolgens te verdwijnen. Harvey wil, volkomen terecht, een juichmoment, en drukt af. Een kwartier lang zoeken we in de lichtelijk open vegetatie die niet hoger is dan dertig centimeter, dan geven we er de brui aan. Ik krijg een telefoontje met de vraag 'of ik weet hoe laat het wel is'. Oei, kwart voor zeven alweer. De andere kant van de lijn heeft trek. Nu moeten we echt naar huis.

Het mysterie van de Grote Stern is opgelost, dat wordt wachten op een échte. De Draaihals geeft een mooi randje aan deze zoektocht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten