zaterdag 27 februari 2010

Een middagje Oude IJsselstreek

Hoe ze het doen, daar aan de oostkant van het Pannerdens kanaal, geen idee. De een na de andere leuke soort wordt in het gebied tussen ruwweg Arnhem en Gendringen opgeduikeld. Vooral het Azewijnse Broek en het vlak ten zuiden er van gelegen Wiekens Gat zijn ongekende goudpotjes aan bijzondere waarnemingen. Maar ook de Rhederlaag bij Lathum laat van zich horen met een Parelduiker en Grote Zeeeend.

Gisteren werd door Arjan Hell op een kleine voormalige zandwinplas bij Didam een Roodhalsfuut gevonden. Zelfs deze uithoekjes doen dus driftig mee. Samen met de twee nog immer aanwezige Grote Zeeeenden en een Geoorde Fuut op het Wiekens Gat en Ruigpootbuizerd in de Rouvenen (het gaat er zelfs om twee!) was een toerrit die hoek in nu best interessant. Na wat rondmailen en bellen blijken Jasper en Joep Hooymans er wel zin in te hebben. We spraken af het rustig aan te doen, twaalf uur was een mooie vertrektijd.

Om vijf over twaalf staan ze voor m'n deur en langs de waalstrang bij Lent rijden we op de pont van Doornenburg aan om het Pannerdens kanaal over te steken. Aan de overzijde rijden we over de dijk langs de Lobberdensche Waard. Aalscholvers zitten hier al weer op hun nesten en een eerste Grote zilverreiger hapt in een wei muisjes zonder beschuit. Herwen wordt gepasseerd en babbelend rijden we door Babberich. Na de brug over de A12 slaan we links Werfhout in en parkeren we een minuut later de auto aan de Pakopseweg.

De plas is zo'n 'duizend-en-een-gat'. Omzoomd door jonge bomen, een Herashekwerkje er omheen, ligt in de oksel van de A18 en de Bievanksweg nu niet bepaald een plas waar je veel van verwacht. Toch vond Arjan zoals gezegd gisteren hier een Roodhalsfuut. De put is in ieder geval bekend bij menselijke duikers, zo blijkt. Een viertal gaat net kopje onder. Als ze ons zien beginnen ze stoer over 'op zoek naar de Oehoe?'. Waarom ze daar nu weer over beginnen. Weten ze meer? Daarna beginnen ze over allerlei uilensoorten waar ik van ze levensdagen nooit van heb gehoord. Ze kennen hun soortjes blijkbaar wel. Of d'r zit een verkeerd soort gas in hun zuurstofflessen...

Een eerste ronde met de telescoop brengt twee Brilduikers, een Fuut, Kuif- en Krakeenden, enkele Dodaarzen en Storm- en Kokmeeuwen in het vizier. Van een Roodhalsfuut geen spoor. Jasper en Joep lopen verder langs het pad langs het water, ik blijf op hetzelfde uitkijkpunt zoeken en voeg zo een derde Brilduiker aan het dagtotaal toe. Boven m'n hoofd roept een overvliegende Veldleeuwerik. Als Joep en Jasper terugkomen melden ze dat verderop Sijsjes leuk dichtbij zitten. Dan die maar bekijken, misschien is er nog iets te fotograferen. Langs het pad zitten op slechts enkele meters Sijsjes onder andere volop te zingen, leuk! Een degelijk fotootje lukt helaas niet. In de zuidhoek lijkt de plas een uithoekje te hebben, waar ik net niet op kon kijken, en loop daarom door. Helaas is deze hoek ook leeg. Dan valt m'n oog op iets wits langs de waterkant. Met een tak weet ik 'm naar de kant te halen en sta daarna met een schijnbaar vers dode Fuut in m'n handen. Waarschijnlijk was de afgelopen ijstijd teveel van het goede. 'Ik heb 'm!!', schreeuw ik met de Fuut hangend in m'n handen. De broertjes komen er snel aan, denkend dat ik de Roodhals heb. Verbaasd kijken ze naar m'n vondst. Ik lig in een deuk, tijd om verder te gaan.

Over de N335 rijden we verder naar het oosten. Jasper ziet vanachter het stuur een zestal ganzen direct langs de provinciale weg. 'Huh, Toendra's?'. Hij heeft gelijk, het blijken inderdaad Toendrarietganzen. Aparte plek zo langs de weg. Door een prachtig Bergherbos rijden we op Azewijn aan, waarna we naar de Omsteg rijden voor de gisteren nog aanwezige Grote zeeeenden en Geoorde Fuut. Ook dit blijkt weer zo'n voormalige zandwinningsplas, omgevormd tot soort van recreatieplas. Door een twee meter hoog draaihek (sinds wanneer staan die dingen bij zo'n plas?) komen we aan de rand. Op de plas dobberen tientallen Smienten, Kuif-, Krak- Tafel- en Wilde eenden. Jasper heeft al snel de zeeeenden gevonden. Een Rietgors duikt in rietkraagje en een vrouw Nonnetje blijft niet onopgemerkt. Mijn eerste Witte kwikstaart voor Gelderland vliegt roepend over. Grotere spetters komen neerwaarts, we gaan toch nog even naar de westkant van de plas, waar de Geoorde Fuut het meest wordt gemeld. Langs de rand liggen ook hier twee dode Futen in winterkleed op hun rug. Als door onze aanwandelen de eenden van de oever afzwemmen vindt Joep met de kijker een fuutje. Hij denkt aan een Dodaars, de telescoop brengt een Geoorde fuut in beeld. Ook die is gelukt!

Als het iets harder begint te sijpelen lopen we weer op de auto aan en rijden naar de Azewijnsestraat, waar een parkeerplaats blijkt te zijn om het Azewijnse Broek in te kunnen. Wist ik veel, de laatste keer ging ik vanaf de Maatweg door een ruigteveld. Een Zanglijster zingt fanatiek vanuit de bomen. Uiteindelijk komen we bij een bruggetje aan, vanaf waar we de plas afkijken. Een Grote zilverreiger vliegt langs en op een baggerpijp blijken m'n eerste veertien Scholeksters voor dit jaar in Gelderland te staan. Jasper is ondertussen iets verder gebanjerd, als hij ineens een schreeuw geeft. Over het water vliegt een uil weg, Velduil! Toeval bestaat niet. Tijdens de wandeling naar deze plek spraken we nog over Velduilen en nu stoot hij er ineens een op! Met een grote boog vliegt de uil over het water, om verderop weer plaats te nemen aan land op, natuurlijk, een Herashekwerk.

Alsof hij alweer vergeten is wat er net gebeurde zit de uil vanaf het hek rustig om zich heen te kijken en laat zich prachtig bekijken. Achter ons komen twee vogelaars aangekleid. Het zijn Jelle en z'n vader Lex Aalders. De Velduil blijkt vanochtend al gevonden te zijn en ze zijn op de melding afgekomen. Ze krijgen 'm in een presenteerscoop aangeboden. Samen met Lex loop ik een eind z'n kant op en nemen positie net achter een bocht in het hekwerk. Hij zit nog steeds te ver voor me voor leuke plaatjes, met telescoop en telefoon weet ik toch een recordshot te maken. Uiteindelijk vliegt de vogel op en verdwijnt in een omhekt gedeelte waar zand wordt gesorteerd en opgeslagen. Samen met Jelle blijven we nog een tijdje bij het bruggetje staan, genietend van deze onverwachte ontmoeting. Zelfs een zonnetje breekt even door. Twee Grote zilvers komen op kenmerkende wijze langsgeflapt. Op het water zwemt nog een Toendrarietgans, verder zoeken levert verder geen bijzonderheden op.

Langs de Bemmenstraat ten zuidoosten van Duiven zit al een tijd een Ruigpootbuizerd, later bleek dat er liefst twee aanwezig zijn in het gebied. Het is al later in de middag geworden, een bezoekje aan deze leuke soort kan net, dan zijn we ook nog op een schappelijke tijd thuis. Onderweg liggen ergens bij 's Heerenberg twee Bergeenden op de oever van een watertje. Bij aankomst in het weilandencomplex zien we al de eerste Grote zilverreiger in een wei foerageren, vanaf de Bemmenstraat zien we nog een paar 'sneeuwwitjes'. Met de telescoop speur ik de weilanden en akkers af. Een drietal Knobbelzwanen en enkele Buizerds komen voorbij, waaronder een erg witte die een paar dagen eerder voor Ruigpoot werd versleten. Dan blijf ik hangen bij een stip op een akker. Wittige kop, donkere buikschilden, daar zit ie! Met volle inzoom en scherpstelling tot het het randje is te zien dat het de/een Ruigpoot is. Joep en vooral Jasper hebben moeite met het vinden en middels aanwijzingen als 'blauwe trekker, blauwe bak' en 'het weidepaaltje erboven wijst 'm precies aan!' probeer ik duidelijk te maken waar de rover zich bevindt. Het blijkt te moeilijk, waarna we naar de Schoepikstraat aan de andere kant van de akker rijden. Bij aankomst is er geen spoor meer van de Ruigpootbuizerd te vinden, ondanks dat we toch precies in de lijn van onze oude plek en de blauwe trekker staan. En ook de Buizerds die we net ervoor hier zagen zijn ineens pleitte! Vol ongeloof zoeken we de omgeving af. Niets meer! Leeg!

Het schemert ondertussen behoorlijk als we op huis gaan. Vanaf een afstand zien we dat op de A12 bij Duiven het verkeer richting Velperbroekcircuit langzaam rijdt. Laten we net geen zin hebben in file. We proberen via wat tussendoorwegen bij de laatste oprit voor de IJssel de autobaan op te komen. Wat er in resulteert dat we uiteindelijk met een omweg bij de pont naar Huissen staan. Waarschijnlijk door enige moeheid komen de grappen dat we vandaag leuke soorten hebben gezien 'tussen twee pontjes' boven drijven. Een dertigtal Wulpen staat links naast de kade en vertrekt even later noordwaarts over het kanaal. Doornenburg komt weer langs, Gendt wordt doorkruist en Bemmel laten we links liggen. Ja, die Oude IJsselstreek heeft wel wat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten