Eens in de ongeveer twee weken doe ik voor m'n werk inkopen bij de groothandel. Grote onhandigheid is telkens het niet beschikken over een rijbewijs, laat staan een auto. Zodoende rijdt er daarom iemand mee en dit keer is het Peter Eekelder. Rond half twee rijden we naar de Energieweg, vatten een karretje voor de deur van de grootverkooptoko en duwen 'm binnen langs een inmiddels uitgestippelde route. Efficiënt als altijd staan we al snel weer aan de andere zijde van de kassa en laden de achteras richting de grond.
Op de Energieweg krijg ik een telefoontje van Bram Ubels. Het enige wat ik hoor is geknisper. Met Peter lach ik dat het wel weer zo'n telefoontje vanuit een broekzak zal zijn, waarbij Bram er na vijftien minuten of zo achterkomt dat ie aan het bellen is. Ik verwacht dan ook een 'hallo? hallo?', maar de verbinding wordt echter verbroken. Nu bel ik Bram om te zeggen dat ik tegen z'n broekzak zit te praten. Tot m'n verbazing krijg ik te horen dat hij bij de Sint Hubertusweg in de Ooijpolder vijf Kraanvogels van hoog heeft opgepikt en het er op lijkt dat ze willen gaan landen. Vlug bel ik het kantoor om dit te melden en wij rijden verder.
Een paar minuten later weer de telefoon: 'ze zijn geland!!'. Oei, nu begint het ietwat te jeuken bij me. Vanaf zo'n moment lijken stoplichten eigenlijk veel te lang op rood te staan. Peter heeft (gelukkig) wel zin om er te gaan kijken, ik bel de mededeling van Bram ondertussen door aan de collega's en stuur een sms-alert naar de 'Mourikgroep' van de VWG Nijmegen. Zowel Peter als ik hebben geen kijker bij. 'Och, die heeft Bram wel' denken we, en rijden dwars door Nijmegen op de Ooijpolder aan.
Net voorbij de rotonde Sint Hubertusweg/Thornsestraat parkeren we de auto op een verhard zandpad. In de verte loop iemand in de berm aan de oostkant langs de provinciale weg. Dat zal Bram zijn. Vlakbij de auto ligt voor ons een maisakker, Peter en ik denken vooruit en kijken of ze misschien hier lopen. Langs de weg lopen we op, zo blijkt uit een telefoontje, Bram aan. Bij aankomst blijkt ook Bram geen kijker bij zich te hebben! Ik schiet in een lachstuip vanwege de situatie. Sta je dan! Bram wijst naar enkele grijze staakjes in de verte:'dat zijn ze'. Ze staan er dus gelukkig nog wel! Vanaf grote afstand zien we ze op een rand tussen akker en grasland staan, vijf in getal. Na een korte tijd vliegen ze op, om verderop weer neer te strijken. Eentje is nerveus en wil blijkbaar verder en trekt de rest mee. We konden nu in ieder geval zien dat het Kraanvogels zijn.
Ineens sleept de eerste de rest weer mee de lucht in en traag vliegen ze richting het noorden. Dan draaien ze ineens naar het oosten, draaien verder en uiteindelijk komen ze westwaarts bijna recht op ons af. Als een gek sprint ik de provinciale weg over en langs het fietspad, om zo onder de Kranen zien te komen. Prachtig komen ze dichtbij overgeflapt. Met mijn mobieltje druk ik gewoon af, thuis zie ik wel wat er op staat. Heel kort laten ze hun heerlijke getoeter horen, dat maakt de waarneming wel af! Blij door de snelle belactie van Bram en het zodoende na de inkopen kunnen inkoppen van deze prachtvogels lopen we op de auto aan. In de verte zien we bij onze auto een andere staan, met erbij een aantal mensen die ook westwaarts kijken. Peter vermoed dat het collega's zijn. Voor we bij de auto zijn, zijn ze alweer vertrokken. We hebben (nog even) geen idee wie dit waren.
Op kantoor blijkt dat het inderdaad collega's waren. Ze hadden nog net een glimp van de Kranen kunnen opvangen, door te kijken in de richting waar wij naar keken, voor ze in de mist verdwenen. Later pikten zij de al een paar dagen aanwezige Dwerggans in de Ooijpolder aan de Kruisstraat in het Circul uit een groep Kol- en Brandganzen. Na het werk fiets ik snel langs de Oude Waal, waar ik in de schemer van half zes naast de twee gisteren gearriveerde Wilde zwanen ook de twee vandaag binnengekomen Kleine zwanen kan bekijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten