Oud en nieuw is wel weer 'uit' het lijf, de eerste soortjes werden gisteren bij elkaar gesprokkeld, vandaag is het weer tijd voor het 'serieuze' werk. Nieuw jaar nieuw kansen. Bij het HD-gemaal en in een ondergelopen stuk Stadswaard sprokkel ik de eerste soorten voor 2010 bij elkaar. Een Nonnetje zwemt in het haventje en op het ondergelopen stuk zwemt een Dodaars en foerageren Blauwe Reigers. Een Waterhoen zwemt onderlangs de oever van het haventje. leuk en onverwacht is de Goudvink die ik eerst alleen hoor en daarom nog wat ongelovig luister. Dan roept de vogel vaker en komt vlak erna langs me heen gevlogen, de Ooijpolder in verdwijnend.
Bij de visstrap check ik nog eens op IJsvogel en Grote Gele Kwikstaart, beiden hebben waarschijnlijk een betere plek en laten zich niet zien of horen. Op het Meertje langs de Dykgraaf van Wyckweg zwemmen drie Knobbelzwanen, twee volwassen met hun jong. In een half omgevallen rietkraag tegen het Zwanenbroekje aan staan op gepaste afstand van elkaar drie Grote Zilvereigers hun schouders op te halen. Deze normaal vrij alerte vogels zitten nu slechts gescheiden door een vier meter brede watergang gescheiden vlak voor me. Hun in elkaar gedoken houding zal niet zonder reden zijn. Ter hoogte van Persingen zitten vijf Aalscholvers op het Meertje. Net de hoek Sint Hubertusweg opgedraaid zie ik bekende gezichten aan komen lopen:Harvey van Diek en zijn vriendin.
De beste wensen voor het nieuwe jaar worden aangevuld door Harvey met een 'heb je m'n sms nog gekregen?'. 'Huh?'. 'Daarzo zit een Roodhalsgans tussen de ganzen', wijzend naar een groep ganzen in de verte, 'ik heb net een Mouriksms-alert verstuurd', Een kleine honderd meter verderop zie ik de groep lopen. In gedachte kijk ik al naar een prachtexemplaar, rustig tussen de ganzen door schuivelend. 'Hij zat vrij ver achteraan'. Mijn telefoon laat een geel ongeopend sms-envelopje zien. 'Stond nog op stil', moet ik bekennen. Wat een geluk zeg dat ik ze tegen het lijf loop! We praten het één en ander bij over ons 'VWG Nijmegen jaaroverzicht 2009-project', terwijl ik met een schuin oog de groep ganzen in de gaten hou. Harvey krijgt nog, terwijl hij verder loopt, mijn tip van de Grote Zilverreigers mee en ik fiets naar de ganzen.
Ik verwacht een 'inkoppertje', maar als langzaam tien minuten een kwartier wordt, en deze langzaam doortikt naar twintig minuten, en ik nog steeds geen Roodhalsgans in beeld heb begin ik 'm toch ietwat te knijpen. Hij zal toch niet tussen die stipjes hebben gezeten, die ik zojuist vanuit mijn ooghoek zag wegvliegen? Dan plopt ineens een rode nek mijn beeld binnen: pfoei! Wat zijn te toch klein zo tussen de Brand- en Kolganzen! Even snel als ik 'm vond, verdween ie ook weer. Gelukkig ging terugvinden nu vrij makkelijk, zodat ik de net gearriveerde Jan Jacobs kan uitleggen waar ie loopt. Heel even meende ik een witte ring te zien, later kom ik er achter dat dit sneeuw is, wat wordt meegeschept tijdens het foerageren: ook de brandganzen hebben om hun zwarte poten 'witte ringetjes'. De door de sms gealarmeerde Bram Ubels en Jeroen Veeken krijgen de vogel op een presenteerblaadje, de van niets wetende Minne Feenstra, Kris Joosten en Peter van Beers maken een stop vanwege de vogelaars en kunnen ook zo aanschuiven. Harvey en Anne-marie komen later aangewandeld langs sloot en 'buurten' gezellig mee.
Het wordt een gezellig kwek-uurtje. Jan Jacobs meldt dat vandaag bij de Kraaijenbergse Plassen een Zeearend is gezien, wat er voor zorgt dat mijn ogen vaak op de lucht zijn gericht. Dit levert m'n eerste overvliegende Wulp op en de roepende Geelgors ontgaat ook niet. De waarneming van een zuidwaarts vliegende Veldleeuwerik krijgt een rare draai als Harvey verteld dat hij nog een zuidelijk trekkende Boomleeuwerik iets verderop had. Een goede soort voor begin januari! Toch kunnen wij van de gehoorde Veldleeuwerik onmogelijk iets anders brouwen. Na een tijd gaat ieders weer z'n weg, ik fiets nog een stukje door, wat een Rietgors op mijn 'local patch', een braakliggend terrein langs de Hubertusweg, oplevert. Ik sla rechts de Leuthsestraat richting Wercheren in, om te checken of er nog ganzen langs de Kerkdijk lopen. Alleen in de hoek met de Thornsestraat scharrelt een groep Kolganzen, waar de vijftien Patrijzen zich pardoes tussen laten vallen nadat ze geschrokken van mij waren opgevlogen.
Langs Ooijsche Graaf en door Leuth fiets ik verder. Aan de Zeelandsestraat foerageren zo'n slordige 5000 Kolganzen, hoewel dit nog wel eens onderschat kan zijn. Er tussen een tiental Brandganzen en zo'n veertig Toendrarietganzen. Plompe beige vogeltjes vliegen in de verte van me af, de witte vleugelachterrand verraad dat het Veldleeuweriken zijn. Aan de Spaldropweg lopen m'n eerste twee Roeken in een wei, twee Grote Lijsters laten hun ratelende roep horen. Ach, ik ben er nu toch bijna: ik kan ook nog wel even door de Millingerwaard. Kijken of er Ransuilen op de roestplaats zitten en wie weet een Klapekster. Bij de ingang de waard in hoor ik m'n eerste Boomklever. Kort hoor ik de zang van een Grote Lijster bij de kerk van Kekerdom.
Op de grote plas zwemmen drie Brilduikers, een vrouw Grote Zaagbek en vliegt een Waterpieper langs. Het licht begint nu toch wat te dimmen en de gedachte niet op de Kaliwaal te hebben kunnen kijken zorgen er voor dat ik even stevig doorfiets. Op een boerderij binnendijks zit de Steenuil weer op z'n vaste stek, een Havik scheert laag over de Kaliwaal. De waard tussen de Erlecomse Waard en de Kaliwaal staat nu ook half onder water. Hierop foerageren Pijlstaarten, Tafeleenden, Smienten, Wintertalingen een Ooievaar en minimaal één Kievit. Voldaan met dit resultaat fiets ik langzaam verder. Ter hoogte van Erlecom zie ik puntjes opde Waal drijven. De gedachte een Eider te willen ontdekken doet me de telescoop opzetten. Niet verrassend is de vaststelling dat het om meedrijvende Stormmeeuwen gaat. Wél verrassend is de mooi getekende man Slobeend die met hoge snelheid door een roerige Waal wordt meegevoerd. Een prachtig gezicht!
Vlakbij de Bisonbaai vliegt een Grote Mantelmeeuw langs, de Bisonbaai laat in de schemer alleen een grote bende meeuwen zien. Ik besluit door te fietsen en langs de Zwarteweg bij Tiengeboden te gaan, luisteren of er misschien Baardmannetjes zitten. Het enige wat zich mooi laat horen is een zingende Spreeuw bij de Vlietberg. Lekker doorkleumd en de fijne constatering dat dit weer zo'n fietstocht a la 'daar kan ik ook nog wel heen' was, glibber ik over Nijmeegse binnendoorweggetjes op huis aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten