maandag 1 juni 2009

Roodmus in de Millingerwaard

De ervaring met Roodmussen is dat ze urenlang de snavel kunnen houden én soms zelfs snel weg kunnen zijn. De frustratie van een dip vorig jaar van deze soort bij de Bisonbaai in de Ooijpolder had z'n sporen nog wel nagelaten merkte ik vanochtend, toen rond tien voor elf een telefoontje van Harvey van Diek liet horen dat er 's ochtends rond half zeven een Roodmus was gehoord en gezien en zelfs gefotografeerd in de zuidelijke Groenlanden in de Ooijpolder. Rustig giet ik zelfs eerst twee koppen koffie naar binnen en pas rond half twaalf vertrek ik loom richting de Hezelstraat waar de vogel was gemeld.

Langs de Hezelstraat is het stil, op de gebruikelijke rietvogels na dan. Ik parkeer de fiets in de berm en na eerst wat heen en weer te hebben gelopen begin ik de sprinkhanen in de berm eens nader te onderzoeken. Mocht de Roodmus zingen, dan hoor ik 'm wel was de gedachte. Een kwartier later komt Jan Hartog met z'n vrouw aangereden en vrijwel gelijktijdig komt ook Erik van Winden in langzame tred aangefietst. Gezamenlijk staan we een kwartiertje te kletsen, als ik om de één of andere reden m'n telefoon pak en zie dat Peter Hoppenbrouwers had gebeld. Vrijwel gelijk daarna krijg ik een sms van Bram Aarts dat Peter zojuist in de Millingerwaard een adult mannetje Roodmus heeft ontdekt! Ik bel Peter weer op en hoor precies waar hij de vogel heeft ontdekt.

Erik gaat op de fiets, ik parkeer de mijne op slot tegen een weidepaal en stap bij Jan in de auto. Onderweg licht ik alvast verschillende mensen in dat er nu een Roodmus in de Millingerwaard zit. Op de dijk bij de Waiboerweg bij de Millingerwaard bel ik Harvey om ook hem in te lichten, hij blijkt er echter al te staan en heeft hem nu zelfs zingend. Of ik het door de telefoon wilde horen...Ik zie Harvey practisch verderop staan en krijg het daarom ook op m'n heupen. 'Laat maar' zeg ik, in de verwachting dat ik 'm zo écht live zou horen. Halverwege de Waiboerweg parkeert Jan de auto en snel loop ik door de ruige vlakte naar de plek waar Harvey staat, ondertussen voor lief nemend dat distels en brandnetels langs m'n blote benen hun sporen achter laten en al lopend informeer ik Arjen Poelmans over de exacte locatie, omdat ook hij weer telefoontjes krijgt over de plek.

Peter Hoppenbrouwers loopt ook nog op de plek rond, evenals een club NJNers zo te zien, ik loop door naar Harvey die iets verderop langs de wilgen schuifelt. Had hij 'm echt nog maar een kleine twee minuten geleden zingend, nu is het stil. Ik zie al weer een bekend 'nét weg'scenario zich ontwikkelen, terwijl vijf minuten later ook Erik van Winden komt aangespurt. Angstvallig stil. Harvey moet er weer vandoor, en Peter struint weer verder, op zoek naar libellen waar hij tijdens de ontdekking van de Roodmus ook mee bezig was. Wij geven het nog niet op. Na een klein uurtje moet ook Jan Hartog weg, ik gok er op dat ik wel weer mee terug zou kunnen rijden met één van de mensen waarvan ik wist dat ze nu onderweg waren. Na allerlei telefonische routeondersteuning komen iets later ook de andere gealarmeerde mensen aan. In plaats van een Roodmus worden er een Zomertortel, twee Visdieven, een Ooievaar, een Groenpootruiter en ander lokaal gevederd spul bij elkaar gesprokkeld. Even is er beroering als de vogel lijkt te zingen, later wordt dit afgedaan als een gekke zanglijsterstrofe of andere soort die even zin had in een pestgeintje. De zang die we nu hoorden is, zoals gewend van de Roodmus, niet echt helder en opvallend.

Een dik uur later houden de meeste mensen het voor gezien. Ik blijf achter met Erik, Aart en Henny Vink en Wim Jansen. Je weet nooit. We lopen wat rond, het gemis aan het bekende Roodmussengeluid 'pleasetomeetyou' laat het humeur wel enigzins in mineurstemming omslaan. Een foeragerende Visdief zorgt voor wat afleiding evenals een veulen van één van de paarden die te water is geraakt en niet direct weer op de kant kan komen. Ondertussen verteld Erik dat er bij de Bisonbaai zelfs een veulen van de 'wilde' paarden bij de Bisonbaai is gejat. Je moet maar zin hebben in zo'n wild beest aan huis.

Dan hoort Wim om iets over half vier ineens het 'pleasetomeetyou' van de Roodmus! En dit keer is het 'm, in tegenstelling tot het eerdere vage geluid wat we hoorden, wel echt, waanzinnig! Vrijwel direct hoort iedereen 'm en treedt er in de steeds verder dichttrekkende donkere lucht een grote opklaring op de gezichten van de aanwezigen op. Daarna krijgen we de vogel, wel wat moeizaam, ook in beeld. Het mannetje zit boven in een wilg die vol rupsenrag zit, het rood van de kop en borst steekt er mooi in af. Alsof tie voorover in een pot rode verf is gekukeld.

Al speurend bel ik ondertussen de vertrokken mensen weer op met deze heugelijke herontdekking, aan de andere kant zijn het ongeloof en bepaalde krachttermen goed te horen. De vogel zingt een kwartier uitbundig en ik heb goede hoop voor de mensen die nu alweer in de verte aan komen lopen en fietsen. Helaas, zo'n vijftig meter heeft de eerst arriverende vogelaar nog te gaan, als de vogel zijn snavel weer houdt. Nee hé! De stemming slaat weer om en we moeten zelfs schuilen onder een overhangende wilg voor een grote wolkbreuk inclusief enig dreigend gedonder. Aangekleed op een zomerse dag en de verwachting dat ik eigenlijk niet verder dan de Groenlanden zou gaan, sta ik daar in slechts gympen, een korte broek en een mouwloos hemdje. Hopend op een klein mirakeltje duik ik in mijn rugzak om zo een regenjas op te duikelen. Slechts juist het vest met het grootst absorberende vermogen van al mijn kleren ligt opgepropt onderin. Dan maar nat. Ik ben niet de enige in een zomerse outfit. Als de bui, die ons gelukkig slechts schampt, voorbij is gaan we weer op het pad langs het bos staan. Een aantal mensen geven nog een hal uur. Het wordt al later en er is ook nog een sociaal leven thuis. Het wordt spannend...

Een plompe vogel die in de top van de hoge raggende rupsenwilg gaat zitten trekt mijn aandacht. Met een 'hé, is dat 'm' waarschuw ik de rest. Ik kan nog niet snel iets weer vinden, maar zie dan ineens de rode borst van de Roodmus. Is tie weer! en gelukkig wat sneller dan eerder op de middag. Hij laat nu ook weer volop z'n prachtige zang. De blijdschap bij de mensen straalt van de gezichten. Voor de meeste mensen is het een nieuwe soort voor de provincie Gelderland, zelfs voor Aart Vink met inmiddels een respectabele lijst. Vlak voor mensen wilden vertrekken komt de vogel toch gelukkig boven wilg. En hoe! Vrijwel vrij zittend foerageert de vogel in het wilgenrupsenpluis, druk er door heen wroetend en af en toe zingend. Als tie ook nog eens op zo'n dertig meter vrij voor ons komt zitten kan de dag helemaal niet meer stuk. In de telescoop kan ik de verrichtingen van man goed volgen en probeer enige fotootjes te maken. Ook maak ik wat geluidsopnames. Dan vliegt de vogel oostwaarts het open veld in. Zou hij vertrekken? De meeste mensen gaan nu voor de tweede keer weg. En ik kan, zoals gegokt, een lift van Reinoud Vermoolen en Robert Keizer krijgen. Even later maak ik aan de Hezelstraat het slot los van m'n fiets en bel naar huis: ik kom er aan en heb zin in pannenkoeken. Gelukkig lees ik later op Waarneming.nl dat toch weer de oude plek is betrokken, hopelijk blijft deze schitterende soort nog even hangen. Maar dat zal waarschijnlijk niet zo zijn. Dit was de eerste twitchbare Roodmus voor Gelderland. En ook dat ging bijna niet door als we niet zo lang waren blijven hangen. Pfoei!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten