zondag 14 juni 2009

Landelijk vogelen

Kanonne, wat is zeven uur vroeg als je de avond er voor een groot huisfeest hebt gehad. Geert Lamers en Bram Ubels staan voor de deur als ik een natte lap over m'n hoofd haal, m'n spullen bij elkaar raap en in de auto stap. Terwijl ik me naar de bodem van een grote mok meegenomen koffie werk, maak ik me op voor een lange dag vogelen door het land met een uitgebreid programma. Onderweg naar onze eerste stop miezert het soms, het uitstappen op de Hogedijk bij het gehucht Noorden bij de Nieuwkoopse Plassen hoeft gelukkig niet in regenpak. Heb ik niet eens bij me kom ik achter. Hier scharrelen in het natuurgebied de Groene Jonker al een paar dagen een stel Kleinst Waterhoentjes die zich ongekend mooi laten bekijken. We blijken niet de eersten: netjes opgesteld langs een inmiddels gespannen afzetting staat een ontspannen rijtje vogelaars en ook her en der in het veld hangen groepjes rond. We parkeren onze auto achter de rest en lopen het dijkje af om ons onderaan an te sluiten bij de rest. Al snel gaan wijzende vingertjes naar voren en schieten we er op af.

Wat ik dan te zien krijg grenst niet eens tegen het ongelofelijke, het is gewoon verpletterend onvoorstelbaar. Op slechts een paar meter voor ons, in een pitrusveld, schieten twee Kleinst Waterhoentjes over de beplanting heen. Dit is gewoon niet te filmen (lukte overigens ook bijna niet vanwege de snelheid van de beestjes). Van ongekende schoonheid scharrelen twee vuistdikke ralletjes tussen en over het pitrus heen en weer. Bram wijst ondertussen een nieuwe jaarsoort voor me aan: een Purperreiger flapt rustig over ons heen. Even later speert een Boomvalk laag over. We maken een uitstapje naar twee Porseleinhoentjes die iets verderop over het slik heen en weer rennen en nemen nog even een Geoorde Fuut mee voor de daglijst. Als het begint te regenen besluiten we door te gaan naar ons volgende doel, de zingende Iberische Tjiftjaf die in Haarlem verblijft.

TomTom navigeert ons moeiteloos naar deze locatie, als we aankomen blijkt het laatste stukje route toch nog wat moeilijk te zijn. We zijn aanbeland in één of andere seniorenwijk en aanvullende informatie hoe precies bij de Iberische Tjif te komen is handig, waarop ik Alwin Borhem bel, die er al is geweest, voor enkele aanwijzingen. Hij spreekt over een 'hoge boom' en een 'oud gebouw'. Nu staan er meerdere hoge bomen en parkeren daarom de auto en gaan aan de wandel. In de verte zien we wel een wit bruggetje, waar het in de buurt zou moeten zijn. We lopen over een paadje en passeren een gebouw waar een jaartal uit 18 zoveel opstaat. Ah, het 'oude gebouw'. Nu komen we ook op het pad langs een sloot terecht, en eveneens de drie witte bruggetjes liggen waar de hele tijd naar verwezen wordt. De vogel moet ergens tussen de tweede en derde zitten. Vanuit het aan de overkant van de sloot liggende bos hoor ik ineens de Iberische Tjiftjaf zingen en ook Geert en Bram pikken 'm op. De vogel laat zich een paar keer horen en houdt dan z'n snavel. Dat was het. Maar 'horen is scoren'.

Via wat bochtenwerk om Schiphol heen komen we terecht op een parkeerplaats waar het barst van de auto's met buitenlands kenteken, één of ander internationaal voetbaltoernooi is op de sportvelden ernaast aan de gang. We zijn bij de Osdorper Binnenpolder aangekomen en hopen de hier al lange tijd verblijvende Poelruiter te zien. De vogel werd zelfs baltsend gezien. Aan het begin ligt in de polder in een perceel al een slikveld, deze is helaas leeg. We lopen over het fietspad heen en weer, maar lijken het zonder Poelruiter te moeten doen. Een passerende vogelaar geeft aanwijzingen waar de vogel vaak verblijft, doch ook deze slikrand is door hoog water onder gelopen. Vanaf een hogere positie, het dak van een informatiebord, wordt de polder afgescand. Een Kleine Plevier en een tweetal Lepelaars lijken het hoogtepunt te gaan worden. Na verloop van tijd geven we het op en lopen op de auto aan, die ons later naar het nooit eerder van gehoorde gehucht Nietap in Drenthe zal brengen.

Zo sta je bij een sportveld in Amsterdam, zo zit je na een tocht van zo'n anderhalf uur in het Drenthse landschap en parkeer je de auto langs de weg in een mooie bosrijke omgeving. Verwachtingsvol lopen we door een laan ('verboden voor ruiters') en slaan na een mooi landelijk gelegen en ietwat verborgen huis rechtsaf een paadje in, waarlangs een kapvlakte ligt. Hier zou het moeten gebeuren: de plek waar de Krekelzanger zit. We treffen drie mensen aan, een vogelaarster en een moeder met een jonge vogelende zoon, die mogelijk de Krekelzanger horen. Ze staan echter naar een nest jonge Grote bonte spechten te luisteren, waar we ze fijntjes op wijzen. We kletsen wat en lopen heen en weer langs de vlakte, waar al wat opgeschoten boompjes en struiken staan. Dan slaat ineens een harde naaimachine aan en kan ik een lichte rilling niet tegenhouden. Wat een onzettend mooi geluid heeft de Krekelzanger! Al snel vind ik de vogel, zittend op een dode uitstekende tak van een struik. Wat een beautie! Tussen het zingen door zit de vogel loom, als een soort mini luie Koekoek, met knipperende oogjes om zich heen te kijken. Af en toe gaat de blik steels schuin omhoog naar enkele rondvliegende Buizerds.

De show duurt een flink aantal minuten en dan heeft de vogel er genoeg van. Schiet van z'n tak, om vervolgens te zwijgen. Het feit dat ik lichtelijk ontdaan ben van de schoonheid van deze vogel zou ook mede kunnen komen door het feit dat het een nieuwe soort (nr 351) in Nederland voor me is. Moeder en zoon gaan richting een Roodkopklauwier die een half uur rijden verderop al een paar keer is gezien, wij gaan een half uur de andere kant op, kijken of het lukt de Buidelmees bij het Lauwersmeer te zien, wat vandaag de derde nieuwe soort in Nederland voor Geert zou zijn. Op aanwijzing van Bram, die de plek van een nest weet, parkeren we de auto aan de zuidkant van het Lauwersmeer en lopen naar de plek. Op de eerste plek lijkt het nest verdwenen, maar enkele tientallen meters verder hangt bungelend in de wind aan een twijg het knappe stukje nestbouw van de Buidelmees: een bolletje met een slurf aan de zijkant hangt hoog in de wilgen. Maar zou de vogel nog nestelen in dit pluizige huisje? De vraag wordt snel beantwoord als een mannetje aan komt vliegen en de jongen, luid bedelend, voorziet van de nodige bouwstoffen. Even later komt ook het vrouwtje langs en na een paar voedselvluchten bekeken te hebben gaan we er vandoor, om een uur weer de andere kant op te rijden. Op naar Drenthe.

We mogen zo te lezen aan de borden, niet verder met de auto en wandelen daarom over de Schipborgerweg, een zandweg bij het Drenthse Gasteren, die naar een heideveld in de Gasterense Duinen leidt. Hier werd, zoals eerder gezegd, al een paar keer een man Roodkopklauwier waargenomen, net als gisteren. Na een kilometer lopen komen we aan bij een heideveld met Schotse Hooglanders waar de klauwier gisteren nog werd gefotografeerd. Na een eerste scan pikt Bram al snel een geringde mooie adult zomerkleed man Grauwe Klauwier uit de struiken op het veld. Geelgorzen geven vlak voor onze neus een mooi concert weg. Heerlijk om hier te zijn. Maar we komen natuurlijk voor de Roodkopklauwier. Zo ook de vogelaars die later aan komen wandelen. Ondanks de aanwezige paren ogen laat de vogel zich niet vinden en zal ook niet meer gevonden worden.

Ondertussen is de middag overgegaan in de avond en moet er ook nog naar huis worden gereden. Omdat ik naar m'n vriendin, die al in Heeg in Friesland zit, moet om de volgende dag vroeg de boot naar Terschelling te kunnen nemen, laat ik me afzetten bij het treinstation in Meppel. Hier werken we eerst een voedzame avondsnack bij de patatkiosk weg om de knorrende maag van Geert tevreden te stellen en na afscheid stap ik in de trein. Nagenietend van een zeker 550 kilometer lange veldtocht langs vele nieuwe plekjes in Nederland voor me bedenk ik in de propvolle trein met een glimlach dat je als vogelaar nog eens ergens komt. Drie stations verder stap ik uit wederom een heerlijk avontuur.

1 opmerking:

  1. HAHA Remco mooi verhaal, alleen die 500 km maak er maar 700 van. Verder was het een onvergetelijke dag met veel mooie soorten. Oja de patat shaorma die was ook zeer lekker.

    Groet,

    Geert Lamers

    BeantwoordenVerwijderen