dinsdag 2 juni 2009

Pontje rondje

De slaap hangt nog half in m'n ooghoeken als half zeven 's ochtends in de Millingerwaard ik mezelf aantref. Gatver wat is het koud vergeleken met het toch wel schappelijke weer van gisteren. Gelukkig komt het vest met hoog absorptie vermogen, nog steeds in m'n rugzak, nu goed van pas, al heb ik zelfs al extra kleding aan. Gisteren was een erg sublieme dag met die droomsoort de Roodmus. Deze ochtend sta ik er weer om te checken of de vogel misschien heeft overnacht. In het betreffende wilgenbos zingt het ochtendorkest er lekker op los. Daar zijn ook de twee Groenlingen die gisteren bij de Roodmus rondhingen. Een Witte Kwikstaart vertrekt uit z'n slaapplek in de wilgen. Ik sta er zo'n drie kwartier. Het duo Kluten, die gisterochtend ook aanwezig waren, maar later vertrokken, kluunt nu weer langs de randen van de plas. Geen 'pleasetomeetyou' vandaag, waarschijnlijk was de vogel eerder uit z'n nest dan ik en vertrokken.

Aan de noordoostkant van de Millingerwaard, eigenlijk meer boven de Lobberdensche Waard, óver de Rijn dus, breken stralen zon door het grauwe dichte dek. M'n gedachten zinspelen er dan ook op om vandaag de oversteek met het pontje naar het 'Arnhemse' te maken en de Jezuïetenwaay te bezoeken. Ach, waarom ook niet. Via kleine paadjes ga ik aan de zuidoostkant, achter het Millingerhof, de Millingerwaard uit en sla links de dijk op. Iets verder, ter hoogte van een ontzettend kitscherige villa, vliegt een Groene Specht van de dijk en parkeert in de tuin. Holenduiven vliegen her en der eveneens dijkafwaarts, in de ruigtes zingen verscheidene Bosrietzangers.

Het informatiebord bij het pontje geeft aan dat deze pas om acht uur de eerste oversteek gaat maken. Ik moet dus een half uur wachten. Het weer dichtrekkende wolkendek laat me twijfelen. Wel of niet over gaan? Over het fietspad op de dijk rij ik naar het oosten, eens kijken hoe het er hier uit ziet. Een Boomkruiper roept vanuit een bosje, bosjes Bosrietzangers zitten buitendijks. Als ik over een veerooster dribbel zit ik in Duitsland. Ben ik ook nog even in het buitenland geweest. Om de eerste afvaart niet te missen draai ik om en fiets langzaam terug. Een kwartier is pas weggetikt, de twijfel blijft net als het wolkendek hangen. Nog maar eens langs de scheepswerf. Dit levert een Zwarte Roodstaart op. Bij het wegfietsen zag ik de schipper de pont al opstarten, nog heel even dus. Voorbij de scheepswerf draai ik voor de tweede keer om en krijg nu redelijk het heen en weer. Bij terugkomst kan ik zo de pont oprijden. Als ik toch al het heen en weer heb...

Aan de overkant word ik gelijk verwelkomt door een baltsende Kleine Plevier op een kiezelstrandje bij de aanmeerplaats van de pont. In een Twee Visdieven vliegen vanaf de Waal de Lobberdensche Waard in. Ter hoogte van een klein sluisje langs de Bijlandseweg zingt een Nachtegaal, verderop wordt het stokje overgenomen door de Zwarte Roodstaart bij de steenfabriek en zingt broertje de Gekraagde Roodstaart bij een huis op de hoek Kijfwaard/Lobberdense Weg. En dit alles gebeurd bij een inmiddels stevig doorbrekend zonnetje!
Door de Kijfwaard heen fietsend denk ik bij het zien van de plas links van me aan de IJsduiker die ik hier op 31 maart 2008 mooi kon bekijken (zie http://remcowester.blogspot.com/2008/03/ijsduiker-kijfwaard.html). Aan het eind steek ik links de Rijndijk op. Een kolonie Aalscholvers zit in de wilgen, een mooi gezicht al die bedrijvigheid. Waarom hebben wij dat nuniet in ons werkgebied. Bij de Doornenburgseweg sla ik rechts het dorp Pannerden weer in. In een graanveld direct langs de dijk zingt een Gele Kwikstaart. In Pannerden weer links de Hoogeweg in, die over gaat in De Berghoofdscheweg. Vlugger dan gedacht sta ik bij de brug bij het rietmoeras van de Oude Waal. En hoor gelijk de Grote Karekiet vlak voor me zingen. Op zo'n vijftig meter zit een mannetje boven in het riet z'n krakende best te doen. Af en toe duikt de man naar beneden, om dan verderop al zingend weer omhoog te kruipen. Wat een schitterend gezicht en geluid. Ik blijf zo'n half uur staan om te genieten. Pendelende Zwarte Sterns, al dan niet met vis in de snavel, laten luidkeels aan het thuisfront horen dat ze er aan komen. En terwijl een vrouwtje Tafeleend snel het riet in schiet, probeert het mannetje vliegend mijn afleiding te regelen. Een Koekoek kruist de weg, op zoek naar nieuwe nestjes om eieren te kunnen droppen.

Na iets doorfietsen en ondertussen links de dijk De Oliemolen genomen te hebben, hoor ik een Spotvogel bij een boerderij. Links ontvouwt de Jezuïtenwaay zich prachtig voor me uit. Langs het pad naar de hut 'Zwarte Stern' zingt een tweede Spotvogel. Vanuit de kijkhut kan ik mooi de Zwarte Sterns op de vlotjes bekijken. Een tweede Grote Karekiet laat kort maar duidelijk z'n zang tegenover de hut horen. Ik loop iets terug richting dijk om halverwege langs een paadje schuifelen, de oren gespitst op verdachte geluidjes. Naast een zingende Blauwborst komt vanuit het riet het bekende 'ping'geluid van de Baardman. Al snel baant een prachtig mannetje zich een weg over een rietstengel omhoog en geeft een mooie show weg. Vlak erna duikt de vogel naar beneden om een tiental meters verderop nogmaals de show te stelen en verdwijnt dan het gebied in.

Terug op de dijk bij de waay tref ik Harry Woesthuis van Staatsbosbeheer, die een rondje met de auto aan het maken is. Theorie en praktijk 'maaibeheer' moeten enigzins overeenkomen, hij maakt daarom een veldrondje langs de te maaien percelen. We maken een praatje waarna ik naar Pannerden fiets, om daar het pontje naar Doornenburg te pakken. Langzaam trap ik over de dijk naar Nijmegen. Onderweg zingen op verschillende plekken Braamsluipers. Zowat elke steenfabriek die ik passeer heeft z'n eigen zingende Zwarte Roodstaart. Vanaf de Waaldijk in de Gentdse Polder pluk ik Geelpoot, Storm, Kleine Mantel en Zilvermeeuwen van het strandje bij de Erlecomse Waard. Alarmerende Grote bonte spechten wijzen een Boomvalk aan die laag over komt. Een flinke groep Aalscholvers bevolkt de oever van een plas.

Terug op de Waaldijk rol ik verderop voorzichtig een hobbelig en stenig zandpad de Bemmelse Polder in. Een Koekoek roept vanuit de wilgen. Bij een achteraf plasje zitten zo'n 17 Tureluurs, vier Kleine Plevieren en een zwik Bergeenden. Twee alarmerende Nachtegalen lijken een nest langs het pad aan te duiden, aan de andere zijde van de steenfabriek, langs de dijk, is een mannetje nog fanatiek aan het zingen. Op de Defensiedijk in de Ambtswaard zie ik tot m'n grote verbazing ineens twee bolletjes, vanaover de Waal, vrijwel recht op me afkomen. Roepend ploft een Boomklever in een boom. De ander vliegt door. Wat een maf gezicht! En leuk voor deze locatie. Grutto's houden me vanaf de weidepaaltjes in de gaten, Gele Kwikstaarten en een Roodborsttapuit zingen langs de dijk, een man Torenvalk zit in de slotfase van z'n bidvlucht en hangt nog slechts anderhalve meter boven de grond. Plof.

Dan slaat de trek toe en wil ik eten. Wat ik niet bij me heb. Het is rond half één en in de Lentse Waard is het rustig. Daarom fiets ik direct op m'n lunch thuis aan. Ben ondertussen ook stiekum alweer acht uur op pad. En mogelijk twee pondjes lichter, maar ook twee pontjes rijker. Heerlijk!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten