zaterdag 3 november 2007

Als de Düffel met je speelt

Vandaag met Jan Hartog naar de Bislicher Insel bij Xanten getoerd, om te kijken of we de daar gemelde Zeearend en Koereiger door de kijker konden krijgen. Helaas. Maar het werd wél een adembenemende tocht. We hebben nu zo'n licht vermoeden waar de Casarca's vandaan kunnen komen. Langs de Eylander Weg troffen we in een strang een 'paar' Casarca's aan. Om precieser te zijn ongeveer 57!! De vogels zaten bij elkaar in een strang en gaf een onnatuurlijk beeld. Dit gebied ligt hemelsbreed niet zo ver van ons vandaan....
In de Xantener Altrhein, zoals het hele Naturschutzgebiet eigenlijk heet, was het verder 'rustig'. Een vrouwtje Brilduiker zwom bij wat Kuifeenden, drie IJsvogels riepen wat rond en aardig wat Kolganzen en enkele Toendrarietganzen foerageerden in de weilanden. Tuurlijk mochten Grote Zilverreigers niet ontbreken, zodat we er twee noteerden en miechelde het er van de Buizerds.Via allerlei binnendoorweggetjes geprobeerd richting Griethausen te rijden. Ging een tijd leuk, het uiteindelijk steeds vaker doodlopende weggetjes inrijden besloot ons toch maar om te rijden. Bij de Xantener Südsee namen we nog eens zes Casarca's mee die op een zandplaat stonden.Onderweg viel ons al op dat er érg veel Buizerds in de weilanden vertoefden. Een beetje wei telde er al twee of drie. Vraag niet hoe, maar al terug rijdend belandden we op de 'Dingdung' (géwéldige straatnaam) bij keeken. In de hoek Dieverweg/Dingdung stonden zo'n 1500 ganzen aan de grond. Ik kon er snel een tiental Toendrarietganzen uithalen, een aantal knallen zorgde er voor dat alles de lucht in ging. Iets verderop verzamelden ze zich weer op een akker. De groep bestond uit Grauwe Ganzen, Kolganzen en zo'n veertig Toendrarietganzen. De groep was erg schichtig, maar liet zich redelijk bekijken.Op de hoek Grünerweg/Millinger Strasse wisten we niet waar we moesten kijken. Op één weilandje werden al zo'n 37 Buizerds geteld! Een snelle telling in alle weilanden er om heen leverde ook nog eens zo'n aantal op. En dan denk ik dat we er nog vele hebben gemist. Ik heb nog nooit zo'n aantal Buizerds op zo'n klein stukje gezien, een waar schouwspel!

Net om de hoek, de Millinger Strasse opgereden, ontwaar ik achter me ineens een groep Grote Zilverreigers in vlucht. Jan en ik tellen er 16 en we kijken waar de groep heen vliegt. We besluiten de groep achterna te gaan, maar nauwelijks verder al staat een weiland vol met witte puntjes. In een weiland langs een sloot, precies op de splitsing Mehrer Strass en Nieler Strasse tellen we later ongeveer 41 vogels bij elkaar. Door slootjes en bosjes is het mogelijk dat we er wat gemist hebben. Langs de sloot is een IJsvogel vanaf een weidepaal z'n stootduiken voor een avondmaal aan het uitvoeren en een Waterpieper 'riest' rond.Een snelle blik in de spar in Niel leert dat hier nog geen Ransuilen aanwezig zijn, en nog in gedachte met een 'goh, laten we eens kijken of er ook Zillies tussen Zyfflich en Niel zitten', rijden we niet veel later op het Muhleneind al tegen een groep van negen aan. De teller voor de Düffelt staat nu op 50 vogels. Via Zyfflich, grenskantoor en Sint Hubertusweg rijden we naar de Kaliwaal. Het weer is goed mistroostig en kent een hoog luchtvochtigheidsgehalte. Een wit puntje op de Kali blijkt nu een Anser Unox te zijn, helaas. Een Geelpootmeeuw is bezig een vis te ontleden, gadegeslagen door een adult Grote mantelmeeuw. Een juveniele versie kan z'n draai niet vinden en vliegt wat rond boven de grote plas. En dan vliegt dantoch nummer 51 over, traag flapt de zilverreiger richting Leuth, blijkbaar op weg naar brüder und schwester. De Bisonbaai is even grauw, maar nummer 52 foerageert in de strang langs de weg. Niet veel later komt vanuit zuid nummer 53 boven de Groenlanden aangevlogen en draait boven de Langstraat wat rondjes.Voor Tiengeboden kwam de Baardman-waarneming van Jolanda Wannet ter sprake,we doen een poging. Nauwelijks drie minuten uit de auto hoor ik al een duidelijk 'ping'. Hóp, zo in de schoot geworpen! Helaas mist Jan 'm net, maar de vogel doet nog een duidelijke eenmalige toegift, wat voor Jan een nieuwe regiosoort inhoudt, en houdt zich daarna weer lang stil. De Waterpieperroep kan weer even geoefend worden, daarna is het tijd om verder te gaan, en bij de Oude Waal schroeven 1,2, nog eens twee en 1 Grote Zilverreiger het aantal van vandaag op naar 59. (eigenlijk 61, maar de eersten zaten buiten het werkgebied)Negen wintertalingen, een groep Kokmeeuwen en een roepende IJsvogel sluiten uiteindelijk een zeer geslaagde dag af. Geen Koereiger of Zeearend, maar voor mij een tocht door nieuw gebied met wonderbaarlijke aantallen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten