zondag 2 juni 2013

Ontwijking van een grote klap, voltreffer met een Kleine klap!

Het uitspreken van 'reactiesnelheid' telt meer seconden dan de flitsreactie waarin z´n voet van de rechter naar het middelste pedaal knalt. Met een flinke douw gaat de rem diep omlaag en letterlijk op een lange haar na wordt een grote klap op de reis naar de Kleine voorkomen. Het lange op het wegdek getrokken zwarte rubberspoor symboliseert figuurlijk een streep onder bijna een voortijdig einde naar een excursie in de Elsgeesterpolder. 


De hele reis gaat voorspoedig als we na een anderhalf uur op de Leidsevaart bij Sassenheim-zuid file rijdend de laatste kilometers naar ons eindpunt moeten. Met nog een kleine zeven kilometer voor de boeg en de wetenschap dat onze doelsoort zojuist nog is gemeld, maken we ons niet druk over de afloop en beppen ons de langzaam rijdende file door. Net te laat wordt opgemerkt dat de auto voor ons stilstaat, waardoor Joost, ongelofelijk in een juiste reflex, ineens op de rem hangt. Een paar grapjassen hebben bij een zijweg hun auto in de berm gezet, een aantal anderen keren in de zijstraat en willen terug onze weg op. Met het hart in de keel overzien we de situatie, dat was ternauwernood. Maar het is nog niet voorbij: blij dat een klap vóór ons is voorkomen zoekt m'n hart weer de keel op wanneer piepende remmen áchter ons snel luider worden. Het uitblijven van een klap, en alleen een motorkap in de achteruitkijkspiegel, maken duidelijk dat dit voor de tweede keer naadje was. 

In de vroege avond van 30 mei ontdekte Ab van Steenvoorden bij een kwekerij langs de Elsgeesterweg bij Voorhout een prachtig adult zomerkleed mannetje Kleine Klapekster, een zeldzame klauwier in Nederland. Doorgaans zijn dit soort zeldzaamheden vaak de volgende dag al weer vertrokken. Tot verbazing van velen blijkt de volgende ochtend de klauwier nog steeds aanwezig en zelfs te zingen!. Als ook de dag er na de klauwier nog rondhangt begint het me te jeuken. Want in dit kleed worden ze niet heel vaak gevonden. Daarbij laat zich sinds 27 mei op het 'Landje van Gruiters' bij Spaarndam een fraaie Terekruiter van dichtbij bekijken. In het Arnhemse worden dan ook plannen gesmeed om naar het westen af te reizen. 
Een aantal mensen wil om half zes al vertrekken. Dit is me te vroeg, mede ook door de zorg voor m'n kleine. Als Joost van Bruggen meld rond 12 uur te willen gaan klinkt dat een stuk gemoedelijker in m'n oren. Na enige berichten heen en weer met Joost reis ik met de trein naar Arnhem-zuid, waar hij me zal oppikken. Tegen half één laat ik weten klaar te staan. Een paar minuten na mij komt ook Matthias Koster aanlopen, hij gaat ook mee. De eerste berichten zijn goed, beide soorten zitten er nog. Alleen blijkt later dat een melding van de Terekruiter op DB-alerts foutief is: van gisteren. Vanochtend lijkt de vogel gevlogen, stiekem hoop ik dat ie gewoon nog niet is gevonden. De Kleine Klapekster heeft meer mijn aandacht, dit zou in tegenstelling tot de Terek wél een nieuwe soort voor me zijn. De bijna klap moet nog zakken als we tien minuten later op onze bestemming aankomen. 
Vanuit de auto zien we al een clubje mensen in het veld zitten. door te kijken waar zij naar kijken zie ik, nog rijdend, een grijs stipje op een vrijstaand paaltje zitten. Yessss, daar zit ie!! Rustig pakken we onze apparatuur, een plots vertrek van de klauwier wordt niet verwacht, en sluiten ons aan bij het groepje mensen in het veld. De Kleine Klapekster vult geheel mijn verwachting, helemaal omdat hij slechts zo'n veertig meter van ons af zit. Vanaf een aantal afrasteringspaaltjes maakt hij telkens uitvallen naar prooien. Het feest wordt nog groter wanneer een vrijstaand paaltje op z'n tien meter voor ons als uitvalsbasis genomen wordt. Zo de knetter, wat een juweeltje is dit toch! Totaal onbevreesd en ongegeneerd schiet de klauwier op ons af, een akkertje op, om een insect te verschalken. 
Af en toe gaat ie op een stokje in de akker zitten, zo een plaatje makend om nooit meer te vergeten. Daarna wordt het hogere paaltje weer opgezocht, vanaf waar nieuwe aanvallen worden ingezet. Ik ga helemaal op in het kijken en fotograferen, en maak zelfs nog een filmpjeNa een tijd vliegt de vogel weer naar de afrastering achterin, om daarna verder naar rechts te verdwijnen. Hij blijkt er een foerageerpatroon op na te houden, na een pauze op een hoger hek vliegt ie weer terug naar waar hij eerder vandaan kwam. Fraai is te zien hoe een hommel wordt gevangen en weggewerkt. Blijkbaar is de maag vol, hij vliegt naar de grond en pauzeert hier langere tijd. 
Wij zijn helemaal tevreden en kijken waar we nu heen zouden kunnen. De Terek blijkt écht weg, de keus valt op de Ronde Venen bij Utrecht, waar een Kleinst Waterhoen en Steltkluten zitten. Dat gaat 'm worden en we rijden een deel van de route heen ook weer terug: op de Leidsevaart toont een lange rubberen streep op het asfalt het minieme verschil tussen een grote en een Kleine Klap. Een klein uurtje na vertrek draaien we aan de Botsholsedwarsweg het parkeerplaatsje bij de Ronde Venen op. Op afstand ziet dit natuurgebied, eigenlijk Polder Groot-Mijdrecht geheten, er al veelbelovend uit. 
Het staren van een aantal vogelaars zo'n honderd meter verderop naar een groen gebiedje, in plaats van naar het vogelrijke plassengebied achter hun, laat me al weten waar het Kleinst Waterhoen moet romndhangen. Gelijk bij aankomst al horen het droge rateltje van dit zeldzame ralletje, onzichtbaar in de lage groene toelie zo'n tien meter voor ons. Heel soms laat de vogel zich zien als hij vooraan langs loopt, het is lekker weer, dus we gaan er dan ook eens rustig bij zitten.
Aan de andere kant van ons is genoeg te zien, ik vermaak me met het fotograferen van een paar Kluten met hun jongen. Ondertussen ratelt het Kleinst rustig door en op z'n tijd speur ik de randjes af om te kijken of die kleine blauwe rakker niet ergens stiekem voorbij sluipt. Met dit weer is het allemaal goed te doen. Na een half uur geloof ik het rateltje echter wel. De ral laat zich niet zien, en de aanwezigheid van een paar Steltkluten, en al het andere leuks zorgen dat ik aan de loop ga. De Steltkluten zijn snel gevonden, evenals Bontbekplevieren. Kluten, Grutto's, Smienten, Lepelaars en ga zo maar door. Ook Matthias en Joost komen er later aan, ik laat ze de Steltkluten zien en samen speuren we de rest af. 's Morgens waren er ook nog een Kleine en Temmincks Strandloper gezien, waar we nu eveneens naar uitkijken. Een wat roder getekend strandlopertje tussen de Bontbekjes laat zich net niet helemaal afmaken: Kleine strandloper is de meest voor de hand liggende, maar afstand en een zinderende warme lucht zo vlak boven de grond zorgen voor een net niet zekere determinatie.
In m'n telescoop zie ik het mannetje Steltkluut opvliegen en op me af komen. Zodra ik me opricht ben ik 'm kwijt. Waar is die nou gebleven? Dan blijkt hij vlak langs het pad te foerageren, en hij maakt het feest helemaal compleet door vlak er na pal voor ons helemaal vrij te gaan foerageren. Mooi is te zien hoe hij buigend door z'n lange rode stelten met snelle bewegingen insecten van het wateroppervlak pikt. Mocht ik onlangs bij Arnhem al naar een fraai paartje van deze soort kijken, met de telescoop het idee hebben dat de vogel op een meter voor je loopt is natuurlijk overweldigend. 

We nemen dan ook onze tijd om te fotograferen, de ontdekking dat met mijn telefoon ook leuke filmpjes zijn te maken zorgen dat ik ook niet vergeet te filmenTussendoor vindt Joost de Kleine en Temmincks Strandloper weer, foeragerend in het groepje Bontbekplevieren waar we ze net niet in vonden. Een lichte toename in de bewolking tekent zich af, we wandelen rustig naar de auto en na nog een aantal keer het gebied met de telescoop gescand te hebben rijden we in een uur naar Station Arnhem-zuid. De trein van zeven uur brengt me naar Arnhem-centrum en tijdens de korte wandeling naar huis treft me toch de gedachte dat die bijna grote klap mogelijk geen Kleine klap zou hebben opgeleverd. De volgende dag blijkt de Kleine Klapekster vertrokken....Gelukkig eindelijk de soort gezien waar ik zo tegen op keek

Geen opmerkingen:

Een reactie posten