zaterdag 18 mei 2013

Ook vandaag weer blij met enig kleur op de hei!

Vanaf het eerste daglicht staat Ronald Stolk al op de Grote heide, in de hoop dat de Bijeneter van gister ergens is gaan slapen en terugkeert naar zijn foerageerplek van gisteren. Tegen zeven uur 's ochtends komt via Whatsapp zijn bericht bij de Arnhem Alert-groep binnen dat hij niks heeft gevonden. Nu is dit tijdstip ook wel redelijk vroeg, als je bedenkt dat Bijeneters van grote insecten zoals hommels en zo leven. En deze vliegen vaak pas beter als iets warmer is. Dat bleek toevallig gisterochtend ook bij een groep Bijeneters, die hadden overnacht bij Dronten. Ook daar kwamen ze niet direct bij het eerste licht tevoorschijn. Maar het werk roept, Ronald kan niet langer blijven.

De aandacht is al weer bij de dagelijkse gang van zaken, als om 8:24 het korte bericht 'Bijeneter zit er nog' op m'n telefoon verschijnt. 'Da's ruk voor Ronald' bedenk ik, gisteren op een paar minuten na gemist, nu weer. Het is en blijft de vraag of de vogel echt pas later is teruggekomen: hij blijkt namelijk nu op een andere plek, wel in de buurt maar een stukje zuidelijker, rond te hangen. En hoewel erg kleurrijk, zeker als tie stil zit maakt een lengte van circa 25 cm ook hem tot een naald in een dennenbos. Enig geluk in het spel van het terugvinden is dan ook altijd welkom. Ook de onduidelijkheid over de precieze plek waar vanochtend de vogel is gevonden, zorgt dat de gedachte heerst dat het om de plek van gisteren gaat.
Na de eerste melding deze ochtend blijft het een paar uur stil. Het is Aart Vink die -pas- om tien over twaalf de Bijeneter herontdekt en doorgeeft. En inderdaad, een paar honderd meter zuidelijker dan gisteren. Een deel met meer verspreid staande hoge Grove dennen aan de rand van de heide blijkt het nieuwe jachtgebied. Zodra rondgaat dat de vogel er gewoon nog rondhangt en wat de goede locatie is, komt de stroom 'twitchers', zelfs uit de rest van het land, op gang. Ook bij mij begint het toch weer te jeuken: gisteren de vogel al wel erg fraai en lang kunnen bekijken, vandaag werkt het weer beter mee: droog en iets zonniger. Ongetwijfeld zal dit meer actie dan de druilerigheid van gisteren opleveren. En hoe vaak is er nu de kans om rustig zo'n gave, kleurrijke en bepaald niet alledaagse soort vlak om de hoek te bezoeken. En even eerlijk wezen: natuurlijk vind ik het als 'ontdekker' ook gewoon leuk om te zien wat zo'n ontdekking teweeg brengt. Dus gaat een bericht naar Benny Voorn, die tien minuten later reageert met 'ja leuk, kom je zo oppikken'. En dat hij geen uren kan blijven, maar dat komt mij ook goed uit. Om half één rijden ook wij die kant uit, twintig minuten later horen we op de parkeerplaats de Zomertortel. En die apart zingende Bonte vliegenvanger net na het klaphek. 

We zijn nog maar net over de Delenseweg een klein stuk de open hei opgelopen, als een stipje hoog in de lucht schuin rechts voor ons de aandacht trekt. Vrijwel gelijk zie ik door de manier van vliegen dat het om een wouw gaat, de stille wens gaat naar een Zwarte, die heb ik nog niet dit jaar. Zodra in de telescoop een diepe vork in de staart zichtbaar wordt, is determinatie simpel: toch een Rode wouw. Hiervan staan er dit jaar al een aantal op m'n lijstje. Dit neemt ook niet weg dat ik de Rode wouw eigenlijk fraaier vind dan de Zwarte. Langzaam komt de rover steeds meer onze kant op, om uiteindelijk fraai vlak langs ons heen over het bos richting vliegveld Deelen te verdwijnen. Zelf ben ik net te laat met het pakken en goed instellen van mijn 'echte' camera voor leuke foto's, Benny schiet gelukkig wel een aardig plaatje. We vervolgen onze weg naar de plek van gister en zoeken dan naar de groep vogelaars die zich, volgens de melding van een vogelaar onderweg, er al hebben verzameld. 
De groep laat zich niet 1-2-3 vinden, een behulpzame vogelaar geeft gelukkig de handige laatste aanwijzing. Net achter een lichte glooiing in het terrein staat verspreid op het pad een tiental vogelaars met telescopen en camera teletoeters omhoog in de dennen te koekeloeren. Bij het aanlopen valt m'n oog al op een verdikt uiteinde van een verder smalle dode tak die uit een hoge den steekt. Het blijkt 'm ook te zijn. Voor de tweede dag vult het schitterende kleed van deze zeldzaamheid het beeld van m'n scoop. 
Ongetwijfeld door het betere weer, vooral omdat het droog is, maakt dat de Bijeneter vandaag een behoorlijk stuk spannender is om naar te kijken. Onregelmatig worden snelle uitvallen gemaakt, soms over behoorlijke afstanden, waarna -voor ons vaak onzichtbaar- iets uit de lucht wordt gesnapt. Hierna wordt in karakteristieke vlucht, zweven afgewisseld met snel flappende vleugels, en hele en halve cirkels draaiend, de uitkijkpost weer opgezocht. Met een aantal rake klappen linksom en rechtsom tegen de tak slaat hij de prooien in z'n snavel, voornamelijk hommels, verdoofd, of dood, en werkt ze met een paar snelle bewegingen naar binnen.
Het lukt, hoewel met enigszins schokkerig beeld, met telescoop en telefoon een filmpje van zo'n versnapering te maken. Wat me tot brainstormen aanzet hoe de telefoon schokvrij te fixeren tegen de telescoop. Daarna begint het speuren weer van voren af aan: met korte snelle kopbewegingen houdt de kleurige snaaiert strak het luchtruim om zich heen in de gaten. Van achter ons klinkt ineens een hoop herrie van het paartje Raven. Deze blijken een Havik hun gebied uit te bonjouren, vlak langs de Bijeneter maakt deze zich uit de vleugels. Eerst moest ik goed luisteren, omdat het vrij zacht was, uiteindelijk is goed horen dat de Bijeneter steeds actiever en duidelijker z'n pruu pruu laat horen. Vooral bij solitaire vogels kan dit twee dingen betekenen: of de vogel hoort soortgenoten, die hij probeert aan te trekken. Of de vogel maakt kenbaar naar anderen dat hij op het punt staat te vertrekken en vraagt wie er mee gaat. Aangezien er geen andere Bijeneters uit de lucht komen vallen vrees ik voor het laatste. Ondertussen gaan de snelle zwierige uitvallen gewoon door en komen er nog steeds vogelaars binnen druppelen.  
Voor ons begint de tijd te lopen om de afspraak met thuis te gaan halen, via een andere route lopen Benny en ik weer naar de auto. Op de heide gaat nog een mannetje Koekoek, leuk roepend vanuit een boom, op de bewijsplaat. Bijna bij de parkeerplaats zingt kort maar overduidelijk een man Wielewaal, een niet bepaald algemene soort in deze regio. Het gebeurd op z'n tijd ook wel eens dat een vogelaar een Wielewaal meent te horen, wat dan de heldere tonen van een zingende Merel op afstand blijkt te zijn. Ook ik trap hier op z'n tijd nog wel eens in en luister daarom altijd goed om zeker van de soort te zijn. Deze is gelukkig luid en duidelijk genoeg om de jaarlijst op te kunnen. Ook een aantal anderen hoorden vanochtend het dudeli-joo, bepaald uitbundig is deze zwartgele rakker niet echt. Een Fluiter laat kort vanuit het loofbos z'n stuiterende zang horen. 
Met zijn bericht aan de Arnhemse Alert-groep de derde poging tot het zien van de Bijeneter in te zetten, vertrekt Ronald half zes 's avonds vanuit z'n werk weer naar de hei. We wensen 'm succes. Helaas komt net iets te laat het bericht door dat om half vijf de Bijeneter luid roepend het luchtruim heeft gekozen, hoog naar het westen is verdwenen en niet terug is gekeerd. Een paar dagen later, 20 mei, voert iemand de waarneming in dat hij vandaag om 18u ongeveer vijf keer een Bijeneter heeft horen roepen boven het Deelensche Veld, wat ten westen van de Grote heide ligt....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten