Maandag 9 november. Stel een tangram voor van drie bij vier meter aan tafels en twaalf stoelen. In de muziekzaal c.q. vergaderzaal van ons kantoor ben ik met rechthoekig en trapezium gevormde tafels aan het stoeien, pogend er een enigzins weer ordentelijk gebeuren van te maken. En da's niet makkelijk met weinig speelvlak. Net op het moment dat ik de juiste vorm in mijn hoofd heb bedacht en uitwerk, blijken de lengtes van de tafels toch weer een net iets ander geheel te vormen. Alles kan weer op de schop. Buiten is het heiig. De bewolking ligt in een dik pak over Beek-Ubbergen en zet een ietwat aparte stemming neer. Mistroostig enerzijds, anderzijds straalt er ook iets vrolijks uit. De uitspraak 'huilen en lachen liggen vlabij elkaar' wordt fraai vormgegeven. Met een warm wit donzen dekbed lijken we toegedekt te zijn. 'Kraanvogelweer', dacht ik nog, terwijl ik de stoelen weer van de tafels weghaal, omdat ik niet tevreden ben met het gecreëerde tafeltangramfiguur en het zwikkie weer wijzig.
Als ik tussendoor op Waarneming.nl kijk, zie ik tot mijn vreugde dat de Kraanvogels zelf ook iets met dit weer hebben: over zuidoost-Nederland worden enkele groepen doortrekkers gemeld. Hierdoor getriggerd loop ik naar m'n collega's boven. 'De Kraanvogels vliegen, opletten'. En ga beneden weer aan de slag. Lichtelijk tevreden met weer een nieuwe opstelling loop ik richting een stoel om 'm op z'n plek te zetten. En werp, half schuin omhoog, een blik door het raam, met uitzicht op de Ooijpolder. 'Nee, he, zal toch niet', denk ik, als ik door het smalle raam voor me twee strepen opvallend grote vogels van rechts naar links door m'n wimpers zie trekken. 'Dát zijn géén ganzen!'. Snel vat ik mijn kijker, door stom toeval vlak voor de grijp en werp een blik: Kraanvogels! Ik kijk een paar seconden en ren dan door het kantoor naar boven, op strategische plekken 'Kraanvogels voor het huis!' roepend. Enkele collega's zijn snel genoeg om ook nog een groep Kranen te zien. Een aantal anderen moeten het helaas doen met alleen het horen van hun schitterende roep. We komen uit op 'ongeveer' zeventig Kraanvogels. Had ik rustig aan gedaan, dan had ik ze precies kunnen tellen. Deze waarneming moest naar mijn mening gedeeld worden. En ik wilde altijd al eens ervaren hoe het is om 'brullend' door het kantoor te mogen rennen. Weer een ervaring rijker zal ik maar zeggen. Wat een timing allemaal!
Met vier dozen 'juiste' sauzijzenbroodjes fiets ik dinsdagochtend rond tien over half tien weg van de Hanos aan de Energieweg in Nijmegen. Gisteren had ik de verkeerde ingekocht en moest daarom ruilen. Eigenlijk had ik er véél vroeger willen zijn, zodat ik rustig de tijd had om richting mijn werk nog door de Ooijpolder te kachelen. Langs de Energieweg vliegen twee Kleine Mantelmeeuwen en langs de Weurtseweg pik ik een Grote Gele Kwikstaart op geluid op. Langs de haven en via de Waalkade fiets ik de Ooijpolder in. Even een snelle, maar nutteloze blik bij het HD gemaal voor de Grote Gele Kwikstaart, en dan door naar de Oude Waal. Er foerageren behoorlijk wat Kolganzen en een eerste groep levert ook een Brandgans op, de eerste van waarschijnlijk weer vele. De Oude Waal is 'rustig': er zitten wel tientallen Wintertalingen en Slobeenden, de slikranden zijn daarentegen leeg. Vanaf de dijk bij de Oude Waal kijk ik het Circul in en zie in de verte een grote groep ganzen op een weiland. Ertussen scharrelen wat zwartwitte exemplaren: zes Brandganzen. Langs de Leuthsestraat, vlakbij de groep ganzen, staan twee auto's. Een opgestelde telescoop verraad dat het gaat om vogelaars.
Na heel kort nog even geluisterd en gekeken te hebben of ik echts niets over het hoofd zie, draai ik de fiets en wil naar de vogelaars fietsen. Op dat moment gaat m'n telefoon, zestien minuten na tien: 'hoi, met Berend, er vliegt een adulte Zeearend bij Persingen'. Het eerste wat ik vraag is 'zeg, je staat toch niet aan de Leuthsestraat?'. 'Ja, hoezo?' Snel vraag ik om details, draai om, fiets een tiental meters terug en leg m'n verrekijker op het fietszadel, om zo stabiel in de verte te kunnen kijken. Van links naar rechts scan ik de lucht af. Eerst laag, omdat Berend zei dat hij de arend laag naar oost zag vliegen, en dan steeds hoger. Ineens krijg ik een enorme vogel in beeld: de Zeearend! Langzaam draait de vogels rondjes in de verte. Details aan het verenkleed krijg ik niet te zien. Dat het een Zeearend is, is wel duidelijk.
Voor de tweede keer in twee dagen blunder ik, door een samenloop van omstandigheden en daardoor een onverwachte precies juiste timing, tegen een pracht van een waarneming aan. Snel bel ik nog een keer Berend voor nadere details en of hij andere mensen heeft ingelicht. Als ik hoor dat bij SOVON de melding waarschijnlijk niets is binnengekomen bel ik Harvey. Helaas grijpen zij er net naast. Terwijl de vogel, gezien mijn positie en waar ik 'm zag, vrij dicht langs moet zijn gevlogen.
Soms draait het allemaal om op de juiste plek op het juiste moment daar te zijn. Op 23 oktober fietste ik langs het Meertje, aan de westkant van de Ooijpolder. Als ik later op Waarneming.nl kijk, blijk ik gewoon op hetzelfde moment er te fietsen, als er bij de Oude Waal een pracht van een overvliegende Zeearend wordt gefotografeerd. In eerste instantie werd de waarneming zonder foto gemeld: een Zeearend die lastig werd gevallen door kraaien. Laat ik nu net een Buizerd hebben gezien die kraaien om zich heen had vliegen. Ik had dan ook enig scepsis. Als ik later de toegevoegde foto's zie snap ik niet hoe ik toen de arend heb kunnen missen.
In beide bovenstaande gevallen bleek ikzelf het laatste puzzelstukje te zijn van een soms onbegrijpelijke puzzel. Ik was er. En viel op z'n plek. Met de neus in de boter!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten