vrijdag 15 februari 2008

Dweilen met de Vuurgoudkraan open...

Vandaag een paar uurtjes rondgestruind in Heerlijkheid Beek bij, inderdaad, Beek(-Ubbergen). Ik kende het gebied al een beetje, maar na het mistige bezoek gisteren vandaag weer eens een goede kennismaking gemaakt. Via de ingang aan de Stollenberglaan het gebied ingegaan en dan gelijk de eerste rechts. Je komt dan, het pad volgend langs een grasveld, langs een dal aan je linkerhand. Het ziet er in het begin wat karig uit, qua mix van oude eiken en sparren. Verderop loop je wat meer halverwege het dal. Waar het pad een haakse bocht naar links maakt heb ik een hele tijd staan luisteren en kijken.En hoe langer je keek, hoe onvoorstelbaarder het werd: het miegelde van de Merels. Op het punt waar ik stond keek ik voor me uit tegen een helling op. En op die helling staan grote bomen, welke kon ik niet meer zien, want ze zaten vol Klimop. En tussen die Klimop zaten al die Merels. Een aantal van veertig/vijftig is voorzichtig geschat. Het waren bijna, hoe opvallend, ook allemaal mannetjes. En een drukte! Klimop in, klimop uit, achter elkaar aan naar de volgende boom. Prachtig. Zoveel Merels had ik nog nooit bij elkaar gezien. En het was nog niet klaar, want toen ik het pad later vervolgde bleef het maar aanhouden. Over een lengte van zo'n 100m bleef het een drukte op de helling.Even terug naar mijn stoppunt: hier zaten ook aardig wat mezen. Overal scharrelden Kool- en Pimpelmezen, een groep Staartmezen passeerde, Zwarte Mezen zongen, evenals een enkele Glanskop. Een Appelvink tikte over en Goudhanen hingen tot in de lage gazen afrastering langs het pad. Hier zag ik ook m'n eerste vier Vuurgoudhanen. Ze lieten zich van dichtbij bekijken en af en toe verraadden ze waar ze zaten door de zang. Heerlijk om naar die soms als een kolibrie hangende kleine propjes te kijken. Iets verder langs het pad zat een man Goudvink als lunch een partij bramen naar binnen te werken. Een groep van zo'n 60 Sijzen kwam langs, de ene Barmsijs was er makkelijk uit te pikken. In tegenstelling tot gister vandaag uitbundig 'slaande' Vinken, en ook flink meer.Achter een flat, langs het eerder genoemde grasveldje, hoorde ik m'n volgende Vuurgoudhaan, een zingend mannetje. Door de dichte struiken kon ik niet zien of er meer waren. Waar ik m'n fiets had geparkeerd, langs de laan bij de ingang, fladderden nog eens twee Vuurgoudhanen rond in de bramen en hoger in de Eiken. Overal zongen Zwarte Mezen, een paar Glanskoppen en tikten twee Grote Bonte Spechten hun maaltijd bij elkaar. Dat gaat lekker met die Vuurgoudhanen. Dus ik fiets de laan uit, sla rechtsaf de Stollenberglaan in en ga het volgende wandelpad aan de J.D. vanDommerveldtweg in. Op een open plek vrij aan het begin zitten weer Vuurgoudhanen. Eerst een paar. Het mannetje zingt er lustig op los en ze hangen wat rond in de struiken. Vanaf dit punt ontdek ik bij de ingang nog eens twee Vuurgoudhanen in de struiken bij een huis. Het Middelste Bonte Spechtenverhaaltje sla ik dit keer over: ik had er één, weer aan het begin van het wandelpad bij de weg Wyler. Vijf seconden nadat ik de vogel uit het oog verloor kwam Athol Burrill aan. Samen bekeken we de hoeveelheid Grote Bonte Spechten op dit kleine stukje onderwijl het bos 'tukte' van de Kepen.M'n tenen vonden het lange stilstaan in de kou wat minder prettig en begonnen te protesteren. Tijd om naar huis te gaan. Normaal fiets ik altijd langs het kerkhof aan de Kwakkenbergweg/Postweg in Nijmegen. Vandaag was weer eens tijd voor een bezoekje. Dat leverde vier Appelvinken, een groep Sijzen en (zingende) Groenlingen en twee Grote Bonte Spechten op.
Plus de twaalfde tot veertiende Vuurgoudhaan, bij elkaar scharrelend aan de rand van het kerkhof.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten